Het Goed te Tollenaers __________________________________ Ligging: Preshoekstraat. Het Goed te Tollenaers Kad. SA 221-222 ______________________________________________________
De hoeve en het landbouwareaal : 45 ha 80 a., tijdens de periode dat André Hubaux (1934-1957) de hoeve bewoonde. Strekte ten noorden van de hoeve tot de Rekkemsestraat en de Zwinstraat en op Lauwe (ca. 15ha vóór de aanleg van de E17) . EIGENAARS __________ In 1735 is Joseph Ignatius de Ghellinck (Kortrijk circa 1711-Gent 1772), heer van Eversbeke en ter Triest , getrouwd met Sabine Philippine Colette Maelcamp (Gent 1715-Gent 1750), heer van Tollenaersdreve. Hij was de zoon van Jan Baptist de Ghellinck(Kortrijk 1672-Gent 1721) en Marie Marguerite Wallaert (1674-1715) (Monografie Marke + internet).
Emmanuel Jean Joseph dela Faille d'Assenede (Gent, 6 september 1728 - 28 januari 1808), heer van Assenede en Eeklo trouwde in 1752 met de rijke erfdochter Sabine Jacqueline Josèphe de Ghellinck (Gent1735- Gent1782), dochter van Joseph Ignatius en werd als laatste heer van Tollenaers vernoemd in 1773.
Het Goed te Tollenaers kwam zo in handen van de familie dela Faille. Joseph Sébastien Ghislain dela Faille d’Assenede (Gent 1756-Gent 1830), de zoon van voornoemde was getrouwd met Marie Colette Xavière Ghislaine d’Hane (Gent 1761-Gent 1823).
Het goed kwam in handen van hun dochter, Eugénie Marie Ghislaine dela Faille d'Assenede (Gent 1791-Gent 1859). Zij was getrouwd met François Auguste Marie Corneille de Clerque Wissocq de Sousberghe ( Gent1795-Gent 1847 ) . François was de zoon van Auguste de Clerque, burggraaf van Wissocq en heer van Sousberghe en van Marie Françoise dela Faille.
Charles Auguste Ghislain (Gent 1816-Gent 1867) de Clerque de Wissocq de Sousberghe, de zoon van François, trouwde in 1838 met Céline Marie Joséphine Ghislaine de Loën d’Enschedé(Brugge 1816-Gent 1856), en werd in 1861 de nieuwe eigenaar, na de dood van Eugénie dela Faille d’Assenede.
Bij de verdeling in 1869, werd Hermine de Clerque Wissocq de Sousberghe (1843-1922), dochter van Charles Auguste Ghislain graaf De Clerque de Wissocq en Marie Joséphine Ghislaine van Loën d’Enschedé de nieuwe eigenares. Ze trouwde met burggraaf François Hendrik de Nieulant et de Pottelsberghe (Gent 1840-Gent 1912). Hun dochter Madeleine de Nieulant et de Pottelsberghe ( Gent 1868-Gent 1938) trouwde in 1890 met baron Paul d’Udekem d’Acoz( Gent 1865-Gent 1952) ; ze woonden op het kasteel van Opdorp tot 1923.
Zo kwam het Goed te Tollenaers in bezit van de familie Paul d’Udekem d’Acoz. Pierre d’Udekem d’Acoz (Gent1895- Brussel1962), zoon van Paul erfde de hoeve Wyseur in Lauwe. Antoinette , de enige dochter van Paul d’Udekem d’Acoz erfde het Goed te Tollenaers (interview André Hubaux).
In de 70iger jaren van vorige eeuw waren de zonen van Pierre, namelijk Adrien en Gérard nog eigenaars van vele percelen grond in Lauwe.
De gronden werden verkaveld door N.V. Matexi en de kinderen Vande Vyvere : goedgekeurd 16 december 1965. De hoevegebouwen werden beschermd bij Ministerieel Besluit van 30 april 2004 onder de naam ‘Hof ter 3 gemeenten”
De eigenaar NV Mathimmo (Maatschappij voor Thesauriebeleggingen en Immobiliën NV) Vorstlaan 24 Watermaal-Bosvoorde, gesticht op 29 februari 1988 ,verkocht de hoeve in 2021.
