Het is maar dat een mens boodschappen moet doen, wil hij niet verhongeren of de genodigden zonder eten zetten, maar het is niet mijn favoriete bezigheid. Soms vind ik het puur tijdsverlies, eigenlijk vind ik het altijd tijdverlies maar soms valt het echt wel mee.
Normaal verloopt het winkelen vlot, vind ik wat ik nodig heb en ga ik dan naar de kassa....en dan zien dat er wel 10 man voor staat. Normaal gezien word ik dan lichtjes zenuwachtig, vooral als ik merk dat het niet echt vooruitgaat.
Zaterdag kreeg ik geen kans om me te ergeren aan het feit dat niet alle kassa's open waren ondanks het feit dat er veel mensen stonden aan te schuiven.
De man voor mij draaide zich om en zei meteen: " U weet zeker niet waar hier de eieren liggen?"
Ik had me eerder aan een verzuchting of een klaagzang omwille van de lange rij verwacht, zeker geen vraag over eieren. Waarschijnlijk zal ik daarom een beetje raar gekeken hebben, weet ik veel. In ieder geval, de man zal gevonden hebben dat ik er verbaasd uitzag al interpreteerde hij mijn blik verkeerd. Hij dacht waarschijnlijk dat ik de vraag niet begrepen had en herhaalde in iets deftiger nederlands:
"Eitjes? Weet u waar hier de eitjes liggen?"
Zoals dat klonk : E I T J E S, jeezes....de man was zeker 1.90, dat woord klopte niet bij zijn formaat. Ik voelde een lach opkomen en ik wist dat als ik die zijn gang zou laten gaan ik het eerste halfuur niet meer zou kunnen stoppen en dat ik zeker voor geschift zou aanzien worden. Geen mens zou het doorgehad hebben waarom ik zo zou moeten lachen... In minder dan een seconde had ik mezelf onder controle en zonder ook maar een grijnsje te laten verschijnen, antwoordde ik waarheidsgetrouw dat ik hem niet kon helpen. Op dat moment kon ik de eieren echt niet lokaliseren zozeer was ik bezig om mijn lach te onderdrukken.
"Tja," zei hij, "dan zal het zonder eieren zijn want ik heb ook geen zin om nog eens gans de winkel te doorlopen."
Heel traag werd de rij kleiner en toen er nog een man of vier voor mijn voorganger stond, draaide die zich nogmaals om en zei dat het verdorie wel heel traag vooruit ging.
"Zeker weten," antwoordde ik, "in die tijd had je al vier keer de winkel kunnen doorlopen om eieren te vinden" .
Hij gniffelde eens, knikte van ja en bleef net als ik geduldig zijn beurt afwachten. Ik ben er nochtans zeker van dat hij zou gevonden hebben wat hij eerst niet vond tegen de tijd dat het zijn beurt was aan de kassa.
|