van een 90jarige oud-politicus jan verroken
" niemands heer & niemands knecht " !
16-06-2007
De Verkiezingen achteraf bekeken
De verkiezingen achteraf bekeken
Wat nu?
Wat is er gebeurd?
Als ik de bladen lees en via krantenkoppen op Internet mijn informatie aanvul, dan moet ik vaststellen dat ik niet alleen ben met de vaststelling, dat ik er niets van versta noch van de uitslag én, dat ik nog minder versta van de verwondering bij de politieke verantwoordelijken?
Ik heb bijna 55 jaar in de actieve electorale politiek gestaan, en ik kan me niet voorstellen, dat politieke verantwoordelijken zich zo in hun prognoses kunnen vergissen, de opiniepeilers inbegrepen. De kloof met de burger moet wel erg groot geworden zijn, zodat men zulke opinieverschuivingen niet vooraf gehoord of gezien heeft?
Dat de Waalse socialisten zouden verliezen kon ik mij, vanuit de zijlijn enigszins voorstellen, maar niet zo erg en zeker niet zo in het voordeel van de Waalse liberalen, die samen met PS toch dezelfde politiek hadden gevoerd? Idem met de VLD.
Ik had een verschuiving eerder verwacht in de richting van de groenen, daar de CDH mij te nauw verbonden leek met
de PS.
Hoezeer de gebeurtenissen van Charleroi zouden meespelen, kon men van buiten Wallonië niet meten. Misschien hebben de Walen teveel naar Frankrijk gekeken en het gevecht tussen de blauwen en de roden aldaar?
Wat met de Vlaamse socialisten gebeurd is, daar staat mijn verstand helemaal bij stil. Dat ze zwaarder zouden verliezen dan de VLD, dat had toch niemand geloofd?
Hebben zij de verkeerde antwoorden gegeven op de vragen waar de mensen van wakker liggen? Of hebben ze zich van doelgroep vergist of teveel partijvreemde kandidaten op hun lijsten gezet, met het gevolg dat daar een gevoel van verlating is ontstaan bij hun traditionele kiezers? Waar zijn die traditionele kiezers naartoe?
Dat het Vlaams cartel CD&V-NVA zou winnen was m.i. algemeen verwacht, alleen met hoeveel % hing in de lucht? Maar dat het in die mate zou winnen, zodat het
onontwijkbaar zou worden bij een nieuwe regeringsvorming, dat heeft haast niemanddurven geloven? 30 zetels tegen 18 voor de liberalen en 14 voor de socialisten? Welke helderziende had zoiets durven voorspellen?
Maar het succes van De Decker is al een even grote verrassing, als het blauw kleuren van Wallonië en socialistische ramp in Vlaanderen.
Ge kunt er voor of ge kunt er tegen zijn, om zijn inhoud of stijl?
Ge moet het maar kunnen, in zo korten tijd en zonder officiële middelen. Die man is iemand (he is his own man) en heeft iets te zeggen?
Dat het Vlaams Belang niet meer dan 1% zou vooruitgaan hadden velen gehoopt. Dat men stemmen kan winnen en een zetel verliezen begrijpen veel kiezers niet. Met een zetel minder verliezen zij niet alleen hun eerste plaats, maar zakken ze met hun 17 zetels naar de derde plaats, achter de VLD met 18 zetels en voor de SP-A/Spirit met 14 zetels? Maar hierop mogen wij ons toch niet miskijken. Het zou immers kunnen dat die stilstand niet zozeer het gevolg is van de antipropaganda, maar vooral het gevolg van het succes van de van de CD&V-NVAen ook wel van het succes van DD?
En meteen zitten er 27 Vlaamse parlemetairen die hun geloof in de toekomst van Belgie verloren hebben? Ik tel: 17 VB,
5 DD en 5 NVA? Als ik mij niet vergis is dat samen 27 Vlaamse parlemetairen,
die stellen dat Vlaanderen het (zonder de Walen en de Francofonen) het evengoed zou doen als andere kleine landen in Eurpa en in de wereld,en met minder inwoners als Denmarken, Ierland,
Denemarken, Noorwegen, Finland enz
Wie dat geloof wil keren, zal andere argumenten moeten vinden? Met alleen maar karikaturen of scheldwoorden zal het niet gaan? Er zal moeten gewerkt aan herkenbare echte, geloofwaardige, constructieve gemeenschapsverhoudingen in dit land?Een voorbeeld dat door de ganse wereld mag gezien worden.
