Marke
Inhoud blog
  • HOEVE 'PRIESTERAGE' (HOEVE VLIEGHE).
  • DE HOEVE 'LEIEMEERS' (Verbetering).
  • DE HOEVE 'DE WITTEN JAN'.
  • DE HOEVE 'KLARENHOEK' ( HOEVE TERRYN).
  • HOEVE 'TEN BEUGHELE' (HOEVE VAN HAUWAERT).
  • AANVULLING AAN ARTIKEL 'Het oud Kerkhof rond de Kerk en de Commotie errond'
  • DE HOEVE 'LEIEMEERS' (Hoeve David).
  • HET CRAEYPOELHOF (HOEVE GERARD HOLVOET).
  • HET GOED TER ELST (HOEVE CALLENS).
  • HET GOED TE TOLLENAERS. (HOF TER 3 GEMEENTEN)
  • ARTHUR VANNESTE,DE EERSTE DOKTER IN MARKE.
  • HET GOED BRUWINGHE OF HOEVE DUHEM.
  • BEZOEK VAN PRINS ALBERT AAN DE WEVERIJ 'ERN.DE WITTE-VISAGE' IN MARKE IN FEBRUARI 1966.
  • BEZOEK VAN PRINSES PAOLA IN 1981.
  • DE VRIJWILLIGE BRANDWEER MARKE ,EEN OORLOGSPRODUCT.
  • OPENSTELLING VAN HET ONTMOETINGSCENTRUM EN DE BIBLIOTHEEK OP 22 FEBRUARI 1974
  • DE ROLBAREEL OF 'DE BARRIERE'.
  • DE OPENING VAN DE VERBLIJFSHOEVE IN 1981.
  • OPENING VAN DE VAN CLE KINDERBOERDERIJ IN 1976.
  • Wijziging in het artikel 'Van De Keizer tot Au Pré Vert.'
  • OPENING VAN HET MARKEBEKEWANDELPAD IN 1979.
  • VAN HOEVE RODENBURG NAAR HOEVE NIEUWENBURG.
  • OPENSTELLING RINGLAAN (R8) MARKE -BISSEGEM in 1978.
  • DE 'KEIZERSBERG' EN DE 'KOEKELBERG'.
  • HET WERELDRECORD DRUMMEN.
  • K.F.C MARKE CURRICULUM VITAE.
  • VOORLOPERS VAN HET KONINKLIJK SINT-BRIXIUSKOOR VZW.
  • LIJNWAADWEVERIJ SA. DERYCKERE FRERES & VANDERMEERSCH
  • DE VINKENMAATSCHAPPIJ 'DE LEIEZANGERS'.
  • KERMIS MARKEBEKE.
  • HET OUD KERKHOF ROND DE KERK EN DE COMMOTIE ER ROND.
  • CAFE 'DE KARDINAAL' IN DE KARDINAALSTRAAT.
  • WAT HEIBEL BIJ DE AANLEG VAN DE NIEUWE STEENWEG (KASSEIWEG)-REKKEM-LAUWE--MARKE -KORTRIJK IN 1859.
  • BOEK 'MARKE TIJDENS DE TWEEDE WERELDOORLOG'
  • HET BEZOEK VAN KONINGIN FABIOLA AAN DE KINDERBOERDERIJ OP 10 MAART 1980
  • DE GESCHIEDENIS VAN DE HANDBOOGGILDE SINT-SEBASTIAAN VANAF DE TWEEDE WERELDOORLOG TOT 1979.
  • DE OUDE PASTORIE AAN DE 'WATERPOEL' EN DE NIEUWE IN DE MARKTSTRAAT.
  • CAFE 'IN DE GOUDE LEERZE' IN DE KLOOSTERSTRAAT.
  • VAN ' DE KEIZER' TOT 'AU PRE VERT' Torkonjestraat.
  • CAFE 'AU LION D'OR' OP DE POTTELBERG.
  • DE STRAATNAMEN VAN MARKE ANNO 1910.
  • DE EERSTE LEIEBRUG TUSSEN MARKE EN BISSEGEM
  • CAFE 'CHÂLET DU POTTELBERG' POTTELBERG MARKE
  • 'DE LUSTIGE ROOKERS' MARKE 1912.
  • DE GESCHIEDENIS VAN DE SCHUTTERSGILDE SINT-BARBARA VANAF 20e EEUW TOT 1979.
  • DE MECANICIEN VAN OBLT.KURT WOLFF VAN JASTA 11.
  • DE VLASBAZENBOND IN MARKE.
  • HOOG BEZOEK BIJ LEUTNANT WERNER VOSS LEIDER VAN JASTA 10.
  • DE MECANICIEN VAN MANFRED VON RICHTHOFEN.
  • DE VIADUCT AAN DE 'IJZERENPOORT'.
  • CAFE "IN DE STERRE".
  • Café "DEN BEER" in de Kloosterstraat.
  • EEN AANVARING MET MANFRED FREIHERR VON RICHTHOFEN 100 JAAR GELEDEN
  • HET ONDERWIJS IN MARKE MET DE BROEDERS VAN DALE VAN 1894 TOT 1965 (DEEL 3 laatste deel)
  • HET ONDERWIJS IN MARKE MET DE BROEDERS VAN DALE VAN 1894 TOT 1965 (DEEL 2)
  • HET ONDERWIJS IN MARKE MET DE BROEDERS VAN DALE VAN 1894 TOT 1965 (DEEL 1)
  • 100 JAAR VLIEGVELD MARKEBEKE
