DE TONEELGROEP "ONTWAKENDE JEUGD"
_________________________________________
De toneelgroep "Ontwakende Jeugd" werd gesticht in de schoot van de middenstand. In februari 1929 namen enkele mannen, waaronder de eerste leider Maurice Lefever,Marcel Delcour, Jozef Craeynest, Jozef Brasseur, Albert en Gilbert Vandewiele, het initiatief om een nieuw toneelgezelschap op te richten. In feite was het niets anders dan de heroprichting of voortzetting van “Door Taal en Deugd naar Hooger Leven”. Op zondag 8 maart 1925 werd al een toneelfeest georganiseerd door de jeugd van de middenstandsbond met :”Verdruk den Mindere niet” een drama in drie bedrijven en met de eenakter “Jocrisse de Vondeling”, een kluchtspel. Beide stukken werden begeleid door de symfonie van de middenstandsbond van Kortrijk. Doch daar bleef het bij.
De middenstandsbond kon niet op de achtergrond blijven plakken, want het toneelgezelschap van het kristen werkersverbond,ontstaan in begin jaren '20, en ook het socialistisch “Na Werk Vermaak”, gesticht in 1927, vierden gestadig voort. (1) Germain Vandaele, aannemer van schilderwerken , die zowel acteerde bij “Ontwakende Jeugd” als bij “Geen Rijker Kroon dan Eigen Schoon”zou nog vanaf 1967 grimeur van het toneelgezelschap "Pallieter"worden.
Bij de stichting waren de leden: Maurice Lefever – Paul Holvoet- August Vandenberghe – Marcel Delcour – Julien Derdeyn – Rafaël Missiaen – Albert Vandewiele – Marcel Lefever – Jozef Brasseur – Gaston Dekimpe – André Vlieghe – Jozef Craeynest – Germain Vandaele – Remi Dekimpe (zoon van Arthur en Zulma Hoornaert) . Alle toneelvoorstellingen werden opgevoerd in de “Katholieke Kring”.
Jozef Craeynest en Jozef Brasseur hadden als jonge kerels al de vuurdoop gekregen bij "Door Taal en Deugd naar Hooger Leven".
Op scène waren de vrouwen steeds in de minderheid. De eerste keer dat een toneelspeelster verscheen was op Kerstdag 1937: “En waar de Ster bleef stille staan”(een legendespel). Op de rolverdeling stond Maria, maar zonder naam ernaast, enkel XXX. De rol werd toen gespeeld door Agnes Verhaege, echtgenote van regisseur Firmin Clement, niettegenstaan het uitdrukkelijke verbod door pastoor Jozef Lammens.(2)
In de voorstelling op 13 maart 1938 – trouwens een van de laatste- waagde men zich weer aan het inbrengen van vrouwen. In het stuk “De Boetseerder der Smart” acteerden Mariette Coussement, die een oud lid was van de toneelgroep “ Vergeet Mij Nietje”, Lucienne Missiaen en Maria Vlieghe ( de echtgenote van lid Roger Slosse). Het toneelgilde stond toen onder de leiding van “meester” Firmin Clement, die onderwijzer werd in Marke in september 1933.
Maurice Decock , Jerome Callewaert en Arthur Vandenberghe, drie vaste waarden van de latere groep “D’Oude Ratten” doken al op bij toneelfeesten,ingericht door het christen werkersverbond, op 29 januari 1928 in “ Haat en Broederliefde of De Vinger Gods” en “Soldatengrap” en op 27 januari 1929 met de stukken “Vergeten en Vergeven” en “Als ’t Kind Lastig is”. Willem Vandendriessche en Marcel Dejan zouden zich algauw aansluiten bij het trio. Met die mannen was er zeker geen probleem wat het improviseren betrof !
“Het volledig orkest van de Sint Jansfanfaren” zorgde steeds voor de muzikale tussenstukken tijdens de pauze van de toneelopvoeringen van de “Ontwakende Jeugd”. De opvoeringen van “Geen rijker Kroon dan Eigen Schoon” waren begeleid door de harmonie “Hoger Op”.
Er werd ook geregeld medewerking verleend aan de organisatie van missiefeesten. Dan traden spelers van beide katholieke toneelgroepen samen op.In 1935 telde de “Ontwakende Jeugd” meer dan 130 ereleden.Hun geldelijke steun had haar toegelaten modern decor en allerhande bijbehoorten aan te schaffen.
