DE BRIEF DIE SCHOOLMEESTER EMIEL DEBEURME DE NEK BRAK.
___________________________________________________
Op 1 juli 1879 verscheen onder de liberale regering de fameuze wet Van Humbeeck, die een regelrechte schoolstrijd inluidde (1). Die wet bepaalde dat in elke gemeenteschool het godsdienstonderricht buiten de normale lesuren moest gegeven worden, en alleen op uitdrukkelijk verzoek van de ouders. De kerkelijke overheid deed alles wat ze kon om de onderwijzers van de gemeentescholen tot ontslag te bewegen en ze in nieuw gestichte vrije scholen onder te brengen. Voor die onderwijzers viel een moeilijke keus : namen ze ontslag, dan verdienden ze niet alleen minder, maar ze verloren ook hun recht op pensioen.
Felix Benoot, onderwijzer van onze gemeenteschool verkoos aan te blijven, maar hij had pech want zijn school liep leeg. In het 4e kwartaal van 1879 telde zijn school nog één leerling (gemeenteraadszitting van 25 januari 1880).
In afwachting dat , door toedoen van de familie de Bethune, een nieuwe vrije school zou worden opgetrokken, in de Markekerkstraat, gingen de jongens les volgen bij de zusters van het klooster.
Er werd gestart met de bouwwerken in april-mei 1879, zegge 1 jaar voor het overlijden van Baron Felix Bethune.
De Gazette van Kortrijk van 2 augustus 1879 : “ Te Marcke doet de heer Baron Bethune eene nieuwe katholijke schole bereiden.” (Beeldbank Kortrijk)
De Gazette van Kortrijk van 19 september 1879 :” Het nieuw schoollokaal is daaromtrent gedekt. Het binnenwerk gaat zeere voort, en al het schoolgerief zal er zijn tegen oktober.” ( Beeldbank Kortrijk)
Vanaf november 1879 was de school al toegankelijk, het woonhuis daarentegen was nog niet bewoonbaar. School en woonhuis waren pas totaal afgewerkt halfwege 1880. De laatste facturen dateerden van april-mei 1880 . Henri Sanelé boomplanter uit Lauwe zorgde in oktober 1879 voor de beplanting met bomen . Charles Lenoir uit Brugge leverde - per spoor- 'savonniéres' stenen als bouwmateriaal. J. Brico beheerder van de 'magasins de Groeninghe - Rivage du Canal' uit Kortrijk leverde drempels en dorpels . Jacques Mahieu, plafonneerder en witter uit de Wetstraat in Kortrijk trok zich in april en mei 1880 het plakwerk en het witten aan.J. Vanbeveren-Biebuyckx uit de Magdalenastraat in Kortrijk zorgde voor de schouwen in spreekkamer,salon, keuken en eetkamer.(Archief Stichting de Bethune).
In november 1879 verscheen Emiel (Aloïs) Debeurme, als eerste onderwijzer ,in de nieuwe vrije school. Emiel Debeurme en zijn vrouw vestigden zich, met hun twee kinderen, in de Marktstraat en baatten er een winkel uit (2), naast het latere café ‘Het Hof van Commerce’ ( ook ‘Maison de Commerce’), dat in 1883 uitgebaat werd door Eduard, de broer van gemeentesecretaris Henri Vanhoenackere. In 1889 werden Ivo Petit en zijn vrouw Marie Ghyssel er uitbaters van . Daarna Edmond Verhaege .Georges Delcroix en Elisa Vanrobaeys betrokken het vanaf 1935-36 en veranderden het logo in ‘Het Schuttershof’.
Emiel Debeurme was geboren in Heestert op 24 mei 1843 en zijn vrouw Octavie Coussement in Deerlijk op 31 oktober 1850. In Marke werd op 8 maart 1880 hun derde kind geboren : Astère Debeurme, die overleed in Heestert in 1952.
Hij werd hier dus onderwijzer in de kersverse vrije school in de Markekerkstraat, laat ons zeggen in een nog niet geheel afgewerkt gebouw (hiervoor refereer ik ook naar een volgend artikel ‘De Broeders Van Dale en het onderwijs in Marke van 1894 tot 1965’).
