Argentinië presenteert zich als een land vol tegenstrijdigheden: Buenos Aires, met zijn blik gericht op het oude continent, Europa; het binnenland, gericht naar zichzelf in volle ontplooiing. Wat drijft mensen om een nieuw land te bevolken? Dit boek probeert de voetsporen te volgen van de goudzoekers in Patagonië. Patagonië, het einde van de wereld, het begin van een nieuw leven. Voor vele Europeanen is dit een totaal onbekende streek, hoewel de geschiedenis verbonden is met die van Europa.
De taal is het voornaamste instrument waarmee de mens weigert de wereld te accepteren zoals ze is.
Wij hebben het vermogen, de behoefte, de wereld te loochenen of te 'ontzeggen', ons een andere voorstelling te maken, haar anders te beschrijven.
George Steiner
Hoe vaak zeggen we niet : woorden schieten me tekort. Meestal is dat om emoties uit te drukken. Emoties van spijt, dank, verdriet, plezier, liefde... Juist dan komen echte woorden. Woorden in tranen, in een schaterlach, in een omhelzing. En dat zijn Echte Woorden voor mij.
Voor Pascal Paepen zijn zakendoen en economie altijd al een tweede natuur geweest. In Londen, diep in het financiële hart van de City, voelt hij zich dan ook thuis.
The Crosse Keys is een pub gevestigd in een voormalige bank die zaken deed met China. Binnenin gaat het er druk en luid aan toe en Paepen lacht wanneer hij onze verwonderde blikken ziet. "Dit is waarschijnlijk een van de goedkoopste adresjes in deze buurt. Het moederbedrijf JD Wetherspoon is beursgenoteerd, maar deze pub houdt de prijzen voor gerechten bewust laag. Hier maken ze geen winst op het eten, maar enkel op de sloten bier." Toen enkele jaren geleden KBC een Britse bank overnam die juist hierin was gespecialiseerd, greep Paepen snel de kans om zijn koffers te pakken en naar Londen te verhuizen. Voordien was hij zeven jaar lang trader in de marktenzaal van Brussel.
Ook een kopje koffie?
27-12-2007
Het nieuwe jaar beginnen met een goed boek
Ik wil jullie mijn laatste dialoog met mijn schoonvader, Argentijn, niet onthouden. Hij kwam van mijn echtgenoot, Juan, te weten dat ik bezig ben met een boekje over Patagonie. Hij heeft daar een tijdje gewoond, maar is een geboren porteño (inwoners van buenos aires en onhebbelijke betweters..) Zijn vrouw, de moeder van Juan is wel van Patagonië, zij is 9 jaar geleden overleden. Hij nodigde me uit voor een theetje en zei me dat ik alles mocht vragen want dat hij een expert was in het thema Patagonië en nationale geschiedenis. Het verliep zo:
- zo, Rein en wat heb je al allemaal verzameld van info? - Wel eigenlijk heb ik al alles gevonden wat ik zou willen weten, maar achtergrond informatie is altijd welkom - Alles al? Zo rap? - Nu ja ik ben er al wel twee jaar mee bezig he. - Dan had je me wel eerder om raad kunnen komen vragen. - (klein detail: ik had geen raad gevraagd, juan had zijn mond voorbijgepraat, dat is iets anders) ja maar het is misschien interessanter om samen te praten als ik al iets van het thema afweet, dan kan ik meer gerichtere vragen stellen. - Heel goed idee. - Uiteraard ( ik ben wel geen porteño, maar ik ben wel van antwerpen he ) - Allee vraag dan maar. - Ok: toen u er woonde, hebt u dan indianen ontmoet, leefde zij buiten de stad of tussen de migranten? - He??? Migranten? Indianen? Meisje waar heb jij informatie gehaald? Ten eerste zijn er geen migranten in Patagonie, dat zijn allemaal Argentijnen en ten tweede, wie houdt zich nu bezig met indianen? Luister, ik weet dat je soms raar ideeen hebt, maar over indianen moet je niet schrijven. Dat waren heel wrede mensen en dieven. En LUI! Ongelooflijk. Nee dat moet je buiten je boek houden. Ik ga niet zeggen dat ze ze allemaal mochten uitmoorden, het zijn ook mensen, maar zoals ze nu bezig zijn, stel je voor die denken dat ze meer rechten hebben dan wij!! - Heu tja, maar ik kan moeilijk niet over de indianen praten want ik begin in de tijd van voor de spanjaarden. - Dat kan niet, want toen waren hier geen mensen, er woonde niemand voor de spanjaarden. - Hee? Jawel: mapuches, Caciques, Lonko's... - Maar meisje toch, nu genoeg gezeverd over die indianen, ik weet er alles van ik was er bij . (mijn schoonvader was bij alles bij, hij weet het altijd van eerste hand, volgens mij is hij zo oud als metuzalem) - Ok volgende vraag dan: toen u er woonde was Asselborn, de laatste onafhankelijke goudzoeker actief in Rio Gallegos. Hebt u hem gekend? - Wie? - Asselborn, hij woonde op het strand aan de vuurtoren - Haa die, vaag, was een gek, daar ga je toch ook niets over schrijven zeker? - Nee nee, was gewoon een vraagje...(hypocriete ik dus) - Ha gelukkig, je moet schrijven over Roca, over Sarmiento, over Piedras Buenas, Saavedra... - Maar daar is al zoveel over geschreven, ik wil juist een patagonie belichten over de gewone mensen, over de mensen waarover de geschiedenis gaat, niet over diegene die de geschiedenis herschreven hebben - Hoe kan je nu over Argentinië schrijven zonder deze grote heren? Jij wil over de gewone man in patagonie schrijven, maar dat zijn gewoon vreselijke mensen, onhebbelijke betweters, die alleen maar werkten en ongeletterd waren, een hoop arme chilenen die in eigen land geen eten hadden en een paar snobistische engelsen en ieren waar geen donder mee aan te vangen was.. (en ik die dacht dat er geen migranten in patagonie waren, het woordgebruik wordt door hem gehanteerd zoals het voor hem goed uitkomt) - Neem nu mijn schoonvader..., vervolgde hij..(ja, dacht ik, ik heb hem waar ik hem wilde hebben...nu komt er een echt verhaal) maar daar ga ik niet over uitweiden want dat was een vreselijke man en het vernoemen niet waard...
tja lap...voor hem zal ik mijn boek niet moeten vertalen naar het Spaans...
Het einde van het jaar komt in zicht. Iedereen om mij heen maakt min of meer een balans op van het afgelopen jaar, naar het schijnt een traditie. Ik verdeel mijn leven niet zo graag in vakjes en zeker niet in jaartjes, maar misschien is het wel eens goed om alles eens op een rijtje te zetten. Er waren veel positieve dingen, maar zoals alles jing en jang is, dualiteit, actie en reactie, is ook het positieve verbonden met het negatieve. Elk kantje heeft zijn randje, de ene al wat scherper dan het andere. Deze dualiteit tussen positief en negatief hoort bij het leven en elke les die we krijgen, daar moeten we een exaam over afleggen, ttz, daar moeten we uit leren. Ook op dit vlak kan ik zeggen dat dit jaar enorm positief was, ik heb veel geleerd en daar zijn we nooit te oud voor.
Het belangrijkste dat ik dit jaar geleerd heb, is vooral dat schuld en fout zoeken bij jezelf voor beslissingen en gedragingen van anderen een foute reactie is. Iedereen is zelf verantwoordelijk voor zijn eigen leven. We kunnen ook anderen niet helpen, alleen raad geven en respect hebben voor hoe ze die raad invullen in hun eigen leven. Wat ik dit jaar geleerd heb is vooral dat als er iemand boos is op iemand anders, het meestal gaat omdat die persoon (die boos is) een probleem bij zichzelf ziet, een probleem met zichzelf heeft. Als wij boos zijn, is dat bijna altijd omdat we zelf met een probleem zitten en niet de anderen waarop we boos zijn. Daarom komt boosheid en ruzie soms zo frustrerend over, voor beide partijen. Het lost niets op, want het probleem dat we zelf hebben schuiven we door naar de anderen waarop we onze boosheid willen botvieren, en de anderen weet eigenlijk niet goed waarover het gaat: heel frustrerend dus.
Als er dus iemand boos is, is het beter om die boosheid uit de weg te gaan, te laten overwaaien en zeker niet te absorveren en er een reden voor te bedenken. We kunnen nl niet in het hoofd van anderen kruipen om te onderzoeken wat juist het achterliggend probleem is voor de boosheid.
Veel noemen dat egoisme,en zien er een negatieve energie in. Ik niet endat is nu een van de dingen die ik dit jaar geleerd heb. Wat wij egoisme noemen is eigenlijk een positief gegeven. We moeten zelf leven, met onze eigen ego.
Wat we doen als we boos zijn, triestig of slechtgezind, is, het probleem dat onze ego heeft en dat niets met onze emoties of ons hart te maken heeft, naar boven halen. Dadelijk springt onze ego recht en moet dan toegeven dat het niet perfect is, een heel zware beslissing voor hem. Om die perfectie toch te behouden, is de enige uitweg de schuld op iemand anders schuiven. Als iemand anders boos is, krijgen we alleen maar hun ego te zien, een ego die gekwetst is door zichzelf omdat hij niet perfect is in zijn eigen ogen. De anderen, de ondergaanders van die boosheid, kunnen daar niets tegenover stellen, niet temperen of niet begrijpen. De boze weet ook wel in zijn binnenste dat de fout bij zichzelf ligt, in ons onderbewustzijn weten we dat echt wel, en daarom is elk wederwoord of elke reactie van een ander olie op het vuur.
Kortweg: iedereen is zelf verantwoordelijk voor zijn eigen ego, niemand anders kan ook maar raken aan de ego van een ander. Het enigste wat we wel kunnen doen is naar onze eigen ego kijken en die proberen te begrijpen. Als we onze eigen ego zelf onder ogen kunnen zien, kunnen we ook ingrijpen als die de overhand neemt in boosheid of verdriet. Want onze ego reageert altijd verkeerd, dat is nuhet eeuwige probleem van onszelf. Wat ons leven ons wil leren is dat we moeten leven met ons eigen ego, ego-istisch proberen om voor ons zelf uit te maken wat belangrijk is en wat we willen en hoe wij iets voelen. Al wat wij voelen heeft ook enkel maar met onszelf te maken, elke emotie die we hebben is van onszelf, niemand anders rondom ons kan en heeft er iets over te zeggen of mee te maken. Heel moeilijk te begrijpen, maar het is wel zo. Die gevoelens en gedachten observeren en er mee leren leven, met ons zelf, op een egoistische manier, zoals veel zullen zeggen met een negatieve bijklank, "op een egoistische manier" zoals ik zeg met een positieve klank, is eigenlijk ons doel in ons leven.
