Inhoud blog
  • De Geschiedenis Herhaalt Zich
  • Brazil
  • Eindelijk!!!
  • Oneindige Liefde, Onbereikbare Vrijheid en Onverschillige Wreedheid
  • KKK - Kemels, Klootzakken en Kommissaris's

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Archief per maand
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 11--0001
    Zoeken in blog


    free counters
    Laatste commentaren
  • Fijne avond nog ... (Gita)
        op Met de Nagel op de Kop - Zelfdoding als Verlossing - Staf de Wilde
  • Lieve groetjes vanuit De Klinge (Lana & Pip)
        op Voyeurs en aanverwanten
  • Wandelgroetjes uit Borgloon (Johnny en Christiane)
        op Gruwelijk
  • Wandelgroetjes uit Borgloon (Johnny en Christiane)
        op Nog meer tegenslag..
  • Lieve midweekgroetjes en een zonnige dag ..... (Gita)
        op Brottende liefde
  • welkom (miekemuis en maatje)
        op Vervolgende bladzijden
  • Foto
    Zoeken met Google


    De Beul van Rumbeke
    Herinneringen, anekdotes, gebeurtenissen...
    29-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vasectomie

    Terugkerend naar Recife, enkele maanden geleden, waren we (vrouw, dochter en ik), in mijn goede-oude stamcafé verzeild geraakt, gezellig aan het babbelen over koetjes en kalfjes, toen er ineens een troep straatjongens en meisjes op dook om vlug, vooraleer de uitbater hen met een dreigende vinger weg wees, een aalmoes af te dwingen. Het dienstertje commentaarde daarna dat hun moeders zich met wat meer verantwoordelijkheid zouden moeten gedragen vooraleer ze, altijd zo bereidwillig, met de ene of de andere gereed staande schede-indringer, nieuwe wezens, op de lopende band, aan het scheppen waren. Waarom werden ze niet verplicht anticonceptionele pillen te gebruiken om kinderen te vermijden? De pil, of zelfs capootjes, die de regering toch gratis daarvoor úitdeelde om zo te verhinderen dat de minder begunstigde lagen van de bevolking zich zo onverantwoordelijk bleven uitbreiden. En mijn vrouw maar positief knikken en instemmen tot er vanuit een andere hoek van de café ineens een, mannelijke, schelle, stem opdook, die beweerde dat niet alleen die vrouwen, maar ook de mannen schuldig waren aan de hedendaagse overstroming van onbedoelde en zelfs ongewenste kinderen...

    Bon, ik had nog niets gezegd, maar vond het toch onbeleefd dat diene mens tussenin kwam in een gesprek dat hem niet aanging, maar ik kon me, me een beetje ongemakkelijk voelend, toch inhouden om geen verwarring te stichten. Hij besloot echter verder uit te wijden en beweerde dat de regering het opereren van de mannen veel méér zou moeten verkiezen en misschien zelfs moeten verplichten, om te vermijden dat ze hier en daar, maar bijna alle dagen, rond vogelden in de goot, in het ongeruit, op de veldweg, aan het strand, in het kreupelhout, op het dak en verder overal waar men daar niets van die dingen verwacht, dronken of niet, onder de invloed van drugs of niet, of zelfs helemaal nuchter en uit pure verveling en omdat ze toch niets anders te doen hadden vandaag en omdat het, puntje bij paaltje gezien, bovendien ook nog zo erg lekker was..

    Hij noemde de operatie bij de naam: “Vasectomie”. Beide vrouwen knikten uitbundig en onmiddellijk: jaja, dat is de beste oplossing. De vrouwen zien veel te veel af van “de pil” en waarom die taak niet over laten aan de mannen. ’t Is maar een klein operatietje en het kost praktisch niets, enz... en de man, uiterst blij met het ontvang van zijn vergulde raad, vond zich aangemoedigd zijne thesis met nog met meer enthousiasme te verdedigen. Ik zelf begon opeens vast te stellen dat ik me in de minderheid bevond en nog niets had uitgevoerd om de reden en de zin terug op de juiste plaats te zetten... jamaar, jamaar.. keerde ik mij om naar Lígia: vasectomie is een straat van éénrichtingsverkeer, weete dat? Wie er mee begint kan er niet meer van terug.. Ewel en wat dan nog?.. kwam de man er weer tussen, van langs achteren op duikend... Ik wendde me, hem verwaarlozend, naar het dienstertje toe en beweerde met alle letters: Weete gij wel dat uwe man, moest hij vasectomie doen, hij binnen een paar maanden maar eiertjes zal hebben, laat zeggen de grootte van die van een duif? Is het dat ge wilt? Een verminkte man? Weete gij dat hij, in plaats van een stier, een os zal worden? Of, in plaats van een haan, een kieken? Wiste gij dat?, braakte ik dreigend. Ze bleek wel een beetje aangetast te zijn door deze technische en zelfs wetenschappelijke argumenten, want ze begon zich voor te stellen wat er van haar man zou overblijven... een klein onopmerkzaam lulletje, vooral nadat hij een koud stortbad zou genomen hebben; een kinderprulletje dat met moeite in attentie ging staan, terwijl ze, thuis, al toen dagen in hare bloten rond liep om hem op te winden... enz... Enfin, ze begon in te zien dat het misschien toch de moeite niet waard was. Maar diene vent daar, met zijn fijn stemmetje, was niet bereid het op te geven en bleef maar nieuwe argumentaties uit zijn toverhoed halen en me kwellen met die operaties waar er geen terugkeer voor bestaat, terwijl ik al een klein fortuin had verspeeld om mijn vrouw toch maar zwanger te doen krijgen en hij daarvoor helemaal geen compassie voelde. Ik keerde mij dus toch maar om naar hem en vroeg nogmaals duidelijk, maar nu direct aan hem: wiste gij dat een gecastreerde stier ineens een tamme os wordt? Dat een gecastreerde haan in een piepend kieken wordt omgetoverd? Wiste gij dadde allemaal wel? Neetje, dat wist ik helemaal niet... maar wiste gij dat ik een vasectomie heb ondergaan, verleden maand? Neenee, dat wist ik ook helemaal niet, maar waarom hebt ge me dat niet eerder gezegd?? Met dat beende hij woedend naar het WC en zag ik me verplicht mijn zaken, zonder verdere tijdverspilling, op te ruimen, de rekening in één twee drie te betalen en weg te wezen vooraleer hij terug kwam met zijn pistool in zijn handen, om me te bewijzen dat hij nog altijd een mannelijk wezen was, niettegenstaande zijn fijn stemmetje...

    Ik heb hem nooit meer terug gezien, dat kieken. Gelukkig, want ik zou hem eigenlijk om verontschuldiging moeten gevraagd hebben.

    29-11-2010 om 17:56 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    27-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.F. nog ne keer, ipsis litiris, over zijn vierde studiejaar in de Broederschool van Roeselare

    4de studiejaar

    bij meester Benoit Vercruysse. Hij woonde nog in bij zijn moeder op het kerkplein te Rumbeke, naast café Tschaak. Zij hield er een winkel in herenhemden en hoeden en plastrons, voor de mannen met stijl en présence. Zoals haar zoon zelf en de Fons vaneigens.

    hij had er eens commerce willen doen met zijn popeline-hemden die hij uit China importeerde dank zij de tussenkomst van zijn schoonbroer Urbain Vandecapelle, bijgenaamd nonkel bing.

    Meester Vercruysse, daar was iets aan, toen nog nog niet beseffende wat precies, wie weet het wel? Hij was musikaal begaafd maar ook meester Snak (Lievens Raymond) onder de instrumentale leiding van broeder kok.

    Ik heb daar enkele stoten meegemaakt dat jaar.

    Een zwarte Chevrolet styleline split-windows sedan de luxe met witte flanken op de banden, veerde op de kasseien van de Mandellaan, vol geladen met kinderkopkes die wij zagen glunderen achter de achterruit. Was dat de eerste versie van De LIJN? Wij met de velo, zigzaggend op de aarden berm naast de kasseikopkes. Des zomers als mul zand, en moeilijk recht te blijven, des winters den enen plas na de anderen. Op de straatstenen rijden? met van die superhard opgeblazen banden? Liever slappe banden dan. Want ik weet van mezelf en D. dat we van onze zate wipten met onze doedelzak op de buize.

    En dat de kader van D. zijne velo gebroken was, van tzal wel van op de borduren op en af te rijden zijn zeker? Vroeg de Fons op school bij zijn laattijdige aankomst te voet met de velo als een crosser rond zijn nek. Vantezelfs zekers? Vantzelfs al metnekeer.

