Hier beneden wil ik even iets testen, ik ben nl. nog een beginnende blogger... foto met link, knopjes naar linken, powerpoints enz...
Site : Jeruzalem bijbel centrum Klik op de foto
Rondvraag / Poll
Geloof je in God, die de wereld zo lief heeft dat Hij Zijn eniggeboren zoon Jezus Christus gaf opdat een ieder die in Hem gelooft , EEUWIG leven ontvangt?
Iedereen is van harte welkom op deze blog. Als je een zoekende bent naar de Here Jezus hoop ik dat je hier iets kunt vinden...Welkom...
WELKOM IN GODS KONINKRIJK.
ER KOMT EEN DAG DAT DE POORTEN VAN "GENADE"DICHT GAAN, ZORG DAT JE BINNEN BENT.. LAAT JE OUDE "IK"ACHTER EN DOE EEN NIEUW KLEED AAN...HET BRUILOFTSKLEED.
18-12-2016
DAG 22 ADVENT
Dag 22 18 december Advent 2016
Uitkijken naar de komst van Jezus
Zacharias 11 Opeens verscheen hem een engel van de Heer, die aan de rechterkant van het reukofferaltaar stond. 12 Zacharias schrok hevig bij het zien van de engel en hij werd door angst overvallen. 13 Maar de engel zei tegen hem: ‘Wees niet bang, Zacharias, je gebed is verhoord: je vrouw Elisabet zal je een zoon baren, en je moet hem Johannes noemen. 14 Vreugde en blijdschap zullen je ten deel vallen, en velen zullen zich over zijn geboorte verheugen. 15 Hij zal groot zijn in de ogen van de Heer, en wijn en andere gegiste drank zal hij niet drinken. Hij zal vervuld worden van de heilige Geest terwijl hij nog in de schoot van zijn moeder is, 16 en hij zal velen uit het volk van Israël tot de Heer, hun God, brengen. (Lucas 1:11-16, Nieuwe Bijbelvertaling)
De rijkdom van de belofte Zacharias is aangewezen om als priester het wierookoffer te brengen in de tempel, het huis van God. Als hij daar is om zijn heilige werk te doen, staat er opeens een engel voor hem. Het is de engel Gabriël, die altijd dicht bij God is. Gabriël brengt een boodschap namens God. En die boodschap is het beste nieuws dat Zacharias kan krijgen.
Wie de Bijbel een beetje kent, hoort in bijna elke zin van Gabriël een echo uit het Oude Testament. De verhoring van het gebed om een kind (1 Samuel 1:17), de bijzondere geboortes uit Genesis (bijv. Genesis 17:19), de bestemming van het kind (Rechters 13:4, Jeremia 1:5) en de aankondiging van de heilige taak van Johannes (Maleachi 3:23-24).
In de boodschap van de engel klinkt de bijzondere geschiedenis van de heilige boeken door. Nu gaat gebeuren waar al die eeuwen naar is verlangd. Het beslissende moment in de geschiedenis van God met zijn volk is gekomen. De vraag die op Zacharias afkomt, is: ‘Ben je er klaar voor?’ En eigenlijk is dat een vraag voor iedereen die de Bijbel openslaat: ‘Ben je klaar voor de nieuwe tijd?’
MATTHIJS DE JONG
Matthijs werkt als bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap
Eeuwige heerschappij 13 In mijn nachtelijke visioenen zag ik dat er met de wolken van de hemel iemand kwam die eruitzag als een mens. Hij naderde de oude wijze en werd voor hem geleid. 14 Hem werden macht, eer en het koningschap verleend, en alle volken en naties, welke taal zij ook spraken, dienden hem. Zijn heerschappij was een eeuwige heerschappij die nooit ten einde zou komen, zijn koningschap zou nooit te gronde gaan. (Daniël 7:13-14, Nieuwe Bijbelvertaling)
Als een mens Daniël droomt. Wat hij voor zich ziet, is angstaanjagend: wilde beesten met vleugels, horens en ijzeren tanden, monsters die alles verslinden en vertrappen; een oude man op een troon, met een baard van vuur; een rivier van vuur waar een van die beesten in verdwijnt…
Maar dan verandert de sfeer van de droom. Geen beesten meer, geen verwoesting en geen vuur. Gewoon een mens. Gewoon? Niet helemaal: deze mens wordt koning over de hele schepping. En hij brengt rust, vrede en… menselijkheid.
Diezelfde menselijkheid proef je in wat we met Kerst vieren: een kind in een voederbak, met herders als kraambezoek. Niet de machtige koning die Daniël voor zich zag, maar wel iemand die rust en vrede brengt. In Marcus 14:62 past de volwassen Jezus de tekst uit Daniël op zichzelf toe. Ook op dat moment doet niets denken aan een indrukwekkend figuur die op de wolken rijdt en over de hele schepping regeert. Ook daar is Jezus heel kwetsbaar: hij staat tegenover de hogepriester, omringd door mensen die hem willen doden. Maar weer herinnert één ding aan de tekst in Daniël: de sfeer van rust en menselijkheid die van Jezus uitgaat, te midden van al het geschreeuw en gescheld.
Hoe vind jij rust als de wereld om je heen raast? Hoe kun je die rust vandaag bewust opzoeken?