In de eerste vijf jaren zag het toneelrepertorium als volgt uit:
Op zondag 2 maart 1930 opvoering van “Onschuld Zegepraalt”, hartroerend drama in 4 bedrijven:
Kapping: huis Callewaert Kortrijk.
Maurice Lefever Grootvader Van Landen,fabrikant
Paul Holvoet Georges een kleinzoon
August Vandenberghe Mesters, boekhouder bij Van Landen
Marcel Delcour Willem Nys, zoon van een notaris
Julien Derdeyn Jozef, dienstknecht bij Van Landen
Rafaël Missiaen onderzoeksrechter
Albert Vandewiele bestuurder ener gevangenis
Marcel Lefever baas Diegers, herbergier
Gerard Brasseur Van Opstal, student
Gaston Dekimpe Van Lint, student
André Vlieghe Bouwens, werkman.
Verder nog dorpelingen, liedjeszangers, gevangenisbewaarders en vier gendarmen.
Hierop volgde een luimige klucht in één bedrijf:
“Moppie de Ongeluksvogel”
Marcel Delcour Lifteman,bankier
Jozef Craeynest Tuffer ,zijn kassier
Germain Vandaele Moppie,huisknecht bij Tuffer
André Vlieghe Kees,smid, vriend van Moppie
Remi Dekimpe Molm,los werkman, vriend van Moppie
Gerard Brasseur Kruier
Marcel Lefever een loopjongen
Middenbalkon en middenzaal 4fr. – Zijbalkon en benedenzaal :3fr.
Op zondag 22 februari 1931 werd “De Pauselijke Zouaaf” ,drama in twee bedrijven gespeeld:
Kapping: huis Callewaert Kortrijk
Kostumering: huis Degruytere Gent
Louis Dalle Antonio,hoofdman der Garibaldisten
Paul Holvoet Florimond, pauselijke zouaaf,zn.van Antonio
Jozef Brasseur Paulo,jongste zoon van Antonio
Gilbert Vandewiele Stephano,Antonio’s luitenant
Raphaël Missiaen Alberto,sergeant der zouaven
Maurice Lefever Sterno,Garibaldist
Henri Ferlin Josepho,Garibaldist
Maurice Vanneste Pedro,Garibaldist
Daarna, de eenakter “Grootheidswaanzin”, vrolijke studentengrap.
Maurice Lefever Driek Jansen,herbergier
Raphaël Missiaen Bart Jansen, zijn vader
André Decraemere Dirk, zijn knecht
Remi Dekimpe Dorus,zijn knecht
August Vandenberghe Panis,student
Marcel Delcour Korthals,student
Julien Derdeyn Van Totems,student
Marcel Lefever Van Asperen,handelaar in boter en eieren
Jozef Craeynest dokter
Familiekaarten: 3 personen -10fr.
1e rang ,4 personen – 12fr.
Prijzen der plaatsen 4 en 3fr.
Op zondag 25 oktober 1931 groot kluchtspel in vijf bedrijven, met tussen de bedrijven zang en declamatie. Een echte,luimige brok kazerneleven. Tien jaar geleden werd hetzelfde stuk hier ook opgevoerd en het kende een reuzenbijval.
Kapping :huis Callewaert Kortrijk
Louis Dalle Karel van Riemland
Jozef Brasseur Fernand,zijn zoon
Paul Holvoet Nard Berckenbusch,rentenier
Henri Ferlin Sander,knecht bij van Riemland
André Decraemere Door,knecht bij van Riemland
Marcel Delcour kolonel Van Daelsteen
Marcel Jacques luitenant Deflinck
Gilbert Vandewiele sergeant Tuyter
Jozef Craeynest korporaal Brom
Germain Vandaele Klammot soldaat
August Vandenberghe Vyncke soldaat
André Vlieghe De Krul soldaat
Leon Verfaille Patat soldaat
Julien Derdeyn Klepper soldaat
Plaatsen : 4 en 3fr.
Groot avondfeest op 28 februari 1932: “De Match” een spel van liefde en haat in drie bedrijven van Marcel De Paepe:
Louis Dalle Stan Dekker, toneelschrijver
Jozef Brasseur Chris,zijn zoon
Paul Holvoet Gommaer,zijn knecht
Marcel Delcour Hartman,schouwburgdirecteur
Gilbert Vandewiele Henk Brink,eerste planrol
August Vandenberghe Herman,vriend van Chris
Germain Josson Hansje,koorknaap
Dan zongen Jozef Brasseur en Leon Verfaille “Beroerde Nacht” (Wiesten en Tiesten op logement). Woorden en muziek door H. Defoort.
