Moge Allah ‘azza wa djal onze kennis doen vermeerderen, Ameen. Moge Allah ons leiden naar de waarheid en ons weerhouden van het slechte, Ameen. Moge Allah ons sieren met de schoonheid van Imaan & Taqwa, Ameen.
Lang geleden was er eens een hele grote appelboom. Een klein jongetje genoot er erg van om elke dag bij de boom te spelen. Hij klom tot de boomtop, at de appels van de boom en soms sliep hij zelfs in de schaduw van de boom. Hij hield van de boom en de boom vond het erg leuk dat de jongen met hem speelde. De tijd ging voorbij... Het kleine jongetje werd groter en hij speelde niet meer elke dag bij de boom. Op een mooie dag, kwam hij weer terug naar de boom en hij keek bedroefd.
"Kom je met me spelen? "vroeg de boom aan het jongetje ''Ik ben geen klein kind meer, ik speel niet meer met bomen" zei de jongen. "Ik wil nu speelgoed maar ik heb geld nodig om die te kopen"
"Sorry, ik heb geen geld" zei de boom....."maar je kan al mijn appels plukken en verkopen, zodat jewel geld hebt". Het jongetje was erg blij. Hij plukte alle appels van de boom en ging meteen glimlach op zijn gezicht weg. Vanaf de dag dat alle appels van de boom geplukt waren kwam de jongen niet meer terug. De boom voelde zich verdrietig.
Op een dag kwam de jongen weer terug, en de boom was erg blij. "Kom met me spelen" zei de boom. "Ik heb geen tijd om te spelen " antwoordde de jongen, "Ik moet nu werken voor mijn gezin, we hebben namelijk een huis nodig, kun je me helpen?"
"Sorry, maar ik heb geen huis" zei de boom,"maar je kunt mijn takken eraf hakken om een huis te bouwen". De jongen deed daten ging vervolgens weer weg met een glimlach op zijn gezicht. De boom was blij dat hij de jongen gelukkig kon maken, maar de jongen kwam daarnaniet meer terug. De boom werd daar eenzaam en verdrietig door.
Op een hete zomerdag kwam de jongen terug naar de boom. "Kom met me spelen" zei de boom. "Ik ben verdrietig en ik word ouder. Ik wil gaan varen, daardoor ontspan ik mezelf. Boom, kun jij me een boot geven?"
"Weet je wat jongen, je kunt mijn boomstam gebruiken om daar een boot van te maken,je kunt dan ver weg gaan varen en gelukkiger worden".Dus dat is wat de jongen deed. Hij hakte de boomstam uit, om een boot te maken waarmee hij ver weg kon gaan varen.
Sindsdien duurde het erg lang voordat de jongenweer terugkwam. Eindelijk,nadat er vele jaren voorbij waren gegaan ging de jongen weer eens op bezoek bij de boom.
"Het spijt me jongen, verontschuldigde de boom,maar ik heb niks meer voor jou, mijn appels zijn op" "Appels? Die kan ik toch niet eten, ik heb geen tanden meer" zei de jongen. "Ik heb ook geen boomstam voor je om in te klimmen"zei de boom. "Klimmen? Daar ben ik nu te oud voor geworden" zei de jongen Ik kan je echt niets meer geven, zei de boom mettranen in zijn ogen,"het enige wat er nog van mij over is:zijn mijn stervende wortels"
" Ik heb niet veel meer nodig"antwoordde de jongen "alleen een plekje om uit te rusten"ik ben moe geworden na al die jaren".
"Goed! riep de boom ineens, "oude boomwortels zijn gemaakt om op te leunen en uit te rusten, kom lekker bij me zitten en rust lekker uit!". De jongen ging zitten en de boom was zo blij dat er naast zijn glimlach ook nog eens een traan op zijn gezicht verscheen.
Dit verhaal is voor iedereen. Je moet de boom zien als jouw ouders. Toen we klein waren vonden we het allemaal leuk om met pappa en mamma te spelen... Toen we groter werden deden we dat niet meer, maar we kwamen wel naar pap en mam toe als we iets nodig hadden of wanneer we in de problemen zitten.
Het maakt niet uit wat er is, onze ouders zullen er altijd voor ons zijn, en zullen ons alles geven om ons gelukkig te maken. Misschien denk je dat de jongen gemeen is tegenover de boom maar dat is precies de manier waarop wij onze ouders behandelen.
Als je jezelf in het verhaaltje van de jongen herkent,begin dan eens wat meer aandacht aan je ouders te geven,wees goed voor ze, net zo goed als ze voor jou zijn. Zij (en dan voornamelijk je moeder!) zijn inshallah jouw sleutel tot het paradijs. Doe je best, en vergeet niet je ouders te vertellen hoeveel je van ze houdt. Ze houden namelijk ook van jou!
Het blijde kleine meisje met de springende blonde krullen was bijna vijf. Terwijl ze op haar moeder wachtte bij de kassa, zag ze hen, een cirkel van glinsterende parels in een roze plastic doosje. ? Oh alsjeblieft mama. Mag ik die hebben? Alsjeblieft, mama, alsjeblieft??
Snel keek haar moeder op de achterkant van het plastic doosje en keek toen weer in de smekende blauwe ogen van het opgeheven gezichtje van haar dochtertje. ?E?n euro vijfennegentig. Dat is bijna ? 2,00. Als je ze echt wilt hebben, dan bedenk ik wel wat extra klusjes voor je en dan heb je snel genoeg geld om ze zelf te kopen. Het is nog maar een week voor Eid en misschien krijg je nog wel een mooie euromunt van oma.
Zodra Aisha thuiskwam, leegde ze haar spaarpot en telde 17 eurocent. Na het eten deed ze meer dan haar eigen klusjes en ging ze naar de buren. Ze vroeg Tante Jamshed of ze paardebloemen mocht plukken voor 10 cent. Op Eid-ul-Fitr gaf haar oma haar een mooie nieuwe euromunt en eindelijk had ze genoeg geld om de parelketting te kopen. Aisha was dol op haar parels. Ze gaven haar het gevoel dat ze mooi aangekleed was en heel volwassen. Ze droeg ze altijd. Naar Koranles op zondag, naar de kleuterschool en zelfs als ze naar bed ging. De enige keer dat ze de parels afdeed was als ze ging zwemmen of in bad ging. Haar moeder had gezegd dat als ze nat werden, ze misschien groen zouden worden
Aisha had een hele lieve vader en elke avond wanneer ze klaar was om naar bed te gaan, hield hij op met wat hij ook aan het doen was en kwam hij naar boven om haar een verhaal uit de Koran voor te lezen. Op een avond toen hij het verhaal voorgelezen had, vroeg hij Aisha ?Hou je van mij?? ?Oh ja papa. Je weet toch dat ik van je houdt?? ?Geef me dan je parels.? ?Oh papa, niet mijn parels! Je mag de Prinses hebben, de witte schelp uit mijn verzameling, die met de roze schaduw. Weet je wel papa? Die jij me gegeven hebt. Dat is mijn favoriet.? ?Dat is goed Aisha. Papa houdt van jou. Allah-hafez.? En hij gaf haar een zoen op haar wang
Ongeveer een week later, na het voorlezen van een verhaal, vroeg Aisha haar vader weer ?hou je van mij??. ?Papa, je weet toch dat ik van je hou?? ?Geef me dan je parels.? ?Oh papa, niet mijn parels! Je mag mijn pop hebben. Die nieuwe die ik gekregen heb omdat ik lief geweest ben. Ze is heel mooi en je mag ook het gele dekentje hebben die bij haar bedje past.? ?Dat is goed. Welterusten. Mag Allah je zegenen en beschermen, Aisha. Papa houdt van jou.? En zoals altijd kuste hij haar wang zacht
Een paar avonden later toen haar papa binnen kwam, zat Aisha op haar bed met haar benen gekruist in de kleermakerszit. Toen hij dichterbij kwam zag hij dat haar kin trilde en er een stille traan over haar wang gleed. ?Wat is er, Aisha? Wat is er aan de hand?? Aisha zei niets maar opende haar handje naar haar vader. En terwijl ze hem opende, lag daar haar parelketting. Met een lichte beving zei ze ?Hier papa, dit is voor jou.? Met tranen in zijn ogen strekte Aisha?s papa zijn hand uit om de goedkope ketting te pakken en zijn andere hand stak hij in zijn zak en haalde daar een blauw fluwelen doosje uit met een ketting van echte parels en gaf die aan Aisha
Hij had ze al die tijd al. Hij wachtte alleen nog op Aisha om hem het goedkope ding te geven, zodat hij haar de echte schat kon geven
Zo is het ook met Allah, de Almachtige. Hij wacht op ons om de goedkope dingen op te geven zodat hij ons kan zegenen met prachtige schatten. Is Allah niet groots? Hou jij vast aan dingen waarvan Allah wil dat je het loslaat?
Hou jij vast aan schadelijke of onnodige partners, relaties, gewoontes en activiteiten waar je zo gehecht aan geraakt bent dat het onmogelijk lijkt om ze los te laten? Soms is het zo moeilijk om te zien wat er in de andere hand is, maar geloof ??n ding ? Allah neemt nooit iets weg zonder je er iets beters voor in de plaats te geven
Oh moeder, wees blij uw bruidschat is geaccepteerd
Oh moeder, wees blij uw bruidschat is geaccepteerd
De geschiedschrijvers vermeldden het volgende verhaal:
Toen de vijanden oprukten tegen de moslims stond de prediker van Basra, cAbd ul-Waahid ibnoe Zayd, op. Hij sprak de mensen toe en moedigde hen aan om geld uit te geven en te strijden op de Weg van Allah. Hij beschreef hen de gunsten van het Paradijs en daarna sprak hij over de gezellinnen van het Paradijs, zeggende:
Zij is de wens waarnaar de minnenden smachten
Vrij van alle tekortkomingen en bestaande uit al het goede
Dringt het nog niet door tot de koesteraar dat zij vol verlangen zit te wachten
Hierop begonnen de mensen vurig naar het Paradijs te verlangen en konden ze hun tranen niet bedwingen. Uit de menigte dook een vrouw op, genaamd Oem Ibrahiem al-Basriy. Ze zei: O Aboe cOebayd, ken je mijn zoon Ibrahiem die door alle welgestelde families van Basra wordt gevraagd om te huwen met hun dochters, en zijn moeder die steeds blijft weigeren? Hij antwoordde: Ja, die ken ik. Zij zei: Bij Allah, ik ben onder de indruk van de schoonheid van deze gezellin en ik wens haar als bruid voor mijn zoon Ibrahiem. Beschrijf haar daarom nogmaals eens aan mij. Aboe cOebayd zei:
Haar verschijning doet het maanlicht verbleken
Wanneer zij lacht dan ontsluiert haar gebit als een verborgen parel zo wit
Waar zij langskomt gaan bloemen spontaan in bloei staan
Als het zeewater in aanraking komt met haar speeksel dan verzoet dit
Smachtend verlangen naar haar drijft mij tot waan.