ANNE-MAREIKE SCHOL-WETTER
Anne-Mareike werkt als bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap
Een nieuw koninkrijk 44 Maar ten tijde van die koninkrijken zal de God van de hemel een rijk laten opkomen dat nooit te gronde zal gaan en dat nooit op een ander volk zal overgaan. Het zal al die koninkrijken verbrijzelen en vernietigen, maar zelf zal het eeuwig bestaan – 45 precies zoals u zag dat er een steen van de berg losraakte zonder dat er een mensenhand aan te pas kwam, en het ijzer, brons, leem, zilver en goud verbrijzelde. De grote God heeft de koning laten weten wat er in de toekomst te gebeuren staat. De droom is waar, en de uitleg betrouwbaar.’ (Daniël 2:44-45, Nieuwe Bijbelvertaling)
Grote dromen In de tijd van de profeet Daniël staat het Joodse volk zwaar onder druk. Ze mogen hun geloof niet belijden en niet leven volgens de wetten van Mozes. Net zoals eerdere profeten droomt Daniël van een toekomst waarin God merkbaar zal ingrijpen. Zijn dromen zijn zelfs nog groter dan die van de meeste andere profeten. Volgens Daniël zorgt God er niet alleen voor dat de verhoudingen tussen de volken veranderen. Dat is wel te zien aan het beeld uit Daniëls droom: de steen die God heeft losgemaakt, maakt een einde aan alle menselijke koninkrijken. God schept een heel nieuwe werkelijkheid!
Een paar eeuwen later, in de tijd van de overheersing door de Romeinen, hebben de gelovigen het weer zwaar. En weer staat een grote dromer op: Johannes. Uiteindelijk, zo legt Johannes uit, gaat het niet om de menselijke machtsstrijd door de eeuwen heen. Het gaat om degene die daar een einde aan maakt. Daniël beschrijft hem als een verpletterende steen. Maar voor Johannes ziet hij er anders uit: als een lam. Ondanks zijn kwetsbare uiterlijk is dat lam, Jezus Christus, machtiger dan alle menselijke koninkrijken (Openbaring 17:14).
Soms word je overweldigd door het dagelijkse nieuws: een oorlog, een crisis, rampen… Probeer het nieuws vandaag eens door de ogen van Daniël en Johannes te zien. Wat verandert er?
ANNE-MAREIKE SCHOL-WETTER
Anne-Mareike werkt als bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap
Een nieuwe koning 9 Juich, Sion, Jeruzalem, schreeuw het uit van vreugde! Je koning is in aantocht, bekleed met gerechtigheid en zege. Nederig komt hij aanrijden op een ezel, op een hengstveulen, het jong van een ezelin. 10 Ik zal de strijdwagens uit Efraïm verjagen en de paarden uit Jeruzalem; de bogen worden gebroken. Hij zal vrede stichten tussen de volken. Zijn heerschappij strekt zich uit van zee tot zee, van de Rivier tot de einden der aarde. (Zacharia 9:9-10, Nieuwe Bijbelvertaling)
Steeds weer een ezel Wat doet een koning op een ezel? Hoort een koning niet op een paard te zitten, of een ander dier dat macht en gezag uitstraalt? Toch rijdt Salomo onderweg naar zijn kroning op een ezel (1 Koningen 1:23-40), en volgens Zacharia komt zelfs Gods grote koning op een ezel aanrijden. Voor de profeet heeft dat een bijzondere betekenis. Paarden werden in zijn tijd vooral ingezet voor de oorlog. Veel Judeeërs zijn op dat moment uit de ballingschap teruggekeerd naar Jeruzalem en de tempel is herbouwd. Toch is er nog geen echte vrede: nog steeds is een buitenlandse heerser de baas in Juda. De koning waarvan Zacharia droomt, moet daar een einde aan maken. Geen strijdwagen mag meer te zien zijn in Israël.
Jezus lijkt onderweg naar Jeruzalem aan de woorden uit Zacharia 9 te denken: hij laat een jonge ezel halen als rijdier (Matteüs 21:1-9). De mensen langs de kant ontvangen hem blij: ze herkennen in hem de koning die in de profetie van Zacharia beloofd is, de koning die eindelijk de Romeinen zal wegjagen. Maar Jezus blijkt een ander soort vrede te brengen. Hij ruimt niet de strijdwagens van de Romeinen uit de weg, maar helpt zijn volgelingen om met hun eigen innerlijke strijdwagens, hun eigen wrok en verlangen naar macht, af te rekenen.
De grote droom van vrede tussen de volken begint heel klein, met steeds weer de keuze voor vriendelijkheid in plaats van strijdwagens. Kun jij vandaag ook iets kleins doen dat de vrede dichterbij brengt?
ANNE-MAREIKE SCHOL-WETTER
Anne-Mareike werkt als bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap
God komt! 9 Beklim een hoge berg, vreugdebode Sion, verhef je stem met kracht, vreugdebode Jeruzalem, verhef je stem, vrees niet. Zeg tegen de steden van Juda: ‘Ziehier jullie God!’ 10 Ziehier God, de HEER! Hij komt met kracht, zijn arm zal heersen. Zijn loon heeft hij bij zich, zijn beloning gaat voor hem uit. 11 Als een herder weidt hij zijn kudde: zijn arm brengt de lammeren bijeen, hij koestert ze, en zorgzaam leidt hij de ooien. (Jesaja 40:9-11, Nieuwe Bijbelvertaling)
Een nieuw begin In Jesaja 40 begint een nieuw hoofdstuk – niet alleen in het bijbelboek, maar ook in de hele geschiedenis van Israël. Het volk is op dat moment in ballingschap: de Israëlieten wonen al jaren gedwongen in Babylonië. Het koninkrijk Juda bestaat niet meer, Jeruzalem is verwoest, en God lijkt heel ver weg.
Maar dan staat er een profeet op. Hij spreekt krachtige woorden: ‘troost’, ‘vreugde’, ‘vrees niet’, ‘God komt!’ Zijn boodschap klinkt onwerkelijk. Zou het echt…? Mogen we naar huis? Wil God weer onze herder zijn? ‘Ja,’ zegt de profeet vol overtuiging, ‘jullie tijd van thuisloos ronddwalen is voorbij.’