Daarna een eenakter “Om de Meid van den Pastoor”, een gekke trouwhistorie, door Arie Enterouckx.
Gilbert Vandewiele Vicus Klits
Jozef Craeynest Zander Klits
Maurice Lefever Dorus Klits
Henri Ferlin de koster
Remi Dekimpe de burgemeester
André Vlieghe de sjampetter
Plaatsen: 4 en 3fr. genummerd.
Op zondag 27 november 1932 prachtig oorlogsdrama in drie bedrijven:”De Laatste Tocht”.Het stuk speelt zich af in een onderstand in de Britse loopgraven vóór St.Quentin in maart 1918. Dit realistisch stuk toont de geschokte gemoedstoestand van de soldaten.
Modern decor.
Kapping: Maurice Lefever
Louis Dalle Stanhope,kapitein
Jozef Craeynest Osborne,officier
Gilbert Vandewiele Trotter,officier
Raphaël Missiaen Hibbert,officier
Paul Holvoet Raleigh,officier
August Vandenberghe Hardy,officier
Marcel Delcour de kolonel
Albert Vandewiele de sergeant-majoor
Marcel Lefever Mason,kok
Jan Glorieux een Duits soldaat
XXX twee soldaten der Cie.
Plaatsen: 4 en 3fr.
Zondag 26 februari 1933 opvoering van “De Zwarte Martelaars van Oeganda”, een bloedig drama in 5 delen van J. Boon,gespeeld ten voordele van Pater Willy Brasseur.
Kapping: Maurice Lefever
Kostumen: huis de Gruyter Gent
Louis Dalle de zendeling
Gilbert Vandewiele Mwanga,koning van Oeganda
Paul Holvoet Jozef Mkasa,raadsman
Raphaël Missiaen Katikiro,minister
Marcel Delcour Nganga, tovenaar
August Vandenberghe Denys Kamyoeka
Jan Glorieux Andreas Kagwa,legeroverste
Albert Vandewiele Karel Lwanga
Maurice Lefever Mboegano,hoofdman
André Decraemere Pokino,hoofdman
André Vlieghe Mbasanka,hoofdman
Maurice Vanneste Mkasou,hoofdman
Germain Josson en Etienne Verhaege kinderen van Katikiro
Marcel Lefever bode
Gerard Brasseur soldaat
Leon Verfaille soldaat
Daarna een geestig blijspel “ “De Nonkeltjes”, eenakter van Jac. Ballings.
Jozef Craeynest Vinus,nonkeltje
Germain Vandaele Nestje,nonkeltje
August Vandenberghe Walter, neef
Henri Ferlin Schol,rentenier
Plaatsen: middenboven 5fr. – middenbenedenzaal en zijboven 4fr.- zijbenedenzaal 3fr.
Op 19 november 1933 werd “De Wonderdoktoor” een blijspel in 3 bedrijven , van Jos. Janssen ,gespeeld. Honderden malen werd het opgevoerd in alle steden en het kende een ongehoorde bijval. Het werd geschreven in 1927. De West-Vlaamse schrijver werd met één slag beroemd in gans Vlaanderen.
Op Kerstdag 1933 werd, op aanvraag, een tweede voorstelling opgevoerd.
Leider: Gilbert Libbrecht onderwijzer uit Zwevegem
Kapping: Maurice Lefever.
Jozef Brasseur Steven Martens,geneesheer
Gilbert Vandewiele Manten Boone,koeboertje
Paul Holvoet Theo, zijn zoon
Raphaël Missiaen Dokus Geeraert,kwakzalver
Marcel Delcour Petrus Verkarre,burgemeester
XXXXXXX een man? Margriete,zijn dochter
André Vlieghe Sander Bekaert
Marcel Lefever Lander,zijn broer
Jan Glorieux de koster
Gaston Dekimpe Pé Lamote
Albert Vandewiele Dasten Loncke
Leon Verfaille boertje Stampers
Henri Ferlin David Schorre
Jozef Craeynest eerste dove man
Germain Vandaele tweede dove man
Maurice Lefever zieke boer
Karel Verhaege valse heer
Louis Dalle echte heer
Plaatsen: 4,3 en 2fr. genummerd.
Voorstelling op 25 februari 1934 van het symbolisch spel in een voorspel en drie bedrijven van C.F. Rath.
