"Ben je ooit in de Westhoek geweest?” Een regel weggelopen uit een lied van Willem Vermandere.
De Westhoek met zijn ontelbare resten die herinneren aan de vreselijke ‘Grooten Oorlog’ die hier vier jaar heeft gewoed en die steden en dorpen met de grond gelijk heeft gemaakt, is en blijft het bezoeken waard.
Een uitstap naar die Westhoek was reeds lang gepland en zaterdag is het er dan eindelijk van gekomen. Samen met vrienden reden we naar Diksmuide waar onze dag begon met de dodengang.
Eens was die dodengang de meest vooruitgeschoven stelling van de Belgen. Zij zaten er maar enkele meters van de Duitsers. Deze waren hier de Ijzer overgestoken en zij hadden er een bunker kunnen bouwen op amper een vijftigtal meter van de Belgische loopgraven. De Dodengang was één van de gevaarlijkste plaatsen aan het front.
Het bezoek aan die Dodengang, die stevig werd gerestaureerd, is indrukwekkend. Van bij de ingang van het museum klommen wij naar de eerste verdieping, waar een reeks, vaak ontroerende, foto’s en filmen een beeld geven van hoe het er hier eens aan toeging. Dan gingen wij naar buiten, waar wij vanaf de eerste verdieping een beeld hadden van het vlakke Vlaamse land en als wij ons omkeerden zagen wij Diksmuide en de IJzertoren.
Een sprekende tekst voor je aan de dodengang begint.De zandzakjes zijn vervangen door cementzakjes...de realiteit wordt hierdoor verbloemd!
Eens beneden wandelden wij door een wirwar van smalle gangen tussen muren van met beton opgevulde zakjes, die de oorspronkelijke zandzakjes vervangen. Maar wij kunnen ons niet voorstellen hoe het er hier vroeger is aan toegegaan. Nu wandelen wij er rustig door, maar toen! Wie zijn hoofd boven de zakjes uitstak was dood. Scherpschutters lagen immers op de loer om zoveel mogelijk slachtoffers te maken. Regelmatig vernietigde obussen een deel van de loopgraaf, gewoonlijk met doden en gewonden voor gevolg. Maar de stukgeschoten delen moesten hersteld worden, wat dan weer een levensgevaarlijke klus was. De doden werden vaak ter plaatse begraven. Ratten en ongedierte maakten het leven nagenoeg ondragelijk. De stank van rottende mensenresten en van uitwerpselen verpestten het leven in de Dodengang. Van dat alles was er nu niets meer te merken , maar wij kwamen toch diep onder de indruk van wat onze soldaten van toen daar hebben geleden.
Duizenden Belgische soldaten zijn er in de periode van 1914 tot 1918 omgekomen. Het is een plaats die erg veel menselijk leed draagt met een bijzonder bloedige geschiedenis en waar men het best de Eerste Wereldoorlog kan aanvoelen.
Wat me ontroerde waren de klaproosjes die hier en daar nog op de “zandzakken “van de dodengang groeien.. Het lijkt alsof nergens in ons land de klaprozen, de pappavers, zo dieprood, zo bloedrood, zijn als in de Westhoek, waar ze symbool staan voor het vele onzinnig bloedverlies en de doden...
Van hier reden we naar Diskmuide om de Ijzertoren te bezoeken. Een bezoek aan de IJzertoren is telkens opnieuw een verrijking!
Panoramazicht vanop de toren 24 verdiepingen hoog
De vernieuwde Ijzertoren..
Origineel materiaal, uniformen en wapens, levensechte decors betrekken je in een supermodern, interactief gebeuren, waarbij je geconfronteerd wordt met de gruwel van toen. Je proeft en beleeft er de sfeer van “Den Grooten Oorlog”, ruikt er chloor- en -mosterdgas, kan je de angst middenin de bombardementen of in de loopgraven bijna voelen bij het bekijken van de vele filmpjes.
Het leven van de soldaten speelde zich af zowel boven als onder de grond in de dug outs...Stel je dat voor in regen , sneeuw, koude en met gewonde, gekwetste en oververmoeide soldaten...
Toen werd het tijd om te eten ergens in een leuk restaurantje dat een typisch streekgerecht serveerde!
Van daar ging het richting Passendale waar we struinden door de Tyne Cot begraafplaats waar bijna 12.000 soldaten hun laatste rustplaats vonden. Het is een beklijvend beeld al die graven , zo mooi verzorgd met overal een bloemetje erbij.
Maar wat ons het meest raakte, waren die leeftijden, 19j, 20 j 21j 23j 30j 32j ...Allemaal mannen met nog een gans leven voor zich dat hun zomaar ontrukt werd door het waanzinnig oorlogsgebeuren...
Tyne cot...Geen woorden zijn dragend genoeg om de verwoorden wat je hier voelt....
Tijdens de Derde Slag bij Ieper of de Slag om Passendale (1917) werd samen met het tot puin geschoten dorp Passendale een totaal verwoest terrein veroverd. De Britten noemden het ‘Passiondale' of dal van het lijden. De menselijke prijs was enorm en dit wordt onuitwisbaar bewezen op Tyne Cot Cemetery, de grootste Britse militaire begraafplaats op het vasteland
- Het is een plaats waar je even tot rust komt, reflectie naar het verleden toe, de waanzin en heldhaftigheid tot in het absurde, nadenken is hier niet moeilijk, met je voeten op de grond komen nog minder moeilijk.
|