Toen de mensen dit alles hoorden, konden ze zich niet meer inhouden en begonnen ze Allah te verheerlijken. Oem Ibrahiem stond op en zei: Bij Allah, ik wens haar werkelijk als bruid voor mijn zoon Ibrahiem. Kun jij haar nog dit moment aan mijn zoon huwen en van mij een bruidschat van tienduizend goudstukken in ontvangst nemen. Wellicht dat Allah hem het martelaarschap zal schenken waardoor hij voor mij en zijn vader voorspraak zal mogen doen op de Dag des Oordeels. Aboe cOebayd zei toen: Als je dit doet, dan hoop ik dat Allah je rijkelijk zal belonen. De oude vrouw riep vervolgens: O Ibrahiem, O Ibrahiem. Waarna een aantrekkelijke jonge man naar voren kwam en zei: Hier ben ik moeder. Zij vroeg: O mijn lieve zoon, zou je niet tevreden zijn met zo een bruid? Dit betekent wel dat jij je zult moeten opofferen op de Weg van Allah. Hij antwoordde: Bij Allah O moeder, natuurlijk wil ik dit.
De oude vrouw vertrok snel naar huis en kwam terug met tienduizend goudstukken die ze vervolgens in de schoot van Aboe cAbd ul-Waahid ibnoe Zayd wierp. Daarna richtte zij haar blik naar de hemel en zei: O Allah, ik getuig U dat ik mijn zoon heb gehuwd aan deze gezellin onder de voorwaarde dat hij zichzelf voor u opoffert. Accepteer dit dan van mij, O Meest Barmhartige. Vervolgens zei ze: O Aboe cOebayd, dit is de bruidschat voor de bruid. Gebruik het om jezelf en anderen klaar te maken voor de strijd. Vervolgens vertrok ze en kocht ze voor ha.ar zoon het beste paard en meest geavanceerde uitrusting. Toen de tijd was aangebroken voor haar zoon om ten strijde te trekken, rukte hij op terwijl de mensen om hem heen het volgende vers reciteerden:
Waarlijk, Allah heeft van de gelovigen hun levens en bezittingen gekocht, daartegenover is hen het Paradijs beloofd. Zij strijden op de Weg van Allah, zodat zij doden en gedood worden als een belofte waar Hij Zich aan heeft verbonden. (Soerat at-Tauwbah: 111)
Toen Ibrahiem op het punt stond om te vertrekken, keek zijn moeder hem aan, gaf hem een lijkengewaad en wat parfum en zei: O mijn lieve zoon, als je op het punt staat om de vijand te treffen, trek dan dit lijkengewaad aan en doe dit parfum op. En zorg ervoor dat je Allah niet teleurstelt in deze kwestie. Vervolgens omhelsde zij hem en nam afscheid. Haar laatste woorden waren: Ga mijn lieve zoon. Ik vraag Allah om ons niet eerder te herenigen voor de Dag des Oordeels. Langzaam verdween Ibrahiem uit het zicht van zijn moeder.
Toen het gevecht uitbrak en de twee strijdende partijen elkaar ontmoetten, snelde Ibrahiem zich naar de voorste linies en vocht als een leeuw en slaagde erin om meer dan dertig man van de vijand te doden. Toen de vijand dit opmerkte, trok een groep van hen erop uit om hem aan te vallen. De ene stak hem met een speer. De andere weer verwondde hem met het zwaard, totdat hij het begaf en van zijn paard viel.
Toen de strijd was afgelopen en de moslims de overwinning hadden behaald keerde het moslimleger terug naar Basra. Eenmaal daar aangekomen werden zij door de mensen als helden onthaald. Tussen de menigte stond Oem Ibrahiem om haar heen te kijken. Toen zij Aboe cOebayd zag, vroeg ze hem: Heeft Allah mijn geschenk geaccepteerd en kan ik gerust zijn? Of is het afgewezen en wacht mij niets anders dan droefenis. Waarop hij antwoordde: Bij Allah, jouw geschenk is geaccepteerd.
Alle lof zij Allah, Degene Die mijn niet heeft teleurgesteld in mijn verwachting en mijn geschenk heeft geaccepteerd, riep ze uit. Hierna vertrok zij alleen naar huis en zoals gewoonlijk maakte ze haar klaar om naar bed te gaan.
De volgende dag toen ze wakker werd vertrok Oem Ibrahiem naar Aboe cOebayd. Ze zei: As-Salaamoe calaykoem, O Aboe cOebayd. Ik kom met een blijde tijding. Hij zei: Moge Allah jou altijd blijde tijdingen brengen. Wat heb je me te vertellen? Waarop zij antwoordde: O Aboe cOebayd, gisteren terwijl ik sliep, zag ik mijn zoon Ibrahiem in een droom terwijl hij in een oogverblindende tuin was met daarboven een groene koepel. Hij lag op een bed van parels en op zijn hoofd droeg hij een schitterende kroon. Hij zei: ,,O mijn lieve moeder, wees blij, de bruidschat is geaccepteerd en het huwelijk is reeds ingezegend.
Kan jij mij voor de geest halen? Ik ben het die jou verleidt Ooit zal je ontzettend balen Ik ben degene tegen wie je strijdt Door mij werd de hel gebouwd Ooit zal er worden gerouwd Ik heb vermaak verzonnen Ik ben de strijd tegen Allah begonnen Door mij ben je bezeten Ik ben het aller slechtste van je geweten Die duivelse stem in je hoofd Ik ben het die jouw innerlijke rust verdoofd Ik maak de wereld o zo prachtig En doe steeds meer mensen verleiden Ik voel mij ontzettend machtig Want hoe meer zielen hoe meer ik moet uitbreiden Ik zal je achterna blijven gaan Tot dat je uitgeput raakt Ik zal er zijn tot jou einde van jouw bestaan Zodat je van je geloof afhaakt Ik zal je op de hielen zitten Tot jouw allerlaatste zucht Ik zal jou volgen tijdens jouw wereldse ritten Totdat de dood jou redt en je van mij vlucht Ik ben degene in jouw aardse nachtmerrie En jou belemmerd in jouw religie Ik ben degene die jij vervloekt Maar mijn vermaak is door jou volgeboekt Ik ben degene die je haat En tegelijkertijd ben ik jouw allerbeste maat Ik ben degene die jij niet in je buurt wilt Maar ook degene die jouw honger naar amusement stilt Ik zal genieten van jouw ondergang En jouw ziel vergooien je leven lang Ik ben degene die zal verschijnen Op de dag dat jouw goede daden zullen verdwijnen Ik ben diegene die je verkiest Over diegene die jou het leven inblies Ik zal jouw kinderen van het goede pad afbrengen En hun tussen de ongelovigen mengen Ik zal hen achterna gaan Tot het einde van hun bestaan Ik was er sinds Adam ontstond Diegene die zich heeft verwond Ik was te arrogant om te buigen Degene die te vroeg deed juichen Ik ben diegene die vermeld staat in de Qoraan Als Iblies de shaitaan Ik zag je gisteren toen je jouw dagelijkse bezigheden begon.
Je stond op zonder te knielen of te bidden. Je hebt zelfs geen tijd genomen om voor je eten te bidden of te danken en ook toen je naar bed ging bad je niet voor je ging slapen. je bent zo heerlijk ondankbaar! Ik waardeer dat echt in je! Ik kan dan ook niet zeggen hoe fijn ik het vind dat je van mij bent.
Weet je nog, we zijn al jaren samen en toch houd ik nog steeds niet van je. Om tegen mijn natuur in eens eerlijk te zijn: "Ik haat jou omdat ik Allah haat enik gebruik jou alleen om Allah een hak te zetten, omdat hij mij uit de hemel schopte.
En ik zal jou gebruiken zolang als je maar enigszins nuttig voor mij bent om Allah betaald te zetten wat hij deed en daarna mag ook jij van mij letterlijk oprotten. Weet je dwaas, Allah houdt van jou en Hij heeft grote plannen met jou, maar toch ben je jouw hele leven dicht bij mij gebleven, en ik zal je er dan ook voor belonen en zorgen dat je hele leven één grote ellende wordt.
Wij zullen fijn samen blijven dat zal Allah zeker pijn doen. Dankzij jou laat de tijd Hem duidelijk zien wie de baas in jouw leven is.
Denk maar eens terug aan die fijne tijd die we samen hadden, terwijl we mensenuitscholden, naar wilde feesten gingen, stalen, logen, bedrogen, hypocriet waren,overspel pleegden, rookten, ons zat dronken, de moskeediensten oversloegen, gore moppen vertelden en roddelden. Je wilt dat toch zeker niet allemaal opgeven.?
Kom op dwaas, laten we samen in de eeuwigheid branden!
Weet dat ik echt wat hete plannen voor je heb. Dit briefje is dan ook alleen maar om mijn waardering voor je uit te preken en je te danken voor het feit dat ik het grootste deel van je leven gebruik van je heb mogen maken. Dwaas, je bent zo'n onnozele hals dat ik wel om je moet lachen, wanneer ik zie dat zodra je weer een verzocht wordt je er dan direct intuint. Je doet soms zo stom, dat zelfs ik er misselijk van word.
Maar inmiddels begint de zonde zijn tol in je leven op te eisen en dus heb ik nieuwe aanwas nodig, dus ga vooral door zoals je bezig was en leer de jeugd hoe ze moeten zondigen, liegen en bedriegen, gokken en hoe ze de moskee of de zondagsschool links kunnen laten liggen en in plaats daarvan naar een dansparty en of een disco kunnen gaan, en hun oren kunnen vullen met het kabaal van de top 10.
Doe zelf ook al deze dingen in hun bijzijn, en spoedig zullen zij je imiteren. Zo zijn kinderen nu eenmaal. Wel dwaas, ik moet nu gaan maar ik kom over een paar seconden weer terug om je opnieuw te verzoeken. Als je ook naar enig verstand had zou je ergens heen gaan waar je jouw zonden voor Allah kon belijden, en zou je die paar jaar die je nog te gaan hebt op aarde samen met Allah doorbrengen.
Het is wel mijn aard niet om iemand ergens voor te waarschuwen,maar ik ken je, je blijft toch wel bij me, hoewel het meer dan belachelijk is dat jij op jouw leeftijd je nog steeds aan de zonde verslingert.
Begrijp me nu niet verkeerd hoor, ik haat je nog steeds, en dat zal ook zo blijven.
Als je echt van me houd dan stuur je dit bericht natuurlijk aan niemand door. Tot de dood ons samenbrengt. Satan...Duivel....Iblies
Umar (Radiallah anho) leefde ook van de handel. Toen hij Khalifah na Abu Bakr (Radiallah anho) werd, verzamelde hij de mensen en zei tot hen:
Ik verdiende mijn inkomen door de handel. Daar jullie mij met de taak van Kalifah belast hebben, kan ik geen aandacht aan mijn zaken geven. Nu, wat denken jullie van mijn levensonderhoud?
Verschillende bedragen van dagelijkse toelage uit de Bait-ul-Mal werden gesuggereerd door verschillende mensen. Ali (Radiallah anho) sprak niet. Umar (Radiallah anho) vroeg hem:
O, Ali. wat is jouw voorstel?
Hij antwoordde:
Ik stel voor datje een gemiddeld bedrag zal nemen dat voldoende zal zijn voor je familie.
Umar(Radiallah anho) accepteerde zijn voorstel en een gereduceerd bedrag werd vastgesteld voor zijn dagelijkse toelage.