  • DE BUNKER OP DE MARKEBEKE in MARKE.
  • DE BRIEF DIE SCHOOLMEESTER EMIEL DEBEURME DE NEK BRAK.
  • MARKE IN DE EERSTE WERELDOORLOG. Uit het schrift van Maurice Holvoet.
  • DE HANDBOOGGILDE SINT-SEBASTIAAN VAN 1836 TOT DE TWEEDE WERELDOORLOG.
  • DE TWEE STEENBAKKERIJEN IN OPEN LUCHT VAN HECTOR ISERBYT.
  • DE JASTA 10 IN MARKE.
  • EHRENFRIEDHOF NR.179 - Een Duitse militaire begraafplaats in Marke
  • HET RECHT TREKKEN VAN DE BUURTWEG Nr.5 OF DE VAGEVUURSTRAAT.
  • DE GEDENKPENNINGEN VAN F.C. MARKE
  • DE PANNENFABRIEK of 'S.A. DES TUILERIES DE MARCKE-LEZ-COURTRAI. Het eerste decennium.
  • 'FLUGPLATZ MARKEBEKE'
  • DWANGARBEID als ZIVIL ARBEITER (Z.A.B.)
  • Een Spoorweg door Marke. Wanneer de trein bleef 'stille' staan.VERVOLG.
  • Een Spoorweg door Marke. Wanneer de trein bleef 'stille' staan.
  • DE BOERENKRIJG IN MARKE (BIJVOEGSEL)
  • DE BOERENKRIJG IN MARKE.
  • HET EEUWFEEST VAN DE BELGISCHE ONAFHANKELIJKHEID.
  • BOOGSCHIETEN OP LIGGENDE WIP: DE LEERZESCHUTTERS.
  • JAMES H. BIRTWELL - EEN KACHEL WERD HEM FATAAL.
  • DE GESCHIEDENIS VAN DE SCHUTTERSGILDE SINT-BARBARA TOT HET EINDE VAN DE 19e EEUW (2)
  • DE GESCHIEDENIS VAN DE SCHUTTERSGILDE SINT-BARBARA TOT HET EINDE VAN DE 19e EEUW.
  • HET ONTBREKEND OORLOGSVERSLAG.
  • een Granaatinslag op 16 maart 1944 in het Klooster van Don Bosco (Kortrijk)
  • DUIVEN ,GEËERDE KOERIERS IN OORLOGSTIJD
  • Een Vrouw dood gevonden in Marke in 1908
  • Een schrikkelijke Moord in 1905
  • Het Oorlogsdagboek van Jean Verhoye (8 jan.1917 tot 30 juni 1917)
  • Een Onopgehelderde Moord in 1908
  • De Wielrijdersgilde (Veloclub) St. Catherine
  • DE TONEELGROEP "GEEN RIJKER KROON DAN EIGEN SCHOON"
  • De Toneelgroep "ONTWAKENDE JEUGD",
  • HET TONEELGEZELSCHAP "PALLIETER"
  • DE MOEIZAME OPRICHTING VAN HET OORLOGSMONUMENT OP MARKEPLAATS
  • De Toneelkring "Door Taal en Deugd naar Hooger Leven" had een dubbele Taak
  • HET ONDERWIJS IN MARKE TOT EINDE 19e EEUW
  • De Lijst van Cafés in 1941
  • HOE BELEEFDE MARKE 1940-45
  • PLAN met DE KOEKEBERG en TRACE van de SPOORWEG
  • De Kortrijkse Burgerwacht houdt schietoefeningen aan de Koekeberg in Marke
  • De Popp-kaart en de Legger van Marke
  • Het Pionierswerk van Pater Emiel Callewaert
  • Van Café tot Café in Marke
  • Van "Maetschappij van Rhetorica" tot "Alles met den Tijd"
  • Onze Markse Lieve-Vrouwkapelletjes
  • De Markse Cafés in 1914
  • Honderdjarige Regina-Sophie Bels ingehuldigd op 8 sept.1907
  • De Moord op Edouard Algoed in 1863
  • De Moord op Laurent Theys in 1918
  • De Zaak van Marcke 1894 annex
  • De Zaak van Marcke 1894
  • De Turngilde "Voor Outer en Heerd" Deel 1
  • De Turngilde "Voor Outer en Heerd" Deel 2
  • De Turngilde "Voor Outer en Heerd" Deel 1
  • DOOR DEN KOP GESCHOTEN
  • Flugplatz Markebeke
  • Verordening caféhouders 1917
  • Een stoomtram doorsnijdt Marke
  • Oorlogsgedenktekens in Marke
  • Marke onder Duits regime.
  • Een misvatting over Manfred von Richthofen
  • Het eerste Jagdgeschwader in wording
  • DE NIEUWE DRIEDEKKER FOKKER DR.I IN MARKE