De enigste die een ego, die "onszelf", kan veranderen of manipuleren is "onszelf". Wij kunnen onmogelijk de ego van iemand anders veranderen, dat brengt alleen maar schade met zich mee. Die ego van de andere zal zich met alle macht verzetten en wij begrijpen er niets van. Daardoor ontstaat er ook zoveel ruzie en boosheid, we willen altijd iets doen voor de andere, zonder dat we eerst zelf egoistisch genoeg geleefd hebben om ons zelf te begrijpen. Hoe kunnen we dan een ander begrijpen? Hoe vaak gebeurt het niet dat we bij onszelf denken: ik deed voor goed te doen en zie nu Dat werkt dus niet dat "goed doen voor anderen". Het enigste dat wel helpt en ook na een tijdje goed doet voor anderen, is goed doen voor jezelf. Als je eerlijk bent met jezelf, als je eerlijk weet wat je zelf wil, kom je ook evenwichtiger over bij anderen en weten ook anderen wat ze aan je hebben. Dat is de eerste verbetering dat je merkt als je in die zin leeft. Veel conflicten worden daardoor ook opgelost voor het conflicten worden, met jezelf en met anderen.
Dat is wat ik dit jaar geleerd heb en een plaats in mijn leven heb gegeven. En je zal zien dat dat heel egoistisch is, maar het doet zo'n deugd dat eigenlijk na een tijdje, als je er goed in bent, de mensen om je heen die je graag zien, heel goed kunnen apprecieren en de rest (hier zeggen ze) " de rest is voor Ernest "
Je loopt in een prachtig landschap, een mooi pad slingert zich als een schitterend lint tussen een kleurrijk herfstbos en een mooie groene vallei. Je loopt op het pad en ziet een beetje verder een bordje staan, met daarop in gouden letters:
op dit pad ligt om de 130 passen een steen, hiertussen zul je een diamant vinden
Je kijkt een beetje rond en ziet in de vallei de konijnen en hazen rond hun hol spelen. Je ziet een eekhoorntje over het pad razen en in een boom springen. Het klautert schattig naar boven op zoek naar nootjes. Je kijkt voor je op het pad en ziet de eerste steen liggen. Je raapt hem op en bekijkt hem, een gewone steen, mooi wit, maar verder niets dat lijkt op een diamant. Je begint te stappen, je telt elke stap. 130 passen verder zie je weer een steen. Je raapt hem op, geen diamant. Haastig stap en tel je verder, je passen goed afmetend, dat je zeker niet te grote of te kleine passen neemt om geen steen over te slaan, volgende steen, weer niet. Het landschap verandert, de vallei glooit over in een prachtig zonnebloemenveld. Ze staan statig rechtop met hun bloemblaadjes naar de zon, een zon die je huid gezellig prikkelt, maar jij telt, 1,2,3,4, 130, je gooit de steen die weer geen diamant is, het bloemenveld in. 1,2,3, het landschap verandert weer, de kleurschakeringen zijn pastelprachtig. 129,130 weer niets, verder en verder, haastig stap je door, reikhalzend kijk je of je de volgende steen al ziet liggen en of hij schittert niets, en niets en..een paar kilometer verder, terwijl je naarstig naar je voetstappen kijkt en telt, bots je plots op een grote rotsblok die op de weg ligt. Je loopt er vlak met je hoofd tegen. Je wrijft verveeld op de pijnlijke buil op je voorhoofd en kijkt nors naar de muur die voor je staat, in het midden hangt een bordje. Met gouden letters staat erop geschreven: En? Heb je de diamant gevonden? Heb je de mooie zonnebloemen gezien, heb je het schitterend rozenveld gezien? Heb je de vuurrode berk gezien? Heb je het hertje gezien tussen de bomen, het was niet bang van je, eerder nieuwsgierig en daarom kwam het zo dicht, je kon zo mooi zijn goudbruine vacht bekijken in de mooie herfstzon. Heb je de zon op je huid gevoeld? Heb je de streling van de wind langs je wang gehoord? Heb je de intens blauwe aromatische lavendel gesmaakt? Nee? Dan heb je waarschijnlijk ook de diamant niet gevonden dat al deze pracht in je hart wou achterlaten.... Spijtig, opnieuw kan je niet beginnen, sorry, wegens werkzaamheden is de terugweg opgebroken. Je kan wel je weg verder zetten en misschien in de toekomst opnieuw proberen om de diamant te vinden die op de volgende weg ligt.
Je loopt teleurgesteld langs de rotsblok heen en zet de weg van je toekomst verder .
Je kijkt voor je, je ziet en weg, een slingerpadje door een prachtig landschap, net zoals voorheen. Je neemt jezelf voor dat je nu wel om je heen zal kijken. Je zal de eekhoorn zoeken, de konijntjes in het gras, de bloemen langs de kant van de weg. Je blik is al gericht op elke verte, tot aan de einder zijn je ogen op zoek naar de schittering van een diamant. Wanneer je een stap wil zetten,loop je weer prompt met je hoofd tegen iets op. De botsing komt hard aan, weerom wrijf je over de tweede bult op je voorhoofd, nog bozer dan voordien. Opzij op de spiegel waartegen je gebotst bent, hangt een bordje, met gouden letters staat erop geschreven:
Je toekomst is een weerspiegeling van je verleden als je leeft van het verleden in je toekomst.
De enige manier om dit te doorbreken is leven tussen de rotsblok en de spiegel in, en die plaats heet: NU. De enigste plaats waar jij je diamant kan slijpen.
Sri Sri Ravi Shankar gaf vorige week een intervieuw, op de vraag van de journalist of hij hoop had naar de toekomst toe voor ons en voor de aarde, lachte hij heel vriendelijk, zweeg een tijdje, zijn ogen twinkelde van vreugde en vrolijk. Hij zei:
"Er bestaat geen hoop in NU, NU is, en dat is altijd fijn."
Zeg me hoe je supermarkt is en ik zeg je hoe je maatschappij eruit ziet....of gewoon vrouwepraat
Ik was duidelijk in een stemming om U tegen te zeggen, een dag om eigenlijk niet uit bed te komen maar dat was al te laat. Ik zat al aan de ontbijtafel.Een dag om zeker niet buiten te komen maar dan zou ik me ergeren aan alles binnenshuis en ik erger me liever aan de dingen buitensshuis dus ging ik maar naar de supermarkt niettegenstaande ik niets nodig had, zoek daar zeker geen logica achter want dat is vrouwelijke filosofie.
t Was maar om de dag te doden die ik begonnen was in een rothumeur of mood de mierda zoals Marce dat zo plastisch kanomschrijven.Meestal ga ik dan naar de afdeling droogdinges, of te wel afdeling van zeep-handdoekjes-tafellakens en zo meer, om te kijken of er iets tussen ligt dat mijn dag kan kleuren.Toen ik tussen deze rayons liep, kreeg ik de indruk dat die helemaal anders gevuld zijn dan in belgie. En ik vroeg meaf wat er zo anders was ?
Ik begon dus een onderzoek en startte met te kijken wat er zoal lag en hoe het er bijlag.
Wel allemaal heel geordend en netjes, bij de handdoekjes kon ik niets naar mijn gading vinden, de fletse kleuren van roos, paars, belebberde bloemekes konden me echt niet bekoren, ook de tafelkleedjes met al hun mogelijke karookes konden mij niet opfleuren, wat een ouderwetse fletse boel. Ik naderde de stand van de shampoos en dit leek me al beter, een hele rayon vol wel125 verschillende shampoos met nog meer verschillende kleurtjes, diversiteit aan kruiden en chemische rommel om zelf kaalhoofdigen te wassen als je het mij vraagt. Naast de shampoos een hele resem haarlotions, haarbalsems, cremes , verzachters, ontkrullers, krullers, voor blinkend haar , voor dof haar, om sluik en weet-ik-nog-niet-wat voor haar. De dames op de flessen toonden hun haartooi met zoveel elegantie, net van de kapper maar volgens hun kleding net van onder de douche....iets klopte er niet. Na dat gewas en gespoel is het natuurlijk voor een dame nog niet gedaan. Volgende stap: de haarlak, in alle mogelijke merken, van uiterst strong tot zijdezacht, in sprays, aerosols en vloeibaar, van gel tot brilcreme, heel het gamma uitgespreid over bijna twee rayons.
Als een dame dan haar haar gewassen heeft, kan ze aan de rest beginnen lijkt het wel, want de volgende rayon toont mij al de mogelijke zeepjes in kleurtjes geurtjes van chemische poespas tot het hele gamma van kruiden en bloemen.Dit leek me al intressanter want ik was op zoek naar een heel gezond fris zuur zeepje dat mijn tere belgische voddehuid een beetje in conditie kan houden, ik liet de hele alkalische rimram links liggen op zoek naar een puur zuur zeepje. Aan het einde van de rayon had ik nog steeds mijn gegeerd zeepje niet gevonden, wel duidelijk 1000 anderen in alle mogelijke welriekende vormen behalve in een gezonde om mijn tere geliefde huidflora te beschermen. Net toen ik de moed begon te verliezen en de stemming waarmee ik de dag begonnen was, terugkeerde, vond ik onderaan, een voor mijn slechte rug bijna onmogelijk plaatsje, een zuur zeepje maar aan de reuk te ruiken had het een reden om helemaal onderaan te liggen, waar ik het dus ook weer teruglegde, niettegenstaande mijn slechte rug. Juist als ik iets gevonden dat ik misschien zou kunnen kopen in dit megagamma van vrouwelijk verwennerij, gooit het geurtje roet in het eten. Mijn huid is me dierbaar, maar een gezonde mens wil toch wel wat meer dan witteschapenwollensokken, deze periode ben ik wel ontgroeid.