Leider: Gilbert Libbrecht, Zwevegem
Kapping: Maurice Lefever
Louis Dalle de nar
Raphaël Missiaen de koning
Albert Vandewiele de minister
Jan Glorieux de schatbewaarder
Jozef Brasseur de secretaris
August Vandenberghe de monnik
Firmin Clement de duivel
Gaston Dekimpe de pestlijder
Paul Holvoet de blinde
Karel Verhaege de heraut
Gilbert Vandewiele de toneeldirecteur
Marcel Delcour de ridder
Jozef Craeynest de bode
Henri Ferlin de hofknecht
Roger Slosse de wachter
XXXXX De pest en de dood. Beulen,knechten,oproerlingen,wachten.
Zondag 2 december 1934 : blijspel in vier bedrijven “De Gouden Spin” van C. Timmerman. De fijnheid van dit pittig blijspel ligt niet zozeer in de verschillende moppen die zo talrijk in dit stuk voorkomen, doch wel in de draad van het spel en de botsingen die er ontstaan tussen de verschillende karakters. Alles speelt zich af in Berlijn.
Leider: Roland Deloose uit Wevelgem
Kapping: Maurice Lefever
Marcel Delcour Theodoor Klingenberg,chef fa.Wiegand & Cie
Maurice Lefever grootvader August,zijn schoonvader
Jozef Brasseur Hendrik,zijn zoon
Gilbert Vandewiele Berthold Henfling,tekenmeester
Gaston Dekimpe Frans,zijn zoon
Raphaël Missiaen Johan,zijn zoon
Maurice Vanneste Worlitz, zijn zwager
André Vandenberghe Dr. Gustaaf Kolmar,inwonende bij Henfling
Albert Vandewiele Mansfeld,commissaris van politie
Germain Vandaele Haspe,kapper
Marcel Lefever Meyer,bediende bij Klingenberg
Henri Ferlin Antoon,bediende bij Henfling
Roger Slosse Bolman,zakenman
André Vlieghe een smid
Plaatsen: 4 en 3 fr.
Op 24 februari 1935 werd ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van de heringerichte toneelkring , onder de nieuwe naam “Ontwakende Jeugd”,de opvoering van “Bij ’t Wassen van den Vloed” gebracht. Een boeiend koloniaal drama in drie bedrijven van C. Staes. Het stuk speelt zich af in Egypte.
Leider: Roland Deloose
Kapping: Maurice Lefever
Louis Dalle Steven,regeringscommissaris
Hilonné Kerkhove Paddy, zijn zoontje
Gaston Dekimpe Hoocky,kapitein
Jozef Brasseur Gregory,luitenant
Gilbert Vandewiele Kimble,sergeant
André Vlieghe Struggle,sergeant
Albert Vandewiele Soueh,wijsgeer van de stam
Roger Slosse Pongo,hoofdman van de stam
Marcel Lefever Oaki,inlander
Etienne Verhaege Omo,zijn zoontje
Marcel Delcour de generaal,regeringsgezant
Inlandse soldaten
Een prachtig blijspel in twee delen, naar de oude Franse “farce” bewerkt door C.Lindemans “De Klucht van Meester Patelin”
Raphaël Missiaen meester Pieter Patelin,advokaat
Mw.Guillemette (gespeeld door een man) zijn gade
Paul Holvoet Willem Jousseaume,lakenkoopman
Henri Ferlin Tibald Aignelet,herder
August Vandenberghe de rechter
Plaatsen: 4 en 3fr. genummerd.
Zondag 1 december 1935 het onsterfelijk meesterwerk van Molière in drie bedrijven, bewerkt door E.J. Wilders.
Leider: Roland Deloose ,Wevelgem
Kapping: Maurice Lefever
André Vandenberghe Johannes Pantouflus
Karel Verhaege zijn schoonvader
Marcel Delcour mijnheer Kalf
Gaston Dekimpe Herman Kalf,zijn zoon
Jan Glorieux Theodoor,leermeester van Herman
Jozef Brasseur een vriend van Herman
Germain Vandaele de lange knecht van Mr. Kalf
Marcel Lefever De kleine,tweede knecht van Mr. Kalf
Hierop volgde een eenakter “Het Wachterspel”, een drama van Rudolf Hens.
X een priester
Gilbert Vandewiele Daniël,vagabond
Raphaël Missiaen Leonard,vagabond
Firmin Clement Seppe,vagabond
Gilbert Depauw en Leon Logie twee jongens
Plaatsen: 4 en 3fr. genummerd.