Eeuwen later, in de tijd van Jezus, is het beeld van de herder nog even krachtig. Weer lijken de mensen op verdwaalde schapen, zonder een herder die hun leven leidt. Deze keer is het Jezus die als herder optreedt. Hij kijkt vol medelijden naar de mensen. Hij geeft hun onderwijs en voedsel (Marcus 6:34-43) en uiteindelijk geeft hij zelfs zijn leven (Johannes 10:11). Zo brengt hij hen voor altijd thuis, bij God.
Wat roept het beeld van de herder bij je op? Voel je je weleens als een verdwaald schaap? Of juist als een lam in de armen van de goede herder?
ANNE-MAREIKE SCHOL-WETTER
Anne-Mareike werkt als bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap
Een gebroken belofte? 36 Eens heb ik dat bij mijn heiligheid gezworen, nooit breek ik mijn woord aan David. 37 Zijn dynastie zal altijd voortleven, zijn troon voor mij staan als de zon, 38 als de maan die standhoudt voor eeuwig, trouwe getuige aan de hemel.’ sela
39 Toch hebt u hem verstoten en verworpen, uw toorn over uw gezalfde uitgestort, 40 het verbond met uw dienaar versmaad, zijn kroon vertrapt en ontwijd. (Psalm 89:36-40, Nieuwe Bijbelvertaling)
Aanklacht Psalm 89 begint met een lofzang op Gods macht en zijn trouw aan het huis van David. Maar dan wordt de schrijver ingehaald door de werkelijkheid. Juda is veroverd, Jeruzalem verwoest, en de bevolking weggevoerd. En de nakomeling van David die altijd op de troon zou zitten? De laatste koning uit de lijn van David is ook weggevoerd, en al zijn zonen zijn gedood.
De psalmschrijver worstelt hiermee, dat kun je lezen vanaf vers 39. Zijn worsteling heeft niets te maken met de politieke ontwikkelingen. Nee, hij is vooral enorm teleurgesteld in God: ‘God heeft toch beloofd om Davids nakomelingen altijd te steunen? Hoe heeft het dan zo vreselijk mis kunnen gaan?’ De schrijver pakt al zijn woede en verdriet bij elkaar en gooit die God voor de voeten. Laat God maar eens uitleggen hoe het zit met zijn belofte!
God blijft stil.
Jaren, soms eeuwen later geven andere stemmen antwoord – stemmen die de zoon van David op een nieuwe manier uitleggen, minder letterlijk, en meer als visioen voor een verre toekomst (bijvoorbeeld Jesaja 11:1-10). Uiteindelijk zien de eerste christenen in Jezus de koning die Gods oude belofte komt vervullen. Maar de aanklacht van de psalmschrijver blijft staan. Die herinnert ons eraan dat we soms maar weinig begrijpen van Gods plannen, en dat beloftes niet altijd direct vervuld worden.
Herken je je in de worsteling en de aanklacht van de psalmschrijver? Wat heb je nodig om toch weer vol verwachting naar de toekomst te kijken?
ANNE-MAREIKE SCHOL-WETTER
Anne-Mareike werkt als bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap
Sion 13 De HEER heeft Sion verkozen en als woonplaats begeerd: 14 ‘Dit is, voor altijd, mijn rustplaats, hier verlang ik te wonen. 15 Ik zal Sion met voedsel zegenen, De armen brood geven in overvloed 16 en de priesters met eer bekleden. Zijn getrouwen zullen juichen van vreugde. 17 Hier breng ik Davids huis tot aanzien, hier ontsteek ik een lamp voor mijn gezalfde. (Psalm 132:13-17, Nieuwe Bijbelvertaling)
Gods woonplaats Psalm 132 is een van de pelgrimsliederen. Dat zijn liederen die de mensen onderweg zongen als ze voor een feest naar de tempel in Jeruzalem reisden. Vaak gaat het in die liederen over Sion. Oorspronkelijk was dat alleen de naam van een heuvel in Jeruzalem waar de burcht van David op stond (2 Samuel 5:7). Later kreeg de naam ‘Sion’ een bredere betekenis. Ook de stad waar een nakomeling van David over Israël regeerde en waar God in de tempel te midden van zijn volk woonde, werd toen Sion genoemd.
In Psalm 132 lees je hoe prachtig Sion is, en hoe veilig en tevreden iedereen is die er woont. Die veiligheid heeft niets te maken met hoge muren of sterke wapens. Het is zo’n bijzondere plek omdat God hier dicht bij de mensen is. De schrijver van 1 Petrus neemt dat beeld over en gebruikt het voor Jezus. Jezus is voor hem de eerste steen van een nieuwe tempel in Sion. Dan gaat het niet meer om een tempel van dode stenen, hoe prachtig ook, maar om een bouwwerk van levende stenen, de gelovigen. Een plek waar God voor altijd zal wonen (1 Petrus 2:4-6).
Heb jij ook zo’n veilige plek waar je God kunt ontmoeten? Hoe ziet die eruit?
ANNE-MAREIKE SCHOL-WETTER
Anne-Mareike werkt als bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap
Gods belofte aan David 7 ‘Welnu, zeg tegen mijn dienaar, tegen David: “Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Ik heb je achter de kudde vandaan gehaald om mijn volk Israël te leiden. 8 Ik heb je bijgestaan in alles wat je ondernam, ik heb al je vijanden voor je uitgeschakeld en ik heb je naam gevestigd als een van de groten der aarde.