Later stelden verschillende mensen waaronder Ali. Usman. Zubair en Talhah (Radiallah anhum) voor dat de toelage van Umar (Radiallah anho) verhoogd kon worden daar die nauwelijks voldoende was, maar niemand durfde het aan Umar(Radiallah anho) voor te stellen. De mensen benaderden Ummul-momineen Hafsah, zijn dochter, en verzochten haar om de reactie van Umar op hun voorstel te peilen zonder hem te zeggen van wie het afkomstig was. Toen Hafsah haar vader hierover sprak werd hij erg boos en zei:
Wie zijn de mensen die dit voorstel hebben gedaan?
Hafsah: Ik zou graag eerst uw mening hierover willen horen.
Umar: Als ik ze zou kennen, zou ik ze een klap in hun gezicht geven Hafsah! Zeg me maar wat het beste kledingstuk van de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam) in jouw huis was?
Hafsah: Het waren een paar rossig gekleurde kleren die de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam) des Vrijdags aantrok of wanneer hij een afgezant moest ontvangen.
Umar: Wat was de beste maaltijd die de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam) ooit thuis bij jou gegeten had?
Hafsah: Wij waren gewoon gerstebrood te eten. Op een dag wreef ik een stukje brood in met het bezinksel van een leeg boterblik, en hij at het met smaak en bood het ook aan anderen aan.
Umar: Wat was het beste beddegoed dat de Heilige Profee t(Salallaho alaihi wasallam) ooit gebruikt heeft in jouw huis?
Hafsah: Het was een stuk dik goed. Gedurende de zomer werd het in vieren gevouwen en in de winter lag hij op de onderste helft, terwijl hij zich met de bovenste helft bedekte.
Umar: Hafsah! Ga en zeg aan de mensen dat de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam) door zijn persoonlijke voorbeeld een standaard heeft gesteld. Ik moet hem volgen. Mijn voorbeeld en die van mijn twee andere metgezellen nl. de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam) en Abu Bakr (Radiallah anho) is als drie mannen die op dezelfde weg reizen. De eerste man begon met een bepaalde hoeveelheid provisie en bereikte zijn einddoel. De tweede volgde zijn voorbeeld en ook hij bereikte zijn eindbestemming en sloot zich bij de eerste aan. Als de derde dezelfde weg volgt zal hij het voorbeeld van de eerste twee moeten volgen anders zal hij zich nooit bij hun aansluiten.
Zo is het leven van degene die machtige wereld monarchieën van angst deed sidderen. Wat een eenvoudig leven heeft hij geleid! Eens reciteerde hij de Khutbah toen opgemerkt werd dat zijn kleding zoveel als twintig lappen had, een lederen inbegrepen.
Eens kwam hij laat voor zijn Jumah gebed en vertelde de mensen:
Excuseer mij, mensen! Ik ben laat omdat ik mijn kleren waste en geen andere kleren had om aan te trekken.
Eens gebruikte hij zijn maaltijd toen Utbah bin Abi Farqad (Radiallah anho) toestemming vroeg om hem te zien. Hij gaf hem toestemming om binnen te komen en nodigde hem uit om de maaltijd met hem te delen. Utbah begon te eten maar het brood was zo grof dat hij het niet kon slikken. Hij zei:
Waarom gebruik je geen verfijnd meel, Umar (Radiallah anho)?
Hij zei: Kan elke Moslim zich verfijnd meel veroorloven voor zijn brood?
Utbah antwoordde: Nee. Niet iedereen kan het zich veroorloven.
Hij merkte op: Helaas! Je wenst dus dat ik al mijn genot hier vervul, terwijl ik in deze wereld ben.
Moraal: Er zijn duizenden van zulke verhalen over de beroemde Sahabah. Niet een ieder zal het lukken ze na te volgen, want wij missen vaak de lichamelijke en geestelijke sterkte van die mensen. Wij moeten het leven van de Sahabah wel als ideaal voor ons houden, zodat wij tenminste enkele van onze gemakken kunnen opgeven en een eenvoudig leven kunnen leiden (te oordelen naar moderne standaard). Met het leven van de Sahabah als ideaal, kunnen wij ons tenminste beschaamd voelen wanneer wij met elkaar wedijveren door achter de weelde en de gemakken van deze wereld aan te hollen.
Ik werd wakker, tot mijn schrik zag ik dat ik getild werd door een paar mannen.... Ik wou ze vragen waar ze mij naartoe brachten, maar mijn tong werkte niet mee... Ik wilde ze tegenhouden van mij te verplaatsen, maar mijn lichaam werkte niet mee... Langzaam maar zeker werd het met me duidelijk dat ik naar de moskee werd gebracht... Ik kende de weg omdat ik er soms was tijdens de ramadan... Omdat me vrienden altijd gingen... Toen zag ik dat men het dodengebed verrichtten, toen drong het tot me door!... Is dit voor mij?... Ben ik nu werkelijk dood?... Dat kan toch niet?... Ik had nog zo veel in gedachte om te doen, NEE!... Ik wilde nog naar Hajj... Ik ben niet bereid, ik had niet eens de mooie eigenschap om het gebed te verrichten... O nee, nu is het te laat... Ik ga voor mijn heer staan!... En mijn handen zullen getuigen! Ya Rabbi, had ik maar een goede vader, die mij van kleins af aan naar de moskee bracht, die mij van de moskee liet houden!... Die mij de qur'aan leerde lezen, die mij sura's uitlegde en samen met mij uit onze hoofden leerde... Maar toen besefte ik, dat ik dit ook niet deed voor mijn kinderen... Maar nu is het te laat... O Allah nu is het te laat... Toen ik de imaam hoorde reciteren hoopte ik dat hij ietjes langer door zou gaan, dat hij ietsjes meer smeekbedes voor mij zou doen... Ik zag de vrienden met wie ik slechte zaken pleegde... Ik wist hoe zij waren, maar ja zo was ik ook... Toen ik naar de wasruimte werd gedragen, zag ik dat de imaam mij aan het wassen was, wat een aardige man dacht ik toen... Hij sloeg onwetend een plekje op mijn rug over, hij moest dat stukje nog wassen... Ik schreeuwde het uit, maar er kwam niets uit mijn mond... Moet ik ZO naar mijn heer!?... Maar tevergeefs... Vervolgens werd ik omwikkelt in 3 witte doeken.... Ik wilde ze waarschuwen om het niet te strak om mij te binden, maar ik kon alweer niets zeggen... Toen was ik op het begraafplaats... Mijn ouders over mij buigend, huilend smekend... Wat een verschrikkelijk gevoel... Toen werd er een gat gegraven in de grond... Toen de mannen mij in het graf wilden leggen, wilde ik het uitschreeuwen... Dat is toch veel te smal?... Daar kan ik me toch niet in bewegen?... En hoe moet ik daar ademen?... Ik werd met de seconde nerveuzer en banger... Toen werd ik er tot mijn grote schrik ingelegd, en ze gooide het zand over mij heen... Toen ik in mijn graf lag, zag ik aan mijn rechterkant een Prachtig paleis, omringd met zeeën die ik nog nooit zo heb gezien, prachtig gewoon!... En aan mijn linkerkant zag ik een verschrikkelijk hellevuur waardoor ik ging zweten... Ik was door en door nat van het zweet... Bang, nee DOODSbang!... Ik was zo bang om in dat hellevuur te belanden, YA ALLAH, Ya Rabbi!... Geef mij nog een kans o Allah... Geef mij 1 minuut... 1 minuut om 1 gebed te verrichten voor U Ya Rabbi... Maar jammer genoeg zijn er dan geen herkansingen!... Ya Rabbi geef mij nog een kans en ik zal mijn leven knielend doorgaan!... En toen hoorde hij de Athaan... Hij opende zijn ogen en zag dat dit alles slechts een droom was... Hij sloeg zijn bezweette deken van hem af en rende naar de badkamer om al Woedhoe te verrichten en rende toen naar de moskee om Salaat-ul-Fadjr met hen mee te bidden... Deze man is geliefd bij Allah swt, net als wij... Deze man heeft een teken gekregen, een verduidelijking van hoe belangrijk het is om je tijd goed te benutten... Beste broeders en zusters, Insha allah zullen wij hier lering uit trekken en ons zo snel mogelijk voorbereiden voor de dood... Want wij zullen sterven, jong en oud, ziek en gezond, voorbereid of niet voorbereid... En dan zijn er geen 2e kansen meer... Het is of nu of nooit!... Grijp je kans!... Sla die nieuwe bladzijde in je leven om!... Verricht dat gebed!... Voorwaar, we zullen spijt krijgen voor elke minuut die we niet in de vorm van aanbidding jegens Allah swt hebben besteed. Dus begin opnieuw, moge Allah swt tevreden zijn met ons en ons begeleiden naar de poorten van Djenna, en ons de plaats van eeuwige zaligheid laten binnentreden.
Safwaan ibn Soelaymaan en zijn minachting voor geld
Safwaan ibn Soelaymaan en zijn minachting voor geld
In de tijd dat cOmar ibn cAbd ul-cAziez gouverneur was van Medina, arriveerde de leider der gelovigen Soelaymaan ibnoe Maalik in de stad van de Profeet (vrede zij met hem) en ging de mensen voor in het middaggebed. Vervolgens opende hij de deur 'al-Maqsoera' en ging zitten, leunend tegen de mihrab. Hij richtte zijn gezicht tot de mensen onder wie zich de bekende Safwaan ibnoe Soelaym az-Zoehriy bevond, maar hij herkende hem niet.
Soelaymaan vroeg aan cOmar: "O cOmar, wie is die man? Ik heb nooit zo'n edele man als hem gezien die zoveel gemoedsrust uitstraalt."
cOmar antwoordde: "O leider der gelovigen, dat is Safwaan ibnoe Soelaym."
Soelaymaan ibnoe Maalik riep toen zijn bediende en zei: "O bediende, breng voor mij een zak met vijfhonderd goudstukken." Waarop de dienaar dit bracht en Soelaymaan tegen hem zei: "Zie je die man die nu bezig is met het gebed, ga naar hem toe en schenk hem deze goudstukken?" Soelaymaan beschreef Safwaan ibnoe Soelaym duidelijk, zodat de dienaar hem zou herkennen.
De bediende van de leider der gelovigen stapte met de goudstukken af op Safwaan en ging naast hem zitten. Toen Safwaan de man opmerkte maakte hij zijn gebed af, keek de kant van de bediende op en vroeg: "Waarmee kan ik jou van dienst zijn?"
De bediende antwoordde, terwijl hij wees naar Soelaymaan ibnoe Maalik: "De leider der gelovigen droeg mij op om jou deze zak met goudstukken te overhandigen met de boodschap dit geld te gebruiken ten voordele van jouw gezin."
Safwaan zei hierop tegen de bediende: "Ik ben niet degene naar wie jij gestuurd bent."
Hierop vroeg de bediende verbaasd: "Bent u dan niet Safwaan ibnoe Soelaym?"
Safwaan antwoordde: "Ja, ik ben zeker Safwaan ibnoe Soelaym!"
De bediende bevestigde nogmaals: "Dan ben ik naar jou gestuurd."
Safwan vertelde hem: "Ga terug en vraag om bevestiging, als je dit hebt gedaan, keer dan naar mij terug."