Na de rayon van de zeepjes kwam ik in het rijk van de ontharingsprodukten terecht.Zelfs na 15 jaar ervaring in een apotheek wist ik nog niet dat er zo een verscheidenheid aan ontharingsprodukten bestonden, laat staan dat ik wist dat er vraag naar was, naar die diversiteit.Ik keek ze vluchtig allemaal na van cremes tot pastas, van schuim tot lotions, van chemische mix over kruidenaftreksels tot hypoallergische poespas.In potjes, tubes, flesjes, spuitbusjes en aerosols, allemaal voor zachte satijn verleidelijke benen.Na de cremekes en andere smeerbare hulpmiddelen kwamen de mesjes aan de beurt, vrouwelijke scheermesjes in meer vormen van zachtheid en tederheid dan ik ooit voor mogelijk had gehouden. Beentjes ok?Dan gaan we over naar de rest van de body, het buikje , wat je daar kan aansmeren stalden ze me in de volgende rayon tentoon : cremes , sprays, gel en ander minder gedefinieerd goedje om al het overtollige vet kwijt te geraken dat zich daar vrouwelijk ophoopt, even terug naar de dijen waar we natuurlijk de cellulitis aantreffen en we wederom een hoop aan hulpmiddelen hebben om dit euvel op te lossen, ik weet bij God niet waarom dit mankement nog in de wereld is : handschoenen in alle mogelijk maten en diktes, massagedoosjes met en zonder zeep, tubes, potjes, flesjeswederomgevuld met heilzame chemische geheimpjes over kruidenmiddeltjes tot nutteloze lotiontjes toe. Of het veel uithaalt dat gesmeer en gewroet van het vrouwelijke ras zo vroeg in de morgen in alle rush naar werk toe of tussen de soep en de patatten of even vlug tussen de luiers door, mijn vrouwelijke intuitie zegt van niet, maar wie ben ik als ik hier het resultaat zie van al dat marktonderzoek naar zedes en gewoontes.
Dijen rond, buikje plat, benen glad, klaar om de sprong naar het gelaat te maken. De make-upstand staat te schitteren in al zijn kleurenpracht en stuurt een palet van schoonheid de supermarkt rond.
Waaw als je na een bezoek aan deze rayon nog niet als een diva over straat loopt weet ik het ook niet meer, ik ben er nooit in geslaagd, maar als ik zo eens om me heen kijk, zijn er toch wel een paar die hier en daar iets hebben kunnen goedmaken met een potloodje, borsteltje ofpoederdoos. Kleur je snoet en je dag, misschien was het dat wat me ontbrak, deze morgen....
Nu we toch aan de kleurtjes toezijn mogen we natuurlijk ook de haarkleur niet vergeten. Zouden er nog vrouwen zijn met hun oorspronkelijke kleur? Blondjes willen graag iets blonder zijn, bruintjes eisen een kastanjegoudglans, zwartjes zien het zwart op wit niet zo goed zitten. Grijs wordt kleur en kleur wordt grijs, naargelang de smaak en de gemoedstoestand van het vrouwelijk ras. Aan deze veeleisende karaktertrek wordt vollop tegemoet gekomen in deze rayon, waar het gamma eindeloos en kleurrijk staat te blinken. Een heel herfstbos kunnen ze er mee kleuren, alle tinten zwart, bruin, rood tot geel groen en blauw, tja ieder haartje heeft zijn gaartje.
Toen ik schuddebollend naar het gamma kleurtjes stond te kijken,begon ik mij lichtelijk af te vragen wat dit eigenlijk allemaal betekende voor de vrouw die hier elke dag haar gading moet vinden, die die ook waarschijnlijk wel vindt (tzou maar erg zijn) en die dit dan ook nog allemaal gebruikt, voor wie en voor wat -zou een mens zichzelf afvragen.
Ik was bijna aan het einde gekomen en toch miste ik de hele gewone dingen, zoals echte vrouwelijke spulletjes bestemd om haar eigen higiene te verzorgen en om zich goed te voelen voor zichzelf, even niet voor al die andere pottekijkers.Ik zag in een klein rayonneke eindelijk het maandverband liggen, 1,2,3 en ik was uitgekozen. Hier vond ik geen gamma van geurtjes en kleurtjes, anti-allergische extra dunne heerlijk nietsmerkende merken. Hier lag : 1,2,3 en gedaan.
Bij de tampons, sorry heren, maar als je al zo ver gevolgd bent kan dit er ook wel bij, ook bij de tampons geen gekeus van satijnzachte inbrenghulsjes of andere heerlijk verwennend materiaal, nee wederom : 1,2,3 y basta!
Tja tis wel te zien dat hier geen mannen mee gemoeid zijn, dit is typisch vrouwelijk, enkel voor haar persoonlijk genot en dat vraagt dus niet om een resem aan keuzes, wat kan mij mijn benen schelen, mijn zijdezachte haar of mijn wulps gekleurde lippen als ikdeze verzorging moet ontberen ?
Voor wie bestaan dan die glinsterende rayons van voorheen ?Is de doelgroep dan wel de vrouwen, ik begin hier stilaan mijn twijfels te krijgen. Na een vraag aan een verkoopstertje dat tussen de rayonnen dartels of ze een intieme zeep hebben, bekijkt dat mens mij aan met een blik van ....Nee dus. Wederom een frisse intieme verzorging voor het vrouw-zijn alleen enhet is beperkt of zelfs helemaal niet bestaand!
Over mijn mood de mierda gesproken, ik begon licht te stomen. Ontsminkingsdoekjes, hallo nog nooit van gehoord, daar een hoopje watte en als dat te duur is gebruik je wc-papier. Oorstokjes van hout, hier heb je een doosje met plastieken stokjes, zijn ook stokjes en waarom zou je daar nu een keuze in moeten maken. Een haarborstel, zacht in gebruik? Als hij maar borstelt ,een schuurborstel kan je ook nog nemen maar dan is de keuze rond.Het resultaat is het beeld, the image, het eindresultaat, madame, niet of dat nu pijn doet of niet, niet of het de vrouw een comfortabel leventje geeft of niet.
Ik overliep nog even de rayons die ik gezien had, ik bekeek de mensen om me heen. Vrouwen die duidelijk heel deze rayons afliepen en alles gebruikten, steelden inderdaad meer blikken van het mannelijk gezelschap aan de kassa, maar of ze zich wel echt goed voelt in haar vel ? Die blik maakt voor haar misschien wel iets goed, maar onder elk laagje verf zit toch ook de waarheid en bij elke kleine waterval van traantjes, komt die toch weer bovendrijven. En die traantjes zie ik zo voor me, bekijk nu eens een vrouw die dit alles zou moeten gebruiken, je valt gewoon steendood neer van oververmoeidheid. Lopen we even het rijtje eens af :
De verdomde wekker loopt af, manlief vliegt uit het bed om een heerlijk tasje koffie te zetten, de kindertjes lopen gezwind en zingend naar hun eigen badkamer en maken zich klaar om naar school te gaan in alle harmonie en eensgezindheid met zus of broer alnaargelang wie ze tegenkomen in de badkamer. Daarom heeft moeder al de tijd om zich terug te trekken in haar badkamer en aan het ritueel te beginnen, gelukkig is de spiegel nog aangedampt van vaders douche en ziet ze zichzelf niet dadelijk in de spiegel, haar benen heeft ze gisteren als behandeld, die zijn nog even zacht; de dijen behandelt ze wel even met de anticellulitisgel die ze 's morgens moet gebruiken, de nachtcreme spoelde ze af in de douche. Terwijl de ochtendcreme intrekt, kan ze een douche nemen en wrijft ze nog eens even bikkelhard op haar dijen om de gel zijn dubbele werking te geven. Even oppassen dat de douche haar haar niet nat maakt want ook dat is gisteren gewassen, gespoeld, gekleurd en natuurlijk gebrushed met een precisie om U tegen te zeggen, een borstel erdoor en klaar is kees, hehe, ze zucht ervan maar is toch tevreden over het reslutaat, hoewel hier een daar een kleine correctie altijd nodig blijft. Ze plukt vaardig een pluk watte uit de plastiek zak om met een reinigingscreme haar gezicht te reinigen en die verdomde watjes pluchen zo erg dat haar ogen er van irriteren, daimed vlug met een oogwetter in haar ogen spuiten of ze zijn morgen weer zo rood dat ze haar lenzen niet kan gebruiken. Vlug ritst ze de bodymilk uit te kast en geeft haar huid die zachtheid die het verdient, vernevelt in een geur van passie die dan weer voor de aandacht moet zorgen die het verdient....
Verder wordt er hier en daar een anti-rimpelcreme aangebracht voor alle valle voor, preventief nog steeds, houdt ze haar zelf voor, de lak wordt op het haar gespoten, de deodorant overal zo een beetje, de borsten even met een verstevigingspasta en na al dit is de spiegel weer kijkensklaar en ziet ze zichzelf met heel wat betere ogen dan voordien. Over ogen gesproken, de oogzakkenzalf wordt aangebracht met een zacht penseeltje, de kraaiepootjes worden toegedekt met de mantel der liefde, een gelleke ter versteviging, en als dit alles gebeurd is, wordt demake-up kit geopend en als een volleerde leerling van rubensiaanse kunsten begint ze aan haar afwerking, ze gaat heel het pallet af van pastelkleuren tot fel zwart en rood; voor de totale finishing touch even nog alle rimpeltjes plat strijken met een tube die daar speciaal voor dient, maar volgens haar niet erg effectief is. Maar misschien verbeeldt het zich alleen maar...Met een grote zucht verlaat ze de badkamer en hoort dat de kinderen al aan de ontbijttafel zitten, vrolijk bakkeleiend met papa die hen de cornflakes voorschotelt. Ze heeft dus nog even de tijd om haar mantelpakje aan te trekken, zijdezachte nylons over de even zijdezachte benen te trekken en haar schoenen aan te schieten, nadat ze gecontroleerd heeft of de nagellak op haar teennagels nog goed is. Terwijl ze haar nachtkastje voorbijschiet hollend naar beneden, spijt ze nog even een verleidelijk parfumpje op, een nieuw merk dat volgens de kenners je "gewoon vrouw" laat zijn....
Kant en klaar, of toch bijna, komt ze aan in de keuken waar haar tasje koffie klaarstaat en de kinderen net hun brooddoos wegstoppen met de hapjes die papa elke morgen zo lekker kan maken, boke choco. Ze pinkt tegen de jongste en geeft een zoen aan de oudste als ze de deur uithollen om de schoolbus te halen. Ze ziet dat ze nog net 5 minuten heeft om haar nagels te lakken en begint er dan ook dadelijk aan, terwijl ze haar man een zoentje toewerpt omdat dit op het punt staat om door te gaan. Moe valt ze op een stoel aan de keukentafel en ziet dat hij ook al alles in de afwasmachine heeft gezet zodat ze plaats heeft om de disolvent te gebruiken en haar potjes nagelverf uit te stallen zodat ze kan kiezen welke ze zou nemen vandaag. Haar afvragende in welke stemming ze is, mood de mierda, kiest ze er een idem ditto kleurtje bij en kijkt haar dag tegemoet met een rothumeur en vermoeide gedachten maar aan de buitenkant gaan ze dat al niet zien.Gelukkig heeft ze haar regels pas volgende week dus die kunnen de vergadering op het werk al niet verbrodden, toch controleert ze of ze alles bijheeft in haar handtas voor alle valle voor, ze is bij de vooruitziende vrouwen, je kan nooit weten. Als ze op de bus staat te wachten, rijdende in de bus en het stukje traject bus-werk wandelend, wordt ze van alle kanten nagefloten en hoort ze de ene macho opmerking na de andere en haar stemming wordt nog zwarter. Ne mens zou zich afvragen waarom die stomme mannen daar hun tijd in steken, denkt ze, terwijl ze nog even in een handspiegeltje controleert of haar lippenstift nog goed zichtbaar is........
