Een week later al, op vrijdagnamiddag, zitten we bij een borstkankerspecialist in een Antwerps ziekenhuis. Wanneer hij mijn klachten hoort laat hij daar ter plaatse een bijkomende scan maken. De resultaten geven aan dat het bot aan de bekkenbodem zwaar door de kanker is aangetast. Daarenboven zijn buiten die negende rib, niet enkele, maar alle wervels in meer of mindere mate aangetast. Ook de bovenste bekkenrand en de schedel vertonen aantastingen door de kanker. Op de linker longsinus zijn eveneens tekenen te bespeuren die daar niet thuishoren. De specialist zit echt met de handen in het haar. Hij begrijpt niet waarom het zover is kunnen komen. De waarden van de tumormerker wezen er toch al veel langer op dat er iets aan de hand was, zegt hij. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De arts stelt een andere chemobehandeling voor én een onmiddellijke bestraling van de bekkenbodem en van D12, de 12de ruggenwervel, waarvan het wervellichaam bijna helemaal is weggevreten. Hij belooft dat voorstel maandagmorgen met mijn eigen oncoloog te bespreken.
Wegens gevaar op breuken raadt hij me aan voorlopig niet meer op het linkerbeen te steunen en mij de eerstkomende tijd enkel per rolstoel te verplaatsen.
Terwijl we het ziekenhuis verlaten schiet het nieuws als een losgeslagen pingpongballetje heen en weer in mijn hoofd. Het is een hele boterham. Hadden we deze toestand met een sneller ingrijpen kunnen voorkomen? Vooral die chemo staat me tegen. Het is net alsof de feiten nu pas tot me doordringen.
Opeens denk ik aan onze geplande reis naar Buenos Aires. Het idee dat ik niet zal meekunnen is een bijkomende domper op de toch al trieste toestand. Ik vervloek de kanker voor de zoveelste keer, maar moet me noodgedwongen bij de feiten neerleggen.
Wat gebeurt er allemaal in hemelsnaam? Misschien is er na vijftien jaar behandeling, bij mijn oncoloog een zekere gewenning opgetreden. Door de jaren heeft hij elke nieuwe opstoot van de kanker gemakkelijk onder de knoet kunnen houden. Met een andere hormonale behandeling is hem dat telkens gelukt. Maar deze keer waren de merkerwaarden toch erg hoog en had hij wat sneller en alerter mogen reageren, vind ik. Een botscan of een PET CT zes maanden geleden had al me heel wat onheil kunnen besparen.
Hoe dan ook, ik zit weer met de gebakken peren.
© Karlijn Koninckx
|