Op Kerstdag 1935 werd kluchtig stuk “De Suikernonkeltjes “ opgevoerd. Het werd schaterlachen. Ook het onvergetelijke werk van Molière “Dokter tegen Wil en Dank”. De opbrengst van dat Kerstfeest diende uitsluitend voor de ondersteuning van het Sint Vincentius-genootschap. De toneelafdeling van de christene werklieden en de “Ontwakende Jeugd” van de middenstandsbond gaven elk om beurt op iedere Kerstdag een vertoning ten voordele van het genootschap.
Op zondag 23 februari 1936 volgde “De Gebroeders Degraeve”.
Plaatsen: 4 en 3fr. genummerd.
Op zondag 29 november 1936: “Mijnheer Klaproos” blijspel in drie bedrijven.Werd jaar in jaar uit, in stad en dorp, in overvolle zalen opgevoerd.
Leider: Gilbert Vandewiele
Kapping:Maurice Lefever
Firmin Clement Klaproos,dorpsrentenier
Marcel Delcour Buller,hotelier
Karel Verhaege Rumpel,neef van Buller
André Vandenberghe Bernardi, wereldreiziger
Jozef Brasseur Kruger, romanschrijver
Gilbert Vandewiele Grober, gepensionneerd majoor
Raphaël Missiaen Victor, kellner hotel Buller
Gaston Dekimpe Alfred,kellner hotel Buller
Albert Vandewiele Frans,knecht van Klparoos
Etienne Vandersteene postbode
Bezoekers van het kosthuis Buller.
Plaatsen: 4 en 3fr. genummerd
Op zondag 21 februari 1937 werd het vermakelijk toneelspel in drie bedrijven “De Blinde”, van C. Lindemans gespeeld.
Leider : Gilbert Vandewiele
Kapping: Maurice Lefever
Karel Verhaege de domme (later de blinde) bedelaar
Jozef Brasseur de magere bedelaar
Germain Vandaele de dikke bedelaar
Raphaël Missiaen de geest van Kleveland
Albert Vandewiele de geest van Bretanje
August Vandenberghe de stadsproost van Kleve
André Vlieghe de blauwe schepene
Marcel Delcour de rode schepene
Roger Slosse de groene schepene
Raphaël Missiaen de gele schepene
André Vanneste de griffier
Gilbert Vandewiele de pandoer-tapper
XXXX een vrouw
Gaston Dekimpe de koning
XXXX het prinsesje
Firmin Clement de nar
Paul ? Wyseur de professor
Albert Vandewiele de hofdokter
Het is niet geweten of de vrouw en het prinsesje werkelijk gespeeld werden door een vrouw en een meisje. Het kan ook een man geweest zijn, maar dat is weinig waarschijnlijk, gezien de bezetting van ongeveer het hele team.
Plaatsen: 4 en 3fr. genummerd.
Op Kerstdag 1937 – beurt aan”Ontwakende Jeugd”- ten voordele van het genootschap St. Vincentius à Paulo, opvoering van “En Waar de Ster Bleef Stille Staan”, een christelijk legendespel in negen taferelen.
Leider: Firmin Clement
Kapping: Maurice Lefever
Gilbert Vandewiele Pietje Vogel,palingvisser
Firmin Clement Suskewiet,herder
Karel Verhaege Schrobberbeeck,bedelaar
André Vanneste Pol Pap,herbergier “In ’t Zeemeerminneke”
Agnes Verhaege XXX bij rolverdeling Maria
Albert Vandewiele Jozef
E. Declercq Het kindeken Jezus
Raphaël Missiaen de duivel
Marcel Delcour de burgemeester
Jozef Brasseur de koster
XXXboeren
Plaatsen: 4 en 3fr.genummerd.
Op donderdag 23 december was een bijzondere vertoning voor de schoolgaande kinderen: 1fr.
Opvoering op zondag 13 maart 1938 van “De Boetseerder der Smart”, een hartroerend drama in vier bedrijven, naar het boek van Jef Scheirs. Het stuk speelt zich af te Brussel in een kunstenaarsmidden, waar verschillende stromingen tegen elkaar opbotsen.
Leider: Firmin Clement
Kapping: Maurice Lefever
Meubilering: huis Arthur Vandenberghe
Firmin Clement Gerard Hovog,beeldhouwer
Mariette Coussement Mw. Hovog, zijn moeder
Lucienne Missiaen Yvonne,verpleegster
Raphaël Missiaen Frans,kunstschilder
Jozef Brasseur Robert,kunstschilder
Marcel Delcour professor Van Bree
Albert Vandewiele Dr.Bost
Maria Vlieghe een buffetmeisje
André Vanneste een dienstknecht
Cafébezoekers
Gevolgd door “Bietje”een pittig blijspel in één bedrijf van Maurits Sabbe.
