Kerkelijke vergeving en boete in de loop der tijden
multiadvice.nl
In 203 schrijft de priester Terulianus in Cartago een verhandeling over de boete.
Als een christen een moord heeft begaan of onder de druk van vervolgingen van het geloof afvallig is geworden of echtbreuk heeft gepleegd, dan kan hij nog éénmaal opnieuw met de kerk verzoend worden.
De mens moet dan in een volle kathedraal zijn zonde aan de bisschop bekennen. De bisschop sluit hem uit van de eredienst en verplicht hem tot een lange periode van boete. Hij moet dan vasten, zich van vele dingen ontzeggen en bidden. Daarna neemt de bisschop hem terug in de kerkgemeenschap op.
Vanaf 580 komen Ierse en Britse monniken naar Europa. Zij leren dat gelovigen na een zware zonde altijd vergeving kunnen bekomen. Zij hebben tarieven voor iedere zonde.
In 589 gaan Spaanse bisschoppen vreselijk te keer tegen deze nieuwigheid.
In 650 verklaren 45 bisschoppen in Chalson-sur- Saône ( Frankrijk) dat deze nieuwe vorm van verzoening nuttig is voor alle mensen. De bisschoppen hebben deze manier van vergiffenis vlug aanvaard. Tot in onze tijd is dat de normale vorm van biechten.
De geschiedenis van de kerk leert ons dat gelovigen in de eerste eeuwen na een echtbreuk opnieuw in de kerk werden opgenomen en dat een ontwikkeling in de verzoening met God en met de kerkgemeenschap mogelijk is.
De katholieke kerk biedt trouwlustigen een verloofdencursus aan op 2 of 3 avonden, op een zondag of op een weekeinde. Tegenwoordig legt men vooral de nadruk op relatievorming. Dan kunnen verschillende vragen aan bod komen: Wat betekent liefde voor u ? Waarom zou men zich aan elkaar binden ? Hoe verschillen van elkaar aanvaarden ? Hoe kan men leren vergeving schenken ? Hoe kan men de vriendschap verder tot ontwikkeling brengen ?
Dat is allemaal heel mooi maar het is maar de vraag of het kan voorkomen dat vele echtparen uit elkaar gaan. Overigens zijn de verloofden niet verplicht deze cursus te volgen.
Soms zoeken mensen een andere oplossing.
Na de tweede wereldoorlog waren Britse soldaten in ons land gelegerd. Zij zochten toenadering tot de meisjes. Na hun diensttijd keerden zij naar Engeland terug en was de vriendschap uit. Soldaat John en Ilse wilden trouwen. De pastoor antwoordde: 'Kom volgend jaar maar eens terug.' Daarmee zou Rome zeker niet akkoord gaan. Maar de pastoor was verstandiger dan Rome en John en Ilse zijn een gelukkige familie geworden.
Wilfried en Magda wilden voor de kerk trouwen. In die tijd ging een derde van de gehuwden uit elkaar binnen de twaalf maanden. Zij vertelden de pastoor dat ze eigenlijk al voor drie jaar wilden trouwen maar dat ze toen zo'n grote schrik hadden. De pastoor heeft hen gerust gesteld: 'Drie jaar geleden had ge reeds het plan opgevat om te trouwen. Jezus kijkt naar uw bedoeling en heeft zeker begrip voor u. Bovendien wens ik u geluk omdat uw wens nu in vervulling gaat.'
Jaren geleden was het kermis in het dorp. Na het dansen zijn Bert en Margriet niet naar huis gegaan. Margiet was zwanger. In die tijd was de sociale druk heel hoog: het kind moest een vader hebben. Zij huwden. Bert had een geliefde in de stad en kwam niet naar huis. De zoon heeft zijn vader bijna nooit gezien. De tijden zijn veranderd. Die sociale druk is weggevallen maar Margriet en zoon lijden nog altijd onder deze last.
Angele was een levenslustig, heel modern meisje. Haar vader was een oerconservatieve man. Elke dag was het daar hevige ruzie. Angele wilde weg van huis. Haar oplossing was: zwanger worden en trouwen. Jammer genoeg is dat geen goede basis voor een degelijk huwelijk.
Liesbeth studeerde aan de universiteit. Zij had een grote belangstelling voor alles, alleen niet voor jongens, tot zij Jean tegenkwam. Jean was al voor de kerk getrouwd. Na een maand was zijn vrouw voor altijd verdwenen. Het is duidelijk: voor het huwelijk moet er al een grote tekortkoming geweest zijn. anders gaat men niet na één maand weg.
Ludo was gescheiden. Met zijn nieuwe vriendin heeft het ook niet lang geduurd. De derde keer had hij geluk. Anna had hetzelfde meegemaakt. Nu werd het voor beiden de grote, langdurige liefde. Is dat nu alleen maar een kwestie van geluk ? Ludo is niet de perfeckte man en ook Anna is niet zonder gebreken. Waarom gaat het nu wel goed ? Uit hun ervaringen hebben zij een grote waarheid ontdekt: het geluk valt niemand zomaar in de schoot. Een mens moet daaraan werken, ieder dag opnieuw.
