Moge Allah ‘azza wa djal onze kennis doen vermeerderen, Ameen. Moge Allah ons leiden naar de waarheid en ons weerhouden van het slechte, Ameen. Moge Allah ons sieren met de schoonheid van Imaan & Taqwa, Ameen.
Ik werd wakker, tot mijn schrik zag ik dat ik getild werd door een paar mannen.... Ik wou ze vragen waar ze mij naartoe brachten, maar mijn tong werkte niet mee... Ik wilde ze tegenhouden van mij te verplaatsen, maar mijn lichaam werkte niet mee... Langzaam maar zeker werd het met me duidelijk dat ik naar de moskee werd gebracht... Ik kende de weg omdat ik er soms was tijdens de ramadan... Omdat me vrienden altijd gingen... Toen zag ik dat men het dodengebed verrichtten, toen drong het tot me door!... Is dit voor mij?... Ben ik nu werkelijk dood?... Dat kan toch niet?... Ik had nog zo veel in gedachte om te doen, NEE!... Ik wilde nog naar Hajj... Ik ben niet bereid, ik had niet eens de mooie eigenschap om het gebed te verrichten... O nee, nu is het te laat... Ik ga voor mijn heer staan!... En mijn handen zullen getuigen! Ya Rabbi, had ik maar een goede vader, die mij van kleins af aan naar de moskee bracht, die mij van de moskee liet houden!... Die mij de qur'aan leerde lezen, die mij sura's uitlegde en samen met mij uit onze hoofden leerde... Maar toen besefte ik, dat ik dit ook niet deed voor mijn kinderen... Maar nu is het te laat... O Allah nu is het te laat... Toen ik de imaam hoorde reciteren hoopte ik dat hij ietjes langer door zou gaan, dat hij ietsjes meer smeekbedes voor mij zou doen... Ik zag de vrienden met wie ik slechte zaken pleegde... Ik wist hoe zij waren, maar ja zo was ik ook... Toen ik naar de wasruimte werd gedragen, zag ik dat de imaam mij aan het wassen was, wat een aardige man dacht ik toen... Hij sloeg onwetend een plekje op mijn rug over, hij moest dat stukje nog wassen... Ik schreeuwde het uit, maar er kwam niets uit mijn mond... Moet ik ZO naar mijn heer!?... Maar tevergeefs... Vervolgens werd ik omwikkelt in 3 witte doeken.... Ik wilde ze waarschuwen om het niet te strak om mij te binden, maar ik kon alweer niets zeggen... Toen was ik op het begraafplaats... Mijn ouders over mij buigend, huilend smekend... Wat een verschrikkelijk gevoel... Toen werd er een gat gegraven in de grond... Toen de mannen mij in het graf wilden leggen, wilde ik het uitschreeuwen... Dat is toch veel te smal?... Daar kan ik me toch niet in bewegen?... En hoe moet ik daar ademen?... Ik werd met de seconde nerveuzer en banger... Toen werd ik er tot mijn grote schrik ingelegd, en ze gooide het zand over mij heen... Toen ik in mijn graf lag, zag ik aan mijn rechterkant een Prachtig paleis, omringd met zeeën die ik nog nooit zo heb gezien, prachtig gewoon!... En aan mijn linkerkant zag ik een verschrikkelijk hellevuur waardoor ik ging zweten... Ik was door en door nat van het zweet... Bang, nee DOODSbang!... Ik was zo bang om in dat hellevuur te belanden, YA ALLAH, Ya Rabbi!... Geef mij nog een kans o Allah... Geef mij 1 minuut... 1 minuut om 1 gebed te verrichten voor U Ya Rabbi... Maar jammer genoeg zijn er dan geen herkansingen!... Ya Rabbi geef mij nog een kans en ik zal mijn leven knielend doorgaan!... En toen hoorde hij de Athaan... Hij opende zijn ogen en zag dat dit alles slechts een droom was... Hij sloeg zijn bezweette deken van hem af en rende naar de badkamer om al Woedhoe te verrichten en rende toen naar de moskee om Salaat-ul-Fadjr met hen mee te bidden... Deze man is geliefd bij Allah swt, net als wij... Deze man heeft een teken gekregen, een verduidelijking van hoe belangrijk het is om je tijd goed te benutten... Beste broeders en zusters, Insha allah zullen wij hier lering uit trekken en ons zo snel mogelijk voorbereiden voor de dood... Want wij zullen sterven, jong en oud, ziek en gezond, voorbereid of niet voorbereid... En dan zijn er geen 2e kansen meer... Het is of nu of nooit!... Grijp je kans!... Sla die nieuwe bladzijde in je leven om!... Verricht dat gebed!... Voorwaar, we zullen spijt krijgen voor elke minuut die we niet in de vorm van aanbidding jegens Allah swt hebben besteed. Dus begin opnieuw, moge Allah swt tevreden zijn met ons en ons begeleiden naar de poorten van Djenna, en ons de plaats van eeuwige zaligheid laten binnentreden.
Safwaan ibn Soelaymaan en zijn minachting voor geld
Safwaan ibn Soelaymaan en zijn minachting voor geld
In de tijd dat cOmar ibn cAbd ul-cAziez gouverneur was van Medina, arriveerde de leider der gelovigen Soelaymaan ibnoe Maalik in de stad van de Profeet (vrede zij met hem) en ging de mensen voor in het middaggebed. Vervolgens opende hij de deur 'al-Maqsoera' en ging zitten, leunend tegen de mihrab. Hij richtte zijn gezicht tot de mensen onder wie zich de bekende Safwaan ibnoe Soelaym az-Zoehriy bevond, maar hij herkende hem niet.
Soelaymaan vroeg aan cOmar: "O cOmar, wie is die man? Ik heb nooit zo'n edele man als hem gezien die zoveel gemoedsrust uitstraalt."
cOmar antwoordde: "O leider der gelovigen, dat is Safwaan ibnoe Soelaym."
Soelaymaan ibnoe Maalik riep toen zijn bediende en zei: "O bediende, breng voor mij een zak met vijfhonderd goudstukken." Waarop de dienaar dit bracht en Soelaymaan tegen hem zei: "Zie je die man die nu bezig is met het gebed, ga naar hem toe en schenk hem deze goudstukken?" Soelaymaan beschreef Safwaan ibnoe Soelaym duidelijk, zodat de dienaar hem zou herkennen.
De bediende van de leider der gelovigen stapte met de goudstukken af op Safwaan en ging naast hem zitten. Toen Safwaan de man opmerkte maakte hij zijn gebed af, keek de kant van de bediende op en vroeg: "Waarmee kan ik jou van dienst zijn?"
De bediende antwoordde, terwijl hij wees naar Soelaymaan ibnoe Maalik: "De leider der gelovigen droeg mij op om jou deze zak met goudstukken te overhandigen met de boodschap dit geld te gebruiken ten voordele van jouw gezin."
Safwaan zei hierop tegen de bediende: "Ik ben niet degene naar wie jij gestuurd bent."
Hierop vroeg de bediende verbaasd: "Bent u dan niet Safwaan ibnoe Soelaym?"
Safwaan antwoordde: "Ja, ik ben zeker Safwaan ibnoe Soelaym!"
De bediende bevestigde nogmaals: "Dan ben ik naar jou gestuurd."
Safwan vertelde hem: "Ga terug en vraag om bevestiging, als je dit hebt gedaan, keer dan naar mij terug."
De bediende zei: "Houd ondertussen deze goudstukken bij jou, terwijl ik om een bevestiging ga vragen."
Hierop zei Safwaan: "Nee, als ik het vasthoud, dan heb ik het reeds van jou aangenomen. Ga beter om bevestiging vragen, zolang ik hier blijf zitten."
De bediende maakte rechts ommekeer en vertrok. Hierop pakte Safwaan zijn schoeisel en vertrok ook. Hij was niet meer te zien, totdat de leider der gelovigen Soelaymaan ibnoe Maalik uit Medina was vertrokken.
Een geleerde vroeg eens aan één van zijn studenten: "Je hebt een lange tijd met me doorgebracht, wat heb je geleerd?"
Hij zei: "Ik heb acht dingen geleerd:
1. Ik keek naar de schepping. Iedereen heeft een geliefde. Wanneer hij het graf in gaat, laat hij zijn geliefde achter. Daarom heb ik mijn goede daden tot mijn geliefde gemaakt; op die manier zullen ze bij me zijn in het graf.
2. Ik keek naar het vers 'Doch voor hem die vreesde voor zijn Heer te staan, en die zijn ziel van begeerten onthield,' (79:40) en worstelde daarom tegen mijn verlangens zodat ik Allah kon blijven gehoorzamen.
3. Ik zag dat als iemand iets waardevols bij zich heeft, hij het zal beschermen. Toen dacht ik aan het vers 'Hetgeen gij hebt, zal voorbijgaan maar hetgeen bij Allah is, is blijvend.' (16:96) Daarom wijdde ik alles wat me iets waard was toe aan Hem zodat het bij Hem zou zijn voor mij.
4. Ik zag de mensen zoeken naar rijkdom, eer en posities en het was me niets waard. Toen dacht ik aan Allah's woorden 'Voorwaar, de meest edele van jullie is bij Allah degene die het meest (Allah) vreest' (49:13) dus deed ik mijn best om bewust te worden van Allah om edel te zijn in Zijn ogen.
5. Ik zag de mensen jaloers zijn op elkaar en ik keek naar het vers 'Wij zijn het, Die in het tegenwoordige leven middelen van bestaan onder hen uitdelen,' (43:32) dus verliet ik jaloezie.
6. Ik zag de mensen vijandigheid hebben en ik dacht aan het vers 'Voorwaar, Satan is een vijand van u, behandelt hem daarom als vijand' (35:6) dus verliet ik vijandigheid en nam de Satan als mijn enige vijand.
7. Ik zag dat ze zichzelf verlaagden op zoek naar voorzieningen en ik dacht aan het vers 'En er is geen schepsel dat op aarde kruipt, of zijn voorziening berust bij Allah,' (11:6) dus hield ik mezelf bezig met mijn verantwoordelijkheden tegenover Hem en ik liet mijn eigendom bij Hem.
8. Ik zag dat ze vertrouwden op hun zaken, gebouwen en gezondheid en ik dacht aan het vers 'En voor hem, die zijn vertrouwen in Allah stelt, is Allah toereikend,' (65:3) en daarom plaats ik mijn vertrouwen alleen in Allah."
George is een Amerikaanse man ronde de vijftig die een gezond en gelukkig leven lijdt. Hij leeft in een klein dorpje ten noorden van de stad Washington. Ondanks alle financiële verleidingen van de grote stad, kiest hij er bewust voor om in zijn eigen dorpje te blijven wonen en te genieten van de uitzicht op de rivier en de rust die het dorpje uitstraalt. Hij werkt als handelaar overdag en 's avonds keert hij terug naar zijn huisje waar hij in alle rust de avond doorbrengt met zijn vrouw, twee dochtertjes en zoon die net klaar is met zijn middelbare school en aan zijn toekomst in de universiteit denkt.
De maand Dhzul-Hiddja nadert George en zijn gezin beginnen de islamitische zenders te volgen om te weten wanneer de nieuwe maan van de maand wordt gesignaleerd, zodat ze kunnen weten wanneer de dag Arafah en de dag van het offerfeest aanbreekt. George volgt de islamitische radiozenders, zijn vrouw volgt de satellietkanalen en zijn zoon volgt de islamitische internetpagina's.