De Francofonie,die wettelijk al uit tweetaligen bestaat (gezien in het Brussels onderwijs de tweede Landstaal wordt aangeleerd) zal o.a. dringend in Vlaaderen moeten doen, wat de Vlamingen, die zich in Wallonië vestigen moeten doen én wat de taalwet (een Waalse eis) stelt nl zich aanpassen en definitief verzaken aan de mentaliteit van kolonisten.
Dit opdat men zou kunnen werken aan de echte problemen.
Als men voor een goede aanpak van de echte problemen,
zekere aanpassingen aan de instellingen nodig zijn, dan moet men daar niet verder, en zeker niet kwaadaardig, over vitten, maar zakelijk onderhandelen?
Laat ons even samen rekenen.
Er zijn 150 zetels in de Kamer.
Bij die 150 zetels, zijn er 88 Vlaamse en 62 Francofone.
Bij die 88 Vlaamse, zijn er (17 cordon) 30 CD&V-NVA.
Paars (violet) heeft in Vlaanderen nog 18+14= 32 zetels
Ze mogen er nog Groen! bijnemen, dan wordt het nog niet de helft, nl 36 van de 88?
Met De Decker naast De Gucht,
er nog bij, wordt het 41 op 88. en dan?
Gaan zij kunnen (durven) samen met de Francofonen (Walen en Brusselaars) regeren tegen een Vlaamse meerderheid?
En met welke Francofonen? 0p de 62zijn er 23 MR, 20 PS,
10 CDH, 8 Ecolo, (1 cordon). Ze moeten minstens met 35 zijn.
Als de MR en de PS samenwerken zijn ze met voldoende, anders zijn er drie partijen nodig om een parlementaire meerderheid te vormen met een Vlaamse minderheid.
Maar, zou Huysmans gezegd hebben: in de liefde en in depolitiek zegt men nooit nooit en hij vormde een regering met één stem meerderheid. En waarom niet; de meeuwen staan toch ook op één poot (en vallen toch niet)? Maar daarvoor moet ge over een cynieker met voldoende verzamelend gezag beschikken lijk Huysmans?
Dat dit nu denkbaar en doenbaar zou zijn, dat een Vlaamse minderheidspartij zulk een pervers opzet zou meespelen, is een al te gekke hypothese.
Een regering met een Vlaamse minderheid om wat te doen of niet te doen?
Wie is die kandidaat Eerste Minister die een regering wil en kan vormen tegen een Vlaamse meerderheid?
Om wat te doen?
1) Om NON te zeggen aan de Vlaamse vraag om inzake Brussel-Halle-Vilvoorde een einde te stellen aan een ongrondwettelijke toestand?
Met of zonder compensaties? Wat indien de Walen in ons plaats waren?
2) Om NON te zeggen aan een reeks vragen, gesteld door al de Vlaamse Partijen samen?
Tot hiertoe zei Reynders dat hij het er moeilijk mee heeft, omdat er hierdoor ook meer bevoegdheden zouden gaan naar het Waalse Gewest en de Franstalige Gemeenschap, waar de PS nog altijd de scepter zwaait? Dit is mijns inziens een klein partijpolitiek argument en geen staatsargument?
En voor de rest zijn ze daar weer met het 175 jaar oude liedje het einde van België.
Alsof een communautaire bevoegdheidsverdeling, niet de meest doodnormale zaak en schoonmenselijke zaak van de wereld is in elk land van de wereld waar twee verschillende cultuur gemeenschappen samen wonen?
In elk land waar twee of meer cultuurgemeenschappen samen wonen zijn er samenlevingsproblemen die op zijn minst in unionistische zin (niet in unitaire zin) moeten aangepakt worden en waarvoor een eerbaar ver-gelijk, met accent op gelijk moet gezocht worden, wars van elk compromitterend compromis, dat niets oplost maar alleen en nieuw probleem erbij maakt, zoals dit het geval was met Hertoginnedal en Egmont, waarvan de laatste puinen nog steeds niet opgeruimd zijn.
Waar Egmont, in zijn eerste versie (het zal wel niet waar zijn) iets weg had van een dronkemansakkoord, bleek het achteraf een felix culpa, een gelukkige fout van toen, want met de slag werd iedereen federealist en werd het federalisme niet langer gelijkgesteld met het einde van België. Zelfs de Libre van toen werd federalist? Maar het maakte ook de weerbaarheid van de Vlamingen wakker?
Mijn stelling is altijd geweest: niets vragen voor Vlaanderen dat niet voor Wallonië geldt.
Alles wat redelijk is in Wallonië moeten zij ook redelijk vinden voor Vlaanderen.