Lang zou hij het hier niet uithouden, want voor ons plaatselijk fanatiek katholiek bestuur, zat er na één jaar al een kink in de kabel. Wat kon men beter doen dan de familie Bethune raadplegen, die een zeer goeie band had en zeer goed bevriend was met de toenmalige bisschop van Brugge, Mgr.Johan Joseph Faict. Zoals gebruikelijk in die tijd richtte de schoolraad een schrijven naar de kerkelijke overheid in casu de bisschop.
Op 28 november 1880 vergaderde de schoolraad van Marke in de pastorie (3), onder het voorzitterschap van pastoor Franciscus Xaverius Depoortere, geheimschrijver André Declercq en de leden, onderpastoor Felix Devos, Désiré Herman en Petrus Van Belleghem (4) .Al geruime tijd hielden ze de schoolmeester in de mot, en vonden ze de moment gekomen om toe te slaan… en het papier en de inkt was gewillig.
“ Aen zijne Hoogweerdigheid den Bisschop van Brugge,
Doorluchtige Hoogweerdigheid,
Wij ondergeteekende, leden van den katholijken schoolraed van Marcke, vergaderd in de pastorij den 28 november 1880, hebben beraedslaegd over hetgene ons te doen stond met den schoolmeester Emiel Deb(e)urme, zijnde in huwelijk met drie minderjarige kinders.
Ten 1sten: wij hooren sedert eenigen tijd, zonder er iets van geweten te hebben tijdens zijne benoeming als schoolmeester in november 1879, dat hij vele schulden hadde eer hij alhier schoolmeester wierd; schulden die hij gemaekt heeft binst dat hij opvolgentlijk gemeenteontvanger, onderkoster, winkelier en koopman in guano en kolen was te Heestert, en die beloopen tot de somme van ten minsten 4500fr.
Wij hooren en wij weten zeker dat hij hier te Marcke en te Kortrijk nieuwe schulden maekt, die verscheidene honderde franks bedragen, om zijn oude schulden te betalen.
Ten 2den: aengaende den drank, wij en weten niet dat hij juiste dronkaerd is, maer wij zijn zeker dat hij hier te Marcke en te Kortrijk in verscheidene herbergen kleene schulden maekt met zijnen drank niet te betalen.
Ten 3den: de zondag binst de hoogmis is hij bij zijne kinders in de kerke, in de vroegmis en is hij niet te zien, en in de weke zeer zelden woont hij het H. Sakrificie der misse bij.
Ingezien dat er daerover hier op de parochie, te Kortrijk en zelfs in de slechte gazetten zeer vele geklapt wordt, dat daerdoor zijn eer en fame zoo goed of verloren zijn, dat diensvolgens het katholijke onderwijs zeer vele lijdt; en ware ’t niet dat onze parochie door en door kristelijk en katholijk is , dat onze knechteschole vele kinders zoude verliezen.
Ingezien dat de schoolmeester van over zeven, acht maenden daerover persoonlijk en in ’t bijzonder vermaend geweest heeft door Mr. Pastor, den onderpastor en andere leden van de schoolraed.
Ingezien dat hij , naer die persoonlijke vermaningen niet luisterende, naderhand, op het einde van september geroepen geweest heeft voor geheel den schoolraed onder voorzitterschap van Mr. de pastor, en dat hij daer opnieuw alderstrengst vermaend geweest heeft, ja zelfs bedreigd geweest heeft van afgezet te zijn van zijne bedieninge was ’t zake dat hij hem niet en beterde.
Ingezien wij over deze zaken reeds gehandeld hebben met den Eerw. Heer Dehouck, geestelijke schoolopziener te Kortrijk, en dat hij ons aenraedde van den schoolmeester af te stellen.
Ingezien eindelijk dat al die vermaningen en bedreigingen niets geholpen hebben om hem te verbeteren, maer in tegendeel dat het verergerd en dat wij voorzien en allezins overtuigd zijn dat er geen beteren noch uitkomen aen is, om al die redens besluiten wij , na rijpe overweginge en met eenparigheid van stemmen, Emiel Deb(e)urme aftestellen als schoolmeester van de katholijke knechteschole te Marcke.