Goo als die vrouw dat allemaal kan doen met door deze rayons te lopen, laat ze dan maar lopen, zou ik zo zeggen, voor mij hoeft het niet.
Leven, liefde Echte liefde ontmoeten in ons leven is leven. Voor mij is het niet zoals zoveel zeggen: neem maar genoegen met de middenmaat. Alles wat we meemaken in het leven zijn lessen waaruit we leren en leren is groeien. Soms zijn we nog niet klaar om echte liefde te ontmoeten. Het is soms beter om af en toe te mislukken. Mislukken is niet slecht, het is niet negatief. Het is juist het punt waar we opnieuw kunnen beginnen. Mensen die verbitterd worden na een mislukking hebben het spel van het leven niet door. Het leven is inderdaad spelen. Het leven serieus nemen is op een drama toelopen. Mispak je niet aan het woord "spel". In elk spel heb je regels en waarden. Het spel blijven spelen, wetende dat je verloren bent, is vals spelen. Je verlies aanvaarden en opnieuw beginnen, dat is volgens de regels spelen. Je moet steeds spelen met de gedachte dat je gaat winnen, in je achterhoofd houdende dat verliezen erbij hoort en waardevol is.
Verliezen is 2, mislukken is winnen. Je mislukkingen aanvaarden is enorm waardevol, het is als winnen. Een spel verliezen kan je op twee manieren: je verlies aanvaarden en eruit leren, je kan ook verliezen en daardoor zo verbeten worden dat je daarna wil winnen, kost wat kost. Die kost is meestal veel te hoog.
Leven heeft niet veel met winnen of verliezen te maken, net zoals een spel. Het is plezant om te spelen, als je met plezier speelt, win je altijd. Leven is verliezen en daardoor winnen. Met plezier leven, dan win je altijd. Het is net zoals zingen. Er zijn niet veel mensen die goed kunnen zingen, dat mag hen niet weerhouden om toch te zingen als ze blij zijn of gelukkig. Zingen is zingen, dat doen we omdat wij dat willen. Alleen professionele zangers zingen voor anderen. Wij zingen gewoon voor onszelf. Dat is net zoals leven. Alleen professionele leven voor anderen, en die professionelen zijn Buddha, Jezus, Hara Krisna, moeder Theresa, Gandhi en al die anderen. Wij leven voor onszelf. En verwar dat niet met egoisme. Egoisme is een term die ons wordt opgelegd van buiten af. Het is een spelregel die de maatschappij ons oplegt, niet het leven. Leven is egoistisch spelen en genieten voor onszelf. Wat vertelt ze nu allemaal hoor ik je denken. Das niks. Denk maar gerust J.
Elke dag opnieuw de dagelijkse dingen confronteren op het moment dat ze zich stellen is leven, lachen op het moment dat je een lach voelt is leven, genieten van het moment nu omdat jij daar zin in hebt, is leven. Het is niet dubben of bekvechten voor wat er in het verleden of in de toekomst "zou kunnen msschien" passeren. Nee, leven is NU. En leven is JIJ. Je kan ook niet leven voor anderen, dat heeft geen zin. De anderen moeten hun eigen leven leiden, of lijden, zoals velen te vaak doen, maar dat is dan hun probleem en niet het jouwe. Iedereen heeft een keuze in het leven, die keuze houdt in dat je kiest voor jezelf, voor anderen kan je niet kiezen, daar zijn we te onwetend voor. Wij weten niet wat goed is voor anderen, we weten het vaak nog niet eens voor onszelf.
Er is een verschil tussen leven en maatschappij.Leven is JIJ. Leven doe je voor JEZELF niet voor anderen. Leven in een maatschappij is leven voor anderen, is de kudde volgen. Dat hou je misschien een tijdje vol, maar dat heeft geen zin: de maatschappij doet toch haar eigen zin, de maatschappij leeft voor de maatschappij niet voor jou. Dat is juist het verschil.
Na al wat ik ervaren en gelezen hebt, weet ik dat leven NU is. Op het moment dat je bent, aandacht hebben, zien wat er rondom je gebeurt, waar je mee bezig bent, genieten en jezelf verliezen in het moment dat je NU iets aan het doen bent. Als je iets doet, al is het afwassen, en je staat terwijl te duppen over wat er gebeurd is of kan zou kunnen gebeuren, verlies je het plezier van de afwas J als je afwast met aandacht voor de afwas, het plezier om iets proper te krijgen, dan gebeurt er iets met je: je krijgt er echt plezier in. Probeer maar eens, elke dag opnieuw. En als je geen zin hebt in de afwas, laat je hem gewoon staan, daar vergaat de wereld niet van. Misschien wel de maatschappij, maar dat doet er niet toe.
Je kent de fabel wel van Lafontaine: de krekel en de mier. De krekel zingt heel de zomer, viert feest en de mier werkt en werkt. Als het winter wordt, heeft de krekel het koud en geen eten, ze klopt op de deur van de mier, die er warmpjes inzit. Zij leest de krekel de les, maar laat haar niet binnen. Het moraal? Ja die verschilt van standpunt: als je het vanuit de maatschappij bekijkt: de mier heeft gelijk, de mier IS de maatschappij. Als je het vanuit het leven bekijkt: de krekel heeft gelijk, de krekel is LEVEN.
Allemaal goed en wel, maar daar eet je niet van J Inderdaad. Of : no way...
Jezus zegt: wees zoals deze kinderen en het paradijs zal voor je opengaan. Jezus zegt ook: God geeft de vogels pluimen tegen de kou, eten als ze honger hebben, regen als ze dorst hebben. Dat is een heel andere fabel. Ik heb geleerd dat Jezus iets beter op de hoogte is van het leven, dan Lafontaine. Of je nu in hem gelooft of niet, dat speelt geen rol. Het zijn de woorden die kracht hebben, niet of hij er is of niet in jou ogen, daar stoort Jezus zich helemaal niet aan.
Sparen-werken-plichten-verantwoordelijk zijn-lijden-afzien, dat is leven, zegt lafontaine, ik zeg: dat is leven in de maatschappij. Dat is heel iets anders.
Jezus zegt: speel, wees vrolijk, doe de dingen die je graag doet, geniet, en wees er eerlijk in, net zoals deze kinderen en het leven (God) zal je alles geven wat je nodig hebt. Dat is eigenlijk waar het om draait. Natuurlijk heb je een keuze: leven in de maatschappij en min of meer overleven tot je niet meer kan. Je kan ook leven een beetje aan de rand van de maatschappij en leven te over hebben. Dat is iets anders dan overleven. Onze maatschappij en al diegene die er baat bij hebben om die draaiende te houden, houden van het woordje: lijden, lijden is een waardevol gegeven in ons dagelijks leven. Hoe meer we lijden hoe beter we maatschappijmensen zijn. Daarom is het fenomeen om slachtoffertje te spelen zo ingeburgerd. Het geeft iedereen om ons heen de schuld en wij lijden, dus zijn we goed bezig. Ik zeg juist: hoe meer we LEIDEN (ons eigen leven) hoe meer plezier we hebben. En hoe beter we al spelend leven. Ik weet dat dit heel moeilijk is om te vertalen naar ons gewone leven. Je moet het eerst geloven voor je er verder in kan gaan. Ons eigen leven LEIDEN is verantwoordelijkheid opnemen voor onszelf en dat is de zin van het leven. Dit wordt vaak vertaald door de maatschappijmensen als egoistisch leven, dat is hetzelfde als appelen voor citroenen verkopen. Het leven leiden zoals jij dat wil draait op het einde uit op een eerlijk leven vol liefde naar anderen toe. Het is de dualiteit die het leven zijn zin geeft, het jing en jang: voor jezelf leven en daardoor voor anderen leven. Niet omgekeerd, omgekeerd is onmogelijk. Jing en jang draaien in een welgestelde richting, je kan ze niet omgekeerd laten draaien.
Je kan de krekel en de mier ook anders bezien: je kan mier spelen, omdat je dat leuk vindt, je werkt en verdient geld, tof, kan ik vanalles kopen. Dat is een volwaardige en juiste keuze. Maar geniet er dan ook van. De mier in het fabeltje is een gefrustreerde mier, op het einde zit ze warm in haar huisje met veel eten, maar alleen. Zij heeft in de ogen van de maatschappij voor anderen geleefd: gewerkt en afgezien, maar op het einde wordt ze geconfronteerd met "alleen-zijn". De krekel maakt de keuze in het leven om te zingen, te dansen, zichzelf amuseren met haar vreugde en hierdoor aanstekelijk vrolijk te zijn voor anderen. Een volwaardige en juiste keuze. . Als de mier en de krekel elkaar in de winter tegenkomen kan de mier zeggen: he komaan, kom binnen en zing wat voor mij, terwijl ik voor ons beide kook. Een vrolijke noot in je leven is ook een vrolijke noot voor al de toehoorders die willen luisteren, weer eigen keuze.
Eerlijkheid en liefde.
Weet je, deze twee woorden zijn zo eenvoudig en worden zovaak verkracht door onze denkwijze: eerlijk en liefde. Weet je dat deze woorden voor ons, maatschappijmensen, geen zin hebben? Wat is eerlijk zijn? Zeggen waar het opaan komt. Waar komt het op aan? Weet jij dat? Weet je buur dat? Nee, hoe kunnen we dan eerlijk zijn? Menselijke eerlijkheid bestaat niet, we kunnen het proberen te benaderen, maar benadering is niet hetzelfde als er juist op zitten. (hier kost de bus 80 cent, als ik 79 cent heb, benader ik de 80 cent, maar ik moet nog altijd te voet verder)
Liefde..wat is liefde. Menselijke liefde bestaat haast niet. Wat weten mensen over liefde: geven en nemen, je zelf opofferen voor een ander, je zelf wegcijferen voor een ander Wat weten wij over "geven"? En als we niet kunnen geven of niet weten wat het is, wat weten we dan over "nemen"?