    Nog een geluk twas een soort meiskesvelo dat de Fons had afgekocht voor een appel en een ei, van een ouder van zijn klas. Dus niets aan de marbels, of toch, er waren er enkele bij de valpartij uit gegleden, en hij vond ze van danige ontratie niet terug. Vantzelfs? Vlam, toppeire! Zet u op uw knieën, en steek de velo in de lucht dat iedreen kan zien hoe een velokader kan breken vantzelfs.

    En ik stond stillekes in de rij van meester Vercruysse. Met een snotkeise, Kpeisdige in mijn eigen, ik ga vanavond met D. zijne velo te voet naar huis. De mijne staat toch plat.

    De zwarte Chevrolet Styleline met de white tires gleed tussen de pareeën van de oprit in de Lange Meire 38 te Laarne. Elke vakantie werd de auto volgeladen, ook met nafte, en schoven er zes kinders op de achterbank, telden onderweg de vreemde nummerplaten, en noemden automerken, en schoven bezweet en vol blauwe plekken van het stiekem knijpen in elkanders billen, zonder te gillen, terug uit de achterbank. De buren zeiden: ze blijven daar maar uitkomen, uit die auto.

    Vader Georges, dus pépé, keek sip, tanta Georgine bezorgd, mijn meter Elisa Bauwens begerig want zij kon geen kinders krijgen, en was getuige van het wonder dat Fons met Irène geschapen had. Tante Denise keek achterdochtig en begon het ei uit iemand zijn gat te vragen, en nonkel Marcel sprong alover de capeau om zijn zuster, dag Ireineken, aan zijn kort bovenlijf te drukken. Fons trok aan zijn Schimmelpenninck, en blies blauwe kringetjes.

    De kinders wreven hun gekreukelde korte broek in de plooi, en Hilde trok haar kort rokske weer naar beneden. Meteen sprongen ze alle kanten uit. Ze waren meteen al verdwenen. Pepé wist niet wat hem overkwam, en mama wreef over heel haar lijf van de kou. De vogels in het ronde verdwenen ook, en stopten hun gezang.

    Waar zijn ze? Mama zat al met haar knieeën tegen de buisstoof, Fons had een pijp opgestoken en deed aan supervisie. F. zat al in de corridor bij Annie, Hilde stond ergens niets te doen, D. zat in de volière, want hij had een badmintonpluimke zien liggen, Rudo stond te pissen over de rand van een waterput, G. keek ernaar, probeerde alsnog hetzefde maar piste op zijn schoenen, J. zat te wiebelen in zijn hobbelpaard.

    Maar het scenario was wel om het kwartier anders, niemand kon hen volgen. Er moest haast een sirène aan te pas komen, voor de verzameling op het appel. Broeken gescheurd, de kousen op de hielen, een trui uitgerafeld, vingers om zekers niet af te likken, getuigen van een halve peer, een stuk rabarber, en zwarte kersen. Iedereen zijn handen en smoel wassen in het witte marmeren wasbekken in de keuken. F.: begin maar en telkens: de volgende! Handen tonen, voor ge binnenkomt aan tafel. De regel dient als waarschuwing. De stapel gebreedde boterhammen was als de wind verzwonden. En twas rootse schuiven aan het vertrek met het gat in de plank, met gazettepapier en in vier gescheurde telofoonboekbladen als accessoire.

    D. kwam binnen, al tchiepen, duwde nog wat harder in zijn ogen dat de zwarte tranen eruit piesten, compassie weird, broek gescheurd, en zijn been bloedde: hij had in de goot tussen de serres gelopen om er het tennisballeke te halen, en hij had het stuk ruit mee dat aan zijn broek was blijven haperen.

    Tennis tussen twee vuren, met Hilde in het midden, om het spel te onderbreken, waardoor hoge en vantijd harde opslagen in de ruiten van de serres belandden. We waren nog geen uur op het domein. En twas al een slagveld.

    27-11-2010 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    26-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Falando em pessoas de quinta categoria

    Terwijl we toch over Amerikanen bezig zijn, mijn broer had gelijk toen hij de altijd terugkerende aanwezigheid van gay's in de TV en verder alle communicatiemiddelen, had opgemerkt. Het is een ware pest. Ik begin te vermoeden (ben er nu zeker van) dat de eigenaars en de directeurs van de bedrijven in de amusementswereld, allemaal, allesbehalve, Palestijnen zijn. Christus had bevolen: "Gaat en vermenigvuldigt u". Maar daar bedoelde hij zijn eigen landgenoten(?) mee en niet ons, de gewone, onbelangrijke, wezens, allemaal zondaars, zonder uitzondering, zoals alle Vlamingen, met de bedoeling zo de gehele wereld te kunnen onderdrukken. Ge kunt dus gemakkelijk vast stellen dat zij ons ervan willen overtuigen dat "gay" zijn in de mode is, om zo te vermijden dat we onszelf ook vermenigvuldigen, terwijl hun eigen moeders zelden minder dan tien kinderen baren. ’t Is ongelooflijk, hun aandringen op dat gebied. Op den duur zou ne mens beginnen vinden dat hij, een hetero, een historische uitzondering is. Een dinosaurus in de wereld van de "potters".

    Volledig van onderwerp veranderend en zoals eerder al eens vermeld, het schijnt dat de (het?) "gen" van de intelligentie van de kinderen van de moeder komt. Ik ben daar niet helemaal zeker van, maar die van ons moet toch van iemand geërfd geweest zijn: dus één punt voor Mama (die van ons "vake" komt helemaal niet in aanmerking, want hij is vierkant gebuisd geweest, zelfs in zijn toegangsexamens voor straat- en café psychologie en ik laat hem toe, democratisch, vanuit de hel, zijn hevig protest te laten horen - hoor ik iets?). 't Is wel waar dat niet iedereen van de broers en zuster hun volledig deel hebben veroverd, maar er is toch méér aanwezig (gemiddeld) dan verwacht zou kunnen worden. Ikzelf vind dat ik recht had op wat méér, maar kom, ik zal niet klagen. De rest heb ik, gelukkig genoeg, kunnen compenseren met mijn onweerstaanbare lichamelijke en geestelijke aantrekkingskracht, vooral gedurende mijn eerste twee leefjaren, toen ik nog gene plastieken bril nodig had, met dikke glazen, om mijn scheel oog in de correcte richting te wringen, wat overigens geen resultaat heeft opgeleverd en integendeel, het gezicht van beide ogen heeft verwoest. Daardoor en van de andere kant, ben ik wel wat voorzichtiger geworden, de laatste jaren. Ik voel me, iedere keer dat ik niet bezig ben mijn eigen moreel op te pompen met een glas bier, net als een in een hoek gedreven prooi. Gereed om verscheurd te worden door het noodlot. Of door die "wrede beesten", zoals mijn broer het uitdrukt.

    In verband met dit, vroeger werden de natuurdocumentaires gefilmd door vredeliefhebbende, meestal Europese, amateurs. Nu worden ze vooral gemaakt en betaald door Amerikaanse uitbuiters, nooit van Palestijnse afkomst, die er niets beters op vinden dan de vooraf gevangen, onschuldige, prooien, in de omgeving te gooien van de hongerige vleesverscheurende beesten, om dan geboeid de gevolgen gade te kunnen blijven slaan en tezelfdertijd, voor gemakkelijk geld, aan de ongewaarschuwde kleine (en grote) kindjes, te tonen hoe ze later zelf levend zullen verslonden worden.

    Lekker hé?

    PS: ik weet niet of het mijnen indruk is, maar 't stinkt hier in ene keer zovele...