Sinds begin juli werd gestart met het restaureren van de hoeve.
BEWONERS __________ Jan Daniël Tack (Zwevegem1689-1760) schepen en landbouwer op Tollenaers.Hij was de zoon van Daniël Tack en Catharina Rye. Ze boerden op het Goet te Lettenhove en hij was burgemeester van Zwevegem in 1717. Jan Daniël trouwde 4 maal.
Jan Tack-Rufina Vanneste (zoon van de 3e vrouw) hadden 5 kinderen. Hun zoon Jan was landbouwer op het Goed te Tollenaers en overleed te Marke in 1802. Hij trouwde te Bissegem in 1764 met Maria Catharina Ghellinck, die overleed in 1803.
Het gezin Jan Tack-Ghellinck telde 3 kinderen, waarvan Pieter Bernardinus, die op 53-jarige leeftijd overleed op het Goed te Tollenaers op 27 juni 1825. Zijn weduwe Coleta Van Wambeke van Vijve-St-Baafs overleed er ook op 29 maart 1858.
Pieter Tack-Van Wambeke bracht 4 kinderen op, waarvan Pieter Bernardinus (Marke 1816-Marke 1880), schepen van Marke en landbouwer op het Goed te Tollenaers. Hij trouwde te Wevelgem in 1860 met Ludovica De Brabandere (Wevelgem 1833- Marke1890).
Arthur Tack (Marke 1866-Marke 1917), schepen van Marke en zoon van Pieter en Ludovica was landbouwer op her Goed te Tollenaers tot ‘Bâmesse” 1897. Hij was getrouwd met Zoë Toye.
Vanaf 1897 was Hendrik (Henri) Vanderheeren (Izegem 1841- Marke 1915) -Amelia Verstraete (Ingelmunster 1837-Marke 1907) , landbouwer op het Goed te Tollenaers. Henri won te Meulebeke 6 kinderen, waaronder Aimé (Meulebeke1872-Marke1954) , die op Tollenaers boerde en Maria (Meulebeke 1877), die te Marke trouwde in 1907 met Joseph Hubaux (Moeskroen 1878), landbouwer te Boezinge.
André Hubaux (Boezinge 1909-Marke 1986):” De Tacks pachtten de hoeve aan Baron Paul d’Udekem d’Acoz, Brugstraat 49 te Gent. Deze baron had 6 kinderen,waarvan 1 dochter.Hendrik of Henri Vander- heeren kwam op de hoeve in 1897. Hij pachtte ook aan die baron. Na de dood van Hendrik, volgde zijn zoon Aimé hem op,die nog altijd pachtte aan de baron. Ik zelf, zoon van Joseph Hubaux en Maria Vanderheeren, volgde mijn oom op op 25 december 1934. Aimé kwam vragen aan mijn moeder of er niemand wou komen werken bij hem op de hoeve. Mijn broer wilde niet, zo ging ik op de hoeve werken. Ik werkte er al 5 jaar vooraleer ik zelfstandig werd.De baron was tevreden dat de hoeve in handen bleef van de familie Vanderheeren.Het eerste jaar mocht ik niet inwonen op de hoeve, mijn vader Joseph had mij nog te veel nodig op zijn hoeve in Moeskroen. Mijn ouders waren oorspronkelijk landbouwers in Boezinge, doch bij het uitbreken van de eerste wereldoorlog vluchtten ze naar Frankrijk (Calvados). Na de oorlog baatten ze een hoeve uit in Moeskroen.Na het eerste jaar ,dat ik dagelijks naar huis ging naar Moeskroen, aanvaardde mijn vader volk op zijn hoeve, zo mocht ik blijven wonen bij Aimé Vanderheeren.Ik heb nog gepacht aan Paul d’Udekem d’Acoz tot zijn overlijden in 1952.De hoeve kwam bij verdeling in handen van dochter Antoinette Marie (1902-1994), die getrouwd was met een Engelse Lord, Maurice Benjamin Batho.De hoeve van Wyseur in de Preshoekstraat te Lauwe kwam in handen van zoon Pierre d’Udekem d’Acoz (1895-1962).In de 60-er jaren werd de hoeve Tollenaers verkocht aan verkavelaar Matexi.” (1962)
André Hubaux boerde op het Goed te Tollenaers tot in 1957. Zijn schoonzoon Noël Beyls( Kortrijk 1936-Kortrijk 2004), getrouwd met dochter Roza Hubaux (Kortrijk 1939-Marke 1971) nam de hoeve over in 1957.
