HET GOED BRUWINGHE OF HOEVE DUHEM. ____________________________________
Ligging: op de hoek van de Ter Duinenstraat en Pottelberg (schuin rechtover de Hellestraat ).
DE HOEVE :Kadaster SA 525-526-527-528a-529b-530d-531-533.
5 ha 18a 10ca
Vóór 1936 lag de hoeve langs de grote baan (Pottelberg); in 1936 werd de baan wat meer noordwaarts verlegd ,zo kwam de hoeve wat meer inwaarts te staan.
De Bewoners:
In 1580 werd het in pacht gehouden door Joos Baheyt.
Werd in de eerste helft van de 17e eeuw verpacht aan Niklaas Dedeurwaerder.
( Monografie Marke 1980)
In 1720 bewoond door Michiel Hocedez-Coucke.
In 1724 door schepen Pieter Delbeke-Hocedez.
In 1754 door Petrus Joseph Duhem, van Saint Léger (overleden in Marke 12 april 1784).
In 1815 Petrus Joseph Duhem (Marke 1754) en Catherine Busschaert (1754),van Rollegem.
In 1845 Leonard Duhem (Marke 1799-Marke 1875) en Joanna Theresia Terryn (Bellegem 1800- Marke 1877).
Petrus Joseph (Marke 1754) en Leonard waren tijdens hun leven gemeenteraadsleden.
Petrus Joannes Duhem , (Marke 1828-Marke 1913), en vrouw Marie Octavie Moreau (Otegem 1851-Rouen (Fr.) 1930) waren pachters sinds 1876.Tijdens de 2e WO de weduwe van Petrus Joannes.
Henri Duhem (Marke 1889-Marke 1985) en vrouw Henriette Ingelbert (Bellegem 1901-Marke 1988).
Laatste Duhem was Daniël(Marke 1929) , zoon van Henri, met zijn vrouw Astrid Christiaens, tot 1967.
De hoeve werd gedurende meer dan 200j jaar uitgebaat door de familie Duhem, van vader op zoon.
In 1967-68 werd de hoeve afgebroken.
De Eigenaars:
___________
De hoeve was destijds ook eigendom van de groeninge-abdij.
In het begin van de 19e eeuw waren de hoeve en de gronden eigendom van J.P. Tiberghien , handelaar uit Parijs.
Rond 1840 waren de hoeve en de gronden eigendom van een zekere weduwe Du Camp, rentenierster uit Parijs.
In 1859 verkocht ze de goederen aan Charlotte Quinet,(Chapelle-Lez-Herlaimont 1801-Gent 1864), weduwe van Jacques Jean Feyerick (Oudenaarde 1794- Gent 1848) (1), eigenaars te Gent.
Na het overlijden van Charlotte had de verdeling plaats. Haar dochter Françoise Ghislaine Feyerick(Gent 1824-Doornik 1900) getrouwd in 1843 met Jules César Boucher (Doornik 1804-1878) (2) (3)kwam in bezit van de goederen.
In 1900 na de dood van Françoise Feyerick kwamen de goederen in bezit van hun zoon Jules François Charles Ghislain Boucher(Gent 1845-Doornik 1919),industrieel , echtgenoot van barones Albertine Eugénie Caroline Léonie Marie Ghislaine Van Zuylen van Nyevelt (Gent 1858-Brussel 1935). Jules François Boucher overleed in 1919, nalatende voor enige erfgenamen elk voor de helft zijn zoon en dochter : Charles (Carlos) Etienne Ghislain Boucher(Doornik 1883-Gent 1950) ,stalmeester, en Mevr. Marie Thérèse Charlotte Boucher (Doornik 1882-St.Pieters-Woluwe 1940) , echtgenote van Fernand Louis Lamoral Ghislain Holvoet (Brugge 1869-Ixelles 1943) , Ridder, bijgevolg adjunct bij de staf van het Belgisch leger te Brussel, zoon van Louis Camille Marie Ernest(Diksmuide 1842+Brugge 1898) en Barones Gabrielle Jeanne Adolphine Ghislaine Van Zuylen van Neyevelt (1849 La Haye (Fr)-Schaarbeek 1924) eigenaars te Brugge.
Bij akte van 20 november 1919 had Mw. Wed. Jules Boucher van Zuylen van Nyevelt al haar rechten van vruchtgebruik aan haar kinderen afgestaan: Charles en Marie Thérèse Boucher , de verkopers.