11 Wanneer je leven voorbij is en je met je voorouders verenigd wordt, zal ik je laten opvolgen door een van je eigen nakomelingen en hem een bestendig koningschap schenken. 12 Hij zal voor mij een huis bouwen, en ik zal ervoor zorgen dat zijn troon nooit wankelt. 13 Ik zal een vader voor hem zijn en hij voor mij een zoon, en ik zal hem nooit mijn gunst ontnemen zoals je voorganger. 14 Ik zal hem voor eeuwig aanstellen in mijn huis en in mijn koninkrijk, en zijn troon zal nooit wankelen.”’ (1 Kronieken 17:7-8, 11-14, Nieuwe Bijbelvertaling)
Koning voor altijd Op het moment dat het boek 1 Kronieken geschreven wordt, zit er al eeuwenlang geen nakomeling van David meer op de troon van Israël. Toch kiest de schrijver van dit bijbelboek ervoor om de belofte van lang geleden (2 Samuel 7) bijna letterlijk over te nemen. Hij weet dat er nu geen afstammeling van David en Salomo op die troon zit. Maar hij blijft geloven dat God ooit weer een zoon van David over zijn koninkrijk zal aanstellen.
Nog weer een paar eeuwen later herinnert een verre nakomeling van David – namelijk Jezus – zijn luisteraars aan wat David zelf heeft gezegd: ‘De Heer sprak tot mijn Heer: “Neem plaats aan mijn rechterhand tot ik je vijanden onder je voeten heb gelegd”’ (Marcus 12:36). En hij wijst hen erop dat David zijn zoon nooit met ‘Heer’ zou hebben aangesproken. Die ‘Heer’ moet dus wel iemand zijn die groter is dan David of zijn zoon. Jezus zegt het niet letterlijk, maar tussen de regels door hoor je: ‘Kijk naar mij, ik ben de zoon van David die zo lang geleden is beloofd. En mijn koninkrijk is groter dan David ooit had kunnen bedenken.’
God doet wat hij belooft, ook op momenten dat wij mensen er bijna niet op durven hopen. Lukt het jou om op Gods beloftes te vertrouwen, ook als er zo veel in deze wereld niet klopt met wat God wil?
ANNE-MAREIKE SCHOL-WETTER
Anne-Mareike werkt als bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap
Profetie over de komende glorie 1 De geest van God, de HEER, rust op mij, want de HEER heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden, om aan verslagen harten hoop te bieden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan geketenden hun bevrijding, 2 om een genadejaar van de HEER uit te roepen en een dag van wraak voor onze God, om allen die treuren te troosten, 3 om aan Sions treurenden te schenken een kroon op hun hoofd in plaats van stof, vreugdeolie in plaats van een rouwgewaad, feestkledij in plaats van verslagenheid. Men noemt hen ‘Terebinten van gerechtigheid’, geplant door de HEER als teken van zijn luister. (Jesaja 61:1-3, Nieuwe Bijbelvertaling)
Een heel bijzonder jaar Jesaja zegt dat er een jaar komt waarin de Heer mensen vergeeft. Dit jaar wordt ook wel een ‘genadejaar’ genoemd. Zo’n bijzonder jaar waarin dingen ‘rechtgezet’ werden, kwam niet alleen in Israël voor, maar andere volken kenden het ook: de grote koningen van Babylonië en Assyrië kondigden af en toe zo’n jaar aan. In Leviticus 25:10 is te lezen dat in zo’n jaar schulden kwijtgescholden werden, familiebezit terugkwam bij de oorspronkelijke eigenaar en mensen die als slaaf verkocht waren, vrijkwamen.
Jesaja 61 verbindt het genadejaar aan de ideale koning die bevrijding brengt. En Jezus leest in de synagoge van Nazaret (Lucas 4:14-27) juist deze woorden voor en geeft er uitleg bij. Hij zegt dan in vers 21: ‘Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan’. Dat is meer dan een gewone mededeling. De komst van Jezus betekent namelijk dat Gods plan voor alle mensen nu echt zichtbaar wordt worden.
Wat betekent het voor jou dat Jezus de woorden van Jesaja 61 op zichzelf betrekt en daarmee dus zegt: ‘Ik wil ook jou bevrijden en jouw schuld op me nemen’?
ROELIEN SMIT
Roelien werkt als bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap
Profetie over Betlehem 1 Uit jou, Betlehem in Efrata, te klein om tot Juda’s geslachten te behoren, uit jou komt iemand voort die voor mij over Israël zal heersen. Zijn oorsprong ligt in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer. 2 Totdat de vrouw die zwanger is haar kind heeft gebaard, worden zijn broeders aan hun lot overgelaten. Daarna zullen wie er nog over zijn terugkeren naar de andere Israëlieten. 3 Hij zal aantreden en hen als een herder weiden, bekleed met de macht van de HEER, zijn God, met de majesteit van diens verheven naam. Zij zullen veilig wonen, want hij zal heersen tot aan de einden der aarde, 4 en hij brengt vrede. Wanneer Assyrië ons land binnenvalt en zijn voet in onze paleizen zet, zullen wij zeven herders doen opstaan, ja, acht vorsten uit mensen gekozen. (Micha 5:1-4a, Nieuwe Bijbelvertaling)
Betlehem De profeet Micha leeft rond 750 voor Christus. In die tijd wordt Samaria, de hoofdstad van Israël, het noordelijke rijk, veroverd door de Assyriërs. Ze bedreigen ook Juda, het zuidelijke rijk, en de stad Jeruzalem.
Micha klaagt de machthebbers van Jeruzalem en Juda aan: ze onderdrukken kleine boeren en zorgen ervoor dat het slecht gaat met het land. Als ze niet naar hem luisteren, zullen ook zij onderdrukt worden door de Assyriërs.
Maar Micha zegt ook dat er een nieuwe heerser zal komen, die over de hele wereld zal regeren. En net als koning David zal deze nieuwe heerser uit Betlehem komen. Een kleine en onbelangrijke stad, en toch komen er veel belangrijke mensen vandaan…
In het verhaal over de magiërs die naar koning Herodes komen, speelt deze tekst uit Micha een sleutelrol. Door deze profetie ontdekken de magiërs dat Jezus niet in Jeruzalem geboren is, maar in Betlehem (Matteüs 2:6).