De bediende zei: "Houd ondertussen deze goudstukken bij jou, terwijl ik om een bevestiging ga vragen."
Hierop zei Safwaan: "Nee, als ik het vasthoud, dan heb ik het reeds van jou aangenomen. Ga beter om bevestiging vragen, zolang ik hier blijf zitten."
De bediende maakte rechts ommekeer en vertrok. Hierop pakte Safwaan zijn schoeisel en vertrok ook. Hij was niet meer te zien, totdat de leider der gelovigen Soelaymaan ibnoe Maalik uit Medina was vertrokken.
Een geleerde vroeg eens aan één van zijn studenten: "Je hebt een lange tijd met me doorgebracht, wat heb je geleerd?"
Hij zei: "Ik heb acht dingen geleerd:
1. Ik keek naar de schepping. Iedereen heeft een geliefde. Wanneer hij het graf in gaat, laat hij zijn geliefde achter. Daarom heb ik mijn goede daden tot mijn geliefde gemaakt; op die manier zullen ze bij me zijn in het graf.
2. Ik keek naar het vers 'Doch voor hem die vreesde voor zijn Heer te staan, en die zijn ziel van begeerten onthield,' (79:40) en worstelde daarom tegen mijn verlangens zodat ik Allah kon blijven gehoorzamen.
3. Ik zag dat als iemand iets waardevols bij zich heeft, hij het zal beschermen. Toen dacht ik aan het vers 'Hetgeen gij hebt, zal voorbijgaan maar hetgeen bij Allah is, is blijvend.' (16:96) Daarom wijdde ik alles wat me iets waard was toe aan Hem zodat het bij Hem zou zijn voor mij.
4. Ik zag de mensen zoeken naar rijkdom, eer en posities en het was me niets waard. Toen dacht ik aan Allah's woorden 'Voorwaar, de meest edele van jullie is bij Allah degene die het meest (Allah) vreest' (49:13) dus deed ik mijn best om bewust te worden van Allah om edel te zijn in Zijn ogen.
5. Ik zag de mensen jaloers zijn op elkaar en ik keek naar het vers 'Wij zijn het, Die in het tegenwoordige leven middelen van bestaan onder hen uitdelen,' (43:32) dus verliet ik jaloezie.
6. Ik zag de mensen vijandigheid hebben en ik dacht aan het vers 'Voorwaar, Satan is een vijand van u, behandelt hem daarom als vijand' (35:6) dus verliet ik vijandigheid en nam de Satan als mijn enige vijand.
7. Ik zag dat ze zichzelf verlaagden op zoek naar voorzieningen en ik dacht aan het vers 'En er is geen schepsel dat op aarde kruipt, of zijn voorziening berust bij Allah,' (11:6) dus hield ik mezelf bezig met mijn verantwoordelijkheden tegenover Hem en ik liet mijn eigendom bij Hem.
8. Ik zag dat ze vertrouwden op hun zaken, gebouwen en gezondheid en ik dacht aan het vers 'En voor hem, die zijn vertrouwen in Allah stelt, is Allah toereikend,' (65:3) en daarom plaats ik mijn vertrouwen alleen in Allah."
George is een Amerikaanse man ronde de vijftig die een gezond en gelukkig leven lijdt. Hij leeft in een klein dorpje ten noorden van de stad Washington. Ondanks alle financiële verleidingen van de grote stad, kiest hij er bewust voor om in zijn eigen dorpje te blijven wonen en te genieten van de uitzicht op de rivier en de rust die het dorpje uitstraalt. Hij werkt als handelaar overdag en 's avonds keert hij terug naar zijn huisje waar hij in alle rust de avond doorbrengt met zijn vrouw, twee dochtertjes en zoon die net klaar is met zijn middelbare school en aan zijn toekomst in de universiteit denkt.
De maand Dhzul-Hiddja nadert George en zijn gezin beginnen de islamitische zenders te volgen om te weten wanneer de nieuwe maan van de maand wordt gesignaleerd, zodat ze kunnen weten wanneer de dag Arafah en de dag van het offerfeest aanbreekt. George volgt de islamitische radiozenders, zijn vrouw volgt de satellietkanalen en zijn zoon volgt de islamitische internetpagina's.
George hoort het nieuws als eerst en vertelt zijn gezin dat de maand is aangebroken en samen luisteren ze op de radio en tv naar de islamitische kreten in mekka en de hele wereld
Allahoe-Akbar..Allahoe-Akbar ..
Nu haast George zich om het spaargeld op te halen dat hij apart heeft gelegd voor het offerschaap en hij vertrekt naar het oosten van de stad om zijn bestelling te bevestigen en vooruit te betalen. Hij ziet dat het bedrag toch iets tekort komt voor het gewicht van het schaap en gaat extra geld bijpinnen om het schaap toch te halen, want hij wil het ook zelf slachten zoals het volgens de rituelen hoort. Hij betaalt het geld en aait het schaap en met behulp van zijn zoon tilt hij het schaap de auto in. Het hele gezin is meegegaan om het vreugde te delen en het schaap te zien. Zijn vijfjarige dochter begint van blijheid te zingen met haar mooie stem en zegt tegen haar vader: "Pappa wat is het offerfeest toch een mooi feest omdat ik dan met mijn vriendinnen kan spelen zonder jongens erbij en met een trommel islamitische lofliederen kan zingen. Ik zal ook met jullie het feest gebed verrichten en mijn nieuwe jurk dragen; pappa vanaf dit feest wil ik een hoofddoek gaan dragen en een gezichtsluier want ik ben nu een grote meid .oh wat is een mooi feest; we gaan het schaapsvlees zelf snijden en onze buren ervan laten eten en we zullen onze familieleden bezoeken, mijn tante en haar dochters; pappa waren alle dagen maar zoals het offerfeest." Iedereen is blij om naar "het vogeltje" te luisteren , zoals haar noemen.
De vader kijkt zeer verheugd nog eenmaal naar het offerschaap en ziet dat het aan alle voorwaarden voldoet, want het schaap is niet verminkt, niet ziek en niet oud. Eenmaal thuis aangekomen roept zijn vrouw: "O mijn lieve man weet je dat het offervlees volgens offerrituelen in drieën verdeeld moet worden; eenderde voor de armen en behoeftigen, eenderde voor onze buren, David, Elisebeth en Monica en eenderde houden we voor onszelf?
Bij het voorbereiden van het offer twijfelen George en zijn vrouw over de richting van de Qiblah (gebedsrichting naar Mekka). Ze gaan er vanuit dat de richting naar Saudië Arabië moet wijzen en leggen het schaap in die richting en slachten het volgens de rituelen. Zijn vrouw begint snel aan het werk om het vlees te snijden en te verdelen in drieeën. Terwijl ze druk bezig is kom George zenuwachtig en boos binnen en verheft zijn stem: "Schiet op het is zondag en we moeten naar de Kerk, zijn de kinderen al klaar? ", want George is gewend om elke zondag naar de kerk te gaan met het hele gezin.
De verteller is klaar met het voorlezen van zijn verhaal en wordt meteen door een van de aanwezigen gevraagd: "Je hebt ons echt in de war gebracht door je verhaal! Is die George nu een moslim of niet? Waarop de verteller zegt: "Nee hoor, George en zijn gezin zijn ongelovige die niet in Allah en Zijn profeet(vzmh) geloven en beweren dat Allah in drieën is opgedeeld (Verheven is Hij boven hetgeen wat ze beweren) " De drukte en remour nemen toe in de zaal; er wordt heftig gelachen uit verbazing. Maar een van de nuchtere aanwezigen zegt: "Wat je ons zojuist hebt verteld kan niet waar zijn, want welke niet-moslim houdt zich zo intensief bezig met islamitische rituelen en wil ze zo correct mogelijk uitvoeren, door zijn tijd en geld te verspillen in zaken waarin hij toch niet gelooft??!
De verteller gaat direct in de verdediging en zegt: "Mijn lieve broeders, waarom geloven jullie mijn verhaal niet? Waarom verwachten jullie zo'n gedrag niet van een ongelovige? Bestaan er geen Abdullah en Abdurrahman, Khadija en Aisha die feesten van ongelovigen meevieren? Waarom is het dan onwaarschijnlijk dat ongelovigen onze feesten meevieren? Waarom de verbazing? De realiteit bewijst dat! Is het niet zo dat sommigen van ons bloemen versturen met Valentijnsdag en anderen van ons nieuwjaar vieren, verjaardagen, carnaval enz enz.. en het zijn allemaal niet-islamitische feesten! Waarom is het dan onbegrijpelijk en onwaarschijnlijk en zelfs van het gekke dat George zo iets doet, terwijl wij en onze kinderen dat wel doen?
De verteller, Ahmed, wordt emotioneel en zegt: "Ik leef al meer dan tien jaar in Amerika en bij Allah ik heb nooit een ongelovige een van onze feesten zien meevieren, erger nog ik zie meer en meer moslims hun uiterst best doen om niet-islamitische feesten zo goed mogelijk te vieren terwijl ze op islamitische feesten niet eens het feestgebed bijwonen!!
Hij probeert zijn tranen in te houden en zegt tegen de aanwezigen in een droevige toon: "Geef me een antwoord! Heeft George nu uiteindelijk al deze rituelen werkelijk uitgevoerd of is dit allemaal fictie?" ..
Dinsdag is het insh-ae'Allaah zo ver, Eid al-Adha is op komst! Wat betekend Eid Al-Adha voor ons? Waar houden we ons mee bezig?
Het feest veranderd met de jaren mee. Jongeren richten zich meer op de factoren van het feest, dan om de inhoud van het feest.
Weken keken we uit naar de dag. Nieuwe kleren, vrienden opzoeken, naar de film dat is bijna waar het tegenwoordig omdraait.
De saamhorigheid, de liefde voor Allaah, de betekenis er achter, lijken vele jongeren onder ons te vergeten zijn. Ik zal even onze geheugen opfrissen.
Eid al-Adha, waarom vieren we dit? We vieren dit ter nagedachtenis aan de Profeet Ibrahiem [alayhi wasalaam], die bereid was zijn zoon op te offeren in opdracht van Allaah. Toen Ibrahiem zijn zoon ter ere van Allaah wilde doden, kwam er een engel die zei dat hij een schaap mocht innemen, in plaats van zijn zoon.
De eerste dag start (vaak) met nieuwe kleding, elkaar een goede eid wensen en het gebed bijwonen in de moskee. In de middag word het offer opgehaald en genieten we in de avond van het vlees.
Helaas begint en eindigt deze dag voor vele moslim jongeren niet zo. De één zoekt zijn vrienden meteen op, om gezamenlijk naar de film te gaan. De ander denkt alleen aan nieuwe kleren voor deze dag. Vele jongeren zoeken elkaar op om leuke dingen te doen, die je niet in verband kunt leggen met het offerfeest. De betekenis er achter, lijkt met de jaren te vervagen. In plaats van gezamenlijk naar de moskee, of gezamenlijk naar familieleden te gaan, doen ze andere dingen. Er is weinig tijd voor familie en voor de nagedachtenis.
Zouden wij niet deze dag anders moeten en kunnen invullen? Een dag waardevol in plaats van waardeloos in te vullen? Het feest duurt maximaal 2 a 3 dagen. Er zal vast behoefte zijn aan vrienden en vriendinnen, maar deze behoeftes kunnen we ook op een andere dag uiten, misschien zelfs de dag er na.