George hoort het nieuws als eerst en vertelt zijn gezin dat de maand is aangebroken en samen luisteren ze op de radio en tv naar de islamitische kreten in mekka en de hele wereld
Allahoe-Akbar..Allahoe-Akbar ..
Nu haast George zich om het spaargeld op te halen dat hij apart heeft gelegd voor het offerschaap en hij vertrekt naar het oosten van de stad om zijn bestelling te bevestigen en vooruit te betalen. Hij ziet dat het bedrag toch iets tekort komt voor het gewicht van het schaap en gaat extra geld bijpinnen om het schaap toch te halen, want hij wil het ook zelf slachten zoals het volgens de rituelen hoort. Hij betaalt het geld en aait het schaap en met behulp van zijn zoon tilt hij het schaap de auto in. Het hele gezin is meegegaan om het vreugde te delen en het schaap te zien. Zijn vijfjarige dochter begint van blijheid te zingen met haar mooie stem en zegt tegen haar vader: "Pappa wat is het offerfeest toch een mooi feest omdat ik dan met mijn vriendinnen kan spelen zonder jongens erbij en met een trommel islamitische lofliederen kan zingen. Ik zal ook met jullie het feest gebed verrichten en mijn nieuwe jurk dragen; pappa vanaf dit feest wil ik een hoofddoek gaan dragen en een gezichtsluier want ik ben nu een grote meid .oh wat is een mooi feest; we gaan het schaapsvlees zelf snijden en onze buren ervan laten eten en we zullen onze familieleden bezoeken, mijn tante en haar dochters; pappa waren alle dagen maar zoals het offerfeest." Iedereen is blij om naar "het vogeltje" te luisteren , zoals haar noemen.
De vader kijkt zeer verheugd nog eenmaal naar het offerschaap en ziet dat het aan alle voorwaarden voldoet, want het schaap is niet verminkt, niet ziek en niet oud. Eenmaal thuis aangekomen roept zijn vrouw: "O mijn lieve man weet je dat het offervlees volgens offerrituelen in drieën verdeeld moet worden; eenderde voor de armen en behoeftigen, eenderde voor onze buren, David, Elisebeth en Monica en eenderde houden we voor onszelf?
Bij het voorbereiden van het offer twijfelen George en zijn vrouw over de richting van de Qiblah (gebedsrichting naar Mekka). Ze gaan er vanuit dat de richting naar Saudië Arabië moet wijzen en leggen het schaap in die richting en slachten het volgens de rituelen. Zijn vrouw begint snel aan het werk om het vlees te snijden en te verdelen in drieeën. Terwijl ze druk bezig is kom George zenuwachtig en boos binnen en verheft zijn stem: "Schiet op het is zondag en we moeten naar de Kerk, zijn de kinderen al klaar? ", want George is gewend om elke zondag naar de kerk te gaan met het hele gezin.
De verteller is klaar met het voorlezen van zijn verhaal en wordt meteen door een van de aanwezigen gevraagd: "Je hebt ons echt in de war gebracht door je verhaal! Is die George nu een moslim of niet? Waarop de verteller zegt: "Nee hoor, George en zijn gezin zijn ongelovige die niet in Allah en Zijn profeet(vzmh) geloven en beweren dat Allah in drieën is opgedeeld (Verheven is Hij boven hetgeen wat ze beweren) " De drukte en remour nemen toe in de zaal; er wordt heftig gelachen uit verbazing. Maar een van de nuchtere aanwezigen zegt: "Wat je ons zojuist hebt verteld kan niet waar zijn, want welke niet-moslim houdt zich zo intensief bezig met islamitische rituelen en wil ze zo correct mogelijk uitvoeren, door zijn tijd en geld te verspillen in zaken waarin hij toch niet gelooft??!
De verteller gaat direct in de verdediging en zegt: "Mijn lieve broeders, waarom geloven jullie mijn verhaal niet? Waarom verwachten jullie zo'n gedrag niet van een ongelovige? Bestaan er geen Abdullah en Abdurrahman, Khadija en Aisha die feesten van ongelovigen meevieren? Waarom is het dan onwaarschijnlijk dat ongelovigen onze feesten meevieren? Waarom de verbazing? De realiteit bewijst dat! Is het niet zo dat sommigen van ons bloemen versturen met Valentijnsdag en anderen van ons nieuwjaar vieren, verjaardagen, carnaval enz enz.. en het zijn allemaal niet-islamitische feesten! Waarom is het dan onbegrijpelijk en onwaarschijnlijk en zelfs van het gekke dat George zo iets doet, terwijl wij en onze kinderen dat wel doen?
De verteller, Ahmed, wordt emotioneel en zegt: "Ik leef al meer dan tien jaar in Amerika en bij Allah ik heb nooit een ongelovige een van onze feesten zien meevieren, erger nog ik zie meer en meer moslims hun uiterst best doen om niet-islamitische feesten zo goed mogelijk te vieren terwijl ze op islamitische feesten niet eens het feestgebed bijwonen!!
Hij probeert zijn tranen in te houden en zegt tegen de aanwezigen in een droevige toon: "Geef me een antwoord! Heeft George nu uiteindelijk al deze rituelen werkelijk uitgevoerd of is dit allemaal fictie?" ..
Dinsdag is het insh-ae'Allaah zo ver, Eid al-Adha is op komst! Wat betekend Eid Al-Adha voor ons? Waar houden we ons mee bezig?
Het feest veranderd met de jaren mee. Jongeren richten zich meer op de factoren van het feest, dan om de inhoud van het feest.
Weken keken we uit naar de dag. Nieuwe kleren, vrienden opzoeken, naar de film dat is bijna waar het tegenwoordig omdraait.
De saamhorigheid, de liefde voor Allaah, de betekenis er achter, lijken vele jongeren onder ons te vergeten zijn. Ik zal even onze geheugen opfrissen.
Eid al-Adha, waarom vieren we dit? We vieren dit ter nagedachtenis aan de Profeet Ibrahiem [alayhi wasalaam], die bereid was zijn zoon op te offeren in opdracht van Allaah. Toen Ibrahiem zijn zoon ter ere van Allaah wilde doden, kwam er een engel die zei dat hij een schaap mocht innemen, in plaats van zijn zoon.
De eerste dag start (vaak) met nieuwe kleding, elkaar een goede eid wensen en het gebed bijwonen in de moskee. In de middag word het offer opgehaald en genieten we in de avond van het vlees.
Helaas begint en eindigt deze dag voor vele moslim jongeren niet zo. De één zoekt zijn vrienden meteen op, om gezamenlijk naar de film te gaan. De ander denkt alleen aan nieuwe kleren voor deze dag. Vele jongeren zoeken elkaar op om leuke dingen te doen, die je niet in verband kunt leggen met het offerfeest. De betekenis er achter, lijkt met de jaren te vervagen. In plaats van gezamenlijk naar de moskee, of gezamenlijk naar familieleden te gaan, doen ze andere dingen. Er is weinig tijd voor familie en voor de nagedachtenis.
Zouden wij niet deze dag anders moeten en kunnen invullen? Een dag waardevol in plaats van waardeloos in te vullen? Het feest duurt maximaal 2 a 3 dagen. Er zal vast behoefte zijn aan vrienden en vriendinnen, maar deze behoeftes kunnen we ook op een andere dag uiten, misschien zelfs de dag er na.
Laten we op deze dag eens stil staan bij de beproeving van onze Profeet Ibrahiem (Moge Allaah tevreden over hem zijn.) Zouden wij ook sterk in onze schoenen staan, als we zo een opdracht zouden krijgen? Zouden we het aankunnen en zouden we het doen? Als alles met de jaren mee veranderd, zou het dan betekenen dat onze standvastigheid minder wordt? Dat we niet sterk genoeg zijn, om een beproeving te kunnen door staan? Wanneer bijna alle zonden toch worden gezien als 'normaal' zouden dan onze daden minder worden? En zou onze geloof op een gegeven moment vervagen?
Dit is een gunst van Allaah, die wij alle hebben gekregen. Het is Allaah, de Arahmaan die niet meer wilde dat hij zijn zoon opofferde maar een dier (schaap/etc). Want, wat als wij elk jaar 1 van onze kinderen moesten afstaan? Zou je het doen? Denk hier maar eens over na. Wees Allaah Ta3ala hier dankbaar voor. Dankbaar voor deze gunst en deze dag!
Laten we het dit jaar opnieuw doen, laten we dit jaar opnieuw beginnen met het vieren van onze feest. Wij hebben geen kerstboom met lichtjes nodig, om de sfeer er in te krijgen. Wij hebben liefde, saamorigheid en familie nodig op deze dag. En laat je leiden door de Quran en de Sunnah. Naar de film kun je altijd, met vrienden afspreken ook. Maar dit feest is slechts 1 keer per jaar.
En zoals een gezegde luidt: ''Als je iets doet, doe het dan goed.'' Laten we met z'n alle een nieuwe start maken, een start waar we allemaal baat bij hebben. Het is ons feest een feest dat gevierd moet worden. Laten we het beeld waar het om gaat niet verwateren, maar juist versterken.
Een beetje te vroeg, maar beter dan tè laat. Ik wens jullie een hele fijne Eid Al-Adha toe. Geniet er van en probeer te denken aan het gehele plaatje. Zoek je innerlijke rust op deze dag door goede daden te verrichten.
Een Sjaikh vertelde over de wonderen van "Bismillaah." Tijdens één van zijn vertellingen was er ook een joods meisje in het publiek aanwezig. Horende over de wonderen van "Bismillaah" werd haar hart geraakt en nam zij de Islam aan. Vanaf dat moment was "Bismillaah" constant op haar lippen, op elk moment van de dag en bij elke handeling gebruikte zij het woord "Bismillaah", b.v. tijdens zitten, staan, slapen, wakker worden, eten, drinken, lopen, wandelen, naar binnen /buiten gaan, iets pakken, iets weggeven, enz.
Vanwege het uitspreken van "Bismillaah" waren haar ouders woedend op haar en ze begonnen haar op allerlei manieren tegen te werken en druk op haar uit te oefenen om het af te leren. De ouders beraamden een plan, om het meisje van iets te beschuldigen zodat zij ter dood veroordeeld kon worden. De vader van het meisje was de adviseur van de Koning.
Op een dag gaf de vader, de ring van de Koning, die met diamanten was ingelegd in bewaring aan zijn dochter. Het meisje zei: "Bismillaah" en deed de ring in haar zak. 's Nachts toen het meisje sliep, sloop de vader naar de kamer van het meisje en stal de ring uit haar zak en gooide de ring dezelfde nacht in de rivier. Een vis slikte de ring in.
's Ochtends gooide een visser zijn net uit en door 'een wonder' kwam dezelfde vis in zijn net terecht. Op zijn beurt verkocht de visser de vis aan de adviseur en hij gaf de vis aan zijn dochter om het klaar te maken voor een feestmaal. Soebhaan-Allaaaah!!!
Het meisje zei: "Bismillaah" en nam de vis aan en "Bismillaah" zeggende sneed ze de vis open. Plotseling zag zij de ring in de buik van de vis, met "Bismillaah" haalde ze de ring uit de buik van de vis en "Bismillaah" zeggende deed ze de ring weer in haar zak. Daarna maakte ze de vis klaar en diende het eten op.
Na het eten vroeg de vader onschuldig in het openbaar, zijn dochter naar de diamanten ring van de Koning. Het meisje haalde de ring uit haar zak tijdens het reciteren van "Bismillah". De vader schrok zich te pletter. Vanwege dit wonder mislukte de plan van haar vader. Allah is de Beste Plannenmaker. Allah, de Machtige en Schone, had door de zegeningen van "Bismillaah" (In naam van Allah) het meisje gered van de doodstraf. Soebhaan-Allaaaah!!!