Welk besluit,doorluchtige Hoogweerdigheid, wij aan uw oordeel en goedkeuring onderwerpen.
Gedaen in den schoolraed te Marcke den 28 november 1880.
Getekend door,
De voorzitter Franciscus De Poortere, pastor
De geheimschrijver André Declercq
Leden: Petrus Van Belleghem - Felix Devos, onderpastor en Désiré Herman “
Al op 2 december 1880 kwam een antwoord van het bisdom, dat instemde met de beslissing om de schoolmeester af te zetten.
Nog dezelfde maand vertrok het gezin Debeurme naar andere oorden.
In april 1881 kwam zijn opvolger Aimé Demuynck het afgewerkte woonhuis van de school in de Markekerkstraat betrekken. Deze leerde er Coleta kennen ,de dochter van koster-bakker Désiré Moreels , uit de Pastoor Vandommeledreef, en trouwde ermee in 1883.
(1)Bij de verkiezingen van 11 juni 1878 waren de liberalen de grote overwinnaars. De wet die de radicaalliberale onderwijsminister Pierre Van Humbeeck uit zijn mouw schudde, bepaalde dat elke gemeente tenminste één officiële school moest bezitten. Alle onderwijzers moesten een diploma van een officiële normaalschool bezitten. Het godsdienstprogramma werd uit het leerprogramma geschrapt. En godsdienst moest buiten de lesuren gegeven worden.Niet te verwonderen dat de bisschoppen strenge maatregelen troffen. De pastoors kregen de opdracht een vrije lagere school op te richten in hun parochie. De ouders durfden hun kinderen niet meer zenden naar de gemeenteschool en wilden niet dat ze onderwijs kregen van die ‘Goddelozen’.
(2)Later werd het nog bewoond door een zekere Verhaeghe, die er een beenhouwerij op nahield, maar niet lang.
Toen het huis gebombardeerd werd op 14 mei 1943, hield René Devos-Delporte er een winkel, die men ‘het Sarmatje’ noemde. Na de bombardementen hield het echtpaar ‘het Sarmatje’ weer open , naast café ‘De Middenstand’. Hubert Deconinck en Leona De Praeter hielden er laatst winkel.
(3)De omwalde pastorie was toen gelegen op het einde van de Pastoor Vandommeledreef, diep in de tuin van de huidige pastorie. Jarenlang hadden er pastoors te kampen met vochtigheidsproblemen. Ze was niet meer bewoond sinds 1903.
(4)Franciscus Xaverius Depoortere (Anzegem 1803-Marke 15 januari 1886). Hij was pastoor in Marke van 1854 tot zijn overlijden. Zijn zuster Rosalia (Anzegem 1791-Marke 1886), die blind werd, woonde omtrent 40 jaar bij hem. Zij stierf in het klooster te Marke een week later dan haar broer.
Felix De Vos (Lichtervelde 1850 – Jonkershove 1904, als pastoor sedert 1900).Hij was onderpastoor in Marke van 30 januari 1880 tot 1 maart 1882.
André Declercq (Menen 1820 – Marke 1886) was landbouwer op de hoeve ‘Priesterage’ in de Marktstraat.
Petrus Van Belleghem (Marke 1813-1901) woonde in het eerste huisje in de Marktstraat naast café ‘Het Gemeentehuis’. De huisjes (4) werden vernield onder de bombardementen van 14 mei 1943.
Désiré Herman (Marke 1828 – 1914) was vlashandelaar.
Foto’s:
1/ De marktstraat vanuit de kerktoren gekiekt in de jaren’20. Uiterst links woning van Achiel Theys, vlashandelaar. Ernaast café ‘Het Hof van Commerce’, en rechts het huis , waar Emiel Debeurme woonde in 1879 . Links op de achtergrond ,café met zaal ‘Het Volkshuis’, dat ook beschadigd werd door de bombardementen van 14 mei 1943.
2/ Na de bombardementen van 14 mei 1943.
3/ De pastorie rond 1948, voor ze met de grond gelijk gemaakt werd.
Bron: Bisschoppelijk Archief Brugge.
05-08-2017, 00:00 geschreven door Michel Markenaar
|