Geven - Nemen = aanvaarden. Een heel moeilijk begrip dat aanvaarden. Aan onszelf geven wat we willen nemen is onszelf aanvaarden. En voor we dat doen, moeten we eerst ons eigen leven leiden, egoistisch aan onszelf geven wat we graag willen nemen, en we kunnen enkel nemen als we eerst aan onszelf iets hebben gegeven. Opofferen een maatschappelijk begrip, dat niets met liefde te maken heeft. Het refereert naar lijden en dat is iets wat het leven juist niet is. Onszelf wegcijferen, daar zijn we al iets dichter bij de waarheid. Maar we hebben langs geen kanten door wat dat inhoudt. Onszelf wegcijferen is juist het meest onmaatschappelijke wat we kunnen inbeelden: dat wil zeggen: onze ego doden en onszelf zijn. Onze gedachten stoppen en leven zoals we aanvoelen hoe we willen leven. Ego is een maatschappelijk begrip: het is gevormd in onszelf uit de spiegel die anderen in onze samenleving ons voorhouden. Onze ego is wat anderen willen wat we zijn, dat moeten we dus wegcijferen en dan kunnen we ontdekken wat liefde is.
Op het moment dat het slecht gaat, aanvaard het, leer eruit, probeer opnieuw, hoe moeilijk dat ook is: geniet ook van dat moment. Als je deze slechte momenten aanvaardt, wil dat zeggen dat je aanvaardt hoe jij bent en hoe de andere is. Als dat niet strookt met hoe jij het spel wil spelen, doe je het bord "mens erger je niet" dicht en begin je opnieuw. Probeer niet te denken, liefde is vooral NIET DENKEN. Liefde is aanvaarden. Liefde is jezelf zijn en aan jezelf geven wat je wil nemen. Dan pas kan je aan anderen aanbieden wat je zelf hebt.
Dwalen in een stad is als een reis rond de wereld. De massa slorpt me op, elke buur op het voetpad spreekt zijn eigen taal, ik kijk en observeer en blijf onzichtbaar op de zijlijn staan. Auto's zoeven om me heen, koppeltjes en mama's met kinderen parreren me op de stoep. Muziek weerklinkt uit de koptelefoons van voorbijgangers, uit de trekzak van een verloren gelopen artiest op de hoek van de straat. De scharenslijper fluit scherp bot vangend op het lemmet. Een terrasje lonkt.
De zon brandt. De wind huist elders. De parels op de pint op een tafeltje voor me weerspiegelen zweetdruppels op een zomerse huid. Zitten en genieten, bruinen, ogen sluiten. De nerveuze massa schuift voorbij. Het leven gaat verder, elders. Het mijne staat stil in een oeverloze spiegelende rivier, uitnodigend lonkend naar elke goede zwemmer. De ober brengt mijn natje en een hete trilling trekt door me heen. Koffie, heerlijk zwart, bitter en zoet tegelijk. Een buur leest de krant, slecht nieuws, kijk liever om je heen. Lachende vriendinnen tetteren over onbenulligheden, heerlijk. Waarschijnlijk goed nieuws. Een koppeltje staat lieflijk in elkaars ogen te kijken te dromen van een leven, een leven samen eindigend in oud worden, hoop. Spelende kinderen met scherpe stemmetjes sprokkelen een droom samen. Het terras is even mijn wereld. Bomen die me geschiedenis vertellen. Een plein dat leeft ergens verdwenen op een stadsplan.
"Ik zal je eens mijn waarheid vertellen, en het is beter dat je nu aandachtig luistert, nee je krijgt er geen woord tussen " verhit gaat ze verder. Hij luistert schijnbaar. Ik hoor hem zijn strategie uitdenken. Ze is mooi, je zou voor minder stratego spelen. De verscholen bommen huizen in haar woorden, hij flirt er gokkend doorheen op zoek naar de admiraal. De waarheid vertellen is een uitdaging. Voor mij te breekbaar. Je kan beter een paar sluiers ophangen, die sierlijk in de wind van je relatie dwarrelen. Gedrappeerde zijde tussen de zweem van waarheid en verborgen talenten.
Ze is wel eerlijk, ze zei: "mijn waarheid". Raar dat een frivole dame deze wijsheid hanteert. Waarschijnlijk is het daarom dat hij haar de moeite waard vindt. Zij is de waarde in zijn heit . Hij is de moeder in haar porseleinenkast. Slurpend aan mijn koffietje zie ik dat ze verder gaat, ze is niet te stoppen. Hij denkt, mijmert, waarschijnlijk over de laatste nacht samen. De tango van gisteren. Hun latijnse lust sluipt tussen hun ogen in. Ze geeft toe, glimlacht gewonnen. Hij overhandigt haar in een handkus haar trofee.
De waarheid zegeviert weer niet, hij ligt al lang vergeten op de keien van het plein. Wie geeft er ook om. Het zijn de woorden van ons lichaam die voor ons spreken, welke taal we ook brabbelen. De zweem in zijn ogen, de slinkse blik naar het kortgerokte serveusje breekt weer even de leugen. Hij is terug zichzelf en zij heeft dat juist gemist, haar trofee pronkend bekijkend. De waarheid vertellen is een kunst, een kunstgreep. Het is beter dat we ze achterhalen en stilletjes voor onszelf houden, daar schuilt juist haar kracht in. Een uitgesproken waarheid is breekbaar, fragiel voor elke misbruiker. Stille waarheid is als informatie, als kennis. En zoals men zegt: kennis is macht en stilte is kracht.
Maak van je hart een steen. Wat wil het volgens mij zeggen: het tegenovergestelde van van je hart een spons maken. Wat doet een spons? Je gooit ze in een emmer water en ze verzadigt zich met water tot het maximum. Dat zal je hart ook doen met de woorden die men naar je werpt, het hart zal die woorden zo opslorpen dat je er verzadigd van wordt. Dit is wat je je hele leven gedaan hebt. Je kunt de spons (je hart) ook uitwringen en leeg maken. Als je dit kunt doen verdwijnen alle ideeen die je in de loop der jaren hebt vergaard. Dan laat je al je geloftes vallen. Maar hoe zit het nu met die steen vraag je je af. Wat gebeurt er als je een steen tegen een steen gooit? Die ketst terug, de steen slorpt de steen niet op. Nu aanzie de grote steen als je hart en de kleine steen als het woord. Het woord (de kleine steen) wordt naar het hart (de grote steen) gegooid en ketst terug. Het hart doet niks met het woord, het creeert geen denkbeelden op die manier en wordt ook niet gevoed met het woord. "Hoe zit het dan met gevoelens" hoor ik je denken. Gevoelens zijn toch niets anders dan het natuurlijke, ja toch. Voel eens aan een steen als het koud is dan voelt het koud aan, warm als het warm is, nat bij regen en droog bij zon. De steen vangt het natuurlijke wel op zonder enige vorm van denken. Dus het egoistisch beeld bij het gezegde "van je hart een steen maken" zit er volkomen naast. Als we nu maar eens een steen konden zijn dan waren we al verlicht.
Lang geleden in een ander leven, heb ik België verlaten. Ik trok naar Argentinië en liet alles van mijn vorige leven achter me. Ik begon opnieuw. Dit deed ik met vallen en opstaan, om nu te zeggen dat ik volledig rechtopsta. Dit proces ging niet vanzelf, er zijn herinneringen die aan je blijven kleven. Herinneringen die aan materiele dingen kleven. Hier een stukje uit mijn dagboek van een paar jaar geleden:
Van de ene op de andere dag beroofd te zijn van al je dagelijkse voorwerpen is net of je iets geamputeerd hebt.Toen ik langzaam uit mijn verdoving ontwaakte, begon ik terug de draad van mijn leven op te nemen.Ik begon ook gewone dagdagelijkse dingen te missen.Ik stond soms als een verdwaalde te zoeken achter een kast waar dit of dat in lag, de kast was er niet en al de voorwerpen die er altijd in geborgen lagen waren ook buiten mijn bereik.
Op een namiddag stond ik als een verwaarloosde kat te janken in het midden van de keuken omdat ik zin had om een heerlijk tasje koffie uit mijn alesie tasje dat mijn zus mij eens gegeven had.Wat later was het stralend weer en wou ik dolgraag mijnblauwe T-shirt dragen diezo comfortabel was in de zomer.Als een gek doorzocht ik mijn twee plastieken zakjes die ik mee had genomen van thuis en die mijn hele hebben en houden herbergden, maar geen blauwe tshirt te vinden.Ik zocht soms radeloos naar mijn handige mooie bic waar ik heel der dagen mee geschreven had, radeloos in de lucht en om me heen graaiend want ik wist waar ik hem gelaten had maar ik was niet meer thuis.Mijn basketters waar ik bijna 3 jaar mee gelopenhad en die me als gegoten zaten waren onbereikbaar voor mij.
Als ik mijn ogen sloot kwam heel de living waar ik meer dan 20 jaar in had vertoefd me voor de geest en verdween dadelijk weer in de vlammen van mijn herinneringen.
Niet dat het me dagelijks bezighoudt. Ik hou er ook van om gewoon opnieuw te beginnen.Een nieuw nestje te bouwen samen met mijn nieuwe levensgezel, maar soms is het alsof ik gewoon maar iets nodig heb en het daar is omdat het daar al die jaren geweest is en ik met een schok tot het besef kom dat het weg is.Net zoals een amputatie moet voelen denk ik.
Dan denk ik weer : wat zijn materiele dingen, waarom houden we eraan vast en betekenen ze dan zoveel in ons leven ?
Op een avond van onze internationale bijeenkomsten hier in Buenos Aires, sprak ik met een russisch meisje, Katie.Ik vroeg hoe het met haar was.
Zij is hier alleen, is 22 jaar en werkt als lerares Engels in een school voor een horde 10 jarigen.Haar familie is verdeeld over Belarusia, zeg nooit wit-rusland want dan stijgert ze, en Canada. Zij krijgt geen visa om haar familie te bezoeken in Canada en dat stemt haar vaak triest.Ik bewonder haar moed om het alleen te wagen in een land zo ver weg van haar cultuur en haar roots, afgesneden van haar zus, moeder en haar beste vriendin.
-Geweldig !- was haar antwoord- Ik heb een tafel ! zei ze haast zingend met een twinkeling in haar ogen alsof ze een nieuw vriendje had.
Mijn spaans is wel beter maar soms twijfel ik nog of ik alles wel goed begrijp zoals het bedoeld is.
-een tafel ? -was dan ook mijn twijfelend antwoord op zoek naar bevestiging of ik het goed begrepen had.