Er kwamen eens twee jongemannen bij cOmar ibn al-Khattaab terwijl hij in een bijeenkomst zat. De jongemannen hadden een man van het platteland bij zich en wilden hem overdragen aan cOmar. Waarop hij vroeg: "Wat is er aan de hand?"
De jongemannen antwoordden: "O leider der gelovigen, deze man heeft onze vader gedood."
cOmar vroeg aan de man: "Heb jij werkelijk hun vader gedood?"
De man antwoordde: "Ja, ik heb hem gedood."
Daarna vroeg cOmar: "Hoe heb je hem gedood?"
De man antwoordde: "Hij betrad met zijn kameel mijn stuk grond. Waarna ik hem waarschuwde, maar hij wilde niet luisteren. Toen gooide ik een steen naar hem toe. De steen kwam tegen zijn hoofd aan waarna hij stierf."
cOmar zei vervolgens: "Er rest niets anders dan vergelding... de doodstraf. Dit is een duidelijke zaak. cOmar vroeg niet naar de komaf van deze man, of hij bijvoorbeeld behoorde tot een elite stam, of dat hij een vooraanstaande positie innam in de maatschappij. Al deze zaken interesseerden cOmar niet. Dit omdat hij onpartijdig was en niemand zou voortrekken ten koste van de Voorschriften van Allah. Ook al zou het zijn zoon zijn die voor hem stond. Meerdere malen had hij reeds zijn zoon een aantal zweepslagen verkocht in verband met bepaalde zaken.
De man zei: "Ik vraag je bij Degene Die de hemelen en de aarde heeft geschapen om mij voor slechts een nacht naar mijn vrouw en kinderen op het platteland te laten gaan om hen te vertellen dat ik de doodstraf heb gekregen. Daarna zal ik terugkomen. Bij Allah, zij hebben geen kostwinner waarop zij kunnen rekenen, behalve Allah en vervolgens ik."
cOmar vroeg hem: "Wie van de aanwezigen kan mij garanderen dat jij terugkomt."
Alle aanwezigen bleven stil, want niemand kende deze man, zijn woonplaats of stam. Hoe zou iemand zich garant kunnen stellen voor zo een persoon en om zo een gewichtige zaak. Het ging hier namelijk niet om een luttele tien dinar, een stuk grond of een kameel. Het betrof hier een garantstelling voor iemand die de doodstraf had verdiend en wiens leven door middel van het zwaard ten einde zou komen. En wie was in staat om cOmar van het toepassen van de Voorschriften van Allah af te houden? En wie zou durven bemiddelen bij cOmar?
Alle metgezellen bleven zwijgen en cOmar bevond zich in een lastige positie. Zou hij nu de beslissing nemen de man te doden, terwijl zijn kinderen op het platteland van de honger zouden omkomen, of zou hij hem zonder garantstelling laten gaan wat er wellicht toe zou leiden dat de nabestaanden van de gedode man hun vergelding verloren zouden zien gaan? Nog steeds heerste er een doodse stilte en cOmar sloeg zijn hoofd neer, keek naar de twee jongemannen en vroeg hen: "Kunnen jullie hem vergeven?" Waarop zij antwoordden: "Nee! Wie onze vader heeft gedood dient ook gedood te worden, O leider der gelovigen!"
Vervolgens riep cOmar: "Is er dan niemand die garant kan staan voor deze man?"
Aboe Dharr al-Ghifaariy, de oude waarachtige asceet, stond toen op en zei: "O leider der gelovigen, ik zal voor hem garant staan!"
cOmar maakte nog eens duidelijk: "Je begrijpt dat het hier de doodstraf betreft!"
"Ik weet dat het om de doodstraf gaat," reageerde Aboe Dharr al-Ghifaariy.
cOmar vroeg: "Ken je de man?"
Hij antwoordde: "Nee, ik ken hem niet."
Waarna cOmar zei: "Hoe kun je dan garant staan voor hem."
"Ik zie in hem de kenmerken van een gelovige. Hierdoor weet ik dat hij niet zou liegen. Als Allah het wil zal hij dan ook terugkomen."
cOmar zei: "O Aboe Dharr, denk je dat je aan mij ontkomt als hij na drie dagen niet terugkomt?" Hierop zei Aboe Dharr: "Allaah ul-moestacaan (Allah is Degene Die om hulp wordt gevraagd), O leider der gelovigen!"
De man mocht vertrekken en kreeg te horen dat hij binnen drie dagen terug moest zijn. Deze tijd kreeg hij om zich klaar te maken, afscheid te nemen van zijn vrouw en kinderen en hun zorg aan iemand over te dragen.
Na drie nachten liet cOmar iemand 's middag de mensen in de stad verzamelen, zeggende: "As-Salaatoe Djaamicah!" De mensen waaronder de twee jongemannen en Aboe Dharr kwamen allen bij een. cOmar zei toen tegen Aboe Dharr: "Waar is de man gebleven?"
Aboe Dharr antwoordde: "Ik weet het niet, O leider der gelovigen!" Vervolgens keek Aboe Dharr naar de zon die sneller dan gewoonlijk leek onder te gaan. Alle metgezellen waren doodstil en alleen Allah weet werkelijk in wat voor een gespannen toestand zij op dat moment verkeerden.
Ondanks dat Aboe Dharr zeer geliefd was bij cOmar en deze zelfs bereid zou zijn zijn leven voor hem op te offeren, betrof het hier de Islamitische Wetgeving en de Goddelijke Voorschriften waar men niet mee speelt en dolt. Hierover treedt men niet in discussie noch wordt deze wetgeving op een bepaalde tijd en plaats wel uitgevoerd en op een andere niet. Noch wordt dit slechts toegepast op een aantal met uitsluiting van anderen.
Vlak voor zonsondergang verscheen de man, waarna cOmar samen met de anderen 'Allaahoe Akbar' riepen. Vervolgens vroeg cOmar aan de man: "Weet jij dan niet dat als je op het platteland was gebleven wij jou niet hadden kunnen achterhalen."
De man reageerde: "O leider der gelovigen, bij Allah, het is niet u met wie ik te maken heb, maar ik heb te maken met Degene Die op de hoogte is van het openlijke en het verborgene. Hier ben ik, O leider der gelovigen! Ik liet mijn kinderen achter als kuikentjes op het platteland waar geen water noch bomen te vinden zijn en ik ben gekomen om mijn straf te ondergaan."
cOmar stond op en vroeg de twee jongemannen: "Wat willen jullie?"
Zij antwoordden huilend: "Wij vergeven hem vanwege zijn oprechtheid, O leider der gelovigen." cOmar riep daarna: "Allaahoe Akbar!", terwijl de tranen over zijn baard rolden. "O jongemannen, moge Allah jullie belonen voor jullie vergiffenis en moge Allah jou ook belonen, O Aboe Dharr dat jij deze man in de gelegenheid hebt gesteld om zijn gezin te bezoeken
Hij herinnerde nog wat zijn oma tegen hem zei kleinzoon verricht je gebed op tijd en stel het niet steeds uit! De oma....die als ze de Adhaan hoorde meteen op stond om het gebed te gaan verrichten was 70 jaar oud. Maar haar kleinzoon,......Sub7aana Allah hij stelde het uit....en als hij het gebed dan ging verrichten deed hij het zo snel mogelijk om er vanaf te kunnen zijn, niet realiserend dat hij voor Allah Sub7aana wa Ta3aalaa stond.
Denkend aan de woorden van zijn oma stond hij op om te kijken hoe laat het was hij zag dat er nog 15 minuten over waren voordat het Salaat Isha was hij verrichtte snel de woedoe en ging snel het Maghrib gebed bidden, tijdens het gebed dacht hij aan wat zijn oma hem had gezegd hij kwam bij de soedjoed en hij bleef op de grond niet bewegend hij was erg moe hij was naar school geweest en had een zware dag achter de rug, hij nog steeds in soedjoed niet bewegend. Het was de DAG DES OORDEELS!!
Toen hij nog in leven was had hij zoveel vragen over Yaum al Qiyaamah. Maar dat leek alsof het heel lang geleden was de angst met wat er met hem zou gebeuren was zo groot. Dat hij zich niet kon voorstellen dat die angst wel bestond en ineens werd zijn naam genoemd 2 armen grepen hem en sleurde hem mee naar voren hij liep met veel zorgen aan z'n hoofd vooruit. Hij opende zijn ogen en het enige wat hij zag was een ander wereld. Hij zag allerlei mensen heel behulpzaam andere mensen helpen hij zag zijn moeder die gasten uitnodigde om bij haar te komen eten.
En de tafel werd gedekt Hij wist dat alles wat hij in zijn leven had gedaan veel minder was dan wat Allah verdiende om te krijgen. Hij zweette heel erg en hij rilde over zijn hele lijf. Hij wachte op zijn uitslag wat zal het worden. Uiteindelijk was de keuze gemaakt er kwamen 2 engelen op hem af ze begonnen te lezen wat de uitslag was. De engelen begonnen te lezen wie Janaah zouden betreden zijn naam zat er niet bij, toen begonnen de engelen de namen van Jahannam te lezen de 2e naam die genoemd werd was de zijne Hij viel op zijn knieen en kon nie geloven dat hij Jahannam in zou gaan de 2 engelen kwamen op hem af en sleurde hem mee Jahannam binnen. Hij schreeuwde en vroeg zich af of iemand hem zou kunnen helpen Hij begon te schreeuwen MIjn gebeden MIjn gebeden/!! In de hoop dat hij de Jahannam niet ingegooid zou worden hij keek voor de laatste keer naar de engelen en zag dat hij niets meer kom doen.
Een van de engelen duwde hem de Hel in..Hij voelde dat hij viel en dacht dat alles voorbij was en dat hij daar voor eeuwig zou blijven, toen hij een paar meter gevallen was, grepen 2 handen hem Hij keek omhoog en zag dat er een man stond met een lange witte baard. De jongen vroeg wie ben je? De oude man zei ik ben je gebeden De jongen vroeg waarom ben je zo laat??? Ik was bijna in het vuur terecht gekomen. Je hebt me op het laatste nippertje gered de oude man lachte en zei: weet je nog je verrichtte je gebeden altijd op het laatste moment of ben je het vergeten?' Hij hoorde de athaan voor salaat Isja en ging de woedoe verrichten om zijn gebed dit keer wel op tijd te verichten.
Sara, een meisje dat oorspronkelijk uit Libanon komt, emigreerde op haar tiende samen met haar ouders naar Nieuw Zeeland. Ze deed niets aan haar geloof (de islam). Alleen haar naam verraadde haar islamitische afkomst. Het was zelfs zo erg dat ze nog nooit een kaft van een mashaf had gezien. Haar ouders deden er ook niets aan. Haar ouders gingen na een tijdje uit elkaar en scheidden. Sara s ouders hertrouwden allebei. Op haar 17de gingen haar ouders met hun nieuwe vrouw/man naar Libanon terug. Sara bleef achter in Nieuw-Zeeland, zonder ouders.