Noël Beyls bleef de hoeve bewonen tot in februari 2000.
De hoeve had een omwalling van 20 à 30m breed tot weerskanten de poort. André Hubaux heeft de wal ongeveer gedurende gans zijn boerencarrière opgevuld. Gans de afbraak van het oude ‘mannenhuis’ in 1946-47 (Kloosterstraat) ligt in de wal, alsook de resten van het huis van Achiel Berthier (Vagevuurstraat) na het bombardement in 1942. André ging alles halen met paard en kar.
Naast de tabaksast was het bakhuis. Hendrik Vanderheeren heeft er veel in gebakken, Aimé niet. André heeft er alleen brood in gebakken tijdens de oorlog 40-45. Voor het drogen van tabak werd de ast aangestoken met cokes. De tabak hing daar zo een 3-tal dagen. In de jaren ’30 was er nog een chicoreiast. Het verhoog links werd gezet in 1943. Dus de helft van het gebouwtje werd veranderd in een tabaksast. Vanaf 1943 geen chicoreiast meer . Er werd tabak gedroogd tot in 1945-46. André heeft alle dijken gedicht, die door de partijen land liepen.Alle partijen waren afgebakend door dijken. Er waren 13 partijen, die tot 1 partij werden herleid. Dat gebeurde tussen 1930 en 1950. Alle gronden waren gedraineerd. Vóór 14-18 was alléén de voorkant van het woonhuis in strodak. In 1918 werd de schuur in brand geschoten door de Duitsers , die zich terugtrokken, vanop de Klarenhoek, in de omgeving van de hoeve Terrijn (Watervalstraat). Door de brand van de schuur was ook het strodak beschadigd, zodat men het met pannen bedekte in 1919. Op de achterkant (Preshoekstraat) lagen al pannen van in de Tack-periode. Toen de Duitsers in 14-18 er in 40-45 aankwamen stond op hun stafkaarten ‘ Hof ter 3 gemeenten’.
Wat zeer gewoon was op oude hoeven was het klokje op het dak. De koord kwam door de zolder naar de voorkamer. Het klokje diende om het werkvolk van de velden te roepen voor het eetmaal, ofwel om de boer zelf te roepen, ofwel de koeier of de boever. Het was gewoonlijk de boerin die de klok luidde, voor de boer 1 maal, voor de boever of koeier 2 of 3 maal.De klok en het klokhuis werden weggenomen in 1919 bij het leggen van de pannen op de voorkant. Het was vooral tegen de zin van Baron d’Udekem d’Acoz. Door de opkomst van de tractoren was geen werkvolk meer nodig. En ook door de opkomst van de polshorloges werden die klokjes uit de omloop genomen. De dreef die loodrecht vanaf de poorten naar de Rekkemsestraat liep noemde men de ‘Zanddreef’.
De gebouwen stonden daar nu al enkele jaren te verkommeren! Sinds begin juli 2021 is er beweging op en rond de hoeve.
Kadaster (perssoonlijk archief)
Leopold Slosse (Rond Kortrijk)
André Hubaux
De hoeve Tollenaers in 2012
De hoeve Tollenaers in 2013
De binnenkoer richting Rekkemsestraat vóór 14-18
Het woonhuis vóór 14-18. Zie strodak en klokje op het dak.
Binnenzicht 2013.
Aan de ingang. 'Het Hof ter 3 Gemeenten'.
|