Laten we op deze dag eens stil staan bij de beproeving van onze Profeet Ibrahiem (Moge Allaah tevreden over hem zijn.) Zouden wij ook sterk in onze schoenen staan, als we zo een opdracht zouden krijgen? Zouden we het aankunnen en zouden we het doen? Als alles met de jaren mee veranderd, zou het dan betekenen dat onze standvastigheid minder wordt? Dat we niet sterk genoeg zijn, om een beproeving te kunnen door staan? Wanneer bijna alle zonden toch worden gezien als 'normaal' zouden dan onze daden minder worden? En zou onze geloof op een gegeven moment vervagen?
Dit is een gunst van Allaah, die wij alle hebben gekregen. Het is Allaah, de Arahmaan die niet meer wilde dat hij zijn zoon opofferde maar een dier (schaap/etc). Want, wat als wij elk jaar 1 van onze kinderen moesten afstaan? Zou je het doen? Denk hier maar eens over na. Wees Allaah Ta3ala hier dankbaar voor. Dankbaar voor deze gunst en deze dag!
Laten we het dit jaar opnieuw doen, laten we dit jaar opnieuw beginnen met het vieren van onze feest. Wij hebben geen kerstboom met lichtjes nodig, om de sfeer er in te krijgen. Wij hebben liefde, saamorigheid en familie nodig op deze dag. En laat je leiden door de Quran en de Sunnah. Naar de film kun je altijd, met vrienden afspreken ook. Maar dit feest is slechts 1 keer per jaar.
En zoals een gezegde luidt: ''Als je iets doet, doe het dan goed.'' Laten we met z'n alle een nieuwe start maken, een start waar we allemaal baat bij hebben. Het is ons feest een feest dat gevierd moet worden. Laten we het beeld waar het om gaat niet verwateren, maar juist versterken.
Een beetje te vroeg, maar beter dan tè laat. Ik wens jullie een hele fijne Eid Al-Adha toe. Geniet er van en probeer te denken aan het gehele plaatje. Zoek je innerlijke rust op deze dag door goede daden te verrichten.
Een Sjaikh vertelde over de wonderen van "Bismillaah." Tijdens één van zijn vertellingen was er ook een joods meisje in het publiek aanwezig. Horende over de wonderen van "Bismillaah" werd haar hart geraakt en nam zij de Islam aan. Vanaf dat moment was "Bismillaah" constant op haar lippen, op elk moment van de dag en bij elke handeling gebruikte zij het woord "Bismillaah", b.v. tijdens zitten, staan, slapen, wakker worden, eten, drinken, lopen, wandelen, naar binnen /buiten gaan, iets pakken, iets weggeven, enz.
Vanwege het uitspreken van "Bismillaah" waren haar ouders woedend op haar en ze begonnen haar op allerlei manieren tegen te werken en druk op haar uit te oefenen om het af te leren. De ouders beraamden een plan, om het meisje van iets te beschuldigen zodat zij ter dood veroordeeld kon worden. De vader van het meisje was de adviseur van de Koning.
Op een dag gaf de vader, de ring van de Koning, die met diamanten was ingelegd in bewaring aan zijn dochter. Het meisje zei: "Bismillaah" en deed de ring in haar zak. 's Nachts toen het meisje sliep, sloop de vader naar de kamer van het meisje en stal de ring uit haar zak en gooide de ring dezelfde nacht in de rivier. Een vis slikte de ring in.
's Ochtends gooide een visser zijn net uit en door 'een wonder' kwam dezelfde vis in zijn net terecht. Op zijn beurt verkocht de visser de vis aan de adviseur en hij gaf de vis aan zijn dochter om het klaar te maken voor een feestmaal. Soebhaan-Allaaaah!!!
Het meisje zei: "Bismillaah" en nam de vis aan en "Bismillaah" zeggende sneed ze de vis open. Plotseling zag zij de ring in de buik van de vis, met "Bismillaah" haalde ze de ring uit de buik van de vis en "Bismillaah" zeggende deed ze de ring weer in haar zak. Daarna maakte ze de vis klaar en diende het eten op.
Na het eten vroeg de vader onschuldig in het openbaar, zijn dochter naar de diamanten ring van de Koning. Het meisje haalde de ring uit haar zak tijdens het reciteren van "Bismillah". De vader schrok zich te pletter. Vanwege dit wonder mislukte de plan van haar vader. Allah is de Beste Plannenmaker. Allah, de Machtige en Schone, had door de zegeningen van "Bismillaah" (In naam van Allah) het meisje gered van de doodstraf. Soebhaan-Allaaaah!!!
Er kwamen eens twee jongemannen bij cOmar ibn al-Khattaab terwijl hij in een bijeenkomst zat. De jongemannen hadden een man van het platteland bij zich en wilden hem overdragen aan cOmar. Waarop hij vroeg: "Wat is er aan de hand?"
De jongemannen antwoordden: "O leider der gelovigen, deze man heeft onze vader gedood."
cOmar vroeg aan de man: "Heb jij werkelijk hun vader gedood?"
De man antwoordde: "Ja, ik heb hem gedood."
Daarna vroeg cOmar: "Hoe heb je hem gedood?"
De man antwoordde: "Hij betrad met zijn kameel mijn stuk grond. Waarna ik hem waarschuwde, maar hij wilde niet luisteren. Toen gooide ik een steen naar hem toe. De steen kwam tegen zijn hoofd aan waarna hij stierf."
cOmar zei vervolgens: "Er rest niets anders dan vergelding... de doodstraf. Dit is een duidelijke zaak. cOmar vroeg niet naar de komaf van deze man, of hij bijvoorbeeld behoorde tot een elite stam, of dat hij een vooraanstaande positie innam in de maatschappij. Al deze zaken interesseerden cOmar niet. Dit omdat hij onpartijdig was en niemand zou voortrekken ten koste van de Voorschriften van Allah. Ook al zou het zijn zoon zijn die voor hem stond. Meerdere malen had hij reeds zijn zoon een aantal zweepslagen verkocht in verband met bepaalde zaken.
De man zei: "Ik vraag je bij Degene Die de hemelen en de aarde heeft geschapen om mij voor slechts een nacht naar mijn vrouw en kinderen op het platteland te laten gaan om hen te vertellen dat ik de doodstraf heb gekregen. Daarna zal ik terugkomen. Bij Allah, zij hebben geen kostwinner waarop zij kunnen rekenen, behalve Allah en vervolgens ik."
cOmar vroeg hem: "Wie van de aanwezigen kan mij garanderen dat jij terugkomt."
Alle aanwezigen bleven stil, want niemand kende deze man, zijn woonplaats of stam. Hoe zou iemand zich garant kunnen stellen voor zo een persoon en om zo een gewichtige zaak. Het ging hier namelijk niet om een luttele tien dinar, een stuk grond of een kameel. Het betrof hier een garantstelling voor iemand die de doodstraf had verdiend en wiens leven door middel van het zwaard ten einde zou komen. En wie was in staat om cOmar van het toepassen van de Voorschriften van Allah af te houden? En wie zou durven bemiddelen bij cOmar?
Alle metgezellen bleven zwijgen en cOmar bevond zich in een lastige positie. Zou hij nu de beslissing nemen de man te doden, terwijl zijn kinderen op het platteland van de honger zouden omkomen, of zou hij hem zonder garantstelling laten gaan wat er wellicht toe zou leiden dat de nabestaanden van de gedode man hun vergelding verloren zouden zien gaan? Nog steeds heerste er een doodse stilte en cOmar sloeg zijn hoofd neer, keek naar de twee jongemannen en vroeg hen: "Kunnen jullie hem vergeven?" Waarop zij antwoordden: "Nee! Wie onze vader heeft gedood dient ook gedood te worden, O leider der gelovigen!"
Vervolgens riep cOmar: "Is er dan niemand die garant kan staan voor deze man?"
Aboe Dharr al-Ghifaariy, de oude waarachtige asceet, stond toen op en zei: "O leider der gelovigen, ik zal voor hem garant staan!"
cOmar maakte nog eens duidelijk: "Je begrijpt dat het hier de doodstraf betreft!"
"Ik weet dat het om de doodstraf gaat," reageerde Aboe Dharr al-Ghifaariy.
cOmar vroeg: "Ken je de man?"
Hij antwoordde: "Nee, ik ken hem niet."
Waarna cOmar zei: "Hoe kun je dan garant staan voor hem."
"Ik zie in hem de kenmerken van een gelovige. Hierdoor weet ik dat hij niet zou liegen. Als Allah het wil zal hij dan ook terugkomen."
cOmar zei: "O Aboe Dharr, denk je dat je aan mij ontkomt als hij na drie dagen niet terugkomt?" Hierop zei Aboe Dharr: "Allaah ul-moestacaan (Allah is Degene Die om hulp wordt gevraagd), O leider der gelovigen!"
De man mocht vertrekken en kreeg te horen dat hij binnen drie dagen terug moest zijn. Deze tijd kreeg hij om zich klaar te maken, afscheid te nemen van zijn vrouw en kinderen en hun zorg aan iemand over te dragen.
Na drie nachten liet cOmar iemand 's middag de mensen in de stad verzamelen, zeggende: "As-Salaatoe Djaamicah!" De mensen waaronder de twee jongemannen en Aboe Dharr kwamen allen bij een. cOmar zei toen tegen Aboe Dharr: "Waar is de man gebleven?"
Aboe Dharr antwoordde: "Ik weet het niet, O leider der gelovigen!" Vervolgens keek Aboe Dharr naar de zon die sneller dan gewoonlijk leek onder te gaan. Alle metgezellen waren doodstil en alleen Allah weet werkelijk in wat voor een gespannen toestand zij op dat moment verkeerden.
Ondanks dat Aboe Dharr zeer geliefd was bij cOmar en deze zelfs bereid zou zijn zijn leven voor hem op te offeren, betrof het hier de Islamitische Wetgeving en de Goddelijke Voorschriften waar men niet mee speelt en dolt. Hierover treedt men niet in discussie noch wordt deze wetgeving op een bepaalde tijd en plaats wel uitgevoerd en op een andere niet. Noch wordt dit slechts toegepast op een aantal met uitsluiting van anderen.
Vlak voor zonsondergang verscheen de man, waarna cOmar samen met de anderen 'Allaahoe Akbar' riepen. Vervolgens vroeg cOmar aan de man: "Weet jij dan niet dat als je op het platteland was gebleven wij jou niet hadden kunnen achterhalen."
De man reageerde: "O leider der gelovigen, bij Allah, het is niet u met wie ik te maken heb, maar ik heb te maken met Degene Die op de hoogte is van het openlijke en het verborgene. Hier ben ik, O leider der gelovigen! Ik liet mijn kinderen achter als kuikentjes op het platteland waar geen water noch bomen te vinden zijn en ik ben gekomen om mijn straf te ondergaan."
cOmar stond op en vroeg de twee jongemannen: "Wat willen jullie?"