Moeten we deze huwelijken door dik en dun als christelijk huwelijk verdedigen ?
Nu kwam Jezus in Kafarnaum, een stad in Galilea. Daar gaf hij op de sabbat onderricht.
Zij waren geestdriftig over zijn onderwijs, want zijn woorden hadden gezag.
In de synagoge was iemand die in de macht was van een onreine, demonische geest. Luidkeels krijste hij :
' Hé, wat wilt u van ons, Jezus van Nazareth ? Bent u gekomen om ons te vernietigen ? Ik weet wel wie u bent : de heilige van God.'
Jezus strafte hem af : 'Houd uw mond en ga uit hem weg.' De demon slingerde hem midden in de kring en ging uit hem weg zonder hem enig letsel toe te brengen.
Allen werden door ontzetting bevangen en ze zeiden tegen elkaar : ' Wat zegt hij daar ? Met krachtdadig gezag geeft hij bevelen aan de onreine geesten en ze gaan weg.'
En zijn roep verspreidde zich overal in de streek.
In Antiochië beweerden gelovigen uit Judea dat ook de heidenen zich moesten laten besnijden en de Joodse voorschriften moesten onderhouden. Er onstond een heftige discussie met Paulus en Barnabas. Omdat zij er niet uitgeraakten gingen zij naar Jeruzalem.
Daar hielden de apostelen en de oudsten een bijeenkomst. De discussie was even hevig. Petrus nam het woord en vertelde dat de heiden Cornelius hem had uitgenodigd en dat daar de Heilige Geest neerdaalde over allen. God maakte duidelijk geen onderscheid tussen Joden en heidenen. Hij wilde aan de heidenen het juk van het Jodendom niet opleggen omdat zij even goed als de Joden gered worden door de genade van Jezus.
Jacobus vindt het maar niets dat de gelovigen uit de heidenen aan geen enkel voorschrift meer onderworpen zijn en er zo maar op los zouden mogen leven. Hij kent zijn bijbel goed en doet beroep op het gezag van Mozes. Hij haalt voorschriften van Mozes aan voor de heidenen : zij mogen niet deelnemen aan een afgodendienst, mogen geen gemeenschap hebben met verwanten, mogen geen verstikt vlees eten en geen bloed tot zich nemen.
Het bloed is in de bijbel een beeld van het leven en het leven komt aan God toe. Ondertussen blijven wij genoeg overtuigd van de waarde van het leven zonder afstand te doen van een lekkere bloedworst.
Het Joodse voorschrift van de besnijdenis had voor Petrus geen zin meer en moest aan de heidenen niet opgelegd worden.
Volgens de traditionele inzichten heeft Mozes (1200 v. Chr.) de tien geboden geschreven. Moderne inzichten denken aan Hizkia of Josia (700 tot 500 v. Chr.).
Hammurabbi historydropoff
Hammurabbi was koning van Mesopotamië van 1792 tot 1750 v. Chr. Zijn wetteksten komen sterk overeen met de wetten uit het Oude Midden-Oosten. Ook enkele wetten van Mozes lijken erg op de wetteksten van Hammurabbi.
De ingang van een school lag in een stille straat. Alleen de leerkrachten reden met de auto naar de parkeerplaats.
Het fietspad kwam uit tegenover de schoolingang. Volgens het schoolreglement moesten de leerlingen te voet de straat oversteken. Op een morgen had Herman toezicht bij de ingang. Op het laatste moment kwam Frans aangefietst. Hij zag dat Herman een oogje toedrukte, fietste de straat over en kon net op tijd zijn fiets opbergen. De directeur stond achter Herman en zei: ' Het is de bedoeling dat de leerlingen aan de overkant van de straat afstappen en te voet de rijbaan oversteken'. Karel was germanist en wist goed dat te voet de straat oversteken niet de bedoeling was maar het voorschrift. Hij gebruikte die uitdrukking om zijn terechtwijzing niet te hard te laten aankomen. Herman had goed uitgekeken naar links en naar rechts en op dat ogenblik was er geen auto meer te bespeuren. Wanneer hij naar de klas ging, tintelden er binnenpretjes in zijn ogen. Want de echte bedoeling dat er geen ongelukken zouden gebeuren had het gehaald op een voorschrift dat op dat moment maar weinig zin meer had.
Natuurlijk mocht er op de speelplaats niet gefietst worden. Op woensdagnamiddag reed een leraar met vijftig leerlingen per autobus naar het zwembad. Na een uur zwemmen keerden zij terug naar school. Daar fietsten zij snel over de speelplaats naar huis. Het was niet nodig hen met het schoolreglement om de oren te slaan. Zij hadden honger en wilden zo vlug mogelijk naar huis. Geen enkele leerling dacht er aan om de onnozelaar uit te hangen en een ongeval te veroorzaken.