De volgende dinsdag meld ik me in het andere ziekenhuis voor de PET CT scan van de thorax.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Alles verloopt volgens afspraak, maar ik krijg de specialist niet te zien. We zitten dan ook op Gasthuisberg. Blijkbaar blijft het contact tussen radioloog en patiënt hier nog steeds tot een minimum beperkt. Wanneer ik naar de resultaten vraag zegt de verpleegkundige me dat de dokter de resultaten diezelfde avond zal protocolleren en doorsturen naar de arts die het onderzoek heeft aangevraagd. Dat is goed nieuws, want ik zou die resultaten liefst aan de oncoloog bezorgen voor ik morgen die chemo krijg.
Woensdagmorgen meld ik me op de afdeling oncologie, maar van de arts geen spoor. Zonder zijn toezegging kan de chemo niet toegediend worden, zegt de verpleegkundige.
Terwijl ik zit te wachten bel ik naar de huisarts, maar die heeft nog geen resultaten ontvangen. De tijd kort. Ten einde raad bel ik naar de arts in Gasthuisberg. Ik krijg hem aan de lijn, maar hij wil me niets vertellen. Hij zal het wel met de oncoloog bespreken zegt hij. Mijn eigen gezondheidstoestand is blijkbaar staatsgeheim nummer één, enkel bespreekbaar tussen artsen onderling, maar zeker niet met de patiënt. Maar het feit dat hij me over de telefoon niets wil zeggen maakt me ongerust. Er is waarschijnlijk iets te zien op de scan dat niet in orde is.
Ik bel nog eens terug naar de huisarts die vertelt dat de resultaten net zijn binnengelopen. Er werden botuitzaaiingen vastgesteld in de negende rib, maar ook in de meeste wervels en in de heupbeenkam. Die pijnlijke rib was dus toch niet zo onschuldig als ik had gehoopt. Wat nu gedaan?
Anderhalf uur later komt de arts aangerend. De wachtzaal puilt uit van de zenuwachtig wachtende mensen.
Als het mijn beurt is breng ik de oncoloog wat aangeslagen op de hoogte van de scanresultaten, maar hij zegt afwezig dat hij zoiets had verwacht. Ontzet sper ik mijn ogen open bij zijn laconieke reactie. Ik vraag hem of de chemo in dat geval niet moet worden aangepast, maar hij antwoordt terwijl hij mijn vraag verstrooid wegwuift, dat de voorgeschreven chemo meer dan afdoende is.
Even later lig ik aan een infuus.
© Karlijn Koninckx
|