Zij antwoordden huilend: "Wij vergeven hem vanwege zijn oprechtheid, O leider der gelovigen." cOmar riep daarna: "Allaahoe Akbar!", terwijl de tranen over zijn baard rolden. "O jongemannen, moge Allah jullie belonen voor jullie vergiffenis en moge Allah jou ook belonen, O Aboe Dharr dat jij deze man in de gelegenheid hebt gesteld om zijn gezin te bezoeken
Hij herinnerde nog wat zijn oma tegen hem zei kleinzoon verricht je gebed op tijd en stel het niet steeds uit! De oma....die als ze de Adhaan hoorde meteen op stond om het gebed te gaan verrichten was 70 jaar oud. Maar haar kleinzoon,......Sub7aana Allah hij stelde het uit....en als hij het gebed dan ging verrichten deed hij het zo snel mogelijk om er vanaf te kunnen zijn, niet realiserend dat hij voor Allah Sub7aana wa Ta3aalaa stond.
Denkend aan de woorden van zijn oma stond hij op om te kijken hoe laat het was hij zag dat er nog 15 minuten over waren voordat het Salaat Isha was hij verrichtte snel de woedoe en ging snel het Maghrib gebed bidden, tijdens het gebed dacht hij aan wat zijn oma hem had gezegd hij kwam bij de soedjoed en hij bleef op de grond niet bewegend hij was erg moe hij was naar school geweest en had een zware dag achter de rug, hij nog steeds in soedjoed niet bewegend. Het was de DAG DES OORDEELS!!
Toen hij nog in leven was had hij zoveel vragen over Yaum al Qiyaamah. Maar dat leek alsof het heel lang geleden was de angst met wat er met hem zou gebeuren was zo groot. Dat hij zich niet kon voorstellen dat die angst wel bestond en ineens werd zijn naam genoemd 2 armen grepen hem en sleurde hem mee naar voren hij liep met veel zorgen aan z'n hoofd vooruit. Hij opende zijn ogen en het enige wat hij zag was een ander wereld. Hij zag allerlei mensen heel behulpzaam andere mensen helpen hij zag zijn moeder die gasten uitnodigde om bij haar te komen eten.
En de tafel werd gedekt Hij wist dat alles wat hij in zijn leven had gedaan veel minder was dan wat Allah verdiende om te krijgen. Hij zweette heel erg en hij rilde over zijn hele lijf. Hij wachte op zijn uitslag wat zal het worden. Uiteindelijk was de keuze gemaakt er kwamen 2 engelen op hem af ze begonnen te lezen wat de uitslag was. De engelen begonnen te lezen wie Janaah zouden betreden zijn naam zat er niet bij, toen begonnen de engelen de namen van Jahannam te lezen de 2e naam die genoemd werd was de zijne Hij viel op zijn knieen en kon nie geloven dat hij Jahannam in zou gaan de 2 engelen kwamen op hem af en sleurde hem mee Jahannam binnen. Hij schreeuwde en vroeg zich af of iemand hem zou kunnen helpen Hij begon te schreeuwen MIjn gebeden MIjn gebeden/!! In de hoop dat hij de Jahannam niet ingegooid zou worden hij keek voor de laatste keer naar de engelen en zag dat hij niets meer kom doen.
Een van de engelen duwde hem de Hel in..Hij voelde dat hij viel en dacht dat alles voorbij was en dat hij daar voor eeuwig zou blijven, toen hij een paar meter gevallen was, grepen 2 handen hem Hij keek omhoog en zag dat er een man stond met een lange witte baard. De jongen vroeg wie ben je? De oude man zei ik ben je gebeden De jongen vroeg waarom ben je zo laat??? Ik was bijna in het vuur terecht gekomen. Je hebt me op het laatste nippertje gered de oude man lachte en zei: weet je nog je verrichtte je gebeden altijd op het laatste moment of ben je het vergeten?' Hij hoorde de athaan voor salaat Isja en ging de woedoe verrichten om zijn gebed dit keer wel op tijd te verichten.
Sara, een meisje dat oorspronkelijk uit Libanon komt, emigreerde op haar tiende samen met haar ouders naar Nieuw Zeeland. Ze deed niets aan haar geloof (de islam). Alleen haar naam verraadde haar islamitische afkomst. Het was zelfs zo erg dat ze nog nooit een kaft van een mashaf had gezien. Haar ouders deden er ook niets aan. Haar ouders gingen na een tijdje uit elkaar en scheidden. Sara s ouders hertrouwden allebei. Op haar 17de gingen haar ouders met hun nieuwe vrouw/man naar Libanon terug. Sara bleef achter in Nieuw-Zeeland, zonder ouders.
Jaren later zo rond haar negentiende, twintigste, ging ze inwonen bij haar vriend.Om zichzelf financieel te kunnen onderhouden werkte ze in een bar savonds laat. Verder ging ze naar school. Daarnaast was ze een heel erg mooi meisje. Daarom besloot ze mee te doen aan de miss verkiezingen in haar land. Omdat ze nogal mooi was maakte ze een hele goede kans. Daarom deed ze mee en won de miss verkiezingen. Ze mocht daarom ook meedoen aan de miss world verkiezingen. Ze wilde wel ze zou het wel kunnen halen, maar ze wist wat voor gevolgen het zou hebben. Op iedere krant tijdschrift zou ze op de voorkant staan en dat wilde ze liever niet.
Toen ze eenentwintig was veranderde ze. Op een dag was ze bij een moslim familie thuis en keek ze naar de zender iqraa, waar op dat moment een aflevering van Amr Khaled werd uitgezonden. Ze vond het een hele mooi uitzending. Onder aan het beeldscherm verscheen een e-mail adres van Amr. Ze stuurde hem een mailtje waarin ze vertelde dat ze wat meer over de islam wilde weten. Dat was toen de maand oktober.
Amr reageerde en stuurde haar een paar van zijn oude uitzendingen op. Twee dagen later reageerde ze. Ze was daar zo enthousiast over, dat ze zei dat ze de Quraan wilde leren. Twee dagen later stuurde ze hem een e-mail dat ze sourat al Fatiha uit het hoofd kende en dat ze wilde leren bidden. Amr stuurde haar een link. Weer twee dagen later kende ze sourat al An3am uit het hoofd, en ze had die dag gebeden. Ze vertelde hem in haar e-mail dat ze zich nog nooit zo bevrijdend had gevoeld, het was alsof ze die dag pas tot leven kwam. Weer twee dagen later vertelde ze dat ze salaat al Qijaam deed( voor de genen die niet weten wat dat is: bidden in de nacht). Na twee dagen stuurde ze hem weer een email waarin ze vertelde dat ze hijaab wou dragen. Mensen stel je voor degene die miss world kon zijn een hijaab om?
Maar Amr was niet zo enthousiast hierover, hij vond het veel te snel gaan. Naar zijn mening ging het een beetje om haar heen. Hij kende genoeg meisjes die hijaab gingen dragen maar na een paar dagen/weken weer afdeden. Ze moest er wat langer over nadenken vondAmr, in tegenstelling tot zijn vrouw. Na weer twee dagen wilde Sara iets goeds voor de Islam doen en vroeg Amr raad. Hij zei dat ze inshalah een keer in zijn uitzending zou komen en haar verder helpen.
Na dit liet Sara een week lang niet van zich horen en Amr dacht dat ze waarschijnlijk alweer van gedachten was veranderd. Zeg maar weer de slechte kant op. Maar nee Sara belde na die week op en vertelde dat ze erg ziek was. Omdat ze mee had gedaan voor de miss verkiezingen had ze bij de plastische chirurg haar borstomvang laten veranderen. De chirurg die dat had gedaan vertelde dat bij later onderzoek gebleken was dat ze borstkanker had. Ook had ze niet meer zo lang te leven. Die week nog moest ze een operatie begaan, waarin niet zeker was of ze het zou overleven. Sara had haar ouders al vijf jaar niet gezien en wilde weer eens naar haar geboorteland. Maar dat kon dus niet meer voor haar operatie. Ook zou ze wellicht de Ramadan niet meer kunnen halen. Ze wilde dat zo graag meemaken, omdat ze op Laylatoen Qadr om maghfiera zou vragen.
Ze belde Amr op en was wanhopig, ze had niet veel tijd meer en wilde toch nog iets goeds doen voor haar geloof. Amr stelde haar gerust. Ook opende hij een forum op zijn site waarin moslimbroeders zusters voor haar konden bidden en dua konden doe. Veel mensen reageerden hierop en sommigen lazen zelfs de hele Qoraan voor haar uit. Sara was toch heel verdrietig over het feit dat ze niets goeds had gedaan en ze was bang dat Allah het haar niet kon vergeven. Ze had immers gedronken werkte in een bar, deed alles wat een moslim niet mag. Maar Amr stelde haar gerust. Allah zou het haar wel kunnen vergeven immers hij verwees naar het verhaal van Moussa en een man uit het dorp. Ze was hierop gerustgesteld. Omdat ze wist dat ze het misschien niet zou halen ging ze naar haar beste vriendin, en gaf haar alles mee: hijaabs boeken Qoraan etc. Die dag onderging ze haar operatie. Die avond belde Sara s vriendin Amr op, om hem te vertellen dat Sara overleden was gedurende de operatie. Een maand na haar ommekeer. Inna lilaah waina la ilajhi laaraji3ouna. Amr Khaled ging diezelfde dag nog met Oemra samen met zijn vrouw voor Sara.
Mensen hoe was Sara veranderd, van iemand die alle zonden begaan had in een ware moslima, in gedurende vier weken.MassaAllah. Een stap waarover sommige mensen soms wel 15 jaar over doen. Mensen volg de weg van Allah soebhana wa ta3ala nu het nog kan. Vraag om Taubas, moslims. Sara had zooooooo graag de ramadan willen meemaken en dan vooral Laylatoen Qadr . Ya toura zouden wij die kans wel krijgen, zouden wij nog de tijd hebben tot aan deze dag. Broeders en zusters denk goed na over deze kwestie en ik hoop dat jullie net als haar zullen veranderen.
Al vanaf mijn jeugd kreeg ik het benauwd in krappe ruimtes en ik verliet schreeuwend zulke plaatsen. Op latere leeftijd kwam ik erachter dat dit een ziekte was, maar ik kwam er jammer genoeg niet van af. Helaas moest ik of ik het nu wilde of niet, eindelijk in zo'n krappe ruimte komen.........
Ze hadden mij helemaal ingepakt met doeken en me geplaatst in een lange doodskist. De stemmen van de mensen om me heen kon ik heel goed horen en ondanks het feit dat mijn ogen gesloten waren kon ik ze op de een of andere manier zien "Hij is gestorven op jonge leeftijd," zeiden ze. "Terwijl hij nog zoveel wilde doen." Ik wilde inderdaad nog heel veel doen. Ik had bijvoorbeeld nog geen eigen zaak voor mijn zoon kunnen beginnen, het geld van de t.v. en de auto had ik nog niet afbetaald. Een groot bedrijf beginnen en al mijn vrienden uitnodigen was nu slechts een droom. Bovendien had ik nog geen kolen en hout kunnen kopen voor de naderende winter en ik had de lekkende plaatsen op de zolder nog niet kunnen repareren.