De grote moeilijkheid is vaak dat wij, onbewust, mentaal anders historisch gedetermineerd zijn door die kwaadaardige voorgeschiedenis van en in dit Land.
En daar hebben de levenden noch schuld of verdienste aan
Zo worden wij in Wallonië en zeker bij de Brusselse Francfonie vaak geconfronteerd met een ander redelijkheidsgevoel en een ander schaamtegevoel.
Ik noem dit een intermezzobericht, om te zeggen dat niet mijn bedoeling was en is om te stoppen met herinneringen en meningen, want ik heb nog zoveel te vertellen over tal van schone en triestige politieke herinneringen en achterschermse anekdoten, ook wat onze streek aanbelangt.
Denk aan de fusies van de gemeenten, politiek begonnen in de Vlaamse Ardennen in 1959 om in 1976 te eindigen met de oprichting van Groot-Antwerpen en Groot-Charleroi. Samenvattend, de afschaffing van zowat 2.000 gemeenten, evenveel burgemeesters en gemeentesecretarissen, meer dan dubbel zoveel schepenen . In mijn eigen arrondissement betekende dit, afschaffing zowat 50 gemeenten van de 60.
Vermits ik al die jaren lang, parlementair verslaggever was van alle fusies van het ganse land, Wallonië inbegrepen, was ik al die tijd ook de verzamelaar van alle mogelijke twistpunten en ook geestige anecdoten hierover.
Denk verder aan het snelwegenprobleem, de levensaders in de strijd voor werk in eigen streek, die de nieuwe bestuurskrachtige gemeenten moesten helpen om hun industrieterreinen levensvatbaar te maken. Ik moet ook nog vertellen hoe en waarom en door wie de A9 door ons eigengebied niet doorging, vooral tot grote schade voor de ontsluiting van Ronse.
Denk aan de omvorming van de C.O.O. tot O.C.M.W. waarvoor het eerste nationaal studiecongres van de C.V.P, met De Saeger als Minister vanVolksgezondheid te Oudenaarde doorging en die ik persoonlijk als voorzitter van de Parlementaire Commissie van Volksgezondheid door de Kamer mocht helpen sluizen.
En daar is ook nog het mysterieuze Egmontplan, waarover iedereen een oordeel had en niemand wist wat erin stond, zelfs niet toen het ter goedkeuring de partijcongressen werd voorgelegd. Maar het moest erdoor, desnoods met de karwats, alsof er geen parlement, geen wetgevende macht bestond bestond.
Daar zijn nog tal van andere gebeurtenissen waarover ik nog een en ander te vertellen heb, om te zwijgen over de moord op Vindevogel. Ik moet U onder andere nog met de feiten bewijzen, dat de man veroordeeld werd voor daden die hij niet gesteld heeft enz.
Maar vandaag eventjes over iets anders, o.a. hoe een wielergebeurtenis mij, voor de rest van mijn leven, leerde dat men met passie dezelfde woorden kan gebruiken om hettegenovergestelde te zeggen in de sport, dus ook in de politiek.
1963, toen Beheyt wereldkampioen werd i.p.v. Van Looy.
Het was voor mij een uiterst aangename verassing, toen ik vernam dat dit jaar op 1 juli, het Belgisch wielerkampioenschap te Ronse zal plaatsvinden.
Over de jaren heenwas Ronse veruit de meest
sportieve stad van zuid Oost-Vlaanderen, met als toppunt de organisatie van twee beruchte wereldkampioenschappen. Maar sinds was het zo onnatuurlijk stil geworden. Zelfs het parcours van de Ronde van Vlaanderen had Ronse verlaten. Ik weet niet als Karel van Wijnendale ooit een Ronde van Vlaanderen heeft georganiseerd zonder Ronse aan te doen? Hopelijk helpt parcours van het nationaal kampioenschap van 1 juli de mogelijkheden van Ronse weer ontdekken.
Intussen deed het nieuws van 1 juli, mij ook automatisch terug denken aan persoonlijke belevenis, toen Benonie Beheyt wereldkampioen werd.
Ik zat op de tribune tussen twee uitzonderlijke koerskenners, links van mij Jacques Godet, de chef van de Ronde van Frankrijk en rechts Cyriel Van Hauwaert, de allereerste Flandrien van voor de oorlog 1914/18. Wie reed er in mijn jeugd niet met een fiets Van Hauwaert.
Het was toen, rond de jaren 1963 ook de glorietijd van Anquetil, die deelnaam aan het kampioensco-schap. Als ik mij omdraaide zat de vrouw van Anquetil vlak achter mijn rug.