    26-11-2010 om 18:12 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    24-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Doris

    Op liefdesgebied, in België nog en bijgevolg, vele jaren geleden, had ik de kans met enkele vurige, maar nog zuivere, meisjes te vrijen, onder meer met Jacqueline, een vriendin van mijn zuster Hilde op haar “kot” in Gent, het eerste meisje waarmee ik mijn onderbroek, verschillende keren, heb vól gespoten. Het begon op een zwoele avond toen we aanstalten maakten onze benen eens goed te gaan uitstrekken in de Kuiperskaai (toen nog in de mode en waar mijn ver gevorderde thesis van het HTI van Oostende is gestolen geweest, prachtig getypt op stencilpapier door mijn jongere broer J., vanuit de auto van Mama, een Engelse Triumph die ik daar geparkeerd had en die ze me juist diene ene keer had uitgeleend) en Hilde, met enkele van haar vriendinnen, Carine, Martine, Marleen en nog een ander, waarvan ik me de naam niet meer herinner maar die een gebrekje had aan één van haar handen, zich naar het kot van één van hen wendden met het gedacht zich dáár op te kalefateren, wat ik oordeelde, uren in beslag zou nemen. Jacqueline was opzettelijk achter gebleven en had mij uitgenodigd naast haar plaats te gaan nemen, op de sofa. Ik verstond de boodschap onmiddellijk (denkt ge da‘k zone stomme knul was, misschien?) en liet, zonder veel weerstand, mijn hand zachtjes in het slordig toe geknoopte bloesje glijden, wat ze blijkbaar uitstekend vond, want ze draaide zich terstond naar mij om, ontknoopte zélf de rest en vlijde haar hoofd op mijn schouder om mij, met genegenheid en opgeheven gezicht, een vurige kus te vragen. Eerst beroerde ik haar borsten over haar beha heen, maar ze vond het zelf wat te ongemakkelijk en bood mij aan hem (de soutien dus), van langsachteren, open te haken, waarin ik niet geslaagd ben, natuurlijk. Of niet onmiddellijk toch, maar toen hij dan toch los geraakte en op haar schoot rustig néér zakte kon ik, in de heersende schemering, mijn blik wenden naar een koppel blanke, helemaal nog niet volwassen borsten, met de lichtbruin gekleurde, vooruit priemende, "grote lichten", wat me zoveel deugd deed dat ik er onweerstaanbaar mijn lippen omheen heb gesloten om er minutenlang aan te zitten zuigen. Ze vlijde zich nog dieper neer in de sofa, wentelde haar hoofd in haar nek en opende haar benen met opmerkbare geilheid, me uitnodigend haar maagdelijke mond (de tweede), over haar slipje heen, met tederheid te “bepotelen”. Ze werd, in weinige ogenblikken, ongelooflijk nat en de opmerkbare ingang daar, vergrootte met de seconden. Intussen begon zij ook mijn opstandig orgaan, over mijn broek heen, te betasten, tot ik het bijna niet meer vol kon houden van de spanning. Ons spel werd toen gestoord door de terugkerende vriendinnetjes, maar we hebben de gehele avond dicht bij elkaar gedanst, de donkerste plaatsjes opzoekend in de dancing, waar we ons op ons gemak voelden en waar we ons bijna tot het toppunt hebben gewreven, elke keer toch niet juist helemaal voltooid door de van ritme veranderende muziek, de verstorende, andere, koppels dichtbij en ook wel omdat we van elkaar begrepen dat het daarmee, diene avond nog, niet zou ophouden en integendeel, we nog de gehele nacht vóór onze boeg hadden. Ze kuste me voortdurend en langdurig, mijn tong hard in haar mond opzuigend tot we soms, naar lucht hakkend, elkaar moesten loslaten om op adem te geraken en dan, met onze nog natte monden, genegenheid zochten op elkaar’s schouders, haar armen fel rondom mijn nek gevouwd, tot we gereed waren de kus te hervatten, terwijl, daar beneden, de druk er nooit flauwer van werd. Later, op haar bed en andere keren, gewoon op de grond in de gemeenschappelijke woonkamer, ontkleedde ze zich gedeeltelijk, trok me over zichzelf heen en drong aan op een onvrijwillige(?) heen-en-weer beweging over haar geslachtsdelen in het algemeen en haar kittelaar in het bijzonder, tot ze luid kreunend gereed geraakte. Die eerste keer echter ging er iets verkeerd, want toen ik voelde dat ze haar orgasme aan het bereiken was, verloor ze opeens haar bewustzijn. Ik dacht dat er levensgevaar bij betrokken was en verschrikt diende ik haar een paar felle muilperen toe, tot ze lui haar ogen opende en mij glimlachend gerust stelde. Intussen, moet ik eerlijk toegeven, had ik ook al gespoten in mijn broek, wat daar altijd een gruwelijke, vieze, plek naliet. We hebben verschillende maanden gevrijd tot we het allebei beu werden en, zonder ruzie, ons met andere lieven hebben beloond.

    De volgende, of de vorige, ik weet het niet juist nemeer, was de dochter van de eigenaar van een kruidenierswinkel in de Roeselaarsche Steenweg, in Rumbeke. Ook een verrassend aanhankelijk, blond, meisje met uiterst belangrijke borsten die ik urenlang kon liggen strelen op mijn néérslaand éénpersoonsbed in mijn nauw kot in Oostende (waar ik, a propos, ooit eens een oud meetje had ontmoet in een gezellig cafeetje, dichtbij de hippodroom, die me persé heeft willen verleiden en misschien zelfs wilde verkrachten), terwijl we elkaar teder zoenden...

    Een andere nog was Doris (echte naam), een bril dragend meisje van Roeselare dat ook in Gent studeerde en dat ik echt bemind heb en waaraan ik bereid was één van mijn nieren áf te staan omdat ze ernstige problemen ondervond met haar eigen nieren en die me zo danig vurig en nat wist te kussen (onafhankelijk van onze beide, lastige, brillen, die gedurig tegen elkaar schuurden) met haar opengesperde mond, dat ik er tot heden heimwee naar koester. Ene keer, in “De Karre”, in de hoofdstad van West Vlaanderen, Rumbeke, die mijn broer D. had gehuurd voor de ene of de andere gelegenheid (en waar er toen pakken geld binnen stroomden), hebben we ons, nog buiten, in het donker en in de koude nacht, zodanig en zo hevig, nat (ze had voortdurend veel speeksel in haar mond), gekust, dat ik er een stijve van over heb gehouden, die de hele godslange avond lang heeft mee gegaan en waar ik maar vanaf ben geraakt, alleen, in mijn bed, rond de drie uur ‘s morgens. Nochtans was ze eigenlijk niet precies knap. Ze bezat eerder dunne benen en een prominent achterwerk, maar dat kon me geen barst schelen. Vanwege het feit dat ik, toen nog, in Oostende studeerde en ons fysisch contact, daardoor, schaars, was, heb ik haar tientallen liefdesbrieven geschreven, die ik echter nooit heb óp gezonden, want de liefde was niet, in diezelfde mate, wederkerig en in zo’n geval moet men zich niet te veel bloot stellen. Toch bezocht ik haar, af en toe, in Gent, waar zij studeerde en vanwaar ik, praktisch iedere keer, ontgoocheld, terug ben gekeerd. Bovendien vond ik de moed niet met haar de ware liefde te bedrijven, alhoewel ze zelf aandrong, bang dat ik was haar te kwetsen of verkeerd aan te pakken. Één enkele keer zelfs ben ik onder haar bed gaan slapen, in plaats van naast haar, niettegenstaande haar protest. Ik heb er jaren lang van “geleden...”, mijn lief Doriske..

    Nog een ander meisje, ik herinner mij, op dit ogenblik, haar naam niet meer, had ik ontmoet in de stedelijke zwemkom. Ze was uiterst vurig, maar haar speeksel liet een slechte smaak ná in mijn mond, iedere keer we elkaar omhelsden. Onze verhouding duurde amper enkele weken.

    Nog verder over “liefde” en andere nobele emoties en gevoelens, uitwijdend, het is waar, ik was een stommerik. Wat, in mijn leven, niet altijd een compleet nadeel is geweest. Soms krijgt men méér tijd iets te verwezenlijken als men er, ietwat, dom uit ziet. Of zich als een "onnozelelaar" gedraagt. De mensen willen toch nog eens proberen wat goeds uit een dommerik te persen. Ze geven hem gemakkelijk een tweede, of zelfs meerdere kansen, maar slechts één enkele kans, aan een herkende slimmerik. Het is aangeraden nooit de slimste te willen zijn in een groep, want daar is veel concurrentie voor. Kijk uit naar de slimmeriken. Zij zullen waarschijnlijk vallen vóór ge het zelf verwacht en zo krijgt ge de gelegenheid om, op zijn minst, "hun" flater niet te begaan. Dat is tenandere ook één van de redens waarom "oudere mensen" constant gehoord moeten worden (zoals uitstekend beschreven wordt in de oosterse cultuur, ten andere). Ze zijn verschillende keren gestruikeld wanneer jonger en pas later hebben ze begrepen, waaróm. De kwestie komt dus altijd terug op: "tijd winnen, zonder stil te blijven staan".