-Yep een tafel, una mesa!
In een flits begreep ik wat ze ermee wou bedoelen. Ze kwam hier in Argentinie toe net zoals ik met niets. Een paar kleren, een droom en een hoop aan wensen.Na twee jaar hard werken en zuinig leven heeft ze nu een klein appartementje kunnen huren zodat ze het marginale hotel kon verlaten waar ze een kamer deelde en heeft ze eindelijk haar meubilair van matras en twee stoelen kunnen uitbreiden met een tafel.
-ik ben bijna heel de week niet buiten geweest, dadelijk na het werk haastte ik mij huiswaarts.Heel der dagen zat ik aan mijn tafel lessen voor te bereiden, brieven te schrijven, te eten of gewoon te genieten.Elke morgen spring ik uit mij bed om aan de tafel mijn koffie te kunnen nuttigen.Als ik naar de keuken moet of zelfsnaar het toilet streel ik even de tafel en hou ze liefdevol in het oog tot ik de kamer uit ben. Haaa wie moet er nu nog een vrijer hebben als je zo tevreden kan zijn met een tafel!
Ik begreep haar heel goed.We nemen te vaak alles aan als vanzelfsprekend in de normale westerse consumptiemaatschappij. Steeds moeten we hoger en hoger grijpen om ons weer tevreden te kunnen voelen naargelang de goederen zich ophopen rondom ons.Maar is het niet zalig om zo gelukkig te kunnen zijn met elke aankoop van meubilair of ander goed omdat dat onze opoffering vertegenwoordigd , onze onafhankelijkheid symboliseert en onze vrijheid inkleurt.
Een gewone tafel wordt het symbool van onze droom : ik heb het gehaald! Ik kan het en het leven is mooi als je van een mooie tafel kan eten.Heerlijk gewoon.
-ik voel me zo immens rijk- zei Katie en trakteerde me een biertje.
Vorige week, nu 4 jaar geleden na dit voorval, heb ik ze terug ontmoet. Ze woont achter de hoek en is een maand geleden getrouwd. Ze ziet er nog altijd stralend gelukkig uit. Het voorval met de tafel was ze nog niet vergeten, maar ze schrok dat ik het nog wist.
De dualiteit in ons is als een parasiet. Hij leeft in ons, met ons, over ons. Hij is moeilijk te herkennen en zeker te elimineren. Het is alsof hij onszelf is, of we onszelf zouden elimineren als we hem opzij zetten. Het is en blijft een moeilijke opgave, maar daarom niet minder mooi.Als we onze dualiteit kunnen uitschakelen horen we volgens mij bijna in het lijstje van de verlichte personen, een korte lijst.
Ik heb al vaak ondervonden dat ik als waterman-vrouw een aangeboren talent heb om deze parasiet in mezelf te herkennen. Het is een geschenkje van mijn karma, waarvoor ik heel dankbaar ben. Dat wil niet zeggen dat ik mij niet schuldig maak aan dualiteit, verre van. Ik herken het wel. Als de dualiteit op een laag pitje staat, voel ik gemakkelijker de dingen aan. Het gevoel dat in me opborrelt, zonder dat ik weet waar het vandaan komt, is intuitie. Aanvoelen wat is, zonder echt te weten waarom. De parasiet wil steeds triomferen, hij gaat dadelijk de strijd aan met onze intuitie. Als we naar hem luisteren, zijn we weer dadelijk vertrokken: een dialoog zonder einde. Een kip zonder kop, een mens zonder hart...
"verlaat je gedachte die alleen in proza kan denken
neig naar je gedachte die je poëzie toefluistert
laat je talent om conclusies te trekken achterwege
vraag en antwoord spelen als vraag en aanbod
je hart te pletter
leef zoals in melodiën, neuriende voetstappen
teksten poetisch gedrukt in het voelen
ga over van intellect naar intuitie
ga van je verstand over naar je hart
pas dan zal je dichter bij de mysteries komen"
Osho
Uitkomen bij je intuitie is uitkomen bij je eigen poëzie. Het is net zoals je een ui pelt: schel per schel je ontdoen van je automatismen, van je denken, van je programmatie. Schel per schel naast je neerleggen tot je vanzelf uitkomt waar je begonnen bent: bij de kern, bij jezelf.
Leven is eenvoud, eenvoudig. Houden van is simpel, het is. Een moeder heeft geen uitleg waarom zij die pasgeboren snuiter zo lief heeft. Ze voelt liefde, ze is liefde. Het leven en al de aspecten rondom dat aardse bestaan zijn zo simpel, de eenvoud zelve. Juist daarom dat we ze ingewikkeld maken. We falen te vaak in ons leven, in onze liefde, onze vriendschap. Als we dan ook nog eens weten dat het zo eenvoudig is, ligt het falen nog zwaarder op onze maag. Het moet dus wel heel moeilijk en ingewikkeld zijn. Falen is dan normaal Iedereen faalt, moeilijke dingen zijn alleen voor enkelingen weggelegd. We falen liever in heel ingewikkelde problemen.We houden ons voor dat leven ingewikkeld is, liefde een aards moeilijk kluwen is. Falen is dan normaal.
Zetten we al wat wij denken dat belangrijk is, opzij, komen we tot de simpele bevinding: leven is eenvoud, houden van is simpel...
Een poëtisch leven, de gedachte alleen al bezorgt ons hoofdpijn. Poëzie is vreselijk ingewikkeld:er zijn enorm veel stijlen en nog meer regels.... naar gewone mensenmaat omgezet tot iets vreselijk geleerd: falen is dan heel gewoon. Het is niet voor simpele geesten weggelegd, denken we. Niets is minder waar: poëzie is de taal van je hart, de taal van intuitie. Waarom gaat dichten of mooie zinnen schrijven gemakkelijker als je verliefd bent, of als je verdrietig bent? Omdat je hart dan de boventoon aangeeft: en dat hart dicteert de taal van je intuitie.
Als we recht uit ons hart leven, leven we poëtisch. Mensen die deze mooie vorm schrijven, zijn volgens mij "meesters": meesters in de zin van: zij hebben het door hoe eenvoudig leven kan zijn. Zij hebben de ui verder afgepeld. Elke schel als een "belangrijke" stap overboord gegooid, tot ze bij de kern zijn uitgekomen: henzelf, hun hart, het leven, de liefde, de eenvoud.
Ego klinkt ons negatief in de oren het verwijst misschien naar egoisme. Ego is het latijn voor ik. In de titel staat dus een tegenstrijdigheid, staat onzin. Als we op zoek gaan naar onze IK, zoeken we eigenlijk onze ego. Als we dan onze ego voorbijlopen, verliezen we onze IK. Maar dit is enkel schijn. Ego en ik zijn voor mij geen één en dezelfde. Het ik-zijnheeft niets met onze ego te maken, juist het tegenovergestelde.
We kunnen het simpel stellen:
ego - egoisme: in cirkels rond onszelf draaien, en met de middelpuntvliedende kracht alles aantrekken zonder echt ooit tot de kern te geraken.
Zei ik simpel?
Ik - ik-zijn: de kern waarnemen en door fusies komen tot verdeling, tot uitbreiding, tot vergroting, door de kern komen tot het alles.
Onze ego draait in cirkels om ons heen.
Ons ik-zijn is onze kern en breidt zich vandaar verder uit.
Zo simpel is het eigenlijk. Ook hier zijn de natuurwetten van toepassing, zoals op alles:
Ego versus IK : middelpuntvliedende kracht
Middelpuntvliedende kracht of ook centrifugale kracht is de kracht die lijkt te werken op voorwerpen die een gekromde baan volgen. Een voorwerp dat bijvoorbeeld aan een touwtje wordt rondgeslingerd lijkt aan het touwtje te trekken: van uit het midden naar buiten, dus middelpuntvliedend of -"vluchtend". Volgens de natuurkunde van Newton is het juist andersom. Zonder touwtje zou het voorwerp ongehinderd rechtdoor vliegen. Het touwtje trekt het naar het middelpunt toe met een middelpuntzoekende kracht. Om de snelheid van een voorwerp te veranderen - dus bij het maken van een bocht - is kracht nodig. (bron: Wikipedia encyclopedie online)
Ego en IK zijn krachten die tegen elkaar inwerken. Je zou kunnen zeggen dat IK het middelpunt is, onze kern, ons "hart", de Ego, ons verstand, is het touwtje en jou leven of jou omgeving is het voorwerp dat aan het touwtje hangt. Als we dit bekijken zoals Newton, zien we dat als er geen touwtje(geen Ego) is, je leven ongehinderd rechtdoor zou vliegen. Het touwtje verbindt het voorwerp met het middelpunt. En net zoals Newton bewijst, is er een kracht nodig om het voorwerp van snelheid of van bocht te doen veranderen. Deze kracht zit in ons. Ego en IK zouden, zoals in de Fysica, met elkaar moeten samenwerken. Maar dat is niet zo. Als de touw te lang is, vliegt ons leven te ver van ons af. Als de touw te kort is, vliegt ons leven te snel voorbij, zonder dat de kern er echt zicht op krijgt.
Onze ego vecht tegen ons zelf. Hij wil helemaal niet dat we weten wie ze zelf zijn, want dat kan alleen door hem te laten vallen. Hij wil ons alleen maar kennen, herkennen en herkenbaar maken. Hij wil niet weten. Hij vecht om te overleven, hij roept en tiert en bestuurt ons naar zijn eigen gelijk, terwijl we daardoor onszelf verloochenen of vergeten. De ego voedt zich in de ogen van anderen, hij kleedt zich in de mening van onze omgeving. Dat is gemakkelijk uit te leggen met een voorbeeldje dat je vast dagelijks meemaakt: jij hebt zin in een chocolaatje, heerlijk bij de koffie, op een mooie zonnige winterse namiddag. Je zit achter het raampje in de zon. Het aroma van de koffie streelt je behaaglijk. De chocolade doos staat voor je op de tafel. De poes snort gezellig naast je. Je neemt een reepje en sopt die heerlijk in je hete koffie. Smeuig slurp je aan de half gesmolten chocola, een zonde! Maar o zo lekker. Het is vlugger op dan je verwacht. Je drang naar nog eentje is groot en je tast toe. Weer op je wil weer tasten, maar dan hoor je een stem in jezelf: "ben je niet verlegen, je bent al zo dik, ja hoor neem nog maar wat suiker, lek nog maar eens aan een reepje, de kilo's kunnen je toch niet schelen he! "
Heel je gezellige stemming ligt aan diggelen, je moet je verzetten tegen dat kleine stukje zwarte goud. Je hebt al je energie nodig om NEE te zeggen. Je vergeet daardoor de behagelijke zon die zo warm op je huid schijnt, je vergeet het luchtige aroma van de koffie die je zo heerlijk ontspande.