De waarheid is, dat ik mijn daar uren lang doodverveeld heb, vanwege een aangeboren allergie voor protocol en daar de dure eed gezworen heb: het zal mij nooit meer gebeuren dat ik me zo urenlang laat opsluiten.
Noteer: zolang ik in het parlement was heb ik nooit op de eerste rij gezeten, ook niet als ik fractievoorzitter was, en steeds op een hoek zodat van tijd tot tijd eens kon rechtstaan of eventjes kon verdwijnen.
"C'est scandaleux"!!!
Kort, ik was doodsblij als de sprint naderde Toen het zover was, sprongen mijn beide buren recht en riepen of liever briesten tegelijk: cestscandaleux! ! ! Onmiddellijk
gevolgd door een discussie met elkaar.
Godet stelde dat men Van Looy onmiddellijk moest declasseren omdat hij kennelijk getracht had Beheyt in de ballustrade te drijven. Een wereldkampioenschap is een individuele koers stelde hij.
Cyriel Van Hauwaert stelde dat er een ploegafspraak was geweest dat iedereen in dienst zou rijden van Van Looy en dat Beheyt een valschaard was, een soort dief enz.
Ik heb toen niet de kans gekregen om deftig afscheid te nemen van mijn tribunegenoten. Toen ik beneden kwam bij de mensen, was het daar hetzelfde tussen de echte kenners en de gelegenheidstoeschouwers. Deze keer waren de echte kenners niet te troosten dat een Belg gewonnen had; ze waren gekomen om Van Looy te zien winnen. Ze zouden het Beheyt nooit vergeven.
Binnen het half uur was de stad Ronse leeg gelopen, tot grote ramp voor enkele zelfstandigen die er op gerekend hadden dat de vele toeschouwers nog een paar uur te Ronse zouden blijven nakaarten.
En lang daarna zou voor Beheyt een soort cordon sanitair ingesteld worden; op alle volgende koersen zou hij weg-gemekkerd worden.
Sindsdien heb ik voor de rest van mijn leven begrepen: Het isniet omdat men letterlijk dezelfde woorden gebruikt dat zijhetzelfde bedoelen. Goed oppassen, ook in en over de politiek, telt niet zozeer op wat men zegt, maar wat men bedoelt.
Het kan ook dat men andere woorden gebruikt, maar hetzelfde bedoeld.
Wat met en na 10 juni?
Als ik mij niet vergis, gaat het toch over het verkiezen van een nieuw parlement?
Ik heb eerder de indruk opgedaan dat men doet alsof het over een soort presidentes verkiezingen gaat en dat de parlementsverkiezingen van minder belang zijn?
Het voorstellen van de parlementskandidaten in de arrondissementen werd tot het stikt minimum herleid?
Door wie werden die aangesteld? Is men niet bezig met het gat met de burger lelijk te verbreden? Hoeveel % van de kandidaten die op de lijsten staan kent de kiezer? Enz.
Verder zijn het, in Vlaanderen, precies louter Vlaamse verkiezingen? In Wallonië zijn het precies Waalse verkiezingen, wat de stijl betreft precies afgekeken van de Franse? Voor Vlaanderen gaat het om meer bevoegdheden, voor Wallonië over meer centen?
Zullen er na de verkiezingen nog volksvertegenwoordigers zijn, of zullen er alleen nog louter partijvevtegenwoordigers zijn, louter stemautomaten?
En zo zou ik nog 100 vragen kunnen stellen.
Ze zijn allemaal voor de "democratie", maar bedoelen ze met hetzelfdewoord hetzelfde?
Ook wij gaan morgen stemmen, wellicht voor het laatst.Niet jammeren weigen hebben het zolang en zo dikwijls mogen doen.
Wij wensen aan al onze lezers, dat ze het nog vele jaren mogen doen.
Wij doen voor de goede en hopen dat de beste mogen winnen. En gij?
Vindevogel en de semi-publieke Biecht van de Heer Dubois
Vindevogel en de semi-publieke biecht van Raadsheer Dubois
In een vorig bericht vertelde ik reeds over een speciaal telfoonbericht. Het gebeurde naar aanleiding van de voorstelling aan de pers van de wederuitgave van mijn stenografisch verslag door het Davidsfonds.
Gevraagd voor een kort interview door VTM had ik gezegd dat m.i., de voorzitter van de Krijgsraad, Dubois, met zijn brutaal optreden, een soort komedie had gespeeld.
Hierdoor wilde hij zich m.i. tegenover de vermeende straat beschermen tegen het verwijt van mildheid, wanneer hij voor Vindevogelgeen doodsvonnis zou uitspreken.