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    03-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PLAN met DE KOEKEBERG en TRACE van de SPOORWEG

    PLAN met  DE KOEKEBERG en  TRACE van de Spoorweg





    03-10-2015, 22:15 geschreven door Michel Markenaar

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Kortrijkse Burgerwacht houdt schietoefeningen aan de Koekeberg in Marke
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Op 8 mei 1837 diende minister van Openbare Werken Jean-Baptiste Nothomb(1837-1840) een voor Kortrijk uiterst belangrijk wetsontwerp in: het aanleggen van een spoorlijn van Gent naar de Franse grens via Kortrijk met een aftakking naar Doornik. De wet werd op 26 mei van hetzelfde jaar nog goedgekeurd. Marke kon de dans niet ontspringen. In 1840 zouden de werken langs Lauwe , Aalbeke en onze gemeente starten. Maar vooreerst kwamen de nodige onteigeningen aan bod.

    Gouverneur Felix de Muêlenaere (1830-1849) vroeg op 14 februari 1840 aan ons gemeentebestuur om zo spoedig mogelijk een onteigeningsplan op te maken. Ingenieur G. Desart van de spoorweg schreef op 12 maart 1840 naar onze burgemeester: (vertaling) “ De directie wil in alle belang van de eigenaars en de huurders alsook in eigen belang de afbakeningen komen vaststellen voor de aanleg van de spoorlijn van Kortrijk naar Moeskroen. Hiervoor zullen begin volgende week  bedienden het nodige komen doen. Volgens uw mondelinge mededelingen in zitting van 5 februari in het stadhuis van Kortrijk, moet ik geen tegenstand van de bevolking verwachten bij het afmeten. Maar om alle misverstanden uit de weg te ruimen, gelieve de eigenaars en huurders te verwittigen over de soort actie die wij voorstellen en moesten zij onverwachts niet akkoord gaan met de onteigeningen ,dat zij dan de bedienden verwittigen ; hun bezwaren zullen zeker met respect behandeld worden.”(1)

    De eerste helft van de 19e eeuw was voor onze streek desastreus, met 1840-1845 als piekjaren . De artisanale weefnijverheid kwijnde weg en met het vlas ging het niet veel beter. Er heerste een ziekte onder de aardappels. De ellende was groot. Een groot deel van de bevolking moest ondersteund worden door het Bureel van Weldadigheid. Onze bevolking was immers ook niet opgezet met de aanleg van de spoorweg. Er kwamen belangrijke onteigeningen te pas. En dat er tegenstand was blijkt uit het feit dat nog in de laatste maand voor de openstelling van de lijn herhaaldelijk grote stenen van het spoor verwijderd moesten worden. Hierdoor moesten de zandkonvooien die van Waregem kwamen gesaboteerd worden. Ook de natuur werkte tegen: in november 1841 hadden hevige regens voor overstromingen en instortingen op de constructiewerken gezorgd. Op 8 augustus 1841 werden door een hagelstorm volledige tabak- en tarweoogsten vernietigd. In Marke werden niet minder dan 40 schadegevallen aan gewassen vastgesteld .

    Belangrijke onteigeningen stonden op naam van de notarisfamilie Ghelein uit Poperinge en van Baron Felix Bethune .De hoeve Ghelein, gelegen op de westelijke hoek van de Rekkemsestraat en de Aardweg werd door het spoorwegtracé totaal gescheiden van haar gronden.

    Op 3 juni 1841 kwam minister van Openbare Werken Léandre Desmaisières (1841-1843) vergezeld met Jean-Baptiste Nothomb (1841-1845) toen minister van Buitenlandse zaken naar Kortrijk om de werken tot aan de Franse grens te inspecteren.

    De spoorlijn Kortrijk-Moeskroen werd op 14 november 1842 ingereden. Het was een regendag en veel vreugde was er hier niet. Trouwens tussen de twee steden was er geen enkele halte voorzien. De mening dat de aanleg van de spoorweg vele voordelen en betere resultaten op economisch gebied zou meebrengen was voor de Markenaren niet van toepassing. Hier zag men enkel treinen voorbijrijden en het zou nog duren tot maart 1900 vooraleer een reiziger op een trein zou kunnen stappen en dat er een dienst voor reisgoed (wagenladingen, stukgoed, paarden ,vee…) zou komen.(2)

    Op het plan van 1858  bemerkt men dat de spoorlijn oorspronkelijk in rechte lijn doorliep vanaf midden de Aardweg en Koedreef tot de Pontestraat . Maar in 1843 werd besloten , om een ongekende reden ,het rechte stuk buiten gebruik te stellen en te vervangen – naar het noorden toe- door een boogvormig tracé .Een optie is dat men geen rekening had gehouden met de hoeve gelegen tussen het oude en het nieuwe tracé. Was het oude tracé blijven bestaan dan was de hoeve praktisch volledig afgesloten van het centrum. Er was maar één uitweg : de Pontestraat.Nu werd hoogstwaarschijnlijk de doorgang naar de Keiweg geëffend . Zo ook ontstond een ongebruikte berm ( “de oude berm “genaamd), die men ook de “Koekoekberg” ( Koekeberg,Couckuutsberch) noemde…naar de naam van de hoeve “te Cockue”(3), die in 1899 plaats moest maken voor de bouw van de Tuileries de Marcke-lez-Courtrai. Vandaar ook het Kokuitplein. De hoeve lag tussen de “oude ijzerwegberm” en de nieuwe spoorlijn. Men mag dus zeggen dat het oorspronkelijke “ ijzerwegtracé “ dwars door het domein van de latere pannenfabriek liep. 

    Belangrijk voor mijn artikel is de heibel en het tumult die de “oude berm” vele decennia heeft teweeggebracht.

    Arthur Maertens (1897-1982) wist mij het volgende te vertellen:” In mijn jonge tijd woonde ik vooraan met mijn ouders in de Pontestraat.Ik begon in 1910 te werken in de pannenfabriek van Marke. In 1915 werd de Koekeberg afgedolven.Men wierp de slechte aarde (dat was de bovenlaag) in de talrijke putten die in het ronde lagen.Er stonden ook vele bomen.Die werden dan ook geveld en in de putten geworpen.Tussen de spoorweg en de Koekeberg lag ook een diepe ruimte, die werd ook opgevuld met slechte aarde en boomtronken.De goede aarde gebruikte men uiteraard om pannen te bakken.Er werden zelfs ‘loden bolleketten’ gevonden , voortkomende van de schutters van de ‘Garde Civique’ van Kortrijk, die er kwamen oefenen in de 19e eeuw. DE KOEKEBERG: deze berg begon aan het aardekot van de Markse Pannenfabriek al langs de spoorweg tot aan het wachthuisje (‘gardehuisje’) om naar de Co te gaan.Op sommige plaatsen was de heuvel wel 10m hoog.De burgerwacht van Kortrijk kwam hier leren schieten aan het wachthuisje.Ook de piotten die in Kortrijk gelegerd waren in de kazerne kwamen er leren schieten.Deze berg werd uitgegraven met een 50-tal mannen van de pannenfabriek in 1915.

    De pannenfabriek van Marke had de grond vanaf de pannenfabriek tot aan de pannenfabriek van Lauwe gekocht.Dat was hun werkterrein."