    Had ik mijn gevoelens gevolgd en op een "halve" beslissing gewacht van Doris en Eliane (zo was de naam van mijn eerste secretaresse, in Rio De Janeiro), bijvoorbeeld, ik had er waarschijnlijk méér, en langer, van geleden. Verslaafd aan mijn eigen, meesleurende, gevoelens. Als men geen beslissing onderscheidt in een mens en besluit er tóch op te bouwen, betekent dat de eerste twijfelachtige (of beter: praktisch zekere) stap naar een ontgoochelende mislukking. Een mogelijk huwelijk met Eliane, zou me waarschijnlijk ook naar een mislukte poging hebben geleid. Mét al mijn liefde en alles... Dan zult ge aanhalen: waarom hebt ge dan eerder geschreven dat ge nú die flater niet meer zoudt begaan? In een blog (over het verleden) mag men zichzelf permitteren de vroegere "gevoelens" wat óp te rakelen en er zelfs over te dromen, uit te wijden, verder over te "redeneren"; allemaal zonder zin eigenlijk, zonder doel; gewoon maar om uzelf toe te laten eens gevoelig te zijn over een ogenblik in uw leven dat belangrijk is geweest. Die precieze episodes bewust nadenkend, geloof ik dat ik opnieuw dezelfde reacties zou ontwikkeld hebben, moesten de situaties zich terug, op dezelfde manier, herhalen.

    Ik hou van besliste mensen. Overtuigde mensen. Mensen die weten wat ze willen. Toen ik, eerst Hilma en later Lígia, uitnodigde met mij te vrijen, bestond er geen aarzeling. Geen twijfel. En dus beloofde ik: je kan op mij bouwen. Waarom het niet goed is afgelopen met Hilma? Omdat ze méér wilde dan ik, waarschijnlijk. En ook omdat ze soms van die "buien" had!!!

    24-11-2010 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    23-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.En het leven gaat zijne gang..

    Zoals beloofd en in verband met Maria, de oudste zuster van mijn dochter Gleicy, we hadden beide meisjes gedurende een eerste, preparerende, fase, als onze wettelijke petekindjes aanvaard en we werden door hen gewoonweg aangesproken als Rudo, Ligia, Tante en Nonkel. Vooral Maria weigerde ons resoluut als beschermende verantwoordelijken te herkennen. Zij herinnerde zich uitstekend haar biologische moeder en stiefvader en had met hen, gedurende verschillende jaren, samen geleefd (haar biologische vader had haar moeder, gedurende de zwangerschap, in de steek gelaten). De biologische vader van de drie andere kinderen, inclusief Gleiciane, is, gedurende de bijna drie jaar die ze in dat weeshuis hebben door gebracht, enkel en alleen maar ene keer, op een zondag, op gedaagd en het enige wat mijn dochter zich van hem herinnert is dat ze dezelfde huidskleur hadden (obviously). Ze herinnert zich niks meer van haar moeder (gelukkig).

    Maria had, gedurende de jaren van hun verblijf in dat weeshuis, het op haar schouders genomen zowat de figuur van de moeder te vertegenwoordigen ten opzichte van haar twee kleinere zusters, alhoewel ze er niet voor terug deinsde enkele goed gemikte meppen, hier en daar, uit te delen, wanneer ze oordeelde dat dat gepast was. Beide zusters echter hebben haar dat vergeven en signaleren voortdurend, tot heden, hun oprechte liefde, eeuwige dankbaarheid en oneindige onderdanigheid. Gedurende de periode van het peterschap brachten we de drie, of meestal de twee, kinderen (want de derde dochter had al een andere meter, die haar, af en toe, ook kwam afhalen), bijna wekelijks, bij ons thuis, naar het strand, naar de shopping, naar de bioscoop, naar de zoo, naar het play-station, naar ’t één of ’t ander feestje en waarom niet, ook af en toe naar een restaurant en zelfs naar mijn stamcafeetje (dat laatste eigenlijk meer voor mijzelf bedoeld natuurlijk, maar daar waren er toch ook Coca-Colaatjes en Fanta’s beschikbaar?). Met Gleicy hadden we absoluut geen last en het afscheid was altijd respect- en zelfs liefdevol, terwijl het met Maria, negen keer op tien, ruzie was. Ze deed alsof ze me niet verstond, antwoordde niet op mijn vragen, weigerde mij een hand te geven om de straat over te steken en trok voortdurend die tote van: ‘k willekiknie, ‘t is da nie, ’t is ’t ander, ‘k ben’t beu, enzovoort. Dat heeft zes maanden lang geduurd. Toen de kinderrechter ons verplichte een beslissing te nemen over de adoptie van één of zowel beide zusters heb ik de knoop door gehakt in verband met Maria. Maar hoezo Rudo, zult ge de twee zusters echt willen scheiden? Jaja, ik dacht ook eerst van niet, maar nu denk ik toch wel van ja (herinnert ge dat liedje van Bissegem?). Het jongste heeft onmiddellijke redding nodig en kan niet meer wachten op dromen, wensen en onvaste grond. Ik ben geen psycholoog en ben niet van plan daar een ingewikkelde studie over te realizeren. Tenandere het zijn halfzusters en gelijken bijna nikske op mekaar (nu, na enkele jaren, ben ik er mee akkoord dat ze iedere keer meer op elkaar gelijken). Het enigste wat ze gemeen hebben zijn de vlooien in hun haar en de wormen in hun darmen en dat heb ik allang opgelost. Bovendien en dat is het belangrijkste, Ligia was intussen al in een echte moeder om getoverd. Maria aanvaarde ons wel om de kosten te betalen maar niet om haar splinternieuwe ouders te worden, gehoorzaamde ons niet en beweerde dat ze onze meid niet was. Ik begreep dat wel en ook dat het moeilijk was voor haar, vooral op diene leeftijd, maar ik wilde mezelf gene jeuk bezorgen, om me daar jaren lang te kunnen scharten. Ze was de oudste, kende haar moeder en rekende erop dat ze die, vroeg of laat, terug zou ontmoeten. Bovendien stak ze haar zuster tegen ons op, loog en bedroog, terwijl ze nog in haar bed piste, zonder te vergeten de schuld op Gleicy’s rug te schuiven. Oké, in dat geval zijn we akkoord haar peter te blijven, zorgen voor uitstappen, kleren, feestjes, haar tanden en zelfs reizen, maar de grote trein, de trein van het leven, die heeft ze (toen) gemist. Ze was wel een beetje (verschrikkelijk) ongerust over haar toekomst en de fysische scheiding van haar zusters, maar het is nooit zover gekomen. Wanneer we uiteindelijk de nieuwe geboorteakte van Gleicy, van de Notaris, ontvingen, als resultaat van het vonnis van de kinderrechter, bewijzend dat ze nu definitief ons kind was (geboren van Rudo - vader en Serligia - moeder), heb ik haar dicht bij mij geroepen en alhoewel ze toen nog niet kon lezen, natuurlijk, heb ik beklemtoond dat het zich nu om een afgeronde zaak betrof. Dat wilde, onder meer, zeggen dat ze ons niet meer bij onze eerste naam moest noemen en ons ook niet aanspreken met de woorden “tante” en “nonkel”. Van de andere kant, ik wist dat Maria haar uitdrukkelijk had verboden ons "Papai" en "Mamai" te noemen (de algemeen gebruikte woorden, hier in Brazilië), hopend dat ze ooit hun echte, biologische Mamai, zouden heroveren. Mijn dochter bevond zich dus ineens tussen een steen en een harde plaats en ik heb het aan haar oordeel over gelaten hoe ze ons verder zou blijven aanspreken. De liefde was intussen al diep tussen ons drieën in geankerd, het samenleven een volledig succes, de school, de sport, de muziek, alles enfin, perfect. Het was een kwestie geworden van gezond verstand en zelfs intelligentie, om niemand, opzettelijk, te kwetsen. Ze zat op het bed, met gekruiste beentjes, peinsde wat, nam haar kin in haar handen en vroeg vragend opkijkend, na een minuut of zo: mag ik je dan Ma en Pa noemen? Natuurlijk, juichte ik, natuurlijk, overgelukkig van de perfecte oplossing. Met alle zekerheid, met alle genoegen, met alle geluk, mijn allerliefste dochter....