Vind jij het belangrijk om te weten waar iemand vandaan komt? Waarom vind je dat?
ROELIEN SMIT
Roelien werkt als bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap
Vrede en gerechtigheid door de telg van Isaï 1 Maar uit de stronk van Isaï schiet een telg op, een scheut van zijn wortels komt tot bloei. 2 De geest van de HEER zal op hem rusten: een geest van wijsheid en inzicht, een geest van kracht en verstandig beleid, een geest van kennis en ontzag voor de HEER. 3 Hij ademt ontzag voor de HEER; zijn oordeel stoelt niet op uiterlijke schijn, noch grondt hij zijn vonnis op geruchten. 4 Over de zwakken velt hij een rechtvaardig oordeel, de armen in het land geeft hij een eerlijk vonnis. Hij tuchtigt de aarde met de gesel van zijn mond, met de adem van zijn lippen doodt hij de schuldigen. 5 Hij draagt gerechtigheid als een gordel om zijn lendenen en trouw als een gordel om zijn heupen. (Jesaja 11:1-5, Nieuwe Bijbelvertaling)
Wijzer dan Salomo Uit de familie van David komt een aantal bijzondere koningen voort. Een van de bekendste is zijn zoon Salomo: de koning die bekendstaat om zijn wijsheid.
Ook de koning uit de stronk Isaï op wie de profeet Jesaja ons hier wijst, zal wijs en verstandig zijn. Hij zal eerlijk en rechtvaardig oordelen. Op het moment dat Jesaja deze woorden spreekt, is er niet veel meer over van het machtige, wijze en rechtvaardige huis van David. Steeds weer maken de koningen van Juda verkeerde keuzes. Ze vertrouwen op andere goden en andere koninkrijken, en ze onderdrukken de arme mensen van hun eigen volk. Jesaja droomt van een koning die wél weer regeert zoals God dat wil. Iemand die opkomt voor de zwakken, die die rechtvaardig is en trouw en die ingrijpt als er mensen worden onderdrukt.
Zo’n tweeduizend jaar geleden zagen de mensen dit hoopvolle visioen in vervulling gaan in de komst van Jezus. Als Jezus nog een kind is, staan de mensen al versteld van zijn inzicht en zijn antwoorden (Lucas 2:47). En Jezus durft van zichzelf te zeggen dat hij meer is dan Salomo (Lucas 11:31).
Jezus heeft zijn oordeel over anderen niet meteen klaar. Hij luistert en neemt het op voor zwakke mensen (Johannes 8:1-6).
Hoe vorm jij jouw mening over de mensen om je heen?
ROELIEN SMIT
Roelien werkt als bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap
Licht in de duisternis 5 Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders. Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman, Goddelijke held, Eeuwige vader, Vredevorst. 6 Groot is zijn heerschappij, aan de vrede zal geen einde komen. Davids troon en rijk zijn erop gebouwd, ze staan vast, in recht en gerechtigheid, van nu tot in eeuwigheid. Daarvoor zal hij zich beijveren, de HEER van de hemelse machten. (Jesaja 9:5-6, Nieuwe Bijbelvertaling)
Eeuwige vader Jesaja werkt als profeet in de tijd van het machtige Assyrië. Steeds weer valt dit grote rijk andere volken aan. Daardoor hebben de inwoners van Juda te maken met onderdrukkingen en dreigt er allerlei gevaar. Dit koninkrijk is maar klein ten opzichte van het grote Assyrische rijk.
In zo’n tijd van gevaar is de boodschap van deze profetie natuurlijk heel hoopvol: er komt een rechtvaardige koning die voor altijd zal regeren. En deze koning krijgt ook veel bijzondere namen. Eén daarvan is: Eeuwige vader.
Ook God wordt vaak ‘Vader’ genoemd. In het Oude Testament lezen we vooral dat God zichzelf de vader noemt van het hele volk van Israël. Als vader heeft God alles voor zijn volk over, en dat betekent ook dat hij hetzelfde van de Israëlieten verwacht: zij moeten op hun beurt trouw zijn aan hem (Hosea 11:1-7). In het Nieuwe Testament noemt Jezus God zijn vader en God noemt Jezus zijn Zoon. En ook wij mogen God aanspreken als Abba (het Aramese woord voor ‘vader’), dat lees je bijvoorbeeld in de brief van Paulus aan de Galaten (Galaten 4:6).
Welk woord of welke woorden gebruik jij het liefst als je God wilt beschrijven?
ROELIEN SMIT
Roelien werkt als bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap
De Heer zal een teken geven 10 De HEER liet verder tegen Achaz zeggen: 11 ‘Vraag om een teken van de HEER, uw God, hetzij uit de diepte van het dodenrijk hetzij uit de hoge hemel.’ 12 Maar Achaz antwoordde: ‘Nee, ik zal geen teken vragen, ik zal de HEER niet op de proef stellen.’ 13 Toen antwoordde Jesaja: ‘Luister, huis van David. Is het niet genoeg de mensen te tergen? Moet u nu ook mijn God tergen? 14 Daarom zal de Heer zelf u een teken geven: de jonge vrouw is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuel noemen. (Jesaja 7:10-14, Nieuwe Bijbelvertaling)
God is bij ons In de tijd van koning Achaz wordt Juda door verschillende volken aangevallen. Jesaja vertelt tijdens deze dreigende tijd over een bijzonder teken van God: een jonge vrouw is zwanger en haar kind zal Immanuel heten. Deze Hebreeuwse naam betekent: God is bij ons. Welke jonge vrouw en welke zoon de profeet Jesaja bedoelt, is niet direct duidelijk. Het zou om de vrouw van Achaz kunnen gaan en om hun zoon Hizkia. Als koning zorgt Hizkia er later voor dat het volk van Israël God weer op de juiste manier gaat vereren.