     

     

    De Kortrijkse Burgerwacht(4) of in de volksmond “De Garde Civique” werd in 1831 officieel ingesteld. De eerste bevelhebber was Baron Félix Bethune (1831-1836). Na de reorganisatie in 1848 werd Benoit Danneel bevelhebber(5) .Er werd ook een brandweerkorps aan verbonden , die in 1877 onafhankelijk werd. De Burgerwacht had de taak de onschendbaarheid en onafhankelijkheid van het Belgisch grondgebied te vrijwaren, na de Belgische Omwenteling van 1830, en om de orde te handhaven . Zij wilde zich voornamelijk nuttig maken op de ongelukkige momenten. In de loop der jaren volgden ook nog een paar hervormingen. Zij bleef de orde handhaven tot de inrichting van het plaatselijk politiekorps. Begin 20e eeuw werd de burgerwacht ontbonden.

    In 1852 richtten burgemeester Petrus Franciscus Van Belleghem en de landbouwers Delcour (nu hoeve Leiemeers) en Dubuisson (nu Goed te Herlebout) een schrijven naar het Ministerie van Oorlog om de gevaren aan te klagen die de schietoefeningen van het detachement van het 10e Linieregiment in garnizoen in Kortrijk veroorzaakten . Victor Anoul (1851-1855), minister van Oorlog liet weten op 11 juni 1852 dat hij bevel gegeven had om onmiddellijk de oefeningen te stoppen.

    Op 15 januari 1853 schreef Baron Felix Bethune (1836-1854)burgemeester van Kortrijk naar de Markse burgemeester Petrus Franciscus Van Belleghem een brief met de vraag om een “doelschietpers” te mogen oprichten langs de “oude berm” van de spoorweg. Bethune beloofde ten stelligste dat er geen ongelukken konden gebeuren, omdat hij van plan was om kogelvangers en valse poorten te plaatsen langs het tracé en op het uiteinde. Dat al om de deviatie van de kogels tegen te gaan.

    Marke liet een tijdje bezinken en op 10 februari 1853 werd de vorige vraag in herinnering gebracht, ditmaal door Pierre Tack (1849-1854) secretaris van Kortrijk. Onze burgemeester gaf een negatief antwoord, omdat hij vond dat er niet genoeg voorzorgen konden genomen worden om de veiligheid te vrijwaren. “Want in 1852 hebben de inwoners van de regio, waar u een schietdoel wenst te plaatsen, een klacht ingediend bij de minister van oorlog, die onmiddellijk de stopzetting beval. Bovendien hebben de meeste landbouwers hun landen maar kunnen gebruiken als de schieting geëindigd was.”

    Dat viel niet in goede aarde en schepen Ferdinand Vercruysse (1852-1854) drong op 15 maart aan, om de militaire overheid samen met een lid van de gemeenteraad van Kortrijk te willen ontvangen om over die zaak te praten. Alles bleek in kannen en kruiken, gezien de brief van 3 augustus 1855, waarin schepen François De Brabandere(1852-1860) , en secretaris Charles Mussely(1855-1877) onze overheid verwittigden om de nodige voorzorgen te nemen, want de “Garde Civique” zou volgende zondag komen schieten op de gewone plaats van 7 uur tot 10 uur ’s morgens.

    Er heerste nog een zinderende spanning tussen beide overheden. Op 20 april 1858 ontving burgemeester Petrus Franciscus Van Belleghem een brief getekend door Benoit Danneel en zijn secretaris Mussely met de vraag :” De stad Kortrijk is van plan een “doelschietpers” op te richten op de verlaten berm van de oude spoorweg , genaamd “Lauwbergh”(6). Wij vragen u er de nodige goedkeuring voor. Terzelfder tijd sturen wij u de plannen voorzien door artikel 2 van het K.B. van 12 november 1849.” Twee plannen gedateerd 29 april volgden wat later.

    Baron Felix Bethune schreef op 8 mei 1858 in zijn hoedanigheid van senator twee brieven, waarbij hij de overheid smeekt om het project te weigeren . De eerste in eigen naam :”Vele eigendommen van ondergetekende liggen niet enkel in de omgeving , maar grotendeels langs het schietterrein. De landbouwers en arbeiders lopen voortdurend gevaar op de landerijen.”

    De tweede brief was een pleidooi in het voordeel van het spoor:” De spoorweg naar Moeskroen loopt ook langs de plaats waar het schietterrein ligt. De arbeiders die met velen werken langs de spoorlijn en de bareelwachters lopen voortdurend gevaar.”

    Op 18 mei 1858 werden op het gemeentehuis in Marke in bijzijn van burgemeester Petrus Franciscus Van Belleghem en secretaris Marcellin Van Belleghem volgende verklaringen door ingezetenen afgenomen:

    1/ Petrus Algoed, landbouwer op de hoeve “te Cockue”verzette zich tegen de oprichting van het schietdoel, omdat hij telkens bij de oefeningen het veld moest verlaten. Zijn paarden en koeien moest hij binnenhouden, omdat zij schrik hadden. De militairen verzamelden op zijn land , maakten wegeltjes en vertrappelden zijn vruchten. Zijn hofstede liep gevaar voor brand, gezien het strodak.

    2/ Joseph Dubuisson , landman op de hoeve aan de Leie (Goed te Herlebout). Zijn landen lagen tegen de oude spoorwegberm. Hij moest telkens de landen verlaten bij de schietingen.

    3/Pierre Duvillier ,landman. Moest ook telkens zijn land verlaten en zijn hoornvee die in een weide dicht bij het doel graasden, moest hij op stal houden. Menig keren hoorde hij kogels langs zijn oren fluiten.

    4/François Delcour, landbouwer aan de Leie (hoeve Leiemeers), had menigmaal grote omwegen moeten doen om op zijn hoeve te geraken.

    5/ Charles-Louis Vanhoenacker, garde-konvooi (het wachthuisje aan de Pontestraat) kon zijn post niet naar behoren bedienen. Hij kon niet zonder gevaar op de “ijzerenweg “ circuleren. Er waren al vele pannen van zijn huis kapot geschoten en hij werd niet vergoed.

    De zaak werd een maand later op 21 mei aangekaart in de gemeenteraad van Marke, onder voorzitterschap van burgemeester Petrus Franciscus Van Belleghem.” Gezien de schriftelijke protestacties door den achtbaren Baron Bethune (Felix) als eigenaar der aanpalende landen en als senateur van ’t arrondissement Kortrijk(7), de negensten dezer maend ingediend…overwegende dat door de kleine uitgestrektheid van grond aan den staat toebehorende, de militairen zich noodzakelijk op de omliggende landen moeten verzamelen en zo de rechten van eigendom en gebruik schenden. Nog overwegende dat de veiligheid der inwoners..in groot gevaar verkeert…Besluit: de vraag tot oprichting van een doel wordt verworpen..”

    Stad Kortrijk tekende beroep aan en op 10 juli 1858 besliste de Bestendige Deputatie van de provincieraad dat de “doelschietpers” mocht opgericht worden, op bevel van Edouard Berten (1857-1859) de minister van oorlog ( 13 juni 1857). Dat was het gevolg van een conventie tussen de majoor-generaal Eyckholt ,directeur van de territoriale fortificaties ,en de burgemeester en schepenen van Kortrijk. Het departement openbare werken had besloten dat de stad Kortrijk de oude spoorwegberm in gebruik mocht nemen. De klachten sloegen op niets en de weigering van de Markse gemeenteraad vloog de prullenmand in.

    Van de oorlogsminister kreeg de Burgerwacht een detachement van de genie als hulp om de terrassen te bouwen. De werken werden uitgevoerd door het garnizoen van Kortrijk, samen met soldaten van de genie. De nodige metselmaterialen die per boot werden aangevoerd moesten langs de Pontestraat naar hun bestemming.

    Begin september 1858 begonnen de werken. Maar die waren pas begonnen of het bericht kwam ter ore dat de administratie van staatseigendommen van plan was het overschot van de niet gebruikte terreinen van de spoorweg waaronder ook de oude ijzerwegberm te verkopen. Onmiddellijk werd geschreven naar de ministers van Oorlog en Financiën met de vraag om de bedding te laten zoals ze was. De minister van Oorlog liet weten dat Walthère Frère-Orban ( 1857-1870) , de minister van Financiën de verkoop zou annuleren. Jaarlijks moest huur betaald worden, maar die viel ten laste van het stadsbestuur van Kortrijk. De Pontestraat stond getekend op de Atlas der Buurtwegen, maar vanaf de Leie was hij over een lange afstand geschrapt . De gouverneur liet onmiddellijk weten dat de weg terug openbaar moest gemaakt worden.

    Uiteindelijk won de “Garde Civique” het pleit.

    Op 2 augustus 1860 werden nog verscheidene klachten ingediend bij burgemeester Petrus Franciscus Van Belleghem, o.a.:

    Joseph Dubuisson verklaarde dat zijn familie, zijn dienstboden en zijn dieren dagelijks gevaar liepen door het schieten van de militairen. Dat de kogels tot op zijn hof en over zijn woning waren gevallen. Dat hij in het “uittrekken” van zijn vlas, zijn volk verscheidene malen had doen weggaan en het werk had doen staken. Dat hij vele kogels op zijn land had zien vallen en ook opgeraapt had. Dat vijf militairen hem hadden verboden op zijn werk te gaan. Hij zei hen dat het vlas moest uitgetrokken worden anders zou het bederven op het land. Zij kwamen alle dagen en dit van 6u ‘s morgens tot de middag en van 2u in de namiddag tot 6u ’s avonds.

    De klacht van Ivo Moreels, veldwachter van Marke:

    "Verklaart dat de militaire overheid een soldaat gezonden heeft hem verzoekende bij de aanpalende landgebruikers te gaan om hen te verbieden op hun land te werken binst het schieten.Ter plaats gegaan zijnde heeft hij de officieren verklaard dat hij geen recht had de mensen te beletten op hun land te werken. De officieren hebben hem geantwoord dat al de ongelukken die zouden kunnen voorvallen voor rekening van de landbouwers en landwerkers waren, dat zij hun de zaak niet verder aantrokken. Hij verklaart verder dat in de verscheidene keren dat hij in dienst aldaar was, hij meer dan honderd kogels heeft horen fluiten, uit de schijf vliegende, dat hij den eersten dezer in gevaar geweest is een bal te vangen. Dat de officieren zelfs daar niet durven naderen of voorbijgaan binst dat men schiet."

    Maar de inwoners van de regio lieten niet met zich sollen. Op 9 mei 1868 stuurde de plaatscommandant in Kortrijk een brief naar onze burgemeester: “ De soldaten van het Kortrijks garnizoen hebben gedurende 1 maand hard gewerkt aan de herstellingen van de “doelschietpers”in Marke. De kogelvanger werd versterkt en verhoogd om gevaar onmogelijk te maken. Er gaat geen dag voorbij, dat zodra de troepen vertrekken, de inwoners uit de omtrek onze werken komen beschadigen om op zoek te gaan naar kogels. Door die beschadigingen maken zij zich schuldig aan diefstal ten laste van de staat. Ik smeek u om de veldwachter aan het werk te zetten om de veiligheid doeltreffend te maken. Van mijn kant verwittig ik de “gendarmerie”opdat zij de schuldigen vat.”

    Op 24 juni 1881 richtte burgemeester van Kortrijk Henri Nolf ( 1864-1884) een schrijven met de vraag of het brandweerkorps van zijn stad op zondag 26 juni om 7u. ’s morgens schietoefeningen mochten komen houden op de Koekeberg. Onze burgervader ontving de brief op de 26e zelf. Het antwoord blijf ik u schuldig.

    In zitting van de gemeenteraad van Kortrijk op 8 december 1884 , kwam het probleem van de veiligheid weer aan bod . Gouverneur Baron Léon Ruzette ( juni 1884- jan.1901) communiceerde aan de Kortrijkse gemeenteraad het rapport van de officieren van de militaire genie (kapitein-commandant te Ieper en kolonel directeur in Gent) aangaande de uit te voeren werken die zij opportuun vonden om de veiligheid op het schietterrein in Marke te verzekeren. In zitting van 5 november 1884 had de gemeenteraad van Marke al de terugtrekking gevraagd van het besluit genomen door de Bestendige Deputatie van 10 juli 1858 , waarbij toelating werd verleend tot het oprichten van een schietterrein. Er werd beslist dat ,gezien de competentie van de ervaren genieofficieren, de werken mochten uitgevoerd worden. Te dien einde werd een som van 1500fr. ter beschikking gesteld. Getekend Emile Ghesquière (2 mei 1884 tot 31 december 1884), dienstdoend burgemeester en Henri Brinck ( 1878-1902) secretaris.

    Op 28 mei 1885 werd medegedeeld door burgemeester Auguste Reynaert ( 9 januari 1885-1915) dat de Burgerwacht vanaf 2 juni iedere dinsdag ,tot de periode van het binnenhalen van de oogst ,schietoefeningen zouden houden aan de “Koekoekberg”. Marke was gewaarschuwd haar voorzorgen te nemen om ongelukken te vermijden. Op 2 juni ontving Marke een missive ,getekend Reynaert, dat de Burgerwacht zou komen oefenen op zondag 7 juni van 7u. ’s morgens tot 8u30 en in de namiddag van 14u30 tot 5u30. De oefeningen van ’s morgens werden echter uitgesteld wegens de Sacramentsprocessie.

    Op 19 juli 1885 werd volgend bericht verspreid op beslissing van de Bestendige Deputatie, ondertekend door Leopold Van Belleghem , burgemeester van Marke en diens secretaris Henri Vanhoenackere:

    “In zijne zitting van den 7 juli ll. heeft de bestendige afvaardiging beslist dat er zou overgegaan worden tot een enkwest van commodo en incommodo over de krachtdadigheid der maatregelen voorgeschreven door de krijgsoverheid ten einde het gevaar te verminderen dat voortspruit uit de doelschieting in deze gemeente, en heeft de doelschieting tot verdere te nemen beschikking verboden. De aanpalende gebruikers, eigenaars of andere belanghebbende, die vermeenen mogten, tegen gemelde te nemen maatregelen bedenkingen en zwarigheden te mogen maken, worden verzocht zich in persoon daartoe, op dijnsdag 4 augusti toekomende van 6 tot 8 ure ’s namiddags in het Gemeentehuis alhier aan te bieden. Het staat hun verders vrij hunne schriftelijke reclamen in te dienen van heden af tot den dag gesteld voor het opmaken van het proces-verbaal van commodo en incommodo op 4e augusti bovengemeld.”

    Op 4 augustus werden volgende verklaringen afgenomen:

    1/ Coleta Danckaert, echtgenote van Petrus Dewitte, landwerkster:” …telkens gevaar als er in den doel geschoten wordt…ieder maal als ik buiten ben, heb ik kogels boven mij hooren fluiten, die van het schietdoel kwamen en ’t is maar in dringenden nood dat ik op de publieke baan zou passeren terwijl er geschoten wordt.”

    2/Bernard Mylle, landbouwer te Marke, heeft veel aanpalende landen in gebruik: “ Ik denk dat de maatregels die er zouden genomen worden geenzins het gevaar zullen verminderen.”

    3/ Désiré Van Elstraete, landwerker en vlaswerker te Marke:” ..houd ik staande dat van de maatregels en werkingen die er aan gedaan zijn en zouden gedaan zijn, bemerk ik dat het gevaar zou vermeerderen, dat er volgens mij meer kogels zullen uitvliegen als te vooren…”

    4/Leonard Dubuisson, landbouwer te Marke: “…verklaar ik dat het teeken van eenen kogel nog geheel wel te zien is in eenen telegraphpaal van den ijzerweg, staande aan den travers van de Pontestraat, die is wel 5cm diep er in gevlogen…”

    5/ Isidore Delcour,landbouwer te Marke: “ … de voorschrevene maatregels zullen geenzins het gevaar verminderen.”

    6/Joseph Dermaux, landbouwer wonende te Marke:” Ik denk dat er niet veel verbeteringen zullen zijn met de toekomende werkingen.”

    7/ Petrus Dermaux,landwerker te Marke:” De kogel in de telegraphpaal is nog klaarlijk te zien.” Petrus had het zelfs met een “Garde Civique” aan de stok:” ..terwijl er geschoten was, was ik te wege mijnen gewonen weg te gaan, toen ik al met eens van eenen garde civique gezeid was dat er daar geen burgers mogten passeren. Ik antwoordde dezen dat ik beter mijnen uitweg wist dan hij en dat ik daar langer op dien weg zou voorbijgaan dan hij, na eenigen woorden twist ben ik gepasseerd, maar om geene verdere ongemakken te hebben heb ik eenen grooten omweg moeten maken om naar mijn huis terug te keren.”

    8/Bernard Blauwblomme, vlaswerker wonende te Marke:” Niemand durft op de publieke baan passeeren terwijl er geschoten wordt..”

    9/ Theophiel Vanhoutteghem, landbouwer op de hoeve “te Cockue”:” Met de nieuwe maatregels die zouden genomen worden zal het voor mij veel gevaarlijker zijn……gaan zij veel nader mijn hofplaats staan om te schieten dan te vooren, en niettegenstaande het verbod te vooren ook bestond van te smooren, heb ik altijd gezien, dat dit toch gedaan wierd en nu zij zoo bij de hofplaats zullen staan om te schieten en die in strooi gedekt is, altijd groot gevaar van brand, ten anderen de beesten die op stal zouden zijn, daar dit nabij zijnde geschut, zouden kunnen verschrikken, ten anderen, zoo als zij in het toekomende zouden schieten, ik ieder maal er geschoten wordt, verplicht zou zijn mijn beesten die in den boomgaard en in mijne weide zijn, zal moeten afhalen, wil ik ze niet blootstellen om dood geschoten te zijn.”

    10/ Remi Depoortere, koeiwachter bij Isidore Delcour te Marke:” Den zondag 12 juli ll. afkomende van de hoogmis van Marcke al mijnen gewonen weg, was er een garde civique die eenen voorengaande persoon belette van daar te passeren, ik denk dat deze persoon Constant Mylle was. Den garde civique, die ik den naam niet ken, heeft Constant Mylle eenen stuik met zijn geweer gegeven, of ten minsten te wege hem te stuiken. Als dan was ik ook belet van daar te passeren, ik ben langst de haag weg gesprongen. Hij heeft ook naar mij gesprongen met zijn geweer, maar heeft mij niet kunnen raken. “

    Op 10 augustus 1885 kreeg ons gemeentebestuur een brief getekend door A. Dufort, luitenant van de “Corps des Sapeurs-Pompiers volontaires” (brandweerkorps) van Moeskroen: “ Volgens de instructies die wij kregen zijn wij verplicht onze mannen te trainen in het doelschieten. Gezien er in de nabijheid van Moeskroen geen andere locatie is voor dergelijke oefeningen zoals op uw gemeente, vragen wij u de toestemming om ons te begeven bij u om te oefenen zaterdag 15 augustus in de namiddag…..”

    Of daar gevolg is aan gegeven kon ik niet vinden. Maar , gezien de gemoedstoestand op dat moment, zal wel een negatief antwoord gegeven zijn.

    De volgende jaren was de Burgerwacht tot inactiviteit gedwongen, want in grote periode van vrede was haar rol niet meer betekenend.

     

    (1)Desart was ingenieur bij de Dienst Bruggen en Wegen.Ca 1845 gaf de minister van Openbare Werken hem de opdracht met het onderzoek naar het nut van een spoorlijn tussen Gent en Brussel via Aalst.

    (2)Enkele dagbladuittreksels:

    Le Propagateur van 27 juni 1840:“Les travaux du chemin de fer vers  Mouscron qui présente beaucoup d’accidens de terrains de déblais et remblais considérables, ainsi que beaucoup d’ouvrages d’art sont en grande activité. C’est à Marke que se trouve le plus grand nombre d’ouvriers.”

    Le Propagateur van 4 mei 1842 :” On écrit de Courtrai le 28 avril: les travaux à la voie ferrée vers Mouscron s’effectuent avec une grande activité. Les locomotives marchent déjà jusqu’à Marke oú elles transportent continuellement des sables.”

    In 1897 werd door onze burgemeester Leopold Van Belleghem aangedrongen tot het bekomen van een opstapmogelijkheid en een goederenstation. Het grote argument was de bloeiende vlasnijverheid. “ Het ruw vlas dat nu met de voerman of met het schip aankomt zou met de “ijzerweg” kunnen aangevoerd worden”. Eerst werd een “point d’arrêt” voorgesteld aan de overweg 104 ( Koedreef).Op 27 november 1899 schrijft waarnemend minister Julien Liebaert :“De stopplaats Marke wordt vanaf 3 maart 1900 tot halte verheven, met dienst voor reizigers en reisgoed, en die ook zal open zijn voor zendingen (wagenladingen, stukgoed,paarden,vee….)” Hierop volgden in 1900 nog onteigeningen voor de bouw van een station en het uitwerken van een stationsplein, en 2 jaar later ontstond al de gekasseide Statiestraat (Michel Van de Wielestraat). Rond 1897 moest Theophiel Vanhoutteghem, getrouwd met Tersille Verspaille, de hoeve “ te Cockue” verlaten , want die moest verdwijnen voor de bouw van de pannenfabriek in 1899.De hoeve lag tussen de oude spoorwegberm en het nieuwe tracé. Zie ook “Heemkundig Kijkboek Marke” van M. en R Faillie, blz. 72 tot 75.

    (3) Voor wat voorgeschiedenis zie artikel van Filip Decock van juli 1996 “ De Ko aan de Leie”en ook blzn.57 en 59 van de “Archeologische en Historische Monografieën van Zuid-West-Vlaanderen Marke”.

    (4) Vooraleer de Burgerwacht kwam oefenen in Marke , beperkten haar activiteiten zich tot enkele algemene oefeningen, een inspectie van wapens en uitrusting, oefenen met touwen, het houden van verkiezingen en bluswerk verrichten. Dat gebeurde meestal op het Plein in Kortrijk. In vredestijd was haar rol echter miniem. De eerste bevelhebber van het autonoom brandweerkorps in 1877 was Robert Felix Raikem (1829-1910).(Gedenkboek Stad Kortrijk – 1830-1976 blz77. R. Tanghe en P. Vancolen).

    Streuvels :” Die instelling (Burgerwacht) bestaat ook op elke gemeente, doch enkel op papier, d.w.z.. ongewapend , ongeoefend en ongeordend….”

    (5) Benoit Danneel was burgemeester van Kortrijk van 1855 tot 1860 en van 1861 tot 1864.

    (6) Bedoeld wordt de “Koekoekberg” of “Koekeberg”. Niet te verwarren met de “Lauwbus” of de “Ginstebus”, gelegen op de Lauwberg en die grens vormt met Marke. De “Lauwbus” verdween grotendeels bij de aanleg van de autoweg A17 in 1972.

    (7)Baron Felix Bethune ( 1789-1880) – Julie de Renty (1792-1856) was eigenaar van de meeste gronden rond de oude spoorwegberm . Hij overleed in 1880 en liet 4 kinderen na (Sidonie,Jean-Baptiste,Felix en Paul). Zijn zoon Baron Paul Valery Bethune ( Kortrijk1830- Aalst 1901)-Adelaïde Eliaert (Aalst 1835- Aalst 1896) kreeg in de verdelingsakte van 7 juni 1881 de meeste gronden toegewezen. Op 27 februari 1899 was hij medestichter van de pannenfabriek van Marke. Zijn inbreng bedroeg 1ha 80 ca , met inbegrip van de hoeve “te Cockue”. Zijn kinderen, allen geboren in Aalst, Felix,Leon,Charles, Louis , Gaston en Marie-Thérèse (echtgenote Paul de la Croix) gaven de toestemming aan de pannenfabriek om de gronden ( 6 ha) , die ze in 1896 erfden (vruchtgebruik) van hun moeder Adelaïde , te exploiteren.

    Adelaïde Eliaert was de dochter van een rijke garenfabrikant in Aalst.

    Na het overlijden van Paul  Bethune in 1901 volgde de verdeling. De erfenis was een heel dikke boterham.

    De goederen in Marke werden als volgt verdeeld:

    Marie-Thérèse (1875- Ukkel 1960) die trouwde met Paul de la Croix (Kortrijk 1853- Auray (Fr.) 1940) erfde o.a. de hoeve (Delcour) "David" met gronden ook in Lauwe 11ha97a. Ook de hoeve (Dubuisson)  "Bostijn"ernaast met daarbij nog gronden en bossen. Beide hoeven gelegen aan de Leie , aan weerszijden van de Pontestraat.

    Gaston (1877- Newport (USA) 1966) erfde de hoeve "Dendoncker"  8ha28a, gelegen op de westhoek van de Keiweg en de Rekkemsestraat. In Lauwe erfde zij delen van bossen.

     

    03-10-2015, 00:00 geschreven door Michel Markenaar

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    29-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Popp-kaart en de Legger van Marke

    Met de kaarten van de Oostenrijker Ferraris (1771-1778) werd er een begin gemaakt met het tekenen van kadastrale plannen. Er bestonden ook landboeken met gedetailleerde- niet altijd correcte- kaarten. Maar dank zij Napoleon kwam een echt kadaster tot stand bij wet van 15 september 1807, het perceelsgewijs kadaster. De kadastrering van West-Vlaanderen werd pas voltooid in 1834.Er werd gewerkt om de oppervlakten van alle percelen te meten, de eigenaars op te sporen en het kadastraal inkomen vast te stellen. Zo werden de laatste resten van het Ancien Régime met zijn feodale structuur van de kaart geveegd. Met het plan Popp (Popp-kaart) hadden wij - zij het niet een officiële kaart - een goed werkdocument, dat als privaat initiatief gebaseerd was op gegevens van de overheid.

    Philippe Christian Popp (Utrecht 1805-Brugge 1879) was controleur bij het kadaster te Brugge en ook stichter van “Le Journal de Bruges”. In 1842 kreeg hij de toelating om de kadasterkaarten en de leggers van gemeenten te drukken.Dat deed hij tot zijn dood in 1879.Hij kreeg zijn werk niet af.Toch heeft zijn cartografische nalatenschap enige historische waarde. Het nadeel is dat men na 1834-35 geen globaal overzicht meer heeft van de toestand in een gemeente op gebied van parcellering. Hiervoor dienen dan de supplementaire plans, die alle mutaties per perceel of per eigenaar volgen in bepaalde perioden.

    Voor de recente geschiedenis van een gemeente is zijn werk een ongemeen rijke bron. Een kleine moeilijkheid vormt de datering van zijn kaarten, dat had hij onbewust of wellicht bewust om commerciële redenen nagelaten. Zo kon men niet weten van welk jaar de toestand was die hij op kaart publiceerde.

    De kaart van Marke verscheen zeker niet in 1840 en niet ervoor. De opmetingen van de gemeente gebeurden al vroeger. Zacharias Van Belleghem, burgemeester, begon al in 1829-30 met het opmaken van gegevens over de namen van de eigenaars, hun eigendommen en de oppervlakten.

    Wij nemen even de Popp-kaart en de legger van Marke onder de loep:

    Op de gekende kaart staan het definitieve spoorwegtracé, met de verlegging in 1843 in een boog, van de strook vanaf midden de Aardweg en Koedreef tot de Pontestraat  ,alsook de oude spoorwegberm getekend. De onteigeningen voor de aanleg van de spoorweg gebeurden in 1840.

    De hoeve (13ha 7a 80ca) van de notarisfamilie Ghelein uit Poperinge, op de westelijke hoek van de Aardweg en de Rekkemsestraat   werd, na de nodige onteigeningen in 1840 voor de aanleg van de spoorweg, verkocht in februari 1843 , in 13 loten. Niettegenstaande nog eigenaar vóór 1840 en in 1843, is de naam Ghelein niet meer vermeld op de legger van de kaart van Popp.

    Zacharias Van Belleghem overleden in 1832 staat wel vermeld als eigenaar van het “Kasteelken” in de Vagevuurstraat !

    Een nauwkeurige analyse van de kaart en de legger zou zeker nog hiaten blootleggen.

    Zonder twijfel is het werk van Popp te waarderen , toch geldt hier de waarschuwing dat deze bron leemten vertoont. Het blijft immers een onmisbaar geschiedkundig basisdocument, waarmee met kritiek op de juistheid moet omgegaan worden.

    Ik wil hierbij aantonen dat de Popp-kaart van Marke niet dateert van 1840 of ervoor, zoals bepaalde auteurs menen te schrijven. Bepaalde eigenaars verkopen eigendommen in 1840 en staan vermeld op de legger. Anderen verkopen in 1841 en de nieuwe eigenaars staan niet vermeld. De hoeve van de familie Ghelein werd in 1843 verkocht aan een zekere Petrus Holvoet, landbouwer te Kortrijk. Petrus Holvoet staat vermeld als eigenaar ervan op de legger.

    Besluit is dat de Popp-kaart en de legger van Marke praktische geschiedkundige basisdocumenten zijn , waarbij bijkomend onderzoek noodzakelijk is.

    29-09-2015, 00:00 geschreven door Michel Markenaar

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    Archief per week
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 03/12-09/12 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 27/11-03/12 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!