De familie Feyerick was vooral actief in de vlasnijverheid. In 1844 startte Nicolas Feyerick (Gent 1826-Gent 1893), zoon van Jacques Jean Feyerick met een spinnerij. Nicolas was getrouwd met Esther Verhaeghe de Naeyer (1844-1913).Zijn kinderen waren allen getrouwd met personen van de adel. In 1893 na de dood van Nicolas, namen zijn zonen, Ferdinand, Leon ( trouwde met Mathilde de Kerchove de Denterghem), Jacques en Robert het familiebedrijf over en combineerden dit met een hele reeks van bestuursmandaten in hoofdzakelijk textielbedrijven. De band van Ferdinand (1865-1920) met Rusland was opvallend. Vanaf 1898 was hij onder meer bestuurder van een vlasfabriek in Witebsk, waardoor hij consulaire vertegenwoordiger van Rusland in Gent werd. Dat bracht hem aan het hoofd van een internationale commissie die de modaliteiten van de vlashandel met Rusland bestudeerde (Internet). Het valt op dat de Bouchers en de Feyericks belust waren op de hoogste sociale ladder.
Op 3 december 1919 is verschenen voor notaris Albert Bossaert te Kortrijk:
Charles (Carlos) Etienne Ghislain Boucher ,( zoon van Jules François) nijveraar te Doornik.
Als gevolmachtigde van zijn zuster Marie Thérèse Charlotte Ghislaine Boucher, zonder beroep, echtgenote van Fernand Louis Lamoral Ghislain Holvoet , Ridder, adjunct bij de staf van het Belgisch leger, samenwonende te Brussel.
VERKOOP: aan de SA Tuileries du Pottelberg te Kortrijk :een hofstede, bestaande uit woonhuis, schuur, stalling, bakhuis met tuin, boomgaard, weide, hooiland en zaailand = 5ha 18 a 10ca.
De verkopers waren ook eigenaars van SA 452-453-456-deel van 457en 458 - 459- 444-445-409 en deel 410-466.=in totaal ca. 16ha , die ook verkocht werden aan de SA Tuileries du Pottelberg.
Het geheel werd achteraf door de SA Tuileries du Pottelberg verkaveld.
De Pannenfabriek stond kosteloos grond af aan de gemeente om reden van openbaar nut: verscheidene stroken grond voor het leggen van straten(akte van 27 december 1965).
Het verkavelingsontwerp ‘Rodenburg’ werd opgemaakt op 22 mei 1966 in 43 loten.
BPA (Bijzonder Plan van Aanleg) Rodenburg nr.5 goedgekeurd bij KB 17mei 1960. Verkavelingsvergunningen Pannenfabriek Pottelberg van 16 mei 1965, 3 juni 1966 , 20 oktober 1964 en 6 oktober 1969……..
(1 )Hun zoon Nicolas (Gent 1826-Gent 1893) was getrouwd met Esther Verhaeghe de Naeyer (Gent 1844- 1913). Ferdinand (1865-1920) , zoon van Nicolas en Esther, was getrouwd met Madeleine du Monceau de Bergendal.
(2)(3)In 1833 begint de vader van Jules César Boucher een vlasspinnerij in Doornik aan de Rue des Soeurs de Charité. Zoon Jules César gaat zich in Engeland op de hoogte stellen van de nieuwste spintechnieken en smokkelt op gevaar voor eigen leven een bouwtekening van een industriële spinmachine mee naar Doornik. Hij laat een bedrijfspand met enkele verdiepingen bouwen en installeert er zijn mechanische stoomspinnerij ‘Filature Jules CésarBoucher-Freyerick .’ Zijn Gentse vrouw Françoise Ghislaine Freyerick is de sterke vrouw achter de ondernemer. Zijn zoon Jules François Boucher neemt het bedrijf over in 1913 en wordt als meneer Jules een populaire figuur in de wijk en bij zijn arbeiders. Hij wordt dan ook in 1878 verkozen als liberaal gemeenteraadslid en zal als eerste schepen de Doornikse financiën reorganiseren. Hij was ook een tijdje ( 1907-1908 ) waarnemend burgemeester van Doornik. De derde generatie met zoon Carlos (Charles Etienne Ghislain ) Boucher moet helaas in 1935 de deuren van het bedrijf sluiten na de tegenslagen van de Eerste Wereldoorlog, de textielcrisis in 1926 en ten slotte de grote depressie van de jaren 1930 (Internet).
Notariaat (persoonljk archief)
Kadaster (persoonlijk archief)
Grondplan: jaar 1965.
De hoeve in de jaren '30. Bijlagen: Herschaalde kopie van Hoeve Duhem - kopie.jpg (96 KB) Herschaalde kopie van Hoeve Duhem - kopie.jpg (96 KB)
16-02-2021, 00:00 geschreven door Michel Markenaar
|