Jaren later zo rond haar negentiende, twintigste, ging ze inwonen bij haar vriend.Om zichzelf financieel te kunnen onderhouden werkte ze in een bar savonds laat. Verder ging ze naar school. Daarnaast was ze een heel erg mooi meisje. Daarom besloot ze mee te doen aan de miss verkiezingen in haar land. Omdat ze nogal mooi was maakte ze een hele goede kans. Daarom deed ze mee en won de miss verkiezingen. Ze mocht daarom ook meedoen aan de miss world verkiezingen. Ze wilde wel ze zou het wel kunnen halen, maar ze wist wat voor gevolgen het zou hebben. Op iedere krant tijdschrift zou ze op de voorkant staan en dat wilde ze liever niet.
Toen ze eenentwintig was veranderde ze. Op een dag was ze bij een moslim familie thuis en keek ze naar de zender iqraa, waar op dat moment een aflevering van Amr Khaled werd uitgezonden. Ze vond het een hele mooi uitzending. Onder aan het beeldscherm verscheen een e-mail adres van Amr. Ze stuurde hem een mailtje waarin ze vertelde dat ze wat meer over de islam wilde weten. Dat was toen de maand oktober.
Amr reageerde en stuurde haar een paar van zijn oude uitzendingen op. Twee dagen later reageerde ze. Ze was daar zo enthousiast over, dat ze zei dat ze de Quraan wilde leren. Twee dagen later stuurde ze hem een e-mail dat ze sourat al Fatiha uit het hoofd kende en dat ze wilde leren bidden. Amr stuurde haar een link. Weer twee dagen later kende ze sourat al An3am uit het hoofd, en ze had die dag gebeden. Ze vertelde hem in haar e-mail dat ze zich nog nooit zo bevrijdend had gevoeld, het was alsof ze die dag pas tot leven kwam. Weer twee dagen later vertelde ze dat ze salaat al Qijaam deed( voor de genen die niet weten wat dat is: bidden in de nacht). Na twee dagen stuurde ze hem weer een email waarin ze vertelde dat ze hijaab wou dragen. Mensen stel je voor degene die miss world kon zijn een hijaab om?
Maar Amr was niet zo enthousiast hierover, hij vond het veel te snel gaan. Naar zijn mening ging het een beetje om haar heen. Hij kende genoeg meisjes die hijaab gingen dragen maar na een paar dagen/weken weer afdeden. Ze moest er wat langer over nadenken vondAmr, in tegenstelling tot zijn vrouw. Na weer twee dagen wilde Sara iets goeds voor de Islam doen en vroeg Amr raad. Hij zei dat ze inshalah een keer in zijn uitzending zou komen en haar verder helpen.
Na dit liet Sara een week lang niet van zich horen en Amr dacht dat ze waarschijnlijk alweer van gedachten was veranderd. Zeg maar weer de slechte kant op. Maar nee Sara belde na die week op en vertelde dat ze erg ziek was. Omdat ze mee had gedaan voor de miss verkiezingen had ze bij de plastische chirurg haar borstomvang laten veranderen. De chirurg die dat had gedaan vertelde dat bij later onderzoek gebleken was dat ze borstkanker had. Ook had ze niet meer zo lang te leven. Die week nog moest ze een operatie begaan, waarin niet zeker was of ze het zou overleven. Sara had haar ouders al vijf jaar niet gezien en wilde weer eens naar haar geboorteland. Maar dat kon dus niet meer voor haar operatie. Ook zou ze wellicht de Ramadan niet meer kunnen halen. Ze wilde dat zo graag meemaken, omdat ze op Laylatoen Qadr om maghfiera zou vragen.
Ze belde Amr op en was wanhopig, ze had niet veel tijd meer en wilde toch nog iets goeds doen voor haar geloof. Amr stelde haar gerust. Ook opende hij een forum op zijn site waarin moslimbroeders zusters voor haar konden bidden en dua konden doe. Veel mensen reageerden hierop en sommigen lazen zelfs de hele Qoraan voor haar uit. Sara was toch heel verdrietig over het feit dat ze niets goeds had gedaan en ze was bang dat Allah het haar niet kon vergeven. Ze had immers gedronken werkte in een bar, deed alles wat een moslim niet mag. Maar Amr stelde haar gerust. Allah zou het haar wel kunnen vergeven immers hij verwees naar het verhaal van Moussa en een man uit het dorp. Ze was hierop gerustgesteld. Omdat ze wist dat ze het misschien niet zou halen ging ze naar haar beste vriendin, en gaf haar alles mee: hijaabs boeken Qoraan etc. Die dag onderging ze haar operatie. Die avond belde Sara s vriendin Amr op, om hem te vertellen dat Sara overleden was gedurende de operatie. Een maand na haar ommekeer. Inna lilaah waina la ilajhi laaraji3ouna. Amr Khaled ging diezelfde dag nog met Oemra samen met zijn vrouw voor Sara.
Mensen hoe was Sara veranderd, van iemand die alle zonden begaan had in een ware moslima, in gedurende vier weken.MassaAllah. Een stap waarover sommige mensen soms wel 15 jaar over doen. Mensen volg de weg van Allah soebhana wa ta3ala nu het nog kan. Vraag om Taubas, moslims. Sara had zooooooo graag de ramadan willen meemaken en dan vooral Laylatoen Qadr . Ya toura zouden wij die kans wel krijgen, zouden wij nog de tijd hebben tot aan deze dag. Broeders en zusters denk goed na over deze kwestie en ik hoop dat jullie net als haar zullen veranderen.
Al vanaf mijn jeugd kreeg ik het benauwd in krappe ruimtes en ik verliet schreeuwend zulke plaatsen. Op latere leeftijd kwam ik erachter dat dit een ziekte was, maar ik kwam er jammer genoeg niet van af. Helaas moest ik of ik het nu wilde of niet, eindelijk in zo'n krappe ruimte komen.........
Ze hadden mij helemaal ingepakt met doeken en me geplaatst in een lange doodskist. De stemmen van de mensen om me heen kon ik heel goed horen en ondanks het feit dat mijn ogen gesloten waren kon ik ze op de een of andere manier zien "Hij is gestorven op jonge leeftijd," zeiden ze. "Terwijl hij nog zoveel wilde doen." Ik wilde inderdaad nog heel veel doen. Ik had bijvoorbeeld nog geen eigen zaak voor mijn zoon kunnen beginnen, het geld van de t.v. en de auto had ik nog niet afbetaald. Een groot bedrijf beginnen en al mijn vrienden uitnodigen was nu slechts een droom. Bovendien had ik nog geen kolen en hout kunnen kopen voor de naderende winter en ik had de lekkende plaatsen op de zolder nog niet kunnen repareren.
Toen ik bezig was met het op een rijtje zetten van alles wat ik niet had afgekregen schrok ik van een luidruchtige stem. Alsof deze door een microfoon kwam, weergalmde het in mijn hoofd. "Het is voorbij," zei de stem. Was het nog maar niet voorbij, dacht ik bij mezelf. Hoe heeft zo'n ongeluk mij kunnen treffen? Terwijl ik zo goed auto kon rijden. Ik probeerde te herinneren wat er was gebeurd; mijn vrienden waren om me heen en probeerde de deksel van mijn doodskist te sluiten. Om ze te stoppen wilde ik zo hard mogelijk schreeuwen maar ik kon me niet bewegen nog iets fluisteren. Een poosje later bevond ik me in het donker en keek naar een lichtstraal, die door de planken van de kist scheen. Paniekerig zei ik: "Mijn god, wat zal er nu van mij terecht komen?" Ik kon niet nadenken uit angst. Ondertussen bevond ik me op de schouders van mijn vrienden en al schommelend werd ik voort gedragen.
Door de geluiden die van buitenaf kwamen kon ik opmaken dat het regende. Het geluid van de druppels verenigde zich met het gekraak van mijn doodskist. We gingen hoogst waarschijnlijk naar de moskee voor het Djanâzah-gebed (begrafenisgebed). "Moskee": dat deed me aan iets denken. Hoewel het dichtbij huis was en ik vijfmaal per dag werd uitgenodigd voor het gebed, maar steeds had ik geen tijd kunnen vinden om er heen te gaan. Zoals ik altijd al had gezegd zou ik na mijn vijftigste beginnen met bidden en al mijn slechte eigenschappen waar iedereen zich over ergerde verlaten. Inderdaad, als dit ongeluk niet was gebeurd zou ik in de toekomst een perfecte moslim zijn geweest.
De stem die ik voor de tweede keer hoorde (maar niet wist waar hij vandaan kwam) zei weer: "Het is voorbij. Alles is afgelopen." Iets later werd mijn begrafenisgebed gebeden en ik werd weer op schouders gedragen. We kwamen langs het café waar we voorheen met vrienden dagelijks kaartten en ik hoorde ze vrolijk lachen en dacht: "Waarschijnlijk hebben ze niet gehoord dat ik gestorven ben." Toen de stemmen bijna niet meer te horen waren, voelde ik dat ik op een schuine manier gedragen werd. Zo wist ik dat we de helling af gingen naar de begraafplaats. De druppels van de regen, die met bakken uit de hemel vielen druipte door de gaten van mijn doodskist en maakten de doek waarmee ik bedekt was nat. Ondanks dit luisterde ik naar de stemmen die van buiten kwamen. Sommige vrienden hadden het over de effectenbeurs die gedaald was en anderen verheerlijkten de laatst gespeelde wedstrijd van het nationale voetbalelftal. Een van de personen die mijn kist droeg, fluisterde in het oor van degene naast hem: "Net iets voor hem om op zo'n ongelukkige dag te sterven, we zijn kletsnat geworden." Het was toch niet waar wat ik hoorde. Het waren toch mijn vrienden! Mijn reis was na een tijdje afgelopen en mijn doodskist werd op de grond gelegd. Een paar armen pakten mijn lichaam beet en legden mij in een kuil. Liggend bekeek ik mijn omgeving. Oh, mijn god, was dit nu het graf? Waarom had ik er nooit eerder bij stil gestaan dat ik hier ooit terecht zou komen. Mijn stille hulpkreten kon ik niemand laten horen en ik voelde dat mijn vrienden zich haastten met het bedekken van mijn graf. Weer bevond ik me in het donker en ik begon hulpeloos te bidden. "Mijn god, krijg ik echt geen kans meer om te worden zoals u wilt en om mijn graf te veranderen in een hemelse tuin. " Weer herhaalde dezelfde stem, nog luider dan eerst: "Het is voorbij, alles is afgelopen." Met een laatste poging kwam ik van mijn plaats, en deed mijn ogen open. Ik lag in mijn heerlijke warme bed. Ik had dus een vreselijke nachtmerrie gehad. De dokter die een deur verder woonde probeerde mij wakker te schudden. "Het is voorbij," schreeuwde hij steeds. "Kijk maar het is voorbij. Je hebt niets meer." Ik probeerde langzaam rechtop te zitten. Ik was nat van het zweten en het leek alsof ik twintig kilo was afgevallen. Het regende buiten pijpenstelen, de bliksem en onweer schudden als het ware het hele huis. Ik probeerde tot mezelf te komen terwijl verbaasde blikken me aankeken en zei: "Mijn god, ik ben u dankbaar tot in het diepste van mijn hart. Wat als u me nu geen nieuwe kans had gegeven om een goed mens te worden........?
Dit is het verhaal van een gewone man, die handelt in strijd met Allah`s plan. Wanneer u uzelf hierin weerspiegelt ziet, heb dan berouw en zondig verder niet.
Het was eens midden in de nacht, toen de dood een bezoekje bracht. De slapende riep: `wie klopt daar aan?` `Ik ben Malak al-mawt, laat me binnengaan.`
De man kreeg het koud en weer heet, rilde, badende in het doodszweet. Schreeuwende tegen zijn slapende vrouw, laat hem weggaan, alsjeblieft, gauw.