Diezelfde avond kreeg ik een telefoon uit Gent, om mij te zeggen dat mijn veronderstelling klopte en dat zij mij een bewijs hiervan konden bezorgen.
Kort daarna ontving ik een document toegestuurd, dat een verslag bevatte van een onderhoud tussen gewezen voorzitter Dubois en de gevangenisalmoezenier-emeritus De Spiegeleire.
Bij mijn vorig bericht had ik het document niet onmiddellijk bij de hand. wat thans wel het geval is.
Het dokument bestaat uit twee delen door elkaar vermengd, enerzijds een korte samenvatting van het proces en anderzijds het verhaal van de ontmoeting met Raadsheer Dubois.
Ik beperk mij tot dit laatste.
Dubois bij aalmoezenier De Spiegeleieren en diens belofte
Aalmoezenier De Spiegeleieren schrijft: Met dit geschrift wil
ik, Antoon C. De Spiegeleire, gevangenisalmoezenier-emeritus, lid van de administatieve commissie van de gevangenis,d.d. Onderpastoor op Sint Coleta parochie te Gent, voldoen aan een belofte én een voornemen, belofte gedaan in februari 1946 aan Raadsheer Dubois, en het voornemen het gesprek dat ik met hem had, in het kort in geschrift weer te geven.
Op een avond in februari 1946, rond half zeven wordt gebeld aan de deur van mijn woning, Elyseesche Velden 4, te Gent. (Ik was toen onderpastoorop de Sint Jozef parochie;)
Mijn huishoudster doet open en laat iemand binnen in de spreekkamer. Ze komt mij zeggen: een heer wil u spreken. In de voorkamer ontmoet ik de heer Dubois. Ik ken hem zeer oppervlakkig. Hij was voorzitter van de oud-leerlingenbond van het Sint Lievenscollege waar ikzelf mijn humaniora studies heb voltooid. In de woonkamer zegt de heer Dubois: Ik zou u willen spreken in verband met het proces Vindevogel. In maart 1945 was ik voorzitter van de Krijgsraad samen met met rechter Van Maldeghem en twee militairen als bijzitters
Hier laat ik hem reeds aan het woord/ Ik, Dubois, wil aan een priester mijn ware bedoeling onthullen. Zo wil ik de blaam die mij ten onrechte treft en mij pijn doet, voor de toekomst recht zetten
Ik beloofde naar hem te luisteren en notas te nemen. Naar mijn vermogen heb ik daarop volgende jaren zeer dikwijls de gelegenheid gehad mijn belofte te vervullen en aldus te pogen een misverstand recht te zetten.
(Na verwezen te hebben naar het feit, dat Vindevogel op 25 september 1945 werd terechtgesteld in de gevangenis van Gent schrijft hij verder)
Ik geef hier de korte inhoud van het gesprek. Sommige woorden en zinswendigen van de spreker staan mij nog klaar voor de geest:
Ik ,Dubois, wist zeer goed waarom ik op de zittingen van de krijgsraad de houding heb aangenomen die de toehoorders en de lezers van de veslagen als brutaal en zelfs zeer brutaal hebben gekenmerkt; (alle overdrijvingen niet te na gesproken). Want ik wist wat ik zodoende deed. Ik kende perfekt het hele dossier, ik kende de haat tegen de persoon van Vindevogel: ik kende perfekt de aktie tegen hem gevoerd, voor, na en tijdens de bevrijding; ik wist dat het doodvonnis tegen hem geeist werd en dat alleen de uitvoering van dat vonnis de haatgevoelens kon bevredigen. Maar ik kende ook het niet-officiele gebruik van de uitvoerende macht (het Ministerie van Justitie), nl dat geen bevel tot executie zou gegeven worden indien er in een zaak twee verschillende vonnissen werden uitgesproken: levenslange hechtenis in eerste aanleg en doodstraf in beroep. Het genade verzoek zou aan het staatshoofd ter ondertekenig voor gelegd worden. In het proces Vindevogel, had ik dans mon for interieur beslist het doodsvonnis niet uit te spreken. Daarom was het vonnis van de krijgsraad/ levens lange hechtenis. Omdat men niet zou kunnen beweren dat ik, Dubois, als voorzitter van de Krijgsraad, het proces in Vindevogels voordeel had doen verlopen, heb ik inderdaad mij zo brutaal aangesteld.