    Goed dat was het wat de aanspreking betrof, maar wat over de gevoelens? Met “Ma”, Ligia, was het direct opgelost: Gleicy herinnerde zich haar eigen moeder niet meer, stelde vast dat mijn vrouw dezelfde huidskleur bezat en de liefde en de bezorgdheid tussen beiden waren er met dikke pollepels van af te scheppen. Maar met mij was het niet zó danig gemakkelijk: ze herinnerde me eraan dat haar biologische vader een “moreno” (lichtbruine) man was, terwijl wij, Pá en dochter, twee verschillende huidskleuren bezaten. Kan dat, Pá? Ja, natuurlijk kan dat en het is maar een kwestie van geduld geweest; van alle dagen tientallen keren te herhalen hoeveel ik wel van haar hield, vertroetelde, naar bed droeg, kuste, beschermde, verdedigde, lief had, zoende, bewonderde, loofde, geloofde, vertrouwde, pronkte, stoefte... tot ze er eindelijk begon in te geloven dat.... jaja dat kan alleen maar mijn Pá zijn, onafhankelijk van zijn blanke huid, jawel zelfs lelijk, maar daar is nu absoluut geen twijfel meer aan... "Pá Rudo"!! en "Ei, Pá, eu te amo..!!!

    (NB: Maria is intussen altijd ons petekind gebleven en we hebben haar voortdurend blijven helpen, op alle gebied, ook met de studies en haar professionele opleiding, haar appartement, inboedel, telefoon, gezelschap en zelfs genegenheid. We hebben nooit iets meer gehoord over haar biologische moeder en nu, uiteindelijk, na zes jaar, wil ze toch wél door ons geadopteerd worden, ná al de kaap van de achttien jaar te hebben overschreden!??!! Kan dat?)

    Ook Gleicy is zich volop aan het ontplooien, Braziliaans Judo Kampioen (tot en met twaalf jaar, tot en met 53 kilo's - groene gordel), zwemkampioen, bemind door iedereen, vooral thuis, maar ook in de school, door kennissen en vrienden. Ze is ook nooit de domste van de ploeg geweest (zoals ikke bijvoorbeeld), weet wat ze wil en is volstrekt zelfbewust. Ze is verstandig, braaf en onschuldig. Ze is altijd gereed om aan mijn nek te hangen, mij omver te sleuren, mij naar onderen te duwen... de energie eigenlijk van een jongen, met de liefheid van een meisje... een werkelijke schat... en dus hup vooruit, naar de school, naar de zwemles, naar de judo, naar de cinema, naar de shopping, naar het strand... en verschillende keren al, een interview voor de lokale TV-zenders om over de positieve kanten van de adoptie uit te wijden en andere koppels aan te moedigen ook verlaten kinderen een huis te verschaffen... (dat is intussen al de vijfde keer geweest dat ze ons als voorbeeld aan het gebruiken zijn).

    Ze heeft natuurlijk ook een nieuwe naam ontvangen: Gleiciane Martins Van Leuven. Een vers Belginneke (daar moet ik later eens op terug keren, aangezien de Belgische Consul, in Rio, onlangs ontdekt heeft dat wij, Ligia en ik, haar eerst hebben geadopteerd en pas later officieel zijn getrouwd met elkaar, voor de wet, wat voor hem een duidelijke, onvergeeflijke, doodzonde betekende, genoeg om haar de Belgische nationaliteit te weigeren, plus een "excomunhão" van de Katholieke Kerk te veroorzaken).

    Ik ben ervan overtuigd geraakt dat zelfs eigen, bloedverwante, kinderen zelden zoveel genot verstrekken aan hun ouders. Toch zullen we het (onze eigen kinderen verwekken) nog eens proberen. Méér voor Ligia nu, dan voor mezelf, want ze is nog alle dagen aan het bidden en ze verwacht die gunst van Maria zonder enige verdere twijfel.

    Van de andere kant, de wettelijke echtscheiding van Hilma is er dan toch door geraakt. Dat betekende dat ik toen eindelijk toch met Ligia kon trouwen, die er eigenlijk echt nooit had op áán gedrongen. Ze heeft, zonder veel goesting, haar naam veranderd in Serligia De Jesus Van Leuven. We zijn getrouwd, alleen voor de wet, hier in Recife, op de achtste Oktober 2003, juist twintig jaar nadat ik haar mijn plechtige uitnodiging had geformuleerd met mij te vrijen en enkele uren daarna de heilige "daad" hebben bedreven. Het is een eenvoudige ceremonie geweest, zonder familie en vrienden. Ik had graag ook getrouwd voor de kerk (om Ligia een plezier te doen en zo haar natuurlijke droom te vervullen in het wit te trouwen in een atmosfeer vol met familie, vrienden en kennissen) enkele dagen later, in België, maar dat is niet mogelijk geweest, want de katholieke kerk, vertegenwoordigd door de episcopale overheden, heeft haar, beleefd maar streng, wijs gemaakt dat ze in een voortdurende doodzonde aan het leven is, omdat ze “vleselijke” betrekkingen onderhoud met een gescheiden man. Dat is absoluut van geen belang voor mij maar daardoor mag ze de heilige hostie niet opeten. Is me dat gene vuile smeerlapperij? Daarmee bennekik de schuldige, want Lígia was vrijgezel. En ze was nog speciaal eens gaan biechten, want ze wilde persé de hostie inzwelgen vóór ze kinderen zou krijgen. Ga met zo'n gerucht in uw oren gaan slapen...!! Ze zouden het water van diene ouderwetse Paus ook ne keer deftig moeten afsnijden. Diene middeleeuwse chiro-leiders-verkrachter.

    Wat later slaagde ik erin mijn huis in Rio te verkopen en mijn moto (een originele Harley Davidsson Electra-Glide 1200) op te kalefateren, ook met het oog op verkoop. Dat zou geld in mijn kas brengen, genoeg om al mijn lopende schulden af te betalen en nog poen genoeg overlaten om op andere investeringen te mogen denken. Hier en in België.

    Alles begon, eindelijk, te vlotten. Dacht ik.

    23-11-2010 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    22-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een raadsel

    Puntje bij paaltje gezet, ik moet toch eerlijk toegeven dat, gedurende die weken en maanden, de goesting om helemaal niets te doen mij langzaam begon te overwelven. Een beetje verlamd door het gevoel dat er nog zoveel te verwezenlijken was en zo weinig tijd om alles keurig te doen. Zonder energie om er mee te beginnen. Een beetje ontgoocheld van alles waarschijnlijk. Een gevoel van teneergeslagenheid. Opgegevenheid. Niets bewoog vooruit. Alles bleef hangen; zonder oplossing. De desktop computer geraakte kapot (Compaq), de zip-drive ook, de laptop was nog altijd kapot (ook Compaq), de handheld had nooit gewerkt (weeral Compaq), de water verwarmer ontplofte in een kortsluiting, er sijpelde regenwater in de auto, de bomen in Rio moesten dringend gesnoeid worden, de huurder van het appartement in het appart-hotel had het na een jaar opgezegd en ik moest een nieuwe huurder vinden in dezelfde omstandigheden, mijn bankrekeningen geraakten nooit ne meer boven nul (elke bevruchtingspoging betekende tweeduizend euro’s; in 't zwart), de echtscheiding (van mijn eerste vrouw) zat strak, de moeilijkheden met Maria verbeterden niets, mijn reis naar België geraakte er niet door, het huis in Rio was (toen) nog niet verkocht, de firma die niets besliste over mijn toekomst daar, de meid (een andere) in Rio die problemen had met haar zuster die haar kind terug wilde (later meer daarover), de muren van het appartement hier die hersteld moesten worden, de airconditioning van de auto die al zo lang kapot was, bijna alle kranen die druppelden, de wc´s die niet stopten met water te verversen... , .. in ´t kort: dát allemaal hier en 't zelfde nog ne keer in België. Had ik gene nagel gehad om aan mijn gat te krabbelen, op zijn minst, ik zou in vrede geleefd hebben, zonder al die bekommernissen...