Engel des doods, neem mijn leven niet. Ik ben nog niet klaar, zoals je ziet. Mijn familie is afhankelijk van mij, geef me nog wat tijd erbij.
De engel klopte, weer en weer, `vriend, je leven nemen doet niet zeer. Het is je ziel, waar God om vraagt, het helpt niet als je nu nog klaagt.`
Hysterisch huilend riep de man, Ò engel, de dood, ik ben zo bang ervan. Ik geef je goud, ik word je slaaf, maar zend me toch niet naar het graf.`
`laat me erin vriend`, zei de engel toen, `kom uit je bed, ga de deur opendoen. Want, laat jij me nu niet zelf erin, dan kom ik door de deur als een djinn.`
De man pakte een pistool om zich te weren, alsof dat een engel zou kunnen deren. Ik schiet nog liever je hoofd eraf, dan ga jij wellicht naar je eigen graf.`
Maar de engel stond al naast zijn bed, `Vriend, je ondergang is al ingezet. Engelen sterven immers niet, dom mens, leg je pistool weg, `t is Gods wens.`
Waarom ben je zo bang, vertel eens man, om te sterven volgens Allah`s plan? Glimlach nu maar en laat geen traan, wees blij, dat je tot hem terug mag gaan.`
Ò engel, ik schaam me en buig mijn hoofd, vergetn was ik God, Zijn naam, zijn geloof. Werkend voor geld verdeed ik mijn tijd, zelfs niet denkend aan eigen gezondheid.
Allah`s geboden gehoorzaamde ik niet,vijf keer bidden? Dat deed ik niet. Ik zag Ramadan komen en gaan, maar hadgeen tijd vol berouw te staan.
De plicht van Haj heb ik uitgesteld, dat vond ik zonde van tijd en geld. Alle liefdadigheid heb ik genegeerd, wel heb ik steeds meer rente begeerd.
Ik zag geen kwaad in een slokje wijn, vond het gezellig met vrouwen te zijn. O engel, neem me alsjeblieft niet mee, spaar mijn leven nog een jaar of twee.
Dan gehoorzaam ik de regels van de Koran, vijf keer bidde, van nu af aan. Het vasten en de hadj zal ik volbrengen, en me niet in andermans zaken mengen.
Ik zal aan andren geen rente vragen, en liefdadigheid geven alle dagen. Ik zal me niet over het wijnglas buigen, maar van Allah`s eenheid getuigen.
`Wij engelen doen alles op Gods bevel, wij kunnen niets doen tegen Zijn wil. De DOOD is voorbeschikt voor iedereen, man, vrouw of kind; uitgezonderd geen.
Dit is je laatste moment, kom erbij, je verleden trekt aan je voorbij. Hoewel ik je angsten begrijpen kan, is het nu te laat voor tranen, man.
Jarenlang heb je op aarde kunnen leven, je hebt nooit geld aan armen gegeven. Je ouders heb je niet gerespecteerd, en nooit iets van je fouten geleerd.
je negeerde dagelijks de roep van de azaan, je las nooit eens een stuk uit de koran. Beloften brak jij altijd, je leven lang, voor jou waren zelfs je vrienden bang.
Goederen opgepot, gigantische winst, jouw personeel verdiende het minst. Geld verdienen was je grootste plezier, ontspannen deed je met gokken en bier.
Met vitaminepillen hield jij je gezond, terwijl je nooit aan iemands ziekbed stond. Ook heb je nooit een liter bloed gegeven, voor het redden van een andermans leven.
o mens, je hebt zoveel verkeerd gedaan, en met hulp-acties aan de kant gestaan. Jij hebt andere mensen nooit vergeven, kijk zelf maar eens terug op je leven.
Het paradijs voor jou? Geen idee, eerder de hel, een grote vlammenzee. Je kunt je zonden niet afbetalen, ik ben hier om je ziel te halen.
Er is een trieste eind aan dit verhaal, de man had tot dan geen enkele kwaal. Sprong schreeuwend uit zijn bed, kwam ten val, en viel plotseling dood. Hartaanval?
O lezer, wellicht heeft dit verhaal, voor u een boodschap, een moraal. als de dood komt, zijn we onvoorbereid, dus gebruik iedere minuut van uw tijd. Verander uw leven nu het nog kan, zodat u het paradijs binnen kan.
Er was eens een jongen die graag snoepjes at. Hij vroeg zijn vader altijd om snoep. Zijn vader was een arme man en kon niet altijd snoep voor zijn zoontje kopen. De kleine jongen begreep dit niet en bleef maar om snoep vragen. De vader van de jongen bedacht hoe hij zijn zoon op kon laten houden met het vragen om zoveel snoep. Hij had een idee. Er woonde een wijze man vlakbij. De vader besloot om zijn zoon naar de wijze man te brengen zodat deze hem op kon laten houden met het vragen om snoep.
De jongen en zijn vader gingen op weg naar de wijze man. De vader zei tegen hem: ?Kun je mijn zoon vragen om op te houden met snoep vragen wat ik niet kan betalen?? De wijze man vond het moeilijk want hij hield zelf veel van snoep. Hoe kon hij de jongen dan vragen om op te houden met snoepen? De man zei tegen de vader dat hij zijn zoon over een maand terug moest brengen.
Tijdens die maand hield de wijze man op met het eten van snoep en toen de jongen en zijn vader na een maand terugkwamen, vroeg de wijze man aan de jongen: ?Lief kind, zal je je vader niet meer om snoep vragen wat hij niet kan betalen?? Sindsdien vroeg de jongen nooit meer om snoep.
De vader van de jongen vroeg aan de wijze man: ?Waarom heb je dat niet aan mijn zoon gevraagd toen we hier een maand geleden kwamen?? De wijze man antwoordde: ?Hoe kan ik een jongen vragen om niet meer te snoepen terwijl ik zelf zo van snoepen houd? In deze maand ben ik gestopt met snoepen.?
Het voorbeeld dat iemand geeft, is veel sterker dan alleen zijn woorden. Als we iemand vragen om iets te doen, moeten we het zelf ook doen. We moeten anderen niet vragen om iets te doen wat we zelf niet doen. Zorg ervoor dat je woorden en je daden altijd hetzelfde zijn. Er was eens een jongen die graag snoepjes at. Hij vroeg zijn vader altijd om snoep. Zijn vader was een arme man en kon niet altijd snoep voor zijn zoontje kopen. De kleine jongen begreep dit niet en bleef maar om snoep vragen. De vader van de jongen bedacht hoe hij zijn zoon op kon laten houden met het vragen om zoveel snoep. Hij had een idee. Er woonde een wijze man vlakbij. De vader besloot om zijn zoon naar de wijze man te brengen zodat deze hem op kon laten houden met het vragen om snoep.
De jongen en zijn vader gingen op weg naar de wijze man. De vader zei tegen hem: ?Kun je mijn zoon vragen om op te houden met snoep vragen wat ik niet kan betalen?? De wijze man vond het moeilijk want hij hield zelf veel van snoep. Hoe kon hij de jongen dan vragen om op te houden met snoepen? De man zei tegen de vader dat hij zijn zoon over een maand terug moest brengen.
Tijdens die maand hield de wijze man op met het eten van snoep en toen de jongen en zijn vader na een maand terugkwamen, vroeg de wijze man aan de jongen: ?Lief kind, zal je je vader niet meer om snoep vragen wat hij niet kan betalen?? Sindsdien vroeg de jongen nooit meer om snoep.
De vader van de jongen vroeg aan de wijze man: ?Waarom heb je dat niet aan mijn zoon gevraagd toen we hier een maand geleden kwamen?? De wijze man antwoordde: ?Hoe kan ik een jongen vragen om niet meer te snoepen terwijl ik zelf zo van snoepen houd? In deze maand ben ik gestopt met snoepen.?
Het voorbeeld dat iemand geeft, is veel sterker dan alleen zijn woorden. Als we iemand vragen om iets te doen, moeten we het zelf ook doen. We moeten anderen niet vragen om iets te doen wat we zelf niet doen. Zorg ervoor dat je woorden en je daden altijd hetzelfde zijn.
"Wanneer een advies van het hart naar het hart gaat, dan bereikt het ook het hart." (Sheikh Othaymien, rahimahuAllah) "Wanneer een advies van het hart naar het hart gaat, dan bereikt het ook het hart." (Sheikh Othaymien, rahimahuAllah)
Een man genaamd Abu Abdullah vertelt: Ik weet niet hoe ik een ervaring die ik een tijdje geleden heb meegemaakt moet vertellen, een verhaal dat mijn hele leven op z'n kop heeft gezet. De waarheid is dat ik nooit besloten zou hebben om het te vertellen, ware het niet dat ik een verantwoordelijkheid voel tegen- over Allah. Een verantwoordelijkheid om met mijn verhaal de jonge mannen die Allah ongehoorzaam zijn te waarschuwen en als waarschuwing voor de jonge vrouwen die een valse droom of fantasie naleven "liefde" genaamd. Wij waren een groep van drie vrienden, het enige wat wij gemeen hadden was onge- hoorzaamheid (aan Allah) en dat we dwalende waren. Nou, eigenlijk waren we met vier, de shaytan was de vierde.
Wij waren altijd op zoek naar de mooiste meiden, om ze vervolgens met onze vlotte babbel naar vergelegen boerderijen te lokken. Daar stonden zij altijd versteld dat we opeens in gevoelloze vossen waren veranderd die geen medelijden kenden, ongeacht wat ze zeiden of deden om ons op andere gedachten te brengen. We waren keihard en kenden geen schaamte. Dat is hoe we onze dagen en nachten doorbrachten; op boerderijen, kampen, auto's, en aan de kust. Tot de dag die ik nooit zal vergeten kwam.
Als altijd gingen we weer naar de boerderij, alles stond klaar. Ieder van ons had zijn prooi, het vervloekte drank (alcohol) vloeide rijkelijk, maar we waren een ding vergeten; we hadden geen voedsel. Dus na een tijd, ging een van ons eten halen met zijn auto. Het was bijna 6 uur s ochtends toen hij vertrok.
Uren verstreken zonder een spoor van onze vriend. Wij begonnen ons zorgen te maken. Ik begon al het ergste te vrezen en besloot om hem te gaan zoeken. Eenmaal onderweg zag ik al gauw uitslaande vlammen in de verte. Toen ik dichterbij kwam zag ik tot mijn grote schrik dat het de auto van mijn vriend was die in lichterlaaie stond terwijl hij gekanteld was en op zn zij was terechtgekomen. Ik haastte me naar de auto om mijn vriend uit het brandende wrak te bevrijden.
Ik schrok mij kapot toen ik zag dat de helft van zijn lichaam zo zwart als roet was geworden, maar was opgelucht om hem nog in leven aan te treffen. Ik haalde hem uit de auto en legde hem op de grond, en na een kleine minuut opende hij zn ogen en zei:,, HET VUUR!!! HET VUUR!!! Ik besloot om hem naar mijn auto te brengen en met hem naar het ziekenhuis te racen. Maar hij mompelde:,, Het heeft geen zin, ik haal het niet.
Tranen overvielen mij terwijl ik zag hoe mijn vriend voor mijn ogen aan het sterven was ..Plots schreeuwde hij:,, WAT MOET IK TEGEN HEM ZEGGEN?! WWATT .. MOET IK TEGEN HEM ZEGGEN?! Stomverbaasd keek ik naar hem en vroeg:,,Wie? Hij antwoordde met een zachte verre stem:,,Allah
Ik voelde hoe mijn lichaam overladen werd met angst en hoe ik begon te beven. Plotseling slaakte hij een kreet, waarvan de echo mij nog lang daarna heeft achtervolgd, en blies zijn laatste adem uit.