Nu kan je twee dingen doen: je drinkt je tas in één teug leeg en gaat terug aan je werk, jezelf straffen omdat je even hebt genoten, waar heb je dat trouwens verdient? Zo maar even niets doen en genieten, en je dan nog bezondigen aan gulzigheid .
Je kan ook dit doen: je blijft rustig zitten, je geniet van je koffie en je neemt al of niet nog een reepje, gewoon jezelf verwennend op dit mooie momentje, gestolen uit je drukke leven.
De eerste reactie is je ego. Hij gaat tegen jezelf te keer. Hij verdringt je ik-zijn en belaadt je met een hoop schuldgevoelens. Je verstand wint van je: inderdaad chocola, een sigaretje, een snoepje, is rationeel gezien niet goed voor je. Maar je hart wilde maar even op adem komen, de stres van elke minuut dat je leeft even vergeten en gewoon even genieten en eens niets doen en (als dat lukt) eens aan niets denken. In het tweede geval handel jij zelf, ben je eventje jezelf en zet je je verstand op nul en je hart op fullspeed. Zulke momenten, als je echt eerlijk bent, heb je zeker niet dagelijks. Meestal zal je ego wel winnen. Je verstand haalt het in onze maatschappij vaak van ons hart. Hoevaak nemen we niet een rationele beslissing waar we zelf eigenlijk niet achter staan.
Maar ons excuus is dan: dat wordt van me verwacht.
Maar ons excuus is dan wel: dat wordt van me verwacht.
Al is het door onze ouders, al is het door onze partner, door onze opvoeders, enz. Het wordt door anderen van ons verwacht en dan vindt onze ego het ook maar best om het zo te doen. Meestal is dat ook wel het eenvoudigste, denken we. Op korte termijn heb je misschien wel gelijk. Je hoort niemand zeuren en je kan gewoon verder met "je leven". Maar daar ga je dan wel de mist in, want je gaat niet verder met "jouw leven" je gaat verder met het leven van anderen, met je ego, niet met jezelf. Wat van je verwacht wordt, is gegraveerd in je ego van een beetje na je geboorte. Je leven zit gekneld in de tang van "wat er van je verwacht wordt". En op langere termijn knelt dan het schoentje niet meer, vroeg of laat zal de leest uitgelebberd zijn en schop je die schoen zo ver je kan of sla je meestal je enkels om, zodat je steeds weer op je gezicht valt. Je ego roept en tiert en houdt je in het gareel. Dat gaat zolang jouw controle je in het gareel houdt. Als je die controle verliest, lig je languit op de vloer. In crisissituaties kan je alleen terugvallen op jezelf, niet op anderen, zo ook niet op je ego. Als je dus valt, ergens in je leven uit de bocht vliegt, kan je alleen terugvallen op jezelf als je jezelf ook echt kent. Maar meestal ben je jezelf onderweg kwijtgeraakt of is je ik zo zwijgzaam geworden dat je hem niet meer hoort of verstaat. En dan sta je alleen. Op het kruispunt van je zoektocht of de ondergang volgen van je ego. Niet bij iedereen valt die ondergang van ego zo hard tegen. Er zijn mensen die tot aan hun laatste adem hun ego blijven volgen. Het lijkt dan ook dat deze mensen tijdens hun leven helemaal geen problemen hebben gehad. Alles leek voor hen gemakkelijk en ze volgenden ook maar gewoon de weg van de rest. Maar is dat wel zo. Wij laten ook niet altijd blijken dat we problemen hebben, al woedt er een orkaan in ons. Voor de collega's, vrienden, iets verdere familie, zijn we heel goed bezig.
-"Zeg dat is lang geleden, je ziet er een beetje bleek uit, hoe gaat het ermee?"
Ons geijkte antwoord: ja vul zelf maar in:
"Heel goed! Ja een beetje zon nodig he, maar wat wil je met die regen hier ook altijd."
Terwijl we met één voet in de afgrond staan, is het uitstekend met ons, geen vuiltje aan de lucht. Dus waarom zouden wij dan de problemen of het moeilijkere leven van anderen kunnen zien. We mogen ons niet blindstaren op wat anderen ons willen vertellen of tonen. En eigenlijk is het ook niet belangrijk dat we weten dat anderen een moeilijk leven hebben of niet. Het gaat om ons eigen leven, daar hebben we onze handen al vol aan.
Slapeloosheid is een probleem met veel facetten. De oorzaken zijn dan haast ontelbaar. Het meest voorkomende is: insomnia, een slaapstoornis die meestal wel op te lossen is zonder medicatie. Naargelang de intensiteit is het probleem vaak op te lossen door een zelfanalyse. Als het aanhoudt geeft het een kettingreactie aan andere fysische problemen. Het kan ook onze kwaliteit van leven heel grondig aantasten. Door de complexiteit van het probleem is het heel moeilijk de echte oorzaak te achterhalen. Schaapjes tellen is een middel van oudsher en wordt nu vaak van de hand gedaan als prietpraat, praat voor de vaak (hoe toepasselijk). Maar is dat wel zo? Kan schaapjes tellen misschien echt niet het probleem oplossen, zonder de onderliggende oorzaak te moeten achterhalen. Na een goede nachtrust is lossen we vele fysische problemen op, maar als die slaap ons ontzegd wordt, wordt het oorspronkelijk probleem nog groter en onoverzichtelijker. Met slapenloosheid is het zoals het "kip en het ei". Wat was er eerst: de oorzaak van de slapenloosheid of de slapenloosheid die de oorzaak (het probleem) juist versterkte?
Wat gebeurt er bij schaapjestellen?
Als we beginnen te tellen, doen we dat liefst van 100 naar beneden. We hebben 100 schaapjes in een weiland staan en één voor één ontsnappen ze. Om onze inventaris bij te houden, tellen we dus van 100 naar beneden. We houden deze techniek zo zakelijk mogelijk, zodat ook de manager van tegenwoordig, zich zou aangetrokken voelen tot deze techniek. Best zijn we zo geconcentreerd mogelijk. Er mag geen enkel schaapje aan onze aandacht ontsnappen, en we tellen naar beneden. Door deze concentratie verslapt onze concentratie op de problemen van elke dag. Als je voelt dat je aandacht op de schaapjes verslapt en je de tel bent kwijtgeraakt, omdat een probleem van die morgen tijdens de vergadering van de aandeelhouders, of een probleem met je oudste zoon/dochter, weer de bovenhand krijgt, zet je de teller terug op nul, of liever op 100 en begin je opnieuw. Als je denkt dat je de teller niet op nul kan zetten, heb je het verkeerd voor. Onze herdershond is heel attent. Als jouw aandacht verslapt, fluit je even tussen je tanden en hij komt dadelijk in actie. Hij zal er voor zorgen dat al de voordien ontsnapte schaapjes terug in je omheining zitten, zodat je terug van 100 kan beginnen.
Probeer het eens, en laat me weten of het helpt. Als je nog vragen hebt rond deze techniek, feel free om je vragen af te vuren. Deze techniek is gezond, ongevaarlijk en bovenal gratis!!
De familiale economie in Salta, zoals op vele andere plaatsen waar mensen van het land moeten leven, is nauw verbonden met wat het woud kan schenken aan de vrouwen en kinderen die in deze streken achterblijven. De mannen trekken weg om hun heil en arbeid te zoeken in steden of industriele gebieden. Het dorp blijft achter, overgeleverd aan wat het land ter plaatse te bieden heeft. Deze mensen zijn nauw verbonden met het land, met hun streek. De voeling met de natuur is hun overlevingskans. Hun dagelijks leven, hun gewoontes, cultuur en opvoeding krijgen ze van de aarde die ze aanraken, de bomen die hen omringen, de wind die in het woud speelt. Hun fysische en geestelijke voeding vinden ze in deze onafhankelijke natuur om hen heen.Zij behoren tot het woud, het woud is een deel van hen. Het sociale leven, hun geestelijke ontwikkeling gaat gepaard met de seizoenen en de veranderingen die ze ervaren in de natuur. Zij beschermen hun levenstijl met hun leven. Zij zijn de miliciens van het woud. Deze Wichi vrouwen en kinderen die alleen zijn achtergebleven ontvangen de nieuwkomers als indringers, de agressie is wederzijds. De nieuwkomers behandelen deze Wichi's als overtollige last. Het zijn de nieuwe eigenaars van de duizenden hectaren woud, het zijn de vrouwen van deze nieuwe eigenaars die met hun hoog spaans niet eens de taal spreken van de streek. Het zijn de landbouwingenieurs die met hun kennis van de universiteit de natuur willen trotseren, naar hun hand willen zetten. De Wichi's zien hem komen, net zoals voordien hun voorvaderen de colonisten van Spanje zagen komen. Boodschappers met slecht nieuws. Onwetendheid en betweterij tegen alle regels van de natuurwetten. Deze vrouwen en hun kinderen zien het land verrotten, zien het land opdrogen, zien het land wenen en de droefheid van de tranen van dit woud, kerft hun hart tot bloedens toe.
"Wij als vrouwen zijn de strijd tegen het ontbossen zo een 20 jaar geleden begonnen." Vertelt Nelly, vicepresidente van de organisatie MoCaSE (landbouwersbeweging in Santiago del Estero-Argentinië). Voordien toen wij bosgrond omvormden tot landbouwgrond, gebeurde dit op kleine schaal. We zagen er de vooruitgang in, deze groene weilanden betekende meer welvaart voorons. Maar toen de grote firma's kwamen en er plots duizenden hectaren tegelijk ontbost werden,veranderde de zaak. Al gauw kwamen we tot de constatatie dat met het kappen van miljoenen bomen rondom ons, ons leefklimaat totaal veranderde. De hitte was meer ondraaglijker, de vochtigheid meer vochtig, de droogte alles verterend. Toen de grote firma's naar deze streken afzakten en begonnen te ontbossen, spraken ze over werk. Ze beloofden ons een beterleven, meer levenskwaliteit. Ze spraken/spreken over biodiesel, wat dat is weet ik eigenlijk niet zo goed, en niemand van mijn dorp, maar het klonk alsof ze over een betere toekomst praatten voor onze kinderen. Maar langzaam aan wisten we dat we ze niet konden geloven. We hadden al zo veel slechte ervaringen met ze.