    Vooraleer wat verder uit te wijden over Maria (nu al bijna negentien), nog altijd mijn wettelijk petekind en zuster van mijn dochter Gleicy, het is interessant te vermelden dat gedurende verschillende jaren, in mijn appartement in Recife, aan de zee, terwijl wij zelf verwoedde pogingen aan het aanwenden waren om kunstmatig kinderen te verwekken, wij dagelijks het suikerwater verversten van een drinkpanneke speciaal daarvoor aan het venster gehangen, juist naast mijn werktafel, waar er verschillende keren per dag, somtijds tientallen, vogelkes op af kwamen vliegen, terwijl ze piepend, zingend en vechtend de beste plaats trachtten te veroveren, mij bezig hielden en mij afleidden van mijn zwaarste zorgen. Het waren uiteraard geen mussen maar wel degelijk verschillende soorten kolibries en geelzwarte vinkskes, die absoluut aan ons gewend geraakten en zich zelfs ver in het appartement waagden en daar duikvluchten uitvoerden en zich rond en om ons hoofd bewogen, zeker dat ze er van waren dat dat hun gevangenis niet zou worden. Één speciaal vrouwke, dat door Ligia als "Divina" werd gedoopt, verraste mij op een zekere morgen, toen ik het venster open schoof en ze naar buiten vloog, in plaats van naar binnen. Bij nader onderzoek kwam ik tot de conclusie dat ze een nestje aan het maken was in een "samambaia" plant, op amper één meter vanuit mijn handbereik, wat ik niet eerder had opgemerkt. Sedert die dag ben ik vroeger op gestaan om het venster te openen bij zonopgang en te sluiten, nadat ze op haar nest terug was gekeerd, dat ze samen met haar manneke dagelijks voort heeft blijven bouwen, bij zonsondergang. Hun eerste poging heeft hen twee eieren op geleverd, die ze normaal gebroed heeft, terwijl ze gevoed werd door het manneke. Er zijn later twee vogelkes geboren, zoals ge kunt zien op de foto. Een jaar daarna hebben ze het nogmaals geprobeerd, in hetzelfde nest, maar diene keer zijn de eieren daarna uit het nest gevallen (of gestoten), want ze waren blijkbaar niet bevrucht geweest (er zat alleen maar wat slijm in).

    Schoon, nietwaar?

    God is toch wel een wreed schepsel, hé? Intussen is die hoere hier, die juist voor onze deur op de straat leeft, uit de vuilbak haar eten scharrelt, tientallen vreemde geslachtsziekten bezit, plus grote spataders en vlooien en schimmel tussen haar benen, terug zwanger geraakt. Haar vierde kind op één rij. En ze hoeft maar ene keer te fucken om prijs te hebben; tegen de straatpaal leunend, zodat de spermatozoïden bijna twintig centimeter verder moeten ploegen om op de bestemming te geraken..

    En wij intussen, meneer?? Nietenmedalle hé meneer!

    22-11-2010 om 21:24 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    19-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eindelijk, mijn eerste dochtertje!!

    Daar, in het kantoor van de locale kinderrechter, na ne hele hoop plechtige papieren en documenten te hebben gelezen en ondertekend en nadat ze ons leven volledig hadden uitgepluisd (vooral dat getuigschrift daar, van mijn goed gedrag en zeden, dat mij, oneindig veel jaren eerder, nog in Rumbeke, door het gemeentebestuur was verstrekt geweest, niet vooraleer diep in de ogen van de commissaris gekeken te hebben) werden wij, in minder dan tien dagen, aan twee zustertjes vóór gesteld (Maria, toen elf en Gleiciane, of beter Gleicy, met vijf) die we schriftelijk, onmiddellijk, hebben aanvaard als onze petekinderen. Later hebben we ontdekt dat er, in hun "tehuis" zich nog tientallen andere meisjes, in diezelfde toestand, bevonden...

    Een zekere vriendin van mijn vrouw had ons, gedurende de voorafgaande dagen, aangeraden voldoende aandacht te schenken aan het gehele ritueel om zo eventuele verrassingen te vermijden, zoals het gebeurd was met haar collega van het werk, die in een gelijkaardige situaties, ook een kindje had willen adopteren en toen ze, samen thuis arriveerden en beleefd haar leeftijd vroeg, want ze had, oocchhh, zo’n grote tandenéé, te weten was gekomen dat ze al vierentwintig was, want ze was een lief dwerginnetje, dat schatje, wat haar toch niet heeft laten vermurwen ze terug te dragen, vooral toen ze eraan toevoegde dat het kindje dat ze zo erg verlangde nog in haar buik zat...

    In ons geval betrof het zich, in feite, om drie zusters en één broertje. Het broertje was, toen, minder dan twee en zou later wettelijk geadopteerd worden door een koppel in het binnenland van de Staat van São Paulo. Het derde meisje was bijna vier jaar en had al een meter op de kop kunnen tikken, in Recife. De twee oudste meisjes verkozen samen te blijven en we hebben daar geen bezwaar tegen geopperd. Het oudste, Maria (toen al degelijk struis, hardnekkig en moeilijker om te plaatsen, 't schijnt) is eigenlijk een halfzuster van de andere drie. Het tweede, Gleicy, was tenger (duidelijk ondervoedt), gevoelig en hartveroverend en liet, vanaf het eerste ogenblik, weten dat ze echt naar moederlijke liefde en zorg aan het streven was. Ook ik werd niet vergeten en het duurde maar enkele dagen vooraleer ze zich rond mijn hals vast klemde en in mijn oor fluisterde: “nu zijde van mij!”. Wat een stamp in mijn maag, maar wat een muziek in mijn oren!! We weten niet wat er met de vader van Maria is gebeurd, maar wel dat de vader van Gleicy, een visser, aan de rechter bekend heeft dat hij niet meer voor zijn drie kinderen wilde (kon?) instaan. Wat de moeder betreft, we hebben later, beetje bij beetje, ontdekt dat ze opgepikt was geweest van de straat, samen met haar vier hongerige kinderen dus, rond 't joolend, zonder doel noch bestemming, na gedenuncieerd te zijn geweest door voorbijgangers. Zij is, na onderzoek, óp genomen geweest in een psychiatrisch instituut, terwijl de kinderen naar twee afzonderlijke protestantse “weeshuizen” (één voor het jongetje en een ander voor de drie zusterkes), door de kinderrechter, werden geloodst. Daarna blijkt ze dat instituut ontvlucht te zijn en nooit heeft iemand nog een woord over haar horen reppen. Toen wij aan de kinderen werden voorgesteld hadden ze daar al bijna drie jaar van hun leven door gebracht....

    Zoals we bewust waren, enkele maanden nadat we het peterschap hadden aanvaard, heeft de rechter ons voor de uiteindelijke beslissing geplaatst: de kinderen waren allebei vrij geraakt voor wettelijke adoptie en hij was zo beleefd het eerst aan ons te laten weten: ’t is nu of ’t is nooit! Met Gleicy hadden we geen enkele twijfel en dat probleem werd meteen geregeld. Met liefde. Ze is zo teder, zonder zwak te zijn. Uitbundig, zonder lastig te worden. Braaf en voorzichtig. Knap en lichamelijk perfect zonder een "Miss" te vertegenwoordigen (belachelijk eigenlijk). Lachend voor het meeste deel van de tijd, zelfs contaminerend, wanneer schaterlachend. Intelligent en zoals Júnior, met interesse voor de studie. Ze weent niet. Ze is niet koppig. Ze is beschaamd en zelfs wat schuw, wat geen nadeel is, als het beperkt of kortdurig is. Ze doet haar huis- en schooltaken zonder reclameren. Ze slaapt en wordt wakker op het juiste uur. Ze omhelst ons met kracht. Ze is niet slap of lui. Ze is gezond. Ze kraait niet (te veel). Allez, kom, ik zie er geen negatieve kanten aan. Zij is definitief de (geestelijke) zuster van Rudo Jr.

    Met Maria was het (toen) volledig omgekeerd. Maar dat zal ik voor de volgende post laten...

    19-11-2010 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    18-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De derde poging

    En daar streefden we opgewekt naar onze derde poging, kunstmatig kinderen te verwekken. We waren nieuwsgierig geweest te vernemen of de dokter zijn woord zou houden en Lígia met twee of zelfs met drie embryo’s proberen te bevruchten. En waarlijk, onze wens werd verwezenlijkt op de tiende dag van de maand van november (we hebben ze zelfs kunnen gade slaan in de microscoop, enkele ogenblikken vóór hun overheveling naar de baarmoeder en ze leken ons niet alleen groter en fitter te zijn, dan gedurende de vorige poging, maar ook gezonder en een beetje roosachtig gekleurd, zoals baby's). Wat de vele pillekes en nog meer piekuurtjes betreft (allemaal hormonen), die Ligia dagelijks in moest casseren (op het laatst begonnen haar billen er purper uit te zien), we hebben het voorschrift van Dr. Decleer (van Gent, die we daar ook geraadpleegd hadden, enkele weken eerder) gevolgd, want de dokter hier had, zoals de vorige keren, medicamenten vóór geschreven (onder meer Profasi - om de afstoting te bestrijden) die volgens de eerste alleen maar van dienst waren voor vrouwen die over eierstokken beschikten, wat bij Ligia niet het geval was. Ik had het hem niet durven zeggen want ik had, voordien, zijn aandacht reeds getrokken op twee andere, mogelijke, fouten, gedurende de vorige pogingen en hij zou me op den duur naar de hel zenden, vreesde ik. Het belangrijkste was wel de vereniging van het zaad met de eicel, met dat microscopisch instrument en de overheveling van de (levende) embryo’s naar Lígia's baarmoeder, i.e. de bevruchting op zichzelf te verwezenlijken en te hopen dat de eerste bloedtest wel degelijk positief zou zijn. Duimen dus...