Maria Vlieghe Bietje
Gilbert Vandewiele Monne
André Vandenberghe Jean-Baptiste
Kaarten: 5,4 en 3fr. genummerd.
Op zondag 26 februari en 5 maart 1939, een van de laatste stukken van het toneelgezelschap “ De Schat uit Congo”, een blijspel in drie bedrijven van Jef Vereecke.
Leider: Firmin Clement
Kapping: Maurice Lefever
Gilbert Vandewiele Baptiste Beekman, oud-koloniaal
Mariette Coussement Mw. Elisabeth Somers, zijn zuster
Simonne Vanhoenacker Monique,haar dochter
Lucienne Missiaen Nadia Bral (Toutcha)
Antoon Stragier Hans Van Dalen,ingenieur
Raphaël Missiaen Charles Duval
André Vanneste Jan,tuinman
Firmin Clement Antoon,knecht
Plaatsen: 5,4 en 3fr. genummerd.
De oorlog bracht roet in het eten en zoals in vele andere dorpen sloot hier ook het toneelgordijn voor zowel “Ontwakende Jeugd”, “Na Werk Vermaak” als voor “Geen Rijker Kroon als Eigen Schoon”.
Na de oorlog werd , “Geen Rijker Kroon als Eigen Schoon” door enkele toneelfanaten hersticht.
(1)Het toneelgezelschap van het kristen werkersverbond, dat ontstond uit de jongelingencongregatie kreeg de naam" Geen Rijker Kroon dan Eigen Schoon" in 1930-31.
Op zondag 25 januari 1920 was er een toneelavond op initiatief van de vermaakafdeling van het christen werkersverbond in de Katholieke Kring, met medewerking van de muziekmaatschappij St. Jan. De harmonie “Hoger Op” bestond toen nog niet .Het drama “Pauzelijke Zouaaf”, en de blijspelen , eenakters“Dorpsrevolutie” ( speelt zich af in 1867) en “De Antiquaire” (speelt zich af in 1848) werden toen opgevoerd. Het was de voorbode van “Geen Rijker Kroon dan Eigen Schoon”.
De socialistische toneelgroep “Na Werk Vermaak” werd gesticht in maart 1927. De voorstellingen deed ze in haar zaal “De Verbroedering”,gelegen in de Hemelrijkstraat achter het café “Het Volkshuis”( op de hoek Hemelrijk- en Marktstraat). Het was een periode van bikkelharde strijd tussen socialisten en katholieken. Getuigen hiervan zijn de politieke pamfletten van beide partijen gedurende de verkiezingsstrijd in 1932. In september 1932 werd een socialistische “Vrouwenclub” gesticht, die onmiddellijk 64 leden telde. Op zondag 17 januari 1932 werd een blijspel in vier bedrijven gespeeld “De Gevolgen van een Leugen” en “De Grootste Zonde”. Op 30 april 1932 werd een toneelfeest gegeven “De Wapens neer”, een groot anti-militaristisch stuk in vier bedrijven. Op 23 juli 1933 werd de Jonge Socialistische Wacht (J.S.W.) opgericht, de voorloper van de “Rode Valken”. En op 29 april 1934 pakte die uit met een eerste toneelfeest , de eenakter “De Laatste Nacht” ,een oorlogsdrama.Ook nog het “Uniformverbod”, tegen de onderdrukten, gevolgd door de klucht “De Foppers”. “Na Werk Vermaak” stopte haar activiteiten met de tweede wereldoorlog.
(2)Pastoor Jozef Lammens ( Brugge 1 febr.1871 – Marke 25 oktober 1962), was pastoor in Marke van juni 1931 tot mei 1951. De stichting van de katholieke werkliedenbond in Kuurne, waar hij onderpastoor was van 1904 tot 1921, was zijn levenswerk.De vrouwenrollen werden normaal gespeeld door mannen. Het bisdom verbood, vooral in parochiezalen, dat vrouwen met mannen op scène verschenen. Er waren zelfs plaatsen dat vrouwen en mannen niet samen de voorstellingen mochten bijwonen.Dan werd tweemaal gespeeld . In Poperinge werden vrouwen pas in 1959 toegelaten in het gezelschap “Ic Dien”.Volgens de overlevering zou Agnes Verhaege de eerste vrouw geweest zijn die optrad bij de “Ontwakende Jeugd”.
|