De dagen vervlogen, maar ik kreeg het beeld van mijn goede vriend die door het vuur verteerd werd en zijn wanhopige schreeuw:,, WAT MOET IK TEGEN HEM ZEGGEN?! WWATT .. MOET IK TEGEN HEM ZEGGEN?! niet uit mijn hoofd. Ik merkte dat ik mijzelf constant afvroeg; en wat moet ik tegen Hem zeggen?!
Mijn ogen liepen vol en ik voelde een raar gevoel van zachtmoedigheid die ik nooit eerder had gevoeld. Op datzelfde moment, hoorde ik de Muathien (de oproeper tot het gebed) de oproep tot Salat al-Fajr (het ochtendgebed) doen. Het voelde alsof het een oproep was die rechtstreeks aan mij persoonlijk gericht was, die mij vertelde om het boek van de donkere jaren van mijn leven te sluiten, en mij uitnodigde naar het juiste pad der leiding en gehoorzaamheid. Ik stond op, waste mijzelf en verrichtte de woedoe, zuiverde mezelf van de zonden waar ik bijna in verdronk, en verrichtte het gebed. Sinds die dag, heb ik mezelf tot Allah gekeerd, smekend om vergeving en berouw. Ik heb geen enkele verplichting nagelaten. Ik ben een totaal andere persoon geworden. Ik leef nu om een gehoorzame dienaar van mijn Schepper te zijn, mijn leven is totaal veranderd .
De dag (zal komen) waarop de aarde en de hemel door een andere aarde en hemel zullen worden vervangen; en zij (de mensen) allen voor Allah, de Ene, de Opperste zullen verschijnen.
Er was eens een rijke handelaar die vier vrouwen had. Hij hield het meest van zijn vierde vrouw,hij versierde haar met weelderige kleren en behandelde haar als een delicatesse. Hij zorgde heel goed voor haar en gaf haar het beste van het beste.
Hij hield ook erg veel van zijn derde vrouw. Hij was erg trots op haar en wilde altijd met haar pronken.Echter, de handelaar was erg bang dat ze weg zou lopen met een ander man.
Hij hield ook van zijn tweede vrouw. Ze was een hele attente persoon,altijd geduldig en in feite was ze de vertrouwelinge van de handelaar. Wanneer de handelaar problemen had, wendde hij zich altijd tot zijn tweede vrouw en ze hielp hem altijd en steunde hem door de moeilijke tijden heen.
Nu, de handelaars eerste vrouw was een hele loyale partner en had veel bijgedragen aan het behouden van zijn gezondheid en zaken,en zorgde ook nog voor het huishouden. De handelaar echter, hield niet van zijn eerste vrouw en hoewel ze zielsveel van hem hield, schonk hij haar nauwelijks aandacht.
Op een dag werd de handelaar ziek. Niet lang daarna wist hij dat hij gauw zou sterven. Hij dacht aan zijn luxueus leven en hij zei in zichzelf :"Nu heb ik vier vrouwen bij me, maar wanneer ik sterf zal ik alleen achterblijven. Wat zal ik eenzaam zijn !" Zodoende vroeg hij aan zijn vierde vrouw : "Ik hield van jou het meest, ik gaf jou de mooiste kleren cadeau en ik overstelpte je met de grootste zorg.Nu dat ik doodga, zou je me willen volgen en me gezelschap brengen ?"
"Geen sprake van !"antwoordde de vierde vrouw en ze liep weg zonder een woord.Het antwoord sneed scherp door het hart van de handelaar.
De verdrietige handelaar vroeg het dan aan zijn derde vrouw :"Ik heb mijn hele leven lang veel van jou gehouden.Nu dat ik doodga, zou je mij willen volgen en me gezelschap houden ?"
"Nee !" antwoordde de derde vrouw. "Het leven hier is goed.Wanneer je sterft ,ga ik hertrouwen".
Het hart van de handelaar bezweek en werd koud.
Dan vroeg hij aan zijn tweede vrouw :"Ik wendde me altijd tot jou voor hulp en je hebt me altijd geholpen. Nu heb ik weer je hulp nodig. Wanneer ik doodga, wil je me volgen om me gezelschap te brengen ?"
"Het spijt me ,maar deze keer kan ik jou niet helpen." antwoorde de tweede vrouw. "Ik kan op z'n minst je naar je graf uitgeleide doen."
Het antwoord kwam als een bliksemschicht en de handelaar was ontzet.
Toen riep een stem :"Ik zal met je mee gaan.Ik zal je overal volgen."
De handelaar keek op en daar zag hij zijn eerste vrouw.Ze was zo dun ,het leek bijna dat ze aan ondervoeding leed.Diep bedroefd zei de handelaar :"Ik had beter voor je moeten zorgen toen ik nog kon !"
We hebben allemaal vier vrouwen. De vierde vrouw is ons lichaam. Hoe hard we ook ons best en moeite doen erin te slagen om er goed uit te zien, het zal ons verlaten wanneer we doodgaan.
Onze derde vrouw zijn onze bezittingen, onze status en onze rijkdom. Wanneer we sterven gaan ze allemaal naar anderen.
De tweede vrouw is onze familie en onze vrienden. Hoe nabij ons ze ook zijn geweest, dichtbij dan het graf kunnen zij niet met ons blijven.
De eerste vrouw is in feite onze ziel, vaak verwaarloost in ons streven naar materiële rijkdom en lichtzinnig plezier. Het is werkelijk het enige dat ons volgt waarheen we ook gaan.
Misschien is het een goed idee om het nu te koesteren en het te versterken, dan te wachten tot we in onze sterfbed liggen te klagen.
Twee jonge mannen kwamen altijd bijeen om te zondigen. De shaitan had hun volledig in zijn macht. En dit allemaal terwijl zij getrouwd waren. Op een dag begon één van hen aan zijn zoveelste avontuur. Hij beloofde een vrouw, die hij had leren kennen, een leuke avond. Hij moest alleen nog even van zijn vrouw zien af te komen. Hij wist zijn vrouw ervan te overtuigen dat hij moest overwerken en dat zij maar beter naar haar ouders kon gaan en vertrok vervolgens naar zijn afspraakje.
Toen hij aankwam werden zijn wildste fantasieën hem reeds in het vooruitzicht gesteld. De vrouw stelde voor om eerst gezellig in het park te gaan zitten en daarna naar zijn huis te gaan. Thuis aangekomen vroeg de vrouw of hij niet wat eten en drinken in huis had. Dit had hij echter niet, maar hierdoor liet hij zich niet stoppen. Hij stapte in zijn auto en reed naar het dichtstbijzijnde restaurant. Toen hij alle benodigdheden had gekocht en terug naar huis reed werd zijn pret al snel verstoord door een agent die hem tot stoppen dwong. Hij had een aantal stopborden genegeerd en moest meekomen naar het bureau.
Eenmaal aangekomen op het politiebureau belde hij zijn goede vriend op met de mededeling dat een 'lekker wijf' op hem thuis zat te wachten en dat hij vast zat op het politiebureau en voorlopig nog niet weg kon. Hij bood dit buitenkansje aan zijn enige echte vriend. "Je moet naar mijn huis gaan om het werk af te maken! En vergeet niet, nadat je klaar bent, om die sloerie thuis af te zetten ...en een beetje tempo, want ik ben bang dat mijn vrouw strakjes komt en haar daar treft.", zei hij door de telefoon. Zijn vriend stelde hem gerust en bedankte hem voor dit fantastische aanbod.
En zo vertrok de trouwhartige kameraad naar het huis van zijn goede vriend die vast zat op het politiebureau. Hij maakte de deur open en keek naar binnen en kon geen stap verder zetten, hij kon zijn ogen niet geloven....Ben jij dat!? Dit bestaat niet!!" Het was zijn eigen vrouw in het huis van zijn beste vriend. Hij ging tekeer als een gek, en bleef maar schreeuwen: "Jij bent mijn vrouw niet meer, Jij bent mijn vrouw niet meer!"
Dit doet mij denken aan de volgende woorden van imam es-Shaaficie:
"Overspel is te vergelijken met een schuld die je aangaat. Weet dat het aflossen ervan gebeurt doordat anderen (weer) overspel plegen met jouw familie. En wie voor een bedrag van 2000 dirham overspel pleegt met andermans familie, hiervoor zullen anderen voor het luttele bedrag van een kwart dirham overspel plegen met zijn familie."
Younnes is blij, over 2 dagen is het Oud en nieuw en morgen gaat hij met zijn vrienden vuurwerk kopen. Ze hebben samen afgesproken dat ze het geld bij elkaar doen, zodat ze lekker veel vuurwerk kunnen kopen. ''Younnes kom eten'' roept zijn moeder, hij loopt de trap af en ziet zijn moeder verdrietig naar een documentaire over Palestina kijken. ''Kijk, kijk je broeders hebben niks, geen eten geen schoon drinkwater alles word ze afgepakt. Zijn moeder loopt naar de eettafel, terwijl Younnes verbaasd blijft kijken naar een palestijnse moeder wiens baby net gestorven is in haar armen. ''gestorven door hongersnood'' staat er onder in het beeld. Er volgen nog meer gruwelijke beelden, die hij maar niet uit zijn hoofd kan zetten. hij krijgt geen hap door zijn keel en blijft maardenken aan Palestina. Hoe kan dat nou, denkt hij. Hoe kunnen mijn broeders en zusters hongerlijden terwijl er zoveel moslims zijn, moslims helpen elkaar toch allemaal? Hij verricht de kleine wassing en bid Salaat Al isha, haalt een islamitisch boek van de plank over het hiernamaals en gaat in zijn bed liggen lezen. Hij leest, dat ieder mens in het hiernamaals zich tenminste moet verantwoorden voor 4 zaken waaronder, ook de zaak; Wat heb je met je geld gedaan? Heb je het verspild of heb je aan de behoeftigen gedacht? Hij schrok en dacht direct aan het vuurwerk dat ze met z'n allen zouden gaan kopen morgen, zou Allah SWT het goed vinden dat hij vuurwerk zou gaan kopen? Hij bleef maar denken en denken over het geld dat hij zou gaan besteden aan haram en viel in een diepe slaap.
Hij ziet zichzelf in een graf liggen en word ondervraagd door Engelen, Hij komt dichterbij zichzelf en ziet hoe de Engelen aan hem vragen,''Wat heb je met je geld gedaan? Heb je het verspild of heb je aan de behoeftigen gedacht? Heb je je geld aan de zaak van Allah SWT gegeven? Hij word bang en denkt na, heb ik mijn geld op de juiste manier besteed? Heb ik geld gegeven aan de armen, of de moskee een handje geholpen? of mijn broeders in Palestina, Irak etc? Het antwoord durft hij niet uit te spreken. Hij ruikt een slechte geur en ziet hoe mensen gestraft worden, hij smeekt Allah om een tweede kans, hij huilt en huilt maar en heeft zo'n enorme spijt. Een hand reikt naar hem toe, ''Younnes, Younnes wakker worden je hebt een nachtmerrie gehad''. Hij kijkt zijn moeder verbaasd aan en omhelst haar zonder wat te zeggen. Hij kijkt naar de klok en ziet dat het 04:53 is, hij staat op, doet de kleine wassing en verricht het gebed. Hij smeekt Allah huilend en vol berouw om genade en belooft Allah SWT dat al het geld dat hij uit zal geven, uitgegeven zal worden op de weg van Allah SWT. En jij?