In het Nieuwe Testament (Matteüs 1:22-23) wordt de profetie van Jesaja toegepast op Maria en de geboorte van haar zoon Jezus. Daarmee krijgt deze profetie een nieuwe betekenis. De komst van Jezus is een bijzonder teken van God. Door Jezus laat God ons namelijk zien dat hij heel dicht bij ons is. Jezus wordt geboren als een baby en komt bij ons mensen wonen. Hij is een mens zoals wij. Zo dichtbij komt God om de mensen te redden van hun zonden.
Ook aan ons belooft God dat hij dicht bij ons wil zijn. Hoe ervaar jij de aanwezigheid van God in jouw leven?
ROELIEN SMIT
Roelien werkt als bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap
Hizkia is een goede koning 3 Hij deed wat goed is in de ogen van de HEER, net zoals zijn voorvader David gedaan had. 4 Hij verwijderde de offerplaatsen, verbrijzelde de gewijde stenen, haalde de Asjerapalen omver en sloeg de koperen slang die Mozes gemaakt had aan stukken. De Israëlieten hadden namelijk nog altijd de gewoonte voor deze slang, die de naam Koperslang droeg, wierook te branden. 5 Hizkia stelde zijn vertrouwen in de HEER, de God van Israël. Nooit, noch voor noch na zijn tijd, is hij geëvenaard, door geen van de koningen van Juda. 6 Hij was de HEER toegedaan en heeft zich nooit van hem afgekeerd; hij hield zich aan de geboden die de HEER aan Mozes heeft gegeven. 7 De HEER stond hem bij, zodat Hizkia alles wat hij ondernam tot een goed einde bracht. (2 Koningen 18:3-7, Nieuwe Bijbelvertaling)
De troon van David In de lijst van voorouders van Jezus worden verschillende koningen genoemd (Matteüs 1:7-11). Maar de meesten van hen leefden niet zoals God het wilde. Ze stelden hun vertrouwen niet op God en hielden zich niet aan zijn wetten en regels.
Hizkia is een goede koning die regeert in de lijn van zijn voorvader David. Hij houdt zich aan Gods wetten en regels. Ook vertrouwt hij op God, meer dan alle andere koningen die voor of na hem komen. Zelfs als de stad Jeruzalem door de Assyriërs belegerd wordt, blijft Hizkia vertrouwen op God. Het leger van de Assyriërs wordt op een wonderlijke manier verslagen en Jeruzalem wordt bevrijd.
Jezus is een nakomeling van David die lijkt op Hizkia. Hij is zelfs meer dan dat: Jezus houdt zich niet alleen aan Gods wetten, maar hij is gekomen om ze tot vervulling te brengen (Matteüs 5:17). Jezus vertrouwt niet alleen op God, maar hij is altijd gehoorzaam aan hem, zelfs tot in de dood – de dood aan het kruis (Filippenzen 2:8).
Wat voor iemand ben jij? Stel je net als Jezus en Hizkia je vertrouwen op God of lijk je meer op die andere koningen?
REINOUD OOSTING
Reinoud werkt als bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap
David geeft opdracht Salomo tot koning te zalven 32 Toen beval koning David: ‘Laat de priester Sadok, de profeet Natan en Benaja, de zoon van Jojada, hier komen.’ Zij kwamen naar de koning toe 33 en deze zei: ‘Roep mijn hovelingen bijeen, laat mijn zoon Salomo op mijn eigen muildier rijden en begeleid hem naar de Gichonbron. 34 Daar moeten de priester Sadok en de profeet Natan hem zalven tot koning van Israël. Blaas vervolgens op de ramshoorn en roep: “Leve koning Salomo!” 35 Trek dan in zijn gevolg de stad weer binnen. Als hij hier aangekomen is, zal hij plaatsnemen op mijn troon en in mijn plaats koning zijn. Hem wijs ik aan als vorst over Israël en Juda.’ 36 Benaja antwoordde de koning: ‘Zo zij het! Moge de HEER, de God van mijn heer en koning, uw woorden bekrachtigen. 37 Moge de HEER Salomo terzijde staan zoals hij mijn heer en koning terzijde heeft gestaan, en moge hij zijn troon nog machtiger maken dan de troon van mijn heer, koning David.’ (1 Koningen 1:32-37, Nieuwe Bijbelvertaling)
Vrede op aarde Salomo is een zoon van David en Batseba. Als zijn vader oud geworden is, volgt Salomo hem op als koning over Israël. Salomo is een ander soort koning dan David. Hij voert geen oorlog tegen andere volken, maar hij leeft in vrede met alle landen om hem heen (1 Koningen 5:4). De naam ‘Salomo’ betekent dan ook: man van vrede.
Salomo is een van de voorouders van Jezus (Matteüs 1:6-7). Jezus treedt in de voetsporen van Salomo door een koninkrijk van vrede te stichten. Als Jezus wordt geboren in Betlehem, vertellen engelen het goede nieuws aan de herders buiten in het veld. Ze zingen: ‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft’ (Lucas 2:14). De komst van Jezus betekent dat er weer een tijd van vrede aan zal breken.
Ook wij kijken vol verlangen uit naar de tijd dat er overal op aarde vrede zal zijn. Soms gebeuren er al dingen om ons heen waarmee God laat zien dat zijn nieuwe wereld eraan komt. Bijvoorbeeld als er na een lange oorlog vrede wordt gesloten of als een ruzie wordt bijgelegd.
Kun je een voorbeeld uit je eigen omgeving noemen? En hoe probeer jij vrede dichterbij te brengen?