    Nogmaals heeft ze zich, tijdens die eerste twee lange weken, gedragen zoals een verlamde mummie, alle mogelijke gevaren voor een miskraam ontwijkend, zoals plotselinge bewegingen, krachtinspanningen, verrassingen, schrik en alles wat daar verder méé gepaard gaat. Tot op de dag dat we de bloedtest moesten verrichten, had ze absoluut geen pijn of buikkrampen ondervonden (ik ga voort op haar woorden), had ze geen bloed verloren en de indruk dat we hadden was dat het deze keer zou slagen (ik heb altijd dienen indruk). In feite zouden we het resultaat die volgende dag al kunnen gekregen hebben, maar ik moest dringend op reis naar Salvador en ik zou het dus pas twee dagen later, persoonlijk, in handen kunnen krijgen. Van de andere kant, ik verkoos te vermijden dat Lígia het alléén in handen kreeg, alhoewel, daar ben ik zeker van, haar de moed daarvoor niet ontbrak. Ik besloot het resultaat te verkrijgen, in Salvador nog, langs het internet om. De gehele morgen had ik gewerkt, weliswaar bevend van de spanning, tot ik me áf kon zonderen in mijn hotelkamer om mijn vonnis daar onderdanig te aanhoren. Als de nood het hoogst is, is de ramp nabij. Of beter, een ramp komt nooit alléén. Het scherm van mijn notebook (laptop), op het ogenblik dat ik mijn computer op startte, gaf het te weten, waarschijnlijk door een inwendig gebroken draad of contact, wat betekende dat het praktisch onleesbaar werd. Net zoals een voortdurende storing op een TV scherm. ’t Moest lukken natuurlijk. Er was amper genoeg onderscheidbaar om de verbinding te kunnen maken en zelfs de “site” van het laboratorio te bereiken, maar nummers waren gewoonweg onleesbaar. Ik besloot de functie “zoom” in te schakelen en alhoewel het een bijna onuitvoerbare taak bleek, meende ik toch enkele nummers te onderscheiden. Het eerste schijnde een "twee" te zijn. Niet slecht voor een drieling. Het tweede, kon ik, mijn ogen fel toenijpend, bijna herkennen: een "zes" misschien? En het derde, geleek op een "acht", of zowel een "nul". Maar wat is dat daar? Een komma of een punt tussen de twee en de zes? Dat zal een misse geweest zijn. Dat kan toch niet? Heel waarschijnlijk een typefout. ’t Zal 268 zijn of zowel 260. Uitstekend voor een drieling. Maar die komma stak me toch wat tegen. En geen klein beetje. Zou het een haartje kunnen zijn op mijn scherm? Of in mijn soep? Enfin, ik heb er een half uur lang, verdoofd, op zitten staren. Tot hij helemaal niet meer weg te cijferen was. Diene klootzak. Dan heb ik Lígia verwittigd. Ze bevond zich alleen thuis en ik kon haar amper horen snikken over de telefoon, alhoewel ik er aandachtig óp lette. Ze zal, ná onze langdurige stilzwijgendheid, want ik kon geen woorden uiten, wel ne hele pak tranen hebben laten vloeien, nadien, verdacht ik. Het schaap. Weeral eens ontgoocheld. En ik heb er ook ééntje laten ontsnappen.

    Het woord "opgeven" bestaat natuurlijk wel. Niet noodzakelijkerwijze bij mij, maar Lígia gaf soms tekens van vermoeidheid. Vier soorten hormonen per dag. Oraal, vaginaal en inspuitingen overal, de armen, de billen, links en dan rechts. Ik voelde me er zó schuldig van... Tweeduizend Ave Maria’s en driehonderd paternosters waren echter niet voldoende geweest om God te vermurwen en onze wens te vervullen. Spijtig eigenlijk dat ze daar God altijd bij haalt. Zo lijkt het erop dat Hij het echt niet wil. En ze begon er in te geloven ook nog. Ik dacht nog bij mezelf: rap mijn broer eens verwittigen in België, die op de hoogte was van onze nieuwe poging, zodat hij kon verhinderen dat Mama nutteloos kaarsjes bleef verbranden.

    Het is hier misschien gepast uit te leggen wat de nummers van die bloedtest precies willen zeggen: hij meet het niveau van een speciaal hormoon (HCG - Hormonio Corionico Gonadotrofico Sub Unidade Beta - enkel geproduceerd door de eventuele "schepsels in de maak"), uitgedrukt in mUI/mL. Als dat nummer kleiner is dan vijf, dan betekend dat, dat de vrouw niet zwanger is (negatief). Als het nummer tussen de vijf en de vijfentwintig schommelt wil dat zeggen dat het mogelijk is dat de vrouw zwanger is, maar dat dat moet bevestigd worden door de dokter met een “ultrasom” onderzoek. Als het nummer hoger is dan vijfentwintig betekent dat dat de vrouw zwanger is (positief). Als herinnering, de twee eerste pogingen hadden beiden ongeveer "tachtig", opgebracht na vijftien dagen en die nummers waren terug gezakt naar 0,00 ná dertig dagen. Gedurende de derde poging, in Salvador, op het kapotte scherm van mijn laptop, had ik dus 2,60 weten te onderscheiden, als resultaat van de eerste bloedtest, wat Lígia daarna heeft bevestigd, persoonlijk, in het laboratorio in Recife.

    Na het stopzetten van alle medicamenten heeft ze wat gebloed gedurende enkele dagen en na nog ne keer veertien dagen gewacht te hebben, hebben we de dokter op gezocht om Lígia te laten onderzoeken voor eventuele nasleur van de vorige mislukte bevruchting. Resultaat, gedurende het echografie onderzoek heeft hij een "zakske" ontdekt in haar baarmoeder, de grootte van een "kind in ontwikkeling", dertig dagen oud, volgens zijn schatting. Lígia is er onmiddellijk van overtuigd geraakt dat haar verwoedde gebeden dan toch eindelijk aanhoord waren geweest in de hemel. Een echt waar mirakel dus. Een ongelooflijke stunt van de Heilige Maria. We moesten binnen de vier dagen terug keren om na te gaan of het "zakske" aan het groeien was of niet, want het kon zich ook om "'t één of 't ander overblijfsel" betreffen, dat eruit zou gestoten worden door middel van een nieuwe bloeding of zowel, opgeslorpt door het lichaam. In alle geval, de hoop was terug fel aangewakkerd, ineens. Moest het "zakske" werkelijk aan het groeien zijn, dan zouden de kansen op een kind enorm groot zijn natuurlijk, maar dat moest dan terug bevestigd worden door een andere bloedtest.

    Lígia was terstond terug naar de sofa afgezakt en ze lag daar weer wreed te "broeden". Ik ben maar rond aan het dwalen geweest, soms uiterst blij en dan toch ook weer wreed ongerust: zal het weeral naar een ontgoocheling streven? Hoe moest ik me gedragen? Hoop verstrekken of hoop stelen. Het gevaar bestond dat Lígia er mij op den duur zou van verdenken de oorzaak te zijn van een eventuele slechte afloop. God straft de mensen die niet in hem geloven...

    De dokter had zich vergist natuurlijk. Het was geen "zakske" in de baarmoeder maar waarschijnlijk een vastgeklemde scheet in haar dikke darm, daar juist achter. Wat we eerder gezien hadden was intussen, gedurende het tweede echografie, al verdwenen. "Gone with the wind", zoals men het uitdrukt. Mirakels bestaan niet. Soms droomt men wel van één, maar enkel als het absoluut nodig is.

    Dus, die bladzijde mocht ook weeral omver geslagen worden. Niet ná bevestigd te hebben dat de wetenschap, in feite, nooit mist. Als de kansen op succes, gedurende elke bevruchtingspoging minder dan dertig percent bedragen, dan had ik al twee keer de wetenschap uitgedaagd. Weliswaar heeft die zich daarna gewroken, mij mijn kansen terug af pakkend toen die kansen voor mij groter werden, met name zeventig percent, eens de bloedtest positief was geweest, ná de eerste vijftien dagen. De derde poging echter had een totaal normaal resultaat: negatief na de eerste twee weken...