Toen ik bezig was met het op een rijtje zetten van alles wat ik niet had afgekregen schrok ik van een luidruchtige stem. Alsof deze door een microfoon kwam, weergalmde het in mijn hoofd. "Het is voorbij," zei de stem. Was het nog maar niet voorbij, dacht ik bij mezelf. Hoe heeft zo'n ongeluk mij kunnen treffen? Terwijl ik zo goed auto kon rijden. Ik probeerde te herinneren wat er was gebeurd; mijn vrienden waren om me heen en probeerde de deksel van mijn doodskist te sluiten. Om ze te stoppen wilde ik zo hard mogelijk schreeuwen maar ik kon me niet bewegen nog iets fluisteren. Een poosje later bevond ik me in het donker en keek naar een lichtstraal, die door de planken van de kist scheen. Paniekerig zei ik: "Mijn god, wat zal er nu van mij terecht komen?" Ik kon niet nadenken uit angst. Ondertussen bevond ik me op de schouders van mijn vrienden en al schommelend werd ik voort gedragen.
Door de geluiden die van buitenaf kwamen kon ik opmaken dat het regende. Het geluid van de druppels verenigde zich met het gekraak van mijn doodskist. We gingen hoogst waarschijnlijk naar de moskee voor het Djanâzah-gebed (begrafenisgebed). "Moskee": dat deed me aan iets denken. Hoewel het dichtbij huis was en ik vijfmaal per dag werd uitgenodigd voor het gebed, maar steeds had ik geen tijd kunnen vinden om er heen te gaan. Zoals ik altijd al had gezegd zou ik na mijn vijftigste beginnen met bidden en al mijn slechte eigenschappen waar iedereen zich over ergerde verlaten. Inderdaad, als dit ongeluk niet was gebeurd zou ik in de toekomst een perfecte moslim zijn geweest.
De stem die ik voor de tweede keer hoorde (maar niet wist waar hij vandaan kwam) zei weer: "Het is voorbij. Alles is afgelopen." Iets later werd mijn begrafenisgebed gebeden en ik werd weer op schouders gedragen. We kwamen langs het café waar we voorheen met vrienden dagelijks kaartten en ik hoorde ze vrolijk lachen en dacht: "Waarschijnlijk hebben ze niet gehoord dat ik gestorven ben." Toen de stemmen bijna niet meer te horen waren, voelde ik dat ik op een schuine manier gedragen werd. Zo wist ik dat we de helling af gingen naar de begraafplaats. De druppels van de regen, die met bakken uit de hemel vielen druipte door de gaten van mijn doodskist en maakten de doek waarmee ik bedekt was nat. Ondanks dit luisterde ik naar de stemmen die van buiten kwamen. Sommige vrienden hadden het over de effectenbeurs die gedaald was en anderen verheerlijkten de laatst gespeelde wedstrijd van het nationale voetbalelftal. Een van de personen die mijn kist droeg, fluisterde in het oor van degene naast hem: "Net iets voor hem om op zo'n ongelukkige dag te sterven, we zijn kletsnat geworden." Het was toch niet waar wat ik hoorde. Het waren toch mijn vrienden! Mijn reis was na een tijdje afgelopen en mijn doodskist werd op de grond gelegd. Een paar armen pakten mijn lichaam beet en legden mij in een kuil. Liggend bekeek ik mijn omgeving. Oh, mijn god, was dit nu het graf? Waarom had ik er nooit eerder bij stil gestaan dat ik hier ooit terecht zou komen. Mijn stille hulpkreten kon ik niemand laten horen en ik voelde dat mijn vrienden zich haastten met het bedekken van mijn graf. Weer bevond ik me in het donker en ik begon hulpeloos te bidden. "Mijn god, krijg ik echt geen kans meer om te worden zoals u wilt en om mijn graf te veranderen in een hemelse tuin. " Weer herhaalde dezelfde stem, nog luider dan eerst: "Het is voorbij, alles is afgelopen." Met een laatste poging kwam ik van mijn plaats, en deed mijn ogen open. Ik lag in mijn heerlijke warme bed. Ik had dus een vreselijke nachtmerrie gehad. De dokter die een deur verder woonde probeerde mij wakker te schudden. "Het is voorbij," schreeuwde hij steeds. "Kijk maar het is voorbij. Je hebt niets meer." Ik probeerde langzaam rechtop te zitten. Ik was nat van het zweten en het leek alsof ik twintig kilo was afgevallen. Het regende buiten pijpenstelen, de bliksem en onweer schudden als het ware het hele huis. Ik probeerde tot mezelf te komen terwijl verbaasde blikken me aankeken en zei: "Mijn god, ik ben u dankbaar tot in het diepste van mijn hart. Wat als u me nu geen nieuwe kans had gegeven om een goed mens te worden........?
Dit is het verhaal van een gewone man, die handelt in strijd met Allah`s plan. Wanneer u uzelf hierin weerspiegelt ziet, heb dan berouw en zondig verder niet.
Het was eens midden in de nacht, toen de dood een bezoekje bracht. De slapende riep: `wie klopt daar aan?` `Ik ben Malak al-mawt, laat me binnengaan.`
De man kreeg het koud en weer heet, rilde, badende in het doodszweet. Schreeuwende tegen zijn slapende vrouw, laat hem weggaan, alsjeblieft, gauw.
Engel des doods, neem mijn leven niet. Ik ben nog niet klaar, zoals je ziet. Mijn familie is afhankelijk van mij, geef me nog wat tijd erbij.
De engel klopte, weer en weer, `vriend, je leven nemen doet niet zeer. Het is je ziel, waar God om vraagt, het helpt niet als je nu nog klaagt.`
Hysterisch huilend riep de man, Ò engel, de dood, ik ben zo bang ervan. Ik geef je goud, ik word je slaaf, maar zend me toch niet naar het graf.`
`laat me erin vriend`, zei de engel toen, `kom uit je bed, ga de deur opendoen. Want, laat jij me nu niet zelf erin, dan kom ik door de deur als een djinn.`
De man pakte een pistool om zich te weren, alsof dat een engel zou kunnen deren. Ik schiet nog liever je hoofd eraf, dan ga jij wellicht naar je eigen graf.`
Maar de engel stond al naast zijn bed, `Vriend, je ondergang is al ingezet. Engelen sterven immers niet, dom mens, leg je pistool weg, `t is Gods wens.`
Waarom ben je zo bang, vertel eens man, om te sterven volgens Allah`s plan? Glimlach nu maar en laat geen traan, wees blij, dat je tot hem terug mag gaan.`
Ò engel, ik schaam me en buig mijn hoofd, vergetn was ik God, Zijn naam, zijn geloof. Werkend voor geld verdeed ik mijn tijd, zelfs niet denkend aan eigen gezondheid.
Allah`s geboden gehoorzaamde ik niet,vijf keer bidden? Dat deed ik niet. Ik zag Ramadan komen en gaan, maar hadgeen tijd vol berouw te staan.
De plicht van Haj heb ik uitgesteld, dat vond ik zonde van tijd en geld. Alle liefdadigheid heb ik genegeerd, wel heb ik steeds meer rente begeerd.
Ik zag geen kwaad in een slokje wijn, vond het gezellig met vrouwen te zijn. O engel, neem me alsjeblieft niet mee, spaar mijn leven nog een jaar of twee.
Dan gehoorzaam ik de regels van de Koran, vijf keer bidde, van nu af aan. Het vasten en de hadj zal ik volbrengen, en me niet in andermans zaken mengen.
Ik zal aan andren geen rente vragen, en liefdadigheid geven alle dagen. Ik zal me niet over het wijnglas buigen, maar van Allah`s eenheid getuigen.
`Wij engelen doen alles op Gods bevel, wij kunnen niets doen tegen Zijn wil. De DOOD is voorbeschikt voor iedereen, man, vrouw of kind; uitgezonderd geen.
Dit is je laatste moment, kom erbij, je verleden trekt aan je voorbij. Hoewel ik je angsten begrijpen kan, is het nu te laat voor tranen, man.
Jarenlang heb je op aarde kunnen leven, je hebt nooit geld aan armen gegeven. Je ouders heb je niet gerespecteerd, en nooit iets van je fouten geleerd.
je negeerde dagelijks de roep van de azaan, je las nooit eens een stuk uit de koran. Beloften brak jij altijd, je leven lang, voor jou waren zelfs je vrienden bang.
Goederen opgepot, gigantische winst, jouw personeel verdiende het minst. Geld verdienen was je grootste plezier, ontspannen deed je met gokken en bier.
Met vitaminepillen hield jij je gezond, terwijl je nooit aan iemands ziekbed stond. Ook heb je nooit een liter bloed gegeven, voor het redden van een andermans leven.
o mens, je hebt zoveel verkeerd gedaan, en met hulp-acties aan de kant gestaan. Jij hebt andere mensen nooit vergeven, kijk zelf maar eens terug op je leven.
Het paradijs voor jou? Geen idee, eerder de hel, een grote vlammenzee. Je kunt je zonden niet afbetalen, ik ben hier om je ziel te halen.
Er is een trieste eind aan dit verhaal, de man had tot dan geen enkele kwaal. Sprong schreeuwend uit zijn bed, kwam ten val, en viel plotseling dood. Hartaanval?
O lezer, wellicht heeft dit verhaal, voor u een boodschap, een moraal. als de dood komt, zijn we onvoorbereid, dus gebruik iedere minuut van uw tijd. Verander uw leven nu het nog kan, zodat u het paradijs binnen kan.
Er was eens een jongen die graag snoepjes at. Hij vroeg zijn vader altijd om snoep. Zijn vader was een arme man en kon niet altijd snoep voor zijn zoontje kopen. De kleine jongen begreep dit niet en bleef maar om snoep vragen. De vader van de jongen bedacht hoe hij zijn zoon op kon laten houden met het vragen om zoveel snoep. Hij had een idee. Er woonde een wijze man vlakbij. De vader besloot om zijn zoon naar de wijze man te brengen zodat deze hem op kon laten houden met het vragen om snoep.
De jongen en zijn vader gingen op weg naar de wijze man. De vader zei tegen hem: ?Kun je mijn zoon vragen om op te houden met snoep vragen wat ik niet kan betalen?? De wijze man vond het moeilijk want hij hield zelf veel van snoep. Hoe kon hij de jongen dan vragen om op te houden met snoepen? De man zei tegen de vader dat hij zijn zoon over een maand terug moest brengen.
Tijdens die maand hield de wijze man op met het eten van snoep en toen de jongen en zijn vader na een maand terugkwamen, vroeg de wijze man aan de jongen: ?Lief kind, zal je je vader niet meer om snoep vragen wat hij niet kan betalen?? Sindsdien vroeg de jongen nooit meer om snoep.
De vader van de jongen vroeg aan de wijze man: ?Waarom heb je dat niet aan mijn zoon gevraagd toen we hier een maand geleden kwamen?? De wijze man antwoordde: ?Hoe kan ik een jongen vragen om niet meer te snoepen terwijl ik zelf zo van snoepen houd? In deze maand ben ik gestopt met snoepen.?
Het voorbeeld dat iemand geeft, is veel sterker dan alleen zijn woorden. Als we iemand vragen om iets te doen, moeten we het zelf ook doen. We moeten anderen niet vragen om iets te doen wat we zelf niet doen. Zorg ervoor dat je woorden en je daden altijd hetzelfde zijn. Er was eens een jongen die graag snoepjes at. Hij vroeg zijn vader altijd om snoep. Zijn vader was een arme man en kon niet altijd snoep voor zijn zoontje kopen. De kleine jongen begreep dit niet en bleef maar om snoep vragen. De vader van de jongen bedacht hoe hij zijn zoon op kon laten houden met het vragen om zoveel snoep. Hij had een idee. Er woonde een wijze man vlakbij. De vader besloot om zijn zoon naar de wijze man te brengen zodat deze hem op kon laten houden met het vragen om snoep.