Daarom ook ben ik, Dubois, bij U, een priester, met wie ik geen betrekkingen onderhoud,gekomen,opdat na verloop van deze eer troebele tijden gij voor mij zoudt kunnen getuigen". Tot hier de samenvatting van het gesprek met de heer Dubois,oud-voorzitter van de Krijgsraad in de zaak Vindevogel
En de schrijver besluit.
Enkelejaren later, bij het lezen van het stenografisch verslag van het proces Vindevogel kon ik kennis nemen van een belangrijk feit dat m.i. de rechtzinnigheid van de woorden van Dubois kan bevestigen.
Het, betreft een geheime nota(enz, enz).
Voor de pleidooien werden de drie verdedigers bij de voorzitter Dubois geroepen, hebben ze over de geheime nota gesproken en heeft Dubois woordelijk gezegd: Want indien de feiten vervat in de nota juist zijn, blijft ons alleen nog iets te doen, namelijk Vindevogel vrij te spreken, en dat is toch niet mogelijk
Het gaat hier niet om de inhoud van deze geheime nota, belang alleen heeft de reaktie van de voorzitter en zijn aangehaalde woorden, de houding van het Openbaar Ministerie en het vonnis van de Krijgsraad. De woordenvan de oud-voorzitter Dubois te mijnen huize in februari 1946 krijgen daardoor de grootst mogelijke waarschijnlijkheid van rechtzinnigheid.
§ 7. SLOT
Deze getuigenis door mij persoonlijk geschreven heb ik in de loop der jaren herhaalde malen verteld aan allerlei mensen. Het waren er hoofdzakelijk die op een of andere wijze Raadsheer Dubois de hoofdoorzaak noemden van de terechtstelling van Vindevogel.
Ik verklaar in eer en geweten de juistheid van de samenvatting van het gesprek met Raadsheer Dubois in februari 1946.
Gevangenisalmoezenier-emeritus,
Antoon C. De Spiegeleire
Het document draagt geen datum. Dit document werd duidelijk later opgesteld met het doel het mede door derden te laten verspreiden. Het werd mij overgemaakt door een neef.
Het geheel bedraagt 4,5 blz waaruit ik hier alleen de semi-publieke biecht heb overgenomen. De rest gaat over het proces, als kader waarin dit getuigenis dient gelezen.
Ik heb hier zijn verhaal scrupuleus letterlijk overgenomen, tot op de komma na. De versie van het stenografisch verhaal, dat hij na het bezoek van Dubois gelezen heeft, is niet onze uitgave, maar kennelijk die van B. Van Goor. In mijn uitgave was er immers geen spraak van een geheime nota.
Enkele maanden later, na februari 1946, zal Dubois wellicht nog beter begrepen hebben, welke rol hij had gespeeld door een vonnis uit te spreken, naar zijn mening om de huilende wolven te doen zwijgen en de belaagde voor het ergste te redden.
Drie maand later zal hij begrepen hebben dat hij ongewild slechts een cynische figuranten-rol had gespeeld in een stuk dat op de meest kwaadaardige wijze werd gemonteerd door een heel klein clubje van doodsvijanden, die het zo nauw niet namen met het leven van een mens.
Niet langer dan in mei 1946, werden twee van de drie hoofdgetuigen in de zaak Vindevogel veroordeeld door de Correctionele Rechtbank van Oudenaarde, gemotiveerd als volgt:
Overwegende dat de tweede en de derde verdachte bij hen aangedrongen hadden om beide gebroeders C. en hun familie te doden, zeggende, dat het collaborateurs waren die tientallen miljoenen gewonnen hadden met de Duitsers; dat zij hen alle nodige inlichtingen verschaft hadden om de aanslag te plegen en een klein plan opgemaakt hadden om de woning van de burgerlijke partij aan te duiden;
Overwegende dat het kwaadaardig karakter van de aantijgingen van beide verdachten X en Y ten genoegen van rechte bewezen is door het feit dat zij, die te Ronse na de bevrijding de grote uitzuiveraars waren, de burgerlijke partij ongetwijfeld zouden doen aanhouden hebben indien er ten haren laste al waren het maar zware vermoedens hadden bestaan:
Dat zij X en Y trouwens misbruik hebben gemaakt van hun hoedanigheid van leden van het verzet om vrije uiting te geven aan hun gevoelens van afgunst en haat, en onder voorwendsel van vaderlandsliefde door andere weerstanders de aanslag te doen uitvoeren, terwijl zij diezelfde dag uit Brussel verdwenen om zich elders in veiligheid te stellen, en inmiddels schijnbaar in vriendschapsbetrekkingen te blijven met het slachtoffer.