REINOUD OOSTING
Reinoud werkt als bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap
David en Batseba 2 Op een keer stond hij [David] aan het eind van de middag op van zijn rustbed en liep wat heen en weer over het dak van het paleis. Beneden zag hij een vrouw die aan het baden was. Ze was heel mooi om te zien. 3 Hij liet uitzoeken wie ze was, en men zei hem: ‘Dat is Batseba, de dochter van Eliam, de vrouw van de Hethiet Uria.’ 4 David liet haar bij zich komen en sliep met haar. (De voorgeschreven periode van onthouding na haar onreinheid was juist verstreken.) Daarna ging ze terug naar huis. (2 Samuel 11:2-4, Nieuwe Bijbelvertaling)
Geen heilige boontjes David stuurt zijn leger eropuit om oorlog te voeren, maar zelf blijft hij in Jeruzalem. Vanaf het dak van het paleis ziet hij een vrouw die een bad neemt. Het is Batseba, de vrouw van Uria, een van Davids soldaten. Terwijl Uria voor David vecht, gaat David met Batseba naar bed. Als blijkt dat ze zwanger is, zorgt David ervoor dat Uria sneuvelt in de oorlog. Zo probeert David zijn slechte daad te verbergen, zodat hij zonder problemen met Batseba kan trouwen.
Batseba wordt ook genoemd in de lijst met voorouders van Jezus, maar ze heet hier nog steeds ‘de vrouw van Uria’ (Matteüs 1:6). De evangelist Matteüs probeert de fouten in de geschiedenis van Jezus’ familie niet te verbergen. Hij benadrukt juist dat de voorouders van Jezus geen heilige boontjes waren.
Jezus had geen bravere voorouders dan de meesten van ons. Jezus weet dus over wie hij het heeft als hij zegt dat hij niet gekomen is om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars (Matteüs 9:13). Bij deze zondaars hoort ook zijn beroemdste voorvader, koning David.
Uit wat voor familie kom jij? Heb je voorouders waar je trots op bent, of schaam je je juist voor sommige familieleden?
REINOUD OOSTING
Reinoud werkt als bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap
Samuel zalft David tot koning 8 Toen riep Isaï Abinadab en stelde hem aan Samuel voor, maar die zei: ‘Ook hem heeft de HEER niet gekozen.’ 9 Isaï stelde Samma voor, maar weer zei Samuel: ‘Ook hem heeft de HEER niet gekozen.’ 10 Zo stelde Isaï zijn zeven zonen aan Samuel voor, maar telkens zei Samuel dat dit niet degene was die de HEER gekozen had. 11 ‘Zijn dit alle zonen die u hebt?’ vroeg hij. ‘Nee,’ antwoordde Isaï, ‘de jongste is er niet bij, die hoedt de schapen en de geiten.’ Toen zei Samuel tegen Isaï: ‘Laat hem hier komen. We beginnen niet aan de maaltijd voordat hij er is.’ 12 Isaï liet hem halen. Het was een knappe jongen met rossig haar en sprekende ogen. En de HEER zei: ‘Hem moet je zalven. Hij is het.’ 13 Samuel nam de hoorn met olie en zalfde hem te midden van zijn broers. Van toen af aan was David doordrongen van de geest van de HEER. (1 Samuel 16:8-13, Nieuwe Bijbelvertaling)
De nieuwe koning De profeet Samuel krijgt van God de opdracht om naar Betlehem te gaan. Hij moet een van de zonen van Isaï aanwijzen als toekomstige koning over Israël. De zeven zonen van Isaï zien er groot en sterk uit. Maar als ze een voor een aan hem worden voorgesteld, zegt Samuel telkens: ‘Ook hem heeft de HEER niet gekozen.’
Pas wanneer Isaï zijn jongste zoon, David, laat komen, weet de profeet: dit is de nieuwe koning die God heeft uitgekozen. David is minder groot en sterk dan zijn broers. Toch zalft Samuel hem tot koning over Israël. Uiteindelijk wordt David Israëls belangrijkste koning. Hij is dan ook de enige koning in de lijst met voorouders van Jezus die echt koning genoemd wordt (Matteüs 1:6).
Ook Jezus heeft niet het uiterlijk van een koning. De meeste mensen zien dan ook niet aan hem dat hij koning is. De blinde Bartimeüs is een van de weinigen die hem herkent als de beloofde messias. Hij spreekt Jezus aan als ‘Zoon van David’ (Marcus 10:47). Toch zegt de engel Gabriël tegen zijn moeder Maria: ‘Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal hem de troon van zijn vader David geven’ (Lucas 1:32).
Hoe kijk jij naar Jezus? Is hij voor jou alleen een bekend persoon uit het verre verleden, of is hij meer dan dat?
REINOUD OOSTING
Reinoud werkt als bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap
Ruth krijgt een zoon 13 Daarna nam Boaz Ruth bij zich, zij werd zijn vrouw, en hij sliep met haar. De HEER liet haar zwanger worden en ze baarde een zoon. 14 De vrouwen zeiden tegen Noömi: ‘Geprezen zij de HEER, die jou vandaag iemand gegeven heeft die voor je zorgen zal. Moge zijn naam in Israël blijven voortbestaan! 15 Hij zal je je levensvreugde teruggeven en je onderhouden als je oud bent, want je schoondochter, die je liefheeft en die meer waard is dan zeven zonen, heeft hem gebaard.’ 16 Noömi nam de jongen op haar schoot en bleef hem vanaf dat moment verzorgen. 17 De buurvrouwen gaven hem zijn naam. ‘Noömi heeft een zoon gekregen,’ zeiden ze, en ze noemden hem Obed. Hij is de vader van Isaï, die de vader is van David. (Ruth 4:13-17, Nieuwe Bijbelvertaling)
Ook vreemdelingen zijn welkom Ruth is een vrouw uit het land Moab. Ze komt als vreemdeling met haar schoonmoeder Noömi mee naar het land Israël. Daar trouwt ze met Boaz, een man uit Betlehem.