De jongen en zijn vader gingen op weg naar de wijze man. De vader zei tegen hem: ?Kun je mijn zoon vragen om op te houden met snoep vragen wat ik niet kan betalen?? De wijze man vond het moeilijk want hij hield zelf veel van snoep. Hoe kon hij de jongen dan vragen om op te houden met snoepen? De man zei tegen de vader dat hij zijn zoon over een maand terug moest brengen.
Tijdens die maand hield de wijze man op met het eten van snoep en toen de jongen en zijn vader na een maand terugkwamen, vroeg de wijze man aan de jongen: ?Lief kind, zal je je vader niet meer om snoep vragen wat hij niet kan betalen?? Sindsdien vroeg de jongen nooit meer om snoep.
De vader van de jongen vroeg aan de wijze man: ?Waarom heb je dat niet aan mijn zoon gevraagd toen we hier een maand geleden kwamen?? De wijze man antwoordde: ?Hoe kan ik een jongen vragen om niet meer te snoepen terwijl ik zelf zo van snoepen houd? In deze maand ben ik gestopt met snoepen.?
Het voorbeeld dat iemand geeft, is veel sterker dan alleen zijn woorden. Als we iemand vragen om iets te doen, moeten we het zelf ook doen. We moeten anderen niet vragen om iets te doen wat we zelf niet doen. Zorg ervoor dat je woorden en je daden altijd hetzelfde zijn.
"Wanneer een advies van het hart naar het hart gaat, dan bereikt het ook het hart." (Sheikh Othaymien, rahimahuAllah) "Wanneer een advies van het hart naar het hart gaat, dan bereikt het ook het hart." (Sheikh Othaymien, rahimahuAllah)
Een man genaamd Abu Abdullah vertelt: Ik weet niet hoe ik een ervaring die ik een tijdje geleden heb meegemaakt moet vertellen, een verhaal dat mijn hele leven op z'n kop heeft gezet. De waarheid is dat ik nooit besloten zou hebben om het te vertellen, ware het niet dat ik een verantwoordelijkheid voel tegen- over Allah. Een verantwoordelijkheid om met mijn verhaal de jonge mannen die Allah ongehoorzaam zijn te waarschuwen en als waarschuwing voor de jonge vrouwen die een valse droom of fantasie naleven "liefde" genaamd. Wij waren een groep van drie vrienden, het enige wat wij gemeen hadden was onge- hoorzaamheid (aan Allah) en dat we dwalende waren. Nou, eigenlijk waren we met vier, de shaytan was de vierde.
Wij waren altijd op zoek naar de mooiste meiden, om ze vervolgens met onze vlotte babbel naar vergelegen boerderijen te lokken. Daar stonden zij altijd versteld dat we opeens in gevoelloze vossen waren veranderd die geen medelijden kenden, ongeacht wat ze zeiden of deden om ons op andere gedachten te brengen. We waren keihard en kenden geen schaamte. Dat is hoe we onze dagen en nachten doorbrachten; op boerderijen, kampen, auto's, en aan de kust. Tot de dag die ik nooit zal vergeten kwam.
Als altijd gingen we weer naar de boerderij, alles stond klaar. Ieder van ons had zijn prooi, het vervloekte drank (alcohol) vloeide rijkelijk, maar we waren een ding vergeten; we hadden geen voedsel. Dus na een tijd, ging een van ons eten halen met zijn auto. Het was bijna 6 uur s ochtends toen hij vertrok.
Uren verstreken zonder een spoor van onze vriend. Wij begonnen ons zorgen te maken. Ik begon al het ergste te vrezen en besloot om hem te gaan zoeken. Eenmaal onderweg zag ik al gauw uitslaande vlammen in de verte. Toen ik dichterbij kwam zag ik tot mijn grote schrik dat het de auto van mijn vriend was die in lichterlaaie stond terwijl hij gekanteld was en op zn zij was terechtgekomen. Ik haastte me naar de auto om mijn vriend uit het brandende wrak te bevrijden.
Ik schrok mij kapot toen ik zag dat de helft van zijn lichaam zo zwart als roet was geworden, maar was opgelucht om hem nog in leven aan te treffen. Ik haalde hem uit de auto en legde hem op de grond, en na een kleine minuut opende hij zn ogen en zei:,, HET VUUR!!! HET VUUR!!! Ik besloot om hem naar mijn auto te brengen en met hem naar het ziekenhuis te racen. Maar hij mompelde:,, Het heeft geen zin, ik haal het niet.
Tranen overvielen mij terwijl ik zag hoe mijn vriend voor mijn ogen aan het sterven was ..Plots schreeuwde hij:,, WAT MOET IK TEGEN HEM ZEGGEN?! WWATT .. MOET IK TEGEN HEM ZEGGEN?! Stomverbaasd keek ik naar hem en vroeg:,,Wie? Hij antwoordde met een zachte verre stem:,,Allah
Ik voelde hoe mijn lichaam overladen werd met angst en hoe ik begon te beven. Plotseling slaakte hij een kreet, waarvan de echo mij nog lang daarna heeft achtervolgd, en blies zijn laatste adem uit.
De dagen vervlogen, maar ik kreeg het beeld van mijn goede vriend die door het vuur verteerd werd en zijn wanhopige schreeuw:,, WAT MOET IK TEGEN HEM ZEGGEN?! WWATT .. MOET IK TEGEN HEM ZEGGEN?! niet uit mijn hoofd. Ik merkte dat ik mijzelf constant afvroeg; en wat moet ik tegen Hem zeggen?!
Mijn ogen liepen vol en ik voelde een raar gevoel van zachtmoedigheid die ik nooit eerder had gevoeld. Op datzelfde moment, hoorde ik de Muathien (de oproeper tot het gebed) de oproep tot Salat al-Fajr (het ochtendgebed) doen. Het voelde alsof het een oproep was die rechtstreeks aan mij persoonlijk gericht was, die mij vertelde om het boek van de donkere jaren van mijn leven te sluiten, en mij uitnodigde naar het juiste pad der leiding en gehoorzaamheid. Ik stond op, waste mijzelf en verrichtte de woedoe, zuiverde mezelf van de zonden waar ik bijna in verdronk, en verrichtte het gebed. Sinds die dag, heb ik mezelf tot Allah gekeerd, smekend om vergeving en berouw. Ik heb geen enkele verplichting nagelaten. Ik ben een totaal andere persoon geworden. Ik leef nu om een gehoorzame dienaar van mijn Schepper te zijn, mijn leven is totaal veranderd .
De dag (zal komen) waarop de aarde en de hemel door een andere aarde en hemel zullen worden vervangen; en zij (de mensen) allen voor Allah, de Ene, de Opperste zullen verschijnen.
Er was eens een rijke handelaar die vier vrouwen had. Hij hield het meest van zijn vierde vrouw,hij versierde haar met weelderige kleren en behandelde haar als een delicatesse. Hij zorgde heel goed voor haar en gaf haar het beste van het beste.
Hij hield ook erg veel van zijn derde vrouw. Hij was erg trots op haar en wilde altijd met haar pronken.Echter, de handelaar was erg bang dat ze weg zou lopen met een ander man.
Hij hield ook van zijn tweede vrouw. Ze was een hele attente persoon,altijd geduldig en in feite was ze de vertrouwelinge van de handelaar. Wanneer de handelaar problemen had, wendde hij zich altijd tot zijn tweede vrouw en ze hielp hem altijd en steunde hem door de moeilijke tijden heen.
Nu, de handelaars eerste vrouw was een hele loyale partner en had veel bijgedragen aan het behouden van zijn gezondheid en zaken,en zorgde ook nog voor het huishouden. De handelaar echter, hield niet van zijn eerste vrouw en hoewel ze zielsveel van hem hield, schonk hij haar nauwelijks aandacht.
Op een dag werd de handelaar ziek. Niet lang daarna wist hij dat hij gauw zou sterven. Hij dacht aan zijn luxueus leven en hij zei in zichzelf :"Nu heb ik vier vrouwen bij me, maar wanneer ik sterf zal ik alleen achterblijven. Wat zal ik eenzaam zijn !" Zodoende vroeg hij aan zijn vierde vrouw : "Ik hield van jou het meest, ik gaf jou de mooiste kleren cadeau en ik overstelpte je met de grootste zorg.Nu dat ik doodga, zou je me willen volgen en me gezelschap brengen ?"
"Geen sprake van !"antwoordde de vierde vrouw en ze liep weg zonder een woord.Het antwoord sneed scherp door het hart van de handelaar.
De verdrietige handelaar vroeg het dan aan zijn derde vrouw :"Ik heb mijn hele leven lang veel van jou gehouden.Nu dat ik doodga, zou je mij willen volgen en me gezelschap houden ?"
"Nee !" antwoordde de derde vrouw. "Het leven hier is goed.Wanneer je sterft ,ga ik hertrouwen".
Het hart van de handelaar bezweek en werd koud.
Dan vroeg hij aan zijn tweede vrouw :"Ik wendde me altijd tot jou voor hulp en je hebt me altijd geholpen. Nu heb ik weer je hulp nodig. Wanneer ik doodga, wil je me volgen om me gezelschap te brengen ?"
"Het spijt me ,maar deze keer kan ik jou niet helpen." antwoorde de tweede vrouw. "Ik kan op z'n minst je naar je graf uitgeleide doen."
Het antwoord kwam als een bliksemschicht en de handelaar was ontzet.
Toen riep een stem :"Ik zal met je mee gaan.Ik zal je overal volgen."
De handelaar keek op en daar zag hij zijn eerste vrouw.Ze was zo dun ,het leek bijna dat ze aan ondervoeding leed.Diep bedroefd zei de handelaar :"Ik had beter voor je moeten zorgen toen ik nog kon !"
We hebben allemaal vier vrouwen. De vierde vrouw is ons lichaam. Hoe hard we ook ons best en moeite doen erin te slagen om er goed uit te zien, het zal ons verlaten wanneer we doodgaan.
Onze derde vrouw zijn onze bezittingen, onze status en onze rijkdom. Wanneer we sterven gaan ze allemaal naar anderen.
De tweede vrouw is onze familie en onze vrienden. Hoe nabij ons ze ook zijn geweest, dichtbij dan het graf kunnen zij niet met ons blijven.
De eerste vrouw is in feite onze ziel, vaak verwaarloost in ons streven naar materiële rijkdom en lichtzinnig plezier. Het is werkelijk het enige dat ons volgt waarheen we ook gaan.
Misschien is het een goed idee om het nu te koesteren en het te versterken, dan te wachten tot we in onze sterfbed liggen te klagen.
Salaam alaikoem broeders en zusters , Ik ben Said Mondria en ik zal inshallah elke dag een nieuw verhaal plaaten en ik hoop dat jullie ze leuk vinden . Jullie mogen reageren dat kan onderaan elk verhaal ik kijk er naar uit. Salaam alaikoem, Said.