Enz enz
Ik zie de heer Dubois het proces Vindevogel heropenen, met dit vonnis van twee van de drie hoofdgetuigen in de handen?
Het tragische is, dat de heer Dubois dacht dat hij alles wist over Ronse, inbegrepen de geloofwaardigheid van de getuigen ten laste, maar dat hij van zijn onwetendheid een wetenschap heeft gemaakt.
En ik vraag nog steeds af waarom men dat vonnis van Oudenaarde geen nieuw feit heeft gemaakt voor de herziening van het Proces Vindevogel.
En als de heer Dubois iets meer over de derde hoofdgetuige had gekend in relatie tot Vindevogel, had hij alleen triestig het hoofd moeten schudden over zoveel kleinheid, met alle respect voor de gewetensnood van de gewezen voorzitter. Rechters zijn tenslotte ook maar mensen.
Zijn oorlogsgeschriften vormen stellig het moeilijkste hoofdstuk uit zijn oorlogsdossier. Toegegeven vele van zijn artikels inHet Volk van Ronse, waren voor niets nuttig en voor niets nodig. Achteraf gezien hebben ze aan zijn meest perverse tegenstanders de eerste stok bezorgd om hem dodelijk te slaan.
Hoe dit geschrijf verklaren? Hij schreef al 25 jaar in dit blad. "Het Volk van Ronse" was bij de publieke opinie niet denkbaar zonder een bijdrage van zijn hand. Maar het zat in zijn stantpunten. Hij ging er van uit dat, na de capitulatie, de oorlog alleen nog een oorlog tussen Duitsland, Frankrijk en Engeland was, en later tussen Duitsland en het Communisme, maar dat de gewapende oorlog voor Belgie gedaan was.
Verder ging hij ervan uit, dat er in een land als Belgie geen opiniedelicten bestonden en dat hij als journalist recht had op een vrije meningsuiting, op voorwaarde dat hij niets scheef tegen België en dat hij de Belgische wetten respecteerde en toepaste.
Zo een geesteshouding kon men zich riskeren, zolang het de overeen komst Molotov-Von Ribbentrop, tussen Rusland en Duitsland over de verdeling van Polen, de haast gezamenlijke inval stand hield, aangevuld met een wederzijds nietaanvalspakt.Er was toen hier immers nauwelijks sprake van gewapende weerstand.
Zijn recht op vrije menigsuiting zal hij ook tegenover de Duitsers laten blijken
Zo zal hij in 1941, onder het oog van de Duitsers, durven schrijven: Polen is noch Duits noch Russisch, beiden zijn voor Polen de vijand.
Maar eens het nietaanvalspakt verbroken door de Duitse inval in Rusland, is hij m.i. van mening, dat de oostfrontoorlog niets met België te maken had, dat was voor hem een oorlog tegen het Communisme.
.
Op26 april 1941 schrijft hij: Wij geloven in de dapperheid en het uithoudingsvermogen van Engeland
Over Churchil schrijft hij in dit artikel: In 1914/18 is Frankrijk op zijn man gekomen met Clémenceau, zo is nu Engeland op zijn man gekomen met Churchil, Churchil is eenman met verbeelding en wilskracht. Hij kan het hart van de menigte treffen? Hij is ter benauwder ure gekomen.
Hij had het best hierbij gelaten, maar hij schreef ook nog andere eigen meningen.
Als burgemeester was hij verantwoordelijk voor de ordehandhaving en dus tegen de gewapende weerstand. Hij wist van niets anders dan, dat gans de Belgische oorlogswetgeving tegen de gewapende weerstand was, al was het maar om elk gevaar van collectieve represailles uit te sluiten, uit diepe zorg voor de veiligheid van de burgerbevolking.
De substituut Stevigny deelde zijn wekelijkse artikels in Het Volk van Ronse in vier categorieën
1)Over de medewerking met de vijand op économisch gebied
2)Over de openbare orde en de strijd tegen de weerstand.
3) Derde categorie: pro-Duitse artikels.
4) Vierde categorie:anti-Engelse artikels.
Uit de 212 oorlogsartikels. haalde hij er 36. Het hadden er meer kunnen zijn, maar laat ons aannemen dat hij gezocht heeft naar de strafste?
Zo is het strafste dat hij éénmaal over de weerstand geschreven heeft , dat het bandieten waren.
Voor de rest bleef hij als verantwoordelijke voor de openbare orde, achter de barricade van de Belgische oorlogswetgeving staan, wanneer hij schreef, dat zij het recht niet hadden om, na de capitulatie de oorlog voort te zetten, dat ze wanorde veroorzaakten tot groot risico voor de bevolking.