    Ik beloofde mijzelf gedurende de lente af te zakken naar België, om het daar opnieuw te proberen met Dr. De Cleer. En daar zou het uiteindelijk wel lukken, oordeelde ik. Met originele Vlaamse eicellen. Betere kwaliteit. Grotere weerstand. Taaier. Langer uithoudingsvermogen. Onbreekbaar. Niet te vervangen door een scheet. Maar Ligia had andere gedachten.

    Toen we thuis arriveerden, nog met een hartstikke traan in onze ogen, nam ze mijn hand in haar handen en zei ze, zonder meer: “Laat ons gaan”. Ik wist niet precies wat ze bedoelde, waar ze naar toe wilde gaan, of waarom. Maar ik heb niet tegen geprutteld, want ik voelde me te zwak en zonder verdere redens of argumenten. Ik begreep maar echt wat ze van plan was, toen we het gebouw binnen stapten waar een plaatselijke kinderrechter een kantoor betrok.

    (Volgende post, meer daarover)

    18-11-2010 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    17-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herinneringen uit de Broederschool van Roeselare (1953/54)

    Hier volgen enkele herinneringen, opgestuurd door mijn oudste broer F., uit de overwelmende, alomheersende en welbeminde Broederschool, van Roeselare:

    "Mijn eerste schreden ter Broederschole gebeurden per pedalen.

    Ik had net in het eerste leerjaar de juf in mijn fantasieën opgevrijd met als enige concurrent Mark Vandoorne, die mij zijn zus Greta aanbood als compensatie en dat ik ook de eerste mocht zijn.

    Het was mij dan ook een hele eer aan haar pupiter te mogen komen om mijn klaswerk te laten nakijken. Ja ’t is waar, ik heb niet naar mijn blad maar in haar gedécolleteerde bloeze gekeken.

    Na de oorlog hadden de vrouwen meestal dikke tieten. Kreeg een rode kop, en ze zei, je moet toch niet beschaamd zijn, ge hebt maar één foutje. Dat is: naar de meiskes kijken.

    Van toen af was het duidelijk met welk affrontelijk gebrek ik zou te maken hebben in mijn leven. Ik heb mij er dan ook nooit tegen verzet. Zelfs de peeren zag daar geen kwaad in, vermits wij bondgenoten waren, zo zou later blijken. Wel heb ik wegens "nie weten wa gezeid" in de biechte, dat een paar keer opgeworpen toen wij in drongen naar de biechtstoel van de OLVrouwkerk werden geleid langs de Ardooiesteenweg, afslag Mariastraat, in gedachten verzonken, of ik mij echt schuldig zou gemaakt hebben met oog te hebben voor tschoonste van Gods schepping. Goed beseffende dat God zelf een vrouw schiep tot zijn genoeglijke behoeften, en Adam mocht er ook van genieten. Maar moest van de appels blijven. Tkon niet blijven duren met dat vervelende liegen vloeken vechten, tong uitsteken, tegenspreken godveren.

    Ge zit hier nu allemaal te glunderen bij mijn vervolg, net als die paster. Mannen hé, het was maar mijn zuster die begripvol bewonderend mijn woorden uit mijne mond peuterde met haar vingers, net zoals ik dat mijn neusbollekes deed.

    Ja ik heb verteld. Kort.

    Maar de paster en Hilde hebben het wel lang getrokken.

    Twas over Anne-Marie Goedgeluk, zuster van Jean, Lilianne, Paul, Pierre en Leon. Kheb een paar schaamhaarkes gezien, en mijn ogen niet afgewend toen ze op haar terras in babydol-achtige bikini zat te zonnen. Kzag het net toen ik al uren zat te gluren in de slaapkamer die ik met Rudo deelde, met één venster naar het zuiden en de andere naar het vagevuur. Jawel, tvuur schoot in mijn broek. En kwas bang dat ik voor die geile gluur een vage ging krijgen. Gelukkig, Fonzie was niet thuis, maar wel Mark van de chef. Die had het ook gezien, had meer moed dan ik en toog erheen, op het terras. Kon niet anders dan mijn vondst in bescherming te nemen. Feiten zijn er niet gebeurd, wel hebben we beiden ooneerbare voorstellen blijven herhalen om wat meer te tonen, en Mark was zelfs bereid tot wederdaad. Twas meer over de fantasieën daaromtrent, dat de paster mij ondervroeg. Aan dat geen gebrek voor mij. En de paster nestelde zich dieper in de kussens, en legde zijn oor zo dicht tegen de drie-op-een-rij rooster, dat ik zijn oorharen in mijn ogen voelde. Het had dus allemaal met haren te maken.

    En wa gingde gij met die schaamharen doen?

    Vuile manieren.

    Wavoor vuile manieren.

    Stressen vlechten gelijk bij mijn zuster, op haar rug springen en aan de stesse trekken, want ze was mijn peird.

    Nog vuildere manieren. Paardje rijden op zijn hondjes.

    En waar hebt ge da geleerd?

    Ik kon toch niet zeggen, kwetet nie. Toch nie met zo’n IQ die ik te verdedigen had. Kdacht nog, tis beter als ge niets hebt, dan moet ge het ook niet verdedigen. Als daar zijn punten, broers, gelukkig maar één zus, speelgoed, kleurboeken, den hof, en ook, mijn kamer, want we hadden allemaal een genoot.

    D. met G.epoepe, Jootsen aan de voeten van moeders bed niet wetend waar de klepel hing als vader zijn regel uithaalde, ik met Ruuten tuuten veugelmuuten. Het was een heel hinderlijk genot.

    Hilde had immers een kamer alleen, aan de straat , op de hoek, zodat ze de fietsende Tillo, en veel andere jongens kon gade slaan die al vroeg naar school fietsten. Tmoeten er veel geweest zijn, want ze kwam altijd als laatste naar beneden als de stuuten al op waren.

    En waar heb ge da geleerd?

    Van mijn zuster.

    Haha, uw zuster weet dus alles.

    Ja.

    Ze heeft u dus voorgelicht?

    Ja, Twas zware kost.

    Waar dadde?

    Onder de lakens. In het bed van D..

    Kwas altijd op mijn hoede om de aandacht af te leiden naar andere slachtoffers in geval van nood. We waren ne keer onder de lakens aan het vergaderen, met stil gegiechel, als Hilde voorzichtig op de deur klopte. We dachten eerst nog dat de peeren iets gehoord had, en begonnen te zweten aan ons tenen. Twas Hilde. Of ze mochte meedoen. Neenee, tis hier vinteconference. Kga ne keer wa vertellen over de jongens, wa da geilder nog niet weet.

    Tis goed; ge meugt meedoen.

    En ze kroop ook onder de lakens. Triekt ier naar zweet, pies en protten. Maar theeft haar niet belet om ons voor te lichten. Dat als ge pubert, er haar groeit, overal. Dat komt omdat we van de apen afstammen. Ja ook daar. En ze wees naar daar. En wij voelen aan onze bovenlip, onder oksels en borst. Nee niet daar. DAAR! En ze wees naar de zuidpool. Bij mij toch, maar ik ben dan ook een meiske, en ik ben dus al rijp. De mannekes moeten nog een beetje wachten. Tis waar dacht ik, bij G.sen staat er nog niets op zijn kiekenborst, en ik overwoog om in Hilde euren toiletzak een zwart potlood te nemen om mijn snorharen wat bij te werken, wat zij ook gebruikte dat voor hare wenkbrauwen om er nog een meer doordringende blik mee te creëren.

    Wat kon ik meer zeggen tegen de paster.

    Tbegon daar ook al goed te rieken naar zweet pis en protten in die biechtstoel.

    Kheb al vele keren voor schut gestaan met die ongevraagde sexuele voorlichting van Hilde. Op dat gebied had ze wel een merkwaardige IQ.

    Dus zat ik bij Meester Joye in het tweede studiejaar.

    Met de velo naar school. De grote school, met ne kleine velo. Gekregen van Sinterklaas, in okkasie, waarschijnlijk van de zoon van de vismarchand, waar we later ook nog een pedaalautootje van geërfd hebben.

    Meester Joye: OET JUNDER FROETE.

    De blonde vlaskop, arisch ras. Gevleugelde neus. Speeltijden komen en gaan met belgerinkel.

    Katjeduuk, aantikkertje, zakdoