1. De oudste gedenksteen voor de Eerste Wereldoorlog staat rechts tegen de voorgevel van de Sint-Brixiuskerk. Dit monument werd plechtig ingewijd en ingehuldigd op zondag 27 februari 1921. Dit gebeurde tijdens de grote Missie, gepredikt in de week van 19 februari tot 1 maart 1921, door de paters redemptoristen Bloete en Van Horenbeek. Het betrof een belofte aan het H. Hart. Het gedenkteken werd ontworpen in 1919 door Baron Joseph de Bethune (° Gent 1859 + Kortrijk 1920) en vervaardigd door beeldhouwer Alois De Beule (1861-1935) uit Gent, leerling van de Sint-Lucasschool. Baron Joseph de Bethune was een broer van de Markse burgemeesters Emmanuel (° Gent 1869 + Marke 1909) en François de Bethune (° Gent 1868 + Leuven 1938). Het initiatief kwam eigenlijk van Rafaël De Brabandere (1890 - 1973). Raf was de oudste zoon van de lokale brouwer Cyriel De Brabandere (burgemeester van Marke vanaf 1922 tot 1942) en tevens een broer van Gabriel De Brabandere (burgemeester van Marke van 1947 tot 1957). Vader en zoons De Brabandere waren in 1907 mede-stichters van de Fanfare Sint-Jan. Raf De Brabandere stichtte, nog voor de stichting van de NSB (Nationale Strijdersbond van België) een Vlaamse Oudstrijdersbond (VOS) in Marke. De VOS zou in Marke echter nooit geen officiële vereniging worden. Rafaël De Brabandere riep ze in het leven, mede door zijn persoonlijke herinnering aan de oorlog. Rafael was bij het uitbreken van de oorlog nog student geneeskunde aan de Universiteit van Leuven. Nog niet afgestudeerd werd hij onder de wapens geroepen. Hij was tijdens de oorlog actief als hulp-dokter en droeg de rang van officier nl. Onderluitenant. Hij zorgde, van achter het front, voor het regelmatig verschijnen van het Markse frontblad De Marckenaar. Hij creëerde daarmee een welkome binding tussen de verschillende Markse soldaten achter het front en hun thuisbasis in Marke. De Brabandere maakte tijdens de oorlog van dichtbij mee dat de Vlaamse soldaten op zijn zachtst uitgedrukt benadeeld werden door de hoofdzakelijk Franstalige legerleiding. Wegens het verstoppen (of was het iets officieler het niet aangeven van pamfletten van de Frontbeweging?) werd ook hij aangeklaagd. Hij werd gedegradeert tot adjudant en werd zelfs voor 6 maanden verbannen naar het kamp van Auvours (F). Na 6 maanden kreeg hij zijn officiersrang terug en vloog hij direct weer naar het front. Een zaak die bij De Brabandere levenslang zijn sporen zou nalaten
Rafaël De Brabandere vertrok na de oorlog uit Marke en ging tandheelkunde gaan studeren in San Francisco (USA). Eenmaal afgestudeerd vestigde hij zich als stomatoloog in Gent en bouwde er een succesvolle beroepsloopbaan uit. Zijn vertrek uit Marke luidde meteen het einde in van de VOS. De opbrengst van twee toneelopvoeringen in 1919 in het klooster zouden zorgen voor de financiering van een gedenkteken. Er bleek een overschot te zijn van 600 frank. Emiel Boussier, gemeentesecretaris van Marke, en Odilon Craeynest, plaatselijke bakker, beiden overburen van de kerk, trokken naar de pastorie met de vraag ieder jaar ten eeuwigen dage op 4 augustus een mis op te dragen voor de gesneuvelden. Dat gebruik zou echter slechts een 4-tal jaar meegaan. Het gedenkteken beeldt een H.Hartbeeld uit in hoog reliëf. Op de zijkant staan 2 beelden van opzittende leeuwen, links prijkt het Belgisch wapenschild en rechts het wapenschild van de gemeente Marke opgesteld tegen 2 palmtakken. Alles werd uitgevoerd in hardsteen. De namen van de gesneuvelde soldaten, de opgeeïste én burgerlijke slachtoffers van 14-18 waren toen nog leesbaar. De Markenaren Leopold Decock, Joseph Degroote , Henri Desmet, Gustave Lefever, die door uitputting en ontbering stierven in Piennes, Bouligny en Lamourière werden in 1924 ontgraven en herbegraven op het Frans Militair Kerkhof van Pierrepont Meurthe-et-Moselle (F).René Dermaux, René dHespeel, Leo Spriet en Achiel Vervaeke die hetzelfde lot ondergingen werden niet teruggevonden. 2. Al in 1919 werd door Arthur Maenhout (° Varsenare 14 juli 1885 + Marke 2 juli 1976) , een aanvraag ingediend tot het bekomen van een gedenkteken ter herinnering van de slachtoffers van de oorlog 14-18. De NSB in Marke werd gesticht door Maenhout in september 1919. Ervoor was men van in mei 1919 aangesloten bij NSB Kortrijk. De stichting van een lokaal NSB gebeurde dus na het vertrek van Raf De Brabandere.
In zitting van 7 mei 1920 besliste de gemeenteraad en Burgemeester en Schepenen over te gaan tot de onteigening en de afbraak van 3 huizen op de Markeplaats om deze te verruimen en een waardige plaats voor het gedenkteken te bezorgen. De af te breken huizen waren het eeuwenoude café St. Barbara, het café In d'Arke van Noë en een burgershuis. In zitting van 1 juli 1921 besloot men over te gaan met de werken en tegen 1 september 1922 zou het gedenkteken er staan. Doch die beslissing werd niet uitgevoerd. Herhaaldelijk werd door de NSB aangedrongen en zelfs ook door de gekozen uitvoerder van het monument, de heer Rooms, opdat men zou beginnen aan de afbraak. Men vreesde zelfs dat het monument in september 1923 er nog niet zou staan. Uiteindelijk werd het monument ter nagedachtenis van de gesneuvelde soldaten, wegge-voerden en oorlogsslachtoffers plechtig ingehuldigd op zondag 9 september 1923. De aannemer van de werken was de Markse ondernemer Alois Vandenweghe. De feestelijkheden gingen gepaard met een grote stoet, met vooral NSB en ZAB afdelingen, maar ook andere Markse verenigingen trokken mee. Op de Markeplaats hield Burgemeester Cyriel De Brabandere een toespraak. Kolonel Verfaillie vertegenwoordigde de Koning en de minister van Landsverdediging. Ook krijgsaalmoezenier De Beir was van de partij. Dhr. Doornaert vertegenwoordigde de ZAB. Tijdens de inhuldiging van het monument op de Plaats werden liederen gezongen door schoolkinderen (meisjes én jongens). De liederen "Rust en Vrede" en "Naar Wijd en Zijd" werden uitgevoerd. De muziekverenigingen van het 22e Linieregiment, de Harmonie van Bellegem en Lauwe én de eigenste Fanfare St.-Jan uit Marke waren van de partij.
Om 22u. werd er, tot slot van deze heuglijke dag, een vuurwerk afgeschoten. Na de Tweede Wereldoorlog werden de namen van de oorlogsslachtoffers van de beide oorlogen in opdracht van de gemeente Marke op dunne stenen panelen gebeiteld. De beschikbare plaats op het monument werd herverdeeld. De opgeschroefde panelen bedekken de oude namen en geven sindsdien het oorlogsmonument zijn huidige uitzicht. M.F en F.D.


|