Het volk van Israël heeft altijd een slechte verhouding gehad met de Moabieten. Bewoners van het land Moab mochten daarom nooit tot Gods gemeenschap worden toegelaten (Nehemia 13:1). Toch mag Ruth deel uitmaken van het volk van Israël. Ze wordt zelfs de overgrootmoeder van koning David. Ook in het Nieuwe Testament wordt ze genoemd als een van de voorouders van Jezus (Matteüs 1:5).
Met de geboorte van Jezus breekt er een nieuwe tijd aan waarin de grenzen tussen Israël en de andere volken worden opgeheven. Jezus is niet alleen gekomen om zijn volk Israël te redden. Hij is een licht voor alle mensen (Lucas 2:32).
Dankzij Jezus mogen we zelf bij het volk van God horen en mogen we ook anderen welkom heten. Wie zou jij uit willen nodigen binnen de kring van gelovigen?
REINOUD OOSTING
Reinoud werkt als bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap
Juda geeft toe dat hij de vader is 24 Ongeveer drie maanden later kwam men Juda vertellen dat Tamar, zijn schoondochter, zich als een hoer had gedragen en daardoor zwanger was. ‘Breng haar de stad uit,’ zei Juda, ‘ze moet verbrand worden.’ 25 Maar terwijl ze de stad uit werd gebracht, liet ze haar schoonvader deze boodschap brengen: ‘Ik ben zwanger van de eigenaar van deze voorwerpen. Kijkt u eens goed van wie dit zegel, dit snoer en deze staf zijn.’ 26 Juda herkende ze en zei: ‘Zij is onschuldig maar ik niet, want ik heb haar niet aan mijn zoon Sela gegeven.’ Hij had geen tweede keer gemeenschap met haar. (Genesis 38:24-27, Nieuwe Bijbelvertaling)
De rollen worden omgedraaid Tamar is getrouwd met de oudste zoon van Juda. Maar hij sterft jong, voordat ze kinderen krijgen. Tamar heeft daarom het recht om met een andere zoon van Juda te trouwen. Maar Juda wil niet dat Tamar met zijn zoon Sela trouwt en laat haar aan haar lot over. Daarom verkleedt Tamar zich als hoer en heeft seks met haar schoonvader Juda, zonder dat hij haar herkent.
Na drie maanden hoort Juda dat Tamar zwanger is. Juda is woedend en geeft als hoofd van de familie opdracht haar levend te verbranden. Dat was – ook voor die tijd – een zeer zware straf. Maar dan laat Tamar aan Juda zien dat hij de vader van het kind is. Juda moet toegeven dat hij fout is geweest, en niet Tamar.
Tamar zorgt ervoor dat de rollen worden omgedraaid. Dat is waarschijnlijk de reden dat zij genoemd wordt in de lijst met voorouders van Jezus (Matteüs 1:3). Ook met de geboorte van Jezus zullen de bestaande verhoudingen gaan verschuiven. Hij zal heersers van hun troon stoten, en wie gering is geeft hij aanzien (Lucas 1:52).
Kijk jij uit naar dat moment, waarop de rollen worden omgedraaid, of is dat iets waar je eigenlijk bang voor bent?
REINOUD OOSTING
Reinoud werkt als bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap
Jakob geeft aan al zijn twaalf zonen een zegen. De belangrijkste zegen was meestal bestemd voor de oudste zoon. Maar Jakob geeft die zegen aan Juda, zijn vierde zoon. Juda zal zo sterk zijn als een leeuw. De stam van Juda zal machtiger zijn dan de andere stammen van Israël, en zijn nakomelingen zullen als koningen heersen.
Juda is volgens de Bijbel een van de voorouders van Jezus (Matteüs 1:2). Jezus stamt dus af van een koninklijke familie. Hij wordt daarom in Openbaring 5:5 ‘de leeuw uit de stam Juda’ genoemd. Maar in het volgende vers lezen we dat Jezus eruitziet als een lam (Openbaring 5:6).
Wie dus vol verwachting uitkijkt naar een sterke en machtige koning, komt bedrogen uit. Als je hoopt dat Jezus zijn tanden zal laten zien en van zich af zal bijten, raak je snel teleurgesteld. Jezus komt als een baby naar deze wereld, zonder tanden. Hij is als een lam, kwetsbaar en klein. Maar juist in die kwetsbaarheid schuilt zijn kracht.
Bijt jij het liefst van je af, of durf je ook je kwetsbare kant te laten zien?
OPMERKELIJK!!! Ben nooit bang om iets nieuws te doen Denk
eraan: Amateurs hebben de Ark gemaakt, professionals maakten de
Titanic! Groetjes van Erich
Over mijzelf
Ik ben Skottke Erich
Ik ben een man en woon in Maasmechelen (België) en mijn beroep is Bruggepensioeneerde.
Ik ben geboren op 23/08/1950 en ben nu dus 74 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Familie, kleinkinderen,tuin, honden.....
Ik zou gaarne langs deze weg mensen bereiken die op zoek zijn naar de dingen die met het geloof te maken hebben. Men moet niet persé met mij eens zijn maar ik wil de mensen aanzetten tot nadenken over hun geloofsleven...over de relatie met onze Here Jezus
Rondvraag / Poll
Als je moet kiezen tussen:
Rondvraag / Poll
Zou je, indien je een Christen bent voor crematie kiezen????
Door Zijn genade bent u gered; doordat u in Hem ging geloven.
Dat is niet uw eigen verdienste, maar een geschenk van God. Niemand zal
zich erop kunnen beroemen het zelf gepresteerd te hebben.
Efeziërs 2:8-9
Dropbox
Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.