Zijn strafste over Duitsland was: dat hij(nog) geloofde in de zegezekerheid van Hitler (nadat de meesten al lang dit geloof verloren waren). En verder dat Duitsland alleen om strategische redenen ons land was binnen gevallen, dat zij aan geen kwaadaardige bezetting hebben gedaan, dat de honger in het land niet de schuld is van de Duitsers maar van de Engelsen
En het strafste over de Engelsen? Dat zij de schuld waren van de partizanenoorlog, die door leeglopers werd gevoerd. Hij verweet hen, de bombardementen op ons Land , én dat alleen en , de Engelsen, de schuld droegen voor de économische wantoestanden in ons Land.
Wie dacht dat hij op zijn proces zich voor dit alles zou
verontschuldigen, was eraan voor de moeite.
Waar een beschuldiging klopte zei hij: ja. Waar een beschuldiging niet klopte zei hij: neen.
Op zijn proces bleef hij niet rond de pot draaien, maar bevestigde zonder meer, dat al die citaten conform waren met zijn mening van toen.
In het lijstje van Stevigny zit geen anti-Belgische categorie?
Zonder de vier categorieën te miskennen, moet elke objectieve waarnemer toch zelf vaststellen: in het lijstje van Stevigny is er geen sprake is van een anti-Belgische categorie? (zelfs geen anti-Franse of anti-Amerikaanse?).
En dit was zijn dodelijke vergissing nl zijn onwankelbaar geloof in de Belgische wet en in het Belgisch gerecht?
Hij kende al de regels die elke Belgische gezagsdrager en elke Belgische ambtenaar in tijden van een vreemde bezetting moest naleven.
Hij kende de Conventie van Den Haag die mede door België werd ondertekend. Hij maakte als parlementair de bespreking mee van de wet Bovesse (1935). Zonder dat hij een Burgerlijk Mobilisatieboekje nodig had, kende hij al de regels die men ten behoeve van alle Belgische gezagsdragers en ambtenaren,tussen 1935 en1940, had vastgelegd, in geval van een bezetting.
Helaas al deze regels waren zo opgevat, alsof de oorlog van 1940/45 een herhaling zou zijn van de oorlog van 1914/18? Dus zonder weerstanders, dus zonder risico van represailles.
En zo kwam hij terecht in een "nieuwsoortige" oorlog, waar dezelfde, door België ondertekende Conventie van den Haag en dezelfde Belgische wetten, aan de bezetter een parallelle bevoegdheid zouden toekennen inzake het handhaven van de openbare orde, inzover zijn belangen in het gedrang komen.
Voeg daarbij het inzagerecht van de bezetter in alle administratieve, politionele en gerechtelijke beslissingen, zoals in juni 1940 overeengekomen tussen de wettelijke Belgische overheid en de bezetter, waardoor in het ganse Land veel aangehoudenen en veroordeelden in akelige situaties vanwege de alwetende bezetter, terecht kwamen.
In de context van het proces Vindevogel, had elke aanhouding door gelijk welke politie en zeker elke veroordeling door het een Belgische rechtbank meer verklikkingswaarde dan gelijk welk feit dat men Vindevogel ten laste heeft gelegd.
Het druipt er zo af, voor elke aandachtige lezer van het proces, dat alle beschuldigingen van verklikking, kwaadaardige montages waren vanuit persoonlijke wraak oefeningen, die niets met het Vaderland en niets met de waarheid te maken hadden
Neem hierbij een minimum kennis van lokale geschiedenis en van de ganse cast, en het is zonneklaar: Vindevogel heeft niet alleen niets tegen België geschreven, maar hij heeft zich strikt aan de wankele Belgische wetten gehouden, heeft niemand verklikt; maar hij had beter zijn politieke pen thuis gelaten. Hoewel men ook dit laatste vreselijk heeft op geblazen.
Zijn laatste woorden voor het Hof zijn m.i.tragisch waar.
.
--Zij hebben dit alles kunnen doen onder de dekmantel van patriottisme
-Tegen de staat heb ik nooit geschreven en dat heb ik ook niet gewild.
-Van al de feiten die men mij ten laste legt, erken ik er geen enkel, Mijnheer de Voorzitter, maar geen enkel !
- Dat alles is laster en leugen en opstokerij.
- Nooit, Mijnheer de voorzitter, maar nooit heb ik een mens verklikt! ! !
- Wanneer het alleen voor Het Volk van Ronse was geweest, zou ik gevallen zijn; maar mijn vijanden hebben er die verklikkingen bij gesleurd om mijn eer te schenden.