En we mogen ook niet alleen aan ons en ons dorpje alleen denken. Als deze natuurlijke ecosystemen in de as worden gelegd, heeft dit niet alleen een impact op ons die op deze berg wonen, het heeft een impact op zeer veel mensen. Het zijn de longen van de wereld. Deze machtige bomen in hun varieteit houden het waterhuishouden in de hand, en niet alleen van deze streek. Ik kan het niet zo goed uitleggen, ik weet het gewoon. Diep in mijn hart weet ik die dingen, alhoewel ik niet de wetenschappelijke regels ken. Onze voorouders hebben ons die dingen geleerd en het is niet omdat het traditie is, dat we ons er zo aan vasthouden. Het is omdat zij wisten, omdat zij samen met de bomen leefden in een symbiosis, niet naast hen. Het woud is voor ons een tweede huid. Een schuilplaats, geborgenheid. Het is onze tempel. De weg naar de kosmos. Daarom hebben we de bosnoodwet ingevoerd in onze provincie. We kunnen alleen maar hopen dat er mensen naar ons luisteren. Wij moeten schreeuwen, roepen, tieren voor deze koningen van het woud, aangezien zij de stille vertegen-woordigers zijn van iets dat verder reikt dan wij nu nog kunnen voelen.
We weten dat we nooit bij de vooruitgang zullen horen, als we zo blijven denken. We zijn er ons van bewust dat onze toekomst van onze kinderen niet anders zal zijn dan ons verleden. Maar dat is goed zo. Wij horen niet thuis in de vooruitgang, wie wel trouwens? Kwaliteit van leven vind je niet in de vooruitgang, ook niet in het verleden, niet in de toekomst, kwaliteit van leven vind je hier en nu en injezelf."
Ze streelde vertederd de aarde rond haar voeten. De rode salteense aarde die haar het voedsel en de gezondheid aanreikte die ze nodig had. Voor hoelang nog? Zonder water, zonder een gezonde vochtigheid zou haar landerijtje vlug uitdrogen, scheuren, hard worden, zodat de granen die zij kan betalen (niet genetisch gemanipuleerd) niet kunnen brotten
Moeders van het woud: even om bij stil te staan (deel I)
In een land waar mannen ver weg trekken om te gaan werken en de vrouwen naar buitenkomen om de gemeenschap te organizeren, wordt hard gestreden voor het behoud van een gezonde en leefbare toekomst voor kinderen en kleinkinderen.Ergens waar vroeger een ondoordringbaar woud stond, hoog in de bergen waar natuurlijke wouden heer en meester waren, wordt nu stilletjes gerouwd en strijdig geijverd voor het behoud van wat er nog rest. Ze noemen zich "de moeders van het woud".
In Salta: Maria Mansilla
Ergens in de heuvel tussen de aromatische kruiden en de laag- en hoogstammige bomen vinden we haar terug. Ze zoekt de ingredienten bij elkaar voor haar "apotheekje". Het woud is haar supermarkt, de bomen de airconditioning voor het dorp, de natuur de waterregelaar voor hun groententuintjes. Hier vindt zij haar leven en vrijdheid. Het is de achtertuin van het paradijs van haar, haar kinderen en kleinkinderen, haar neefjes en nichten. De rustplaats van haar moeders en haar grootmoeders. Deze vrouw, samen met haar sexegenoten van het kleine dorp in Salta, beschermt de boompopulatie met hand en tand. Het nationalisme, het chauvinisme kan haar gestolen worden. Vechten voor het behoud van dit stukje natuur is veel belangrijker. En niet alleen voor hen, niet alleen voor het kleine dorpje aan de voet van de berg. Heel de mensheid zou hier moeten stilstaan, zegt ze mijmerend. "Iedereen op aarde zou elk blaadje van deze bomen in zijn hart moeten dragen. Maar ze zijn liever doof en stom. Zwijgzaam kwetterend draait de wereld verder terwijl er elke seconde ergens een reus wordt geveld. Terwijl er elke seconde een stukje uit onze longen wordt gesneden."
Maria is Wichí, een indiaanse van Salta. Ze leeft in het reservaat, houdt zich daar aan de regels van haar regering. Ze zoekt op de berg brandhout bijelkaar. Ze onderzoekt en registreert de beplanting. Ze streelt met haar eelterige vingertoppen en haar hart elk blaadje van het mooie groen rondom haar. En toch worden haar ogen waterig als ze de kreten hoort van het woud om haar heen. In Argentinië blijft er nog maar 25% over van de natuurlijke oorspronkelijke woudpopulatie. De rest is weggevaagd door de menselijke hand. Weggepland voor de uitbreiding van de landbouw, transport en veeteelt. Elke minuut gaat er 1 hectaar in woud in rook op. Voor elke 7000 hectaar ontbossing, zijn er niet alleen ecologische gevolgen, ook sociale: 400 personen worden hierdoor dakloos, verliezen hun cultuur en hun economische draagkracht, hun geitjes en kippen. Ze worden omgevord tot vluchtelingen in hun eigen land. Nergens kunnen ze naartoe, nergens zijn ze welkom. Ze worden vergeten tussen de boomstammen die ooit een mooie vloer in een luxueuze villa zal sieren. Vaak worden dorpen ontruimd of overgeplaats, totaal onwettelijk, zonder enig voorbereidend werk, zonder voorafgaandelijk bericht. Als de overheid toch de woonst van families kan ontzien, worden deze mensen toch "geonnaturaliseerd". Zij verliezen heel de natuur rondom hen en het dorp. Zij verliezen meer dan hun huis, zij verliezen hun bescherming, hun voeding, hun liefde en geborgenheid.
Hij zat een beetje ongerust op de rand van het zwembad, net aan de trapjes. Zijn volwassen handen geklemd rond de leuningen. Hij keek angstig het water in dat rimpeloos voor hem lag. Zijn begeleidster stond tot haar middenrif in het water. Ze keek hem vriendelijk en aanmoedigend aan. Het stelde hem niet geruster. Zijn ogen gingen van het rimpeloze wateroppervlak naar haar ogen. Een vriendelijke aanmoedigende blik gleed van haar gezicht naar het zijne. Het leek hem niet overtuigend genoeg. Zijn voeten hield hij juist boven het wateroppervlak. Toen zij haar handen voor hem opende, legde hij vol vertrouwen zijn rechtervoet in haar linker hand. Hij zag hoe ze zachtjes zijn voet naar het water begeleidde. Hij trok terug, zijn voet helemaal omhoog, zijn handen gingen wild tekeer over de leuning. Haar hand bleef uitnodigend en kalm juist onder zijn voet hangen. De warmte van haar handpalm trok hem aan. Een strakke blik gericht op het water voor hem, de warmte van haar hand als een zekerheid onder zijn voet. Zijn angst versoepelde even, het vertrouwen won. De tederheid leek hem veilig genoeg. Traag zakte haar hand naar beneden en zoog zijn voet met zich mee, langzaam, een geladen moment. Plots verdween zijn voet de diepte in, hij keek haar geschrokken aan. Zij sprak zacht, geen angst, vertrouw, wees moedig. Maar hij zag zijn voet verdwijnen, kijk hij was echt weg...daar waren woorden niet tegen opgewassen. Toch verscheen er vanuit de diepte in zijn blik even een zweem van geruststelling, traag maar zeker. Hij voelde haar hand warm en zeker rond zijn voet, alhoewel dit tafereel aan zijn oog ontrokken was. De zekerheid van haar hand leek wazig, waterachtig. Troebel pastelkleurig probeerde hij zichzelf moed in te spreken. Zij stak traag nu haar rechterhand uit, zijn linkervoet zacht aanrakend. Probeer het, vertrouw, geef je over. Zijn blik sprong van zijn ene troebele waterige voet naar zijn echte voet boven het wateroppervlak. Vluchtig gingen zijn ogen naar de hare, dan naar haar hand, zijn verdwenen voet zoekend. Zijn handen wrongen zich rond de leuning, zijn kneukels waren wit. Schichtig vloog zijn blik van haar linker- naar haar rechterhand. Toe, geef nou je andere voet, het komt wel goed. Hij schudde heftig zijn hoofd, kirde even en nam een beslissing. Hij trok zijn linkervoet uit het water en in zijn ogen lag een verrassende en blije overwinning, hij keek vrolijk naar zijn twee voeten boven het wateroppervlak. De lach in zijn snoet sprak boekdelen: ik vertrouw je wel, maar dat water lijkt nergens op.... Zijn handen gingen door zijn haar, zijn minderbegaafde vriendjes rond hem lachtten hem juichend toe. Na drie weken had hij eindelijk gedurfd om zijn voet te water te laten. De persoonlijke overwinning straalde van zijn gezicht. Iedereen in het zwembad leek mee te leven, de warmte van zijn overwinning trok rimpels van blijdschap over het wateroppervlak. De redder klapte in zijn handen en de vriendjes van de held volgden zijn voorbeeld. Hij lachte uitgelaten. Einde van de zwemles voor geestelijk minderbegaafden, elke vrijdag om 11u. Het was een mooi tafereeltje dat ik te zien kreeg, tussen mijn schoolslag en crow door.
Terug in de kleedkamer vroeg een meisje, jaar of 6, of ik haar de haardroger wilde geven die hoog boven haar was vastgehecht naast de spiegel. Ik gaf hem aan en zei dat ze moest oppassen met de temperatuur: met dit knopje zet je het op koud, zei ik.
Ze keek me wijfelend aan. "pasop, verbrand je niet" zei ik nog. Flor, zo heet ze, bleef me aankijken en vroeg toen: -ben jij spaanse? -nee, ik ben belgische Haar helder blauwe ogen werden groter, haar mond opende zich en ze zei: -waaaaaaaw Toen liet ze de haardroger voor wat het was en liep naar haar moeder: -mama ik kan belgisch verstaan!!!
ik dacht even terug aan de discussie in Belgie over Anna en Angelica, over wet en illegalen en kinderen en het zou zo simpel kunnen zijn: elkaar begrijpen, elkaar verstaan.
Producten van Peyeche, de moeite waard om eens een kijkje te nemen.
Over mijzelf
Ik ben Rein Remaut
Ik ben een vrouw en woon in Buenos Aires (Argentinie) en mijn beroep is levensgenietster.
Ik ben geboren op 04/02/1960 en ben nu dus 64 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Schrijven, lezen, zwemmen, mediteren, observeren, zoeken.
Deze site ben ik begonnen om in discussie te gaan over waar we naartoe wandelen, waar het leven ons brengen kan. Discussieren is niet echt het juiste woord, een koffieklappeke houden, wat tetteren, gedachten wisselen. Ik hoor heel graag iets van jullie. B