Ik voel het wel. Het hormonenpreparaat dat sinds een tweetal weken aan mijn behandeling wordt toegevoegd eist zijn tol. Het zweet dat s nachts in beekjes van mijn flanken of langs mijn dijen loopt, het doorweekte nachtkleed, de natte matras. De voortdurende aandrang om te gaan plassen. De vlagen van hoofdpijn die vooral s nachts toeslaan. De nachtmerries. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De onderbroken nachten ondermijnen mijn humeur.
De nieuwe medicatie vraagt weer aanpassingen. Mijn eetlust neemt sterk toe en ik moet echt op mijn dieet letten opdat de kilos er niet zouden aanvliegen. Mijn taille is nu volledig verdwenen. In de plaats is een Michelinbandje gekomen dat over mijn broeksband heen hangt en dat mijn bewegingsvrijheid beperkt. Mijn zelfbeeld moet weer een kleine afgang verwerken.
Het feit dat ik me de eerste weken algemeen slecht voel kan natuurlijk te maken hebben met de afkeer die ik voel tegen de nieuwe medicatie. Op de bijsluiter staat een waslijst van bijwerkingen die je liever niet wil horen, maar de oncoloog zegt dat ik me daar niets van moet aantrekken. Het heeft een jaar geduurd eer ik bereid was met dit progesteronderivaat te starten. Ik heb nog wat meer tijd nodig om me bij de nevenwerkingen neer te leggen.
Drie maanden zal het duren zei de specialist. Na drie tot zes maanden moet het effect van het nieuwe preparaat merkbaar worden in de tumormerkerbepaling. Als de CA15.3 na die tijd niet duidelijk is gezakt, heeft verdere behandeling met Veraplex geen zin meer.
En dan? vraag ik.
Dan overweeg ik opnieuw een kleine chemokuur, antwoordt de oncoloog.
Een kleine chemokuur. Het klinkt zo luchtig uit de mond van de arts. Jaren geleden toen ik mijn eerste terugval had en ik in paniek vroeg of ik opnieuw chemo zou moeten ondergaan, had de oncoloog mijn onrust weggewuifd. Neen hoor, chemo is het allerlaatste middel zei hij. Er zijn vandaag verschillende hormonale behandelingen op de markt die we eerst nog kunnen toepassen en die bovendien een goede levenskwaliteit garanderen.
Levenskwaliteit. Alweer een relatief begrip dat stemt tot nadenken.
Vandaag spreekt de oncoloog voor het eerst terug van een kleine chemokuur. Zijn alle andere middelen, die een goede levenskwaliteit garanderen dan uitgeput? Komt het einde nu echt nabij? Ik durf het hem niet vragen, bang voor het antwoord.
Want een chemokuur geeft geen goede levenskwaliteit. Daar heb ik ervaring mee. Ik heb meer dan twee jaar nodig gehad eer ik me terug een beetje mens begon te voelen na die eerste kuur. Maar wat is het alternatief?
© Karlijn Koninckx
|