Broeders & zusters denk goed na over hoe je je geld besteed, inschallah zullen wij behoren bij de mensen die hun geld goed besteden op de weg van Allah SWT.
Met mijn verhaal hoop ik andere bekeerde moslimas te waarschuwen omdat er soms geen weg meer terug is en ik hoop dat moslims goed nadenken gaan.
Ik liep vaak weg van huis en sliep regelmatig buiten reden was dat ik het thuis niet vol kon houden omdat ik daar ook erg onderdrukt en geesteleijk en lichamelijk mishandeld werd. En toen ik een jaar of 15 jaar was raakte ik erg verward door alles mijn moeder overleed aan kanker op mijn 12de en ik heb haar weinig gezien daarvoor was ze in de psygiatrie beland na mijn geboorte en ik gaf me daar de schuld van raakte erg de pressief en was suicideel en verslaafd aan drugs. Totdat ik op een dag een goede man ontmoette die me wilde helpen zonder dat hij iets van me wilde dus ik ging mee naar lang praten en inderdaad hj gaf me te eten en te drinken en hij zei me dat hij moslims is en op den duur zei hij wel ga terug naar je vader ik nee kan niet nooit meer laat me bij je blijven naar 2 weken zei hij me dat hij verliefd op me was geworden en zo kregen we een relatie in het begin was het erg moeilijk omdat ik gewend was om geslagen te worden enz en liepen de ruzies vaak uit de hand maar het was altijd beter dan thuis,daarna kregen we een kindje en ik begon na tedenken over het leven en de dood en ik was niet meer suicideel, Ik begon de koraan te lezen en snapte meer waarom we ruzies kregen en wat een moslim man van een vrouw verwachtte en ik heb me vrij snel bekeerd tot de islam het was vlak voor de ramadan en ik droeg de hoofddoek vrij snel anders telde mijn vasten misschien niet en k leerde bidden en alles elhamdullilah tevends kreeg ik een rust in mij die ik niet eerder voelde we kregen nog 2 kinderen erbij en daarna na 5 jaren begon ik me meer in de islam te verdiepen via interneten boeken en ik zag dat de islam nog mooier is ook voor vrouwen dan dat ik mee maakte met hem,en hoe meer ik me verdiepte er in hoe meer pijn het eigenelijk deed omdat hij niet zo moslims leefde zoals ik eigenlijk dacht ik kwam erachter dat we niet eens getrouwd zijn op de juiste manier en hij wil ook niet trouwen op de juiste manier in deze 8 jaar ben ik 3 keer weggeweest en telkends als ik ging vond hij me of ik keerde zelf terug omdat hij me beloofde dat hij veranderd is,maar dat is helaas niet zo hij laat me niet gaan want de beste oplossing is om een huis te hebben zodat de kinderen hem nog kunnen zien en als ik weer wegga ben ik bang omdat hij in het verleden ook een pistool kochtte dat hij me dan vermoord,terwijl de islam duidelijk zegt als de vrouw weg wil moet de man haar laten gaan hij mag haar niet tegen haar wil houden. en ja zo worden veel vrouwen onderdrukt sommige gaan toch en worden vermoord in de ergste gevallen waar de kinderen natuurlijk het meest onderlijden,en anderen blijven totdat het echt niet meer gaat mijn advies is als je iets her in herkend en je hebt geen kids en je bent niet gelukkig met je man en je mag weg van de imaam dan ga weg!! want als je kinderen hebt is het vaak te laat want voor kinderen is het niet goed om van de ene omgeving naar de andere omgeving te gaan iedereen weet dat die blijf van mijn lijf huizen helemaal veilig zijn. Ik hoop in de toekomst om als een goede moslima te leven en hoop dat Allah me vergeeft voor mijn zwaktes en boven al hoop ik dat Allah al onze bedreigde zusters beschermd en helpt om op een goede islamitische manier te leven,mag Allah ons helpen met onze beproevingen en ik hoop dat ik zusters heb wakker geschud die op een verkeerde manier worden behandeld,en dat ze weggaan als dat beter is voordat ze kinderen hebben islam is ook goed voor de vrouwen als je er goed in verdiept hebt.
Er was een vrome aanbidder in de stam Israël. Hij was de vroomste persoon van zijn tijd. In zijn tijd waren er drie broers die een zuster hadden. Ze was een maagd. En zij was hun enige zuster. Zij stonden allemaal op het punt om de stad te verlaten om oorlog te gaan voeren. Zij wist niet met wie ze hun zuster moesten achter laten en wie ze konden vertrouwen om voor haar te zorgen. Ze vertrouwde hem allemaal. Ze gingen naar hem toe en vroegen of ze haar bij hem konden laten. Zij zou in het gebouw naast hem verblijven tot zij terug zouden komen van de strijd. Hij weigerde hun verzoek en zocht toevlucht bij Allah tegen hen en tegen hun zuster. Zij drongen hem aan totdat hij uiteindelijk instemde. Hij zei: "Zet haar in het huis naast mij plaats van aanbidding." Dus zij brachten haar naar dat huis en vertrokken en lieten haar achter. Ze bleef een tijdje naast die vrome persoon wonen. Hij zette voedsel neer voor haar voor zijn plaats van aanbidding. Dan sloot hij de deur en keerde terug naar zijn plaats van aanbidding. Dan vertelde hij haar dat ze uit haar huis moest komen en het voedsel moest nemen. Toen benaderde Sjaitaan hem voorzichtig. Hij moedigde hem aan om haar vriendelijke te behandelen. Hij vertelde hem dat het niet goed was om de vrouw uit haar huis te laten komen gedurende de dag want iemand zou haar kunnen lastig vallen. Als hij het voedsel direct naar haar deur bracht zou dat een grotere beloning voor hem opleveren.
Hij ging een tijdje door om naar haar deur te gaan en het voedsel voor de deur te plaatsen zonder tegen haar te spreken. Toen kwam Iblies weer en moedigde hem aan om goed te doen en meer beloning te krijgen. Hij zei: "Als je het voedsel zou brengen en het in haar huis zou plaatsen voor haar zou je een nog grotere beloning krijgen." Hij bleef hem aanmoedigen. Dus hij begon het voedsel in haar huis te plaatsen. Dat hield hij een tijdje vol.
Toen kwam Iblies steeds weer opnieuw en moedigde hem aan om goed te doen. Hij zei: "Als je een poosje met haar praat zal ze gerust gesteld worden door jouw gesprek, want ze is bang en ze is helemaal alleen." Hij begon toen met haar te praten vanaf het dak van zijn plaats van aanbidding.
Toen kwam Iblies weer. Hij zei: "Als je naar beneden zou komen en tegen haar zou praten terwijl ze bij haar deur zit en tegen jou praat, dan zou dat nog gemakkelijker zijn voor haar". Hij bleef hem verder aanmoedigen totdat hij naar beneden kwam en bij zijn deur ging zitten en tegen haar sprak. Het meisje kwam uit haar gebouw en ging voor haar deur zitten en ze spraken een tijdje met elkaar.
Toen kwam Iblies weer en moedigde hem aan om grote beloningen te krijgen voor de goede behandeling van haar. Hij zei: "Als je vanaf de deur van jouw plaats van aanbidding dicht bij haar deur gaat zitten dan zou dat nog gemakkelijkere zijn voor haar". Hij bleef hem aansporten totdat hij het deed. Hij zette die handeling een tijdje voort. Toen kwam Iblies weer. Deze keer zei hij: "Als jij haar huis binnengaat en met haar praat en ervoor zorgt dat ze haar gezicht niet meer in het openbaar hoeft te vertonen dan zou dat nog beter zijn voor jou". Hij bleef hem aansporten totdat hij het huis binnen ging en de hele dag pratend met haar doorbracht. Toen de nacht viel, keerde hij terug naar zijn plaats van aanbidding.
Toen kwam Iblies achter hem aan en zorgde ervoor dat ze nog aantrekkelijker voor hem werd. Totdat de aanbidder opstond en haar kuste. En Iblies ging verder met haar mooi te laten lijken in zijn ogen en dat hij naar haar verlangde totdat hij uiteindelijk gemeenschap met haar had. Ze werd zwanger en baarde een jongen.
Toen kwam Iblies en vertelde de aanbidder: "Zie je dan niet in wat de broers van het meisje met jou zullen doen als ze zien dat ze jouw zoon heeft gebaard?" Je zult niet veilig zijn als jouw zaak bekend wordt. Je zou de jongen moeten vermoorden en begraven, op die manier kan niemand jouw buitenechtelijke verhouding verhullen en zullen ze je niets aandoen om wat je haar hebt aangedaan'. Toen zei hij tegen hem: "Denk je dat zij wat jij haar hebt aangedaan voor haar broers zal verhullen en het vermoorden van haar zoon?' Pak haar, vermoord haar en begraaf haar met haar zoon.' Hij ging verder met hem opruien totdat hij haar had vermoord en haar in het gegraven gat met haar zoon gooide. Toen zette hij een grote rots erop en hij plaatse het op gelijke hoogte. Toen keerde hij terug naar zijn plaats van aanbidding en bad daar. Hij bleef in die toestand zolang als Allah wilde, totdat de broers terug waren gekomen van de strijd. Zij kwamen naar hem toe en vroegen hem om hun zuster. Hij rouwde om haar verlies een begon te huilen. Hij zei: "Ze was de beste van de vrouwen en dat is haar graf". De broers kwamen naar het graf en huilden om hun zuster en vroegen Allah genade met haar te hebben. Ze bleven een aantal dagen bij haar graf en gingen toen haar hun gezinnen.
Toen de nacht hen overviel en ze naar hun beden gingen, kwam Sjaitaan naar de oudste en vroeg hem om zijn zuster. De broer vertelde hem wat de vrome man had verteld en hoe haar graf aan hen werd getond. Sjaitaan vertelde hem dat de vrome man gelogen had. Hij zei: "Hij heeft jullie niet de waarheid verteld over jullie zuster. Hij heeft haar zwanger gemaakt en ze baarde zijn zoon en toen vermoordde en begroef hij haar uit angst voor jullie. Toen gooide hij hen in een gegraven gat dat hij achter de deur van het huis waarin zij verbleef had gegraven. Rechts van de ingang. Ga en treed het huis binnen waar zij in verbleef rechts van de ingang zul je alles vinden waarover ik je heb verteld".
Toen ging hij naar de middelste broer en deed hetzelfde. Daarna ging hij naar de jongste broer en deed hetzelfde. Toen ze ontwaakten waren ze allen verrast door wat ze hebben gezien. Toen ze elkaar ontmoetten, zeiden ze allemaal: "Ik heb iets verbazingwekkend gezien vannacht en zij brachten elkaar op de hoogte van wat ze hadden gezien."
De oudst zei: "Die droom betekent niets dus negeer het maar". De jongste zei: "Ik zal het niet met rust laten totdat ik naar die plek ben geweest om te kijken." Ze gingen allemaal totdat ze bij de deur aankwamen van het huis waar hun zuster verbleven had. Ze opende de deur en zochten naar die plek die aan hen in hun dromen beschreven was. Ze vonden hun zus en haar zoon begraven in een gat zoals hen was verteld. Ze vroegen de aanbidder erover en hij bevestigde wat Iblies had verteld. Toen namen ze hem mee en stond op het punt om hem te kruisigen. Toen ze hem op het houten kruis hadden gelegd, zei Sjaitaan tegen hem: "je weet dat ik je metgezel was die je verleidde met de vrouw totdat jij haar zwanger maakte en haar een zoon vermoordde. Als je me vandaag gehoorzaamt en Allah ontkend die je gemaakt en gevormd heeft, dan zal ik je redden uit jouw moeilijke positie". De aanbidder verloochende Allah. Toen hij Allah verloochende, verliet Sjaitaan de plek tussen hem en de ander en zij waren in staat om hem te kruisingen.
