De teruggekeerde kanker blijkt een mutant te zijn van het oorspronkelijke borstcarcinoom en matig sterk hormoongevoelig. De oncoloog acht het daarom aangewezen om een hormonale behandeling te starten. Hij stelt me voor de keuze. Ofwel een dagelijkse medicatie met oestrogeenremmers, ofwel een bilaterale ovariëctomie, waarmee hij het wegnemen van beide eierstokken bedoelt. Ik struikel bijna over dat lelijke woord. Maar dokters houden van zulke woorden. Ze krijgen er meer aanzien door. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Gezien mijn leeftijd, ik ben intussen 45 geworden, en mijn opgeborgen kinderwens, besluit ik de eierstokken te laten wegnemen.
Eierstokken kunnen laparoscopisch verwijderd worden, waardoor het aantal littekens beperkt blijft tot een paar kleine sneetjes. Een geruststelling. Ik blijf toch ietwat ijdel wat mijn uiterlijk betreft en littekens heb ik al wel genoeg, vind ik.
Wanneer ze me na de ingreep terugrijden naar mijn kamer komen we onderweg de anesthesist tegen die even aan mijn arm schudt en vraagt hoe ik me voel. Ik ben nog erg versuft en antwoord dat alles ok is. Het is de eerste keer dat ik een anesthesist terugzie na een ingreep. Wat een vriendelijke dokter denk ik nog, terwijl ik weer wegdoezel.
Later word ik wakker met een zware hoofdpijn. Zodra ik mijn hoofd even beweeg gaat de kamer aan een ongeoorloofd tempo rondtollen. Wat is er aan de hand? Ik bel de verpleegster en vertel haar dat ik zoveel hoofdpijn heb. Dat komt wel meer voor na een narcose, zegt ze. Ik heb het echter bij geen van de vorige vijf ingrepen meegemaakt. De hoofdpijn wordt steeds zwaarder en de dokter wordt erbij geroepen. Ik duw me wat meer rechtop in bed en vouw mijn handen achter mijn pijnlijke hoofd om het te ondersteunen zodat ik de dokter beter kan aankijken. Op dat ogenblik voel ik een kanjer van een buil op mijn achterhoofd.
Aha, nu weet ik het, probeer ik te lachen, jullie hebben een hamertje gebruikt om me te verdoven.
De chirurg komt verbaasd voelen aan de buil en zegt dat hij eens zal informeren wat er gebeurd zou kunnen zijn. Het antwoord kom ik echter nooit te weten en de anesthesist krijg ik nooit meer te zien. De angst voor processen zit er hier ook al diep in.
Wellicht heeft men, bij het verplaatsen van mijn verdoofde lichaam van de operatietafel naar het bed, mijn hoofd niet gesteund en is het achterover geslagen op een van de metalen onderstellen.
Kan gebeuren.
Een later onderzoek, op advies van de huisarts, wijst erop dat ik een whiplash heb opgelopen. Door de slag zijn de steentjes in het oor, die voor het evenwicht zorgen, door elkaar geschud, waardoor ik bij het minste draaien van mijn hoofd de wereld om me heen zie tollen. Ik krijg er medicatie voor en kan niet autorijden tot het probleem verholpen is. Ook moet ik wekenlang kine volgen en met een nekkraag rondlopen eer het geheel genezen is.
Een eierstokontruiming met een gratis kadootje bovenop.
© Karlijn Koninckx
|