Nederlands is niet de gemakkelijkste taal om te schrijven. En toch in sommige situaties is het gewoon fijn om foutloos je boodschap op papier te zetten, niet alleen in officiële documenten of in een sollicitatiebrief, maar ook als je een briefje schrijft naar bv de (klein)kinderen wil je toch zeker zijn van je stuk.
Volg dan maar best de regels! Welke 'regels', hoor ik jou denken?
Wel, die zijn in onze taal wel verdomd onregelmatig en zo is onze taal moeilijk (ook voor buitenlanders) om te leren.
Als we dit gedichtje lezen, weten we waarom.
We spreken van één lot en verschillende loten,
maar 't meervoud van pot is natuurlijk geen poten.
Zo zeggen we ook altijd één vat en twee vaten,
maar zult u ook zeggen: één kat en twee katen?
Laatst ging ik vliegen, dus zeg ik "ik vloog".
Maar zeg nou bij wiegen beslist niet: ik woog,
want woog is nog altijd afkomstig van wegen,
maar is dan 'ik voog' een vervoeging van vegen?
Wat hoort er bij 'zoeken'? Jazeker, ik zocht,
maar zeg je bij vloeken dan logisch: ik vlocht?
Welnee, beste mensen, want vlocht komt van vlechten.
En toch is ik 'hocht' niet afkomstig van hechten.
En bij lopen hoort liep, maar bij kopen geen kiep.
En evenmin zegt men bij slopen 'ik sliep'.
Want sliep moet u weten, dat komt weer van slapen.
Maar fout is natuurlijk 'ik riep' bij het rapen.
Want riep komt van roepen. Ik hoop dat je 't weet
en dat je die kronkels beslist niet vergeet.
Gemakkelijk toch?
|