Uit dit verhaal kunnen we een methode opmaken waarvan Sjaitaan gebruikt maakt om de mensheid te misleiden. Hij neemt de mens stap voor stap, niet alles tegelijk, maar misleiding. Hij overdrijft niet, noch verveelt hij de persoon. Elke keer dat de persoon tevreden is met een stap neemt hij de mens naar de grote handeling van ongehoorzaamheid. Dit gaat door totdat hij hem kan aanzetten tot de grootse zonde en zijn vernietiging. Als zij afwijken van Allah's pad, slaat hij toe om de controle over hem te krijgen.
De man heeft zina gepleegd, 2 mensen vermoord en shirk (ongeloof) begaan door de Sjaitaan te aanbidden.
"Zoals Sjaitaan wanneer hij tegen de mens zegt: "Geloof niet in Allah." Maar wanneer (de mens) niet in Allah gelooft, zegt Sjaitaan: "ik ben vrij van jullie en ik vrees Allah, de Heer van de Wereldwezens!" (surat Al-Hashr 59: 16)
Er werd verhaald dat 'de leider van de gelovigen' (Amier ul-Moe'minien) Hichaam bin cAbdul-Malik arriveerde in het Heilige Huis van Allah als een pelgrim. Toen hij eenmaal in al-Haram (de moskee in Mekka, met daarin de welbekende Kacbah) was, gaf hij het bevel om een man van de Sahaabah (de metgezellen van de Profeet -vrede zij met hem) bij hem te laten komen. Er werd hem echter verteld dat alle Sahaabah reeds gestorven waren. Hierop zei hij: "Eén van de Tabicien (de leerlingen van de Sahaabah) dan." De Tabici Taawoes al-Yamaanie werd toen bij hem gebracht. Hij kwam bij 'de leider van de gelovigen' binnen, deed zijn schoenen uit en legde die aan de zijkant van zijn vloerkleed. Taawoes groette niet met de benaming 'Amier ul-Moe-eminien', noch sprak hij hem aan met zijn edele roepnaam, maar ging tegenover hem zitten zonder daarvoor toestemming voor te hebben gekregen en zei: "Hoe is het met jou, O Hichaam?" Hichaam bin cAbdul-Malik werd zeer woedend op Taawoes, zo erg zelfs dat hij eraan dacht hem te doden. Er werd hem echter verteld dat hij zich in al-Haram bevond en het dus voor hem onmogelijk was om iemand te vermoorden.
Hichaam bin cAbdul-Malik zei tegen Taawoes al-Yamaanie: "O Taawoes, wat heeft jou er naartoe geleid om te doen wat je gedaan hebt?" Taawoes antwoordde: "Wat heb ik dan gedaan?" Hij werd hierdoor nog bozer en kwader en zei: "Je hebt jouw schoenen uit gedaan, legde die vervolgens aan de zijkant van mijn vloerkleed en je groette me niet met 'Amier ul-Moe'minien'. Daarnaast sprak je me niet eens aan met mijn edele roepnaam, je ging tegenover mij zitten zonder toestemming en voegde eraan toe: "O Hichaam, hoe is het met jou?"
Taawoes zei: "Wat betreft het feit dat ik mijn schoenen uitdeed en die naast je vloerkleed legde, dit doe ik voor mijn Heer vijf keer per dag en Hij verwijt mij dit niet, noch wordt Hij woedend op mij. Dat ik je niet met 'Amier ul-Moe'minien' groette was vanwege het feit dat niet alle gelovigen tevreden zijn over jouw leiderschap en ik vreesde dat ik daarover zou liegen als ik je 'Amier ul-Moe-minien' noemde. Over wat je zei, dat ik je niet met een edele roepnaam aansprak, dit is omdat Allah, de Verhevene, Zijn profeten bij naam noemde, Hij zei: "O Dawoed, O Yahya, O cIesaa," terwijl Hij Zijn vijanden wel bij hun roepnamen noemde, Hij zei: "Vernietigd zijn de handen van Aboe Lahab en vernietigd is hij." De reden waarom ik tegenover je ging zitten is dat ik de Amier ul-Moe'minien cAli ibn Abi Taalib (moge Allah met hem tevreden zijn) hoorde zeggen: "Als je wilt kijken naar een man die in de Hel zal terechtkomen, kijk dan naar een zittende man met om zich heen staande mensen." Toen droeg Hichaam bin cAbdul-Malik Taawoes al-Yamanie op: "Geef mij advies!" Hij zei: "Ik hoorde Amier ul-Moe'minien cAli ibn Abi Taalib (moge Allah tevreden zijn met hem) zeggen: "In de Hel zijn er slangen zo groot als kruiken en schorpioenen zo groot als muilezels. Zij bijten iedere leider die niet rechtvaardig regeert over zijn burgers." Vervolgens stond Taawoes op en ging weg.
Er was eens een jongeman die zowel godsvruchtig als achteloos was. Hij deed kennis op bij een sheich en op het moment dat hij voldoende kennis had vergaard, zei de sheich tegen hem en zijn klasgenoten: Weest geen bedelaars, want de geleerde die zijn hand uitsteekt naar de mensen in deze wereld zal nooit iets goeds in zich hebben. Iedereen van jullie dient dus hetzelfde beroep als zijn vader te gaan verrichten en vreest jullie Heer hierin. De jongeman ging naar zijn moeder en vroeg haar: Wat voor werk deed vader? De moeder schrok enigszins en zei: Jouw vader is overleden en wat moet jij nou met het werk dat hij deed?
Hij bleef bij haar aandringen, maar zij probeerde hem te ontwijken totdat zij uiteindelijk gedwongen werd om toe te geven dat de vader van de jongeman een dief was. Toen zei hij tegen haar dat de sheich hem had bevolen in de voetsporen te treden van zijn vader en dat hij daarin Allah moest vrezen. De moeder zei: Ben je gek! Hoe kun je bij diefstal spreken van godsvrucht? De jongeman die de snuggerste niet was zei echter tegen zijn moeder dat de sheich hen het zo had opgedragen.
De jongen vertrok om het dievenvak onder de knie te krijgen. Nadat hij de fijne kneepjes van het vak had geleerd trof hij voorbereidingen voor zijn eerste diefstal. Hij verrichtte het cIshaa-gebed en wachtte totdat de mensen naar bed gingen. Hij vertrok om in de voetsporen van zijn vader te treden, zoals de sheich het wilde. Hij begon met het huis van zijn buren en wilde er naar binnen sluipen. Waarna hij zich herinnerde dat de sheich hem had bevolen om godsvrucht te hebben. En het bestelen van de buren behoort nu eenmaal niet tot godsvrucht. Hij besloot het huis van de buren over te slaan en liep langs een ander huis en zei tegen zichzelf: Dit is een weeshuis en Allah heeft ons gewaarschuwd voor het onrechtmatig nemen van de bezittingen van de wezen.
Hij bleef verder lopen totdat hij bij een grote villa van een rijke handelaar aankwam. Het was bekend dat de rijke handelaar geld in overvloed had. Toen zei de jongeman: Hier moet ik zijn! Hij probeerde de deur te forceren en nadat dit was gelukt sloop hij naar binnen. Eenmaal het huis binnengekomen zag hij allerlei ruime kamers. Hij begon te inventariseren waar de waardevolle spullen lagen en even later vond hij de kluis. Hij opende deze en trof het aan vol goud en zilver. Toen hij op het punt stond om dit mee te nemen, zei hij tegen zichzelf: Nee! De sheich heeft ons aanbevolen om godsvrucht te hebben. En wellicht heeft deze handelaar de zakaah (armenbelasting) over zijn bezittingen nog niet betaald. Laat ik eerst de zakaah voor hem apart houden.
Hij pakte een van de grootboekrekeningen van de rijke handelaar en stak een kleine olielamp aan. Hij nam deze grootboekrekeningen door en voerde verschillende berekeningen door. De jongeman was heel goed in rekenen en in het bijzonder in grootboekrekenen. Hij telde de bezittingen op en rekende het belastingbedrag uit dat de rijke handelaar verschuldigd was. Dit legde hij vervolgens opzij. Het uitvoeren van de berekeningen vergde echter zoveel tijd van hem dat hij zag dat de tijd van het Fadjr-gebed aangebroken was. Hij zei tegen zichzelf: Godsvrucht hebben vereist dat het gebed op tijd verricht wordt!
Hij verrichtte de woedoe en ging naar het centrale punt van het huis om daar vervolgens de Iqaamah (tweede oproep voor het gebed) te verrichten. De rijke handelaar werd door het geluid van de iqaamah uit zijn slaap gewekt waarna hij besloot om op onderzoek te gaan. Hij stond versteld van datgene wat hij zag, een kluis dat openstond, licht dat aan was en een jongeman die de oproep deed tot het gebed. Zijn vrouw zei tegen hem: Wat is dat nou? Waarop hij antwoordde: Ik zou het echt niet weten! Hij ging naar de dief toe en zei tegen hem: O wee jou! Wie ben jij en wat moet dit eigenlijk voorstellen? De dief antwoordde kalmpjes: Eerst het gebed en dan praten! Kom op, verricht de woedoe en ga het gebed leiden, want de huiseigenaar dient voor te gaan in het gebed.
De rijke handelaar was bang dat de jongeman wellicht wapens bij zich had en deed dan ook wat hem werd opgedragen. Niemand weet hoe hij bad, behalve Allah! Toen het gebed klaar was, vroeg de man aan de dief: Nu, zeg me wie jij bent en wat jij wilt? Hij antwoordde: Ik ben een dief. De man reageerde: En wat doe je dan met mijn grootboekrekeningen? Hij zei: Ik heb het bedrag aan zakaah dat jij in de afgelopen zes jaar verschuldigd was uitgerekend. Daarna heb ik dit apart gelegd zodat jij dit kunt gaan betalen. De man stond versteld en zei: Wat is er met jou? Ben jij soms krankzinnig? Toen vertelde hij het hele verhaal aan de man. Nadat de rijke handelaar met de jongeman had gesproken en erachter kwam dat hij zeer nauwkeurig was in rekenen, ging hij naar zijn vrouw en vertelde haar over de eerlijkheid en godsvrucht van de jongen. De rijke handelaar kwam terug en deed het volgende voorstel: Ik huw jou mijn dochter, onder de voorwaarde dat jij mijn administrateur en boekhouder wordt. Ook zal ik jou en jou moeder in mijn huis laten wonen en bovendien zal ik jou mijn zakenpartner maken. Natuurlijk accepteerde de jongeman. De volgende dag, vroeg in de ochtend, haalde de huwelijksfunctionaris de getuigen erbij en de huwelijksakte kon opgesteld worden.
Salaam alaikoem broeders en zusters , Ik ben Said Mondria en ik zal inshallah elke dag een nieuw verhaal plaaten en ik hoop dat jullie ze leuk vinden . Jullie mogen reageren dat kan onderaan elk verhaal ik kijk er naar uit. Salaam alaikoem, Said.