Een van mijn sombere dagen in het ziekenhuis. Ik moest met iemand praten, iemand die echt kon luisteren. De verpleegkundigen, hoe vriendelijk ook, kwamen niet in aanmerking. Hun taak was te zorgen dat alles aangaande de genezing vlot verliep. Zij konden wel begrip tonen en medelijden, maar daar had ik geen behoefte aan. Voor een iets diepgaander gesprek kwamen ze niet in aanmerking. Daar hadden ze, altijd in de weer zijnde, helemaal geen tijd voor. Bovendien ontbrak het hen ook aan de juiste medische kennis, had ik al gemerkt.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Vrienden kwamen evenmin in aanmerking, wegens te grote betrokkenheid. En familieleden al helemaal niet. Ik had behoefte aan een onafhankelijk neutraal oor, waar ik met al mijn ongerustheid terecht kon.
Opeens schoot me de kankerfoon te binnen. Ik was al jarenlang trouwe sponsor van de Liga ter bestrijding van Kanker. Die zouden me misschien kunnen helpen. Ik was tenslotte kankerpatiënt, hoewel dat besef nog steeds niet wou doordringen.
Ik vroeg de verpleegkundige om een telefoonboek. Met trillende vingers, en tegelijk vol verwachting, draaide ik het nummer:
Aan de andere kant klonk een Franstalige stem. Ik liet me niet afschrikken en vroeg naar een Nederlandstalig persoon. Waarop de man in vlekkeloos frans verder ging met:
Pour les Flamands, veuillez téléphoner à partir de 14 heures. Daar moest ik het mee doen. Hij deed zelfs niet de minste poging om mij in het Nederlands te woord te staan. Dat ene zinnetje Gelieve deze namiddag terug te bellen, mevrouw, moet toch aan te leren zijn? Zelfs voor een onwillige Franstalige Brusselaar of Waal, moet dat toch lukken? Maar neen, respect voor de Nederlandstalige gemeenschap zal er in dit apenland nooit komen.
Ik zakte bijna door mijn bed. Van boosheid en van teleurstelling. Ik weet dat het egoïstisch klinkt, maar ik stelde me de vraag: had ik daarvoor al die jaren geld gestort, om dan op zon manier te worden afgescheept? Ik had nú nood aan een gesprek, niet straks, maar nu!
Had ik de pech dat ik onder de verkeerde taalrol geboren was!
Ik kwakte de telefoon dicht en voelde me zo razend van onmacht dat ik het telefoonboek door de kamer slingerde, waar het met een luide smak tegen een tafeltje sloeg, waarop de verontruste verpleegkundige binnenzeilde met de vraag wat er aan de hand was. Ze bracht de telefoon, die ik nog steeds in mijn hand geklemd hield, veiligheidshalve naar veiliger oorden.
Zou de Franstalige in dit land, die per ongeluk tijdens de namiddag naar diezelfde kankerfoon belt ook in het Nederlands worden doorverwezen met Gelieve morgenvroeg vanaf 10u terug te bellen, meneer?
Ik dacht het niet.
Mocht een Franstalige in dit land in het Nederlands worden doorverwezen, zou dat meteen een nationale rel veroorzaken. Wij Vlamingen, wij protesteren niet, wij laten het overwaaien, wij zijn geduldiger, meegaander en vooral veel minder agressief. Lamme Goedzakken, zeg maar.
Je komt er ver mee, met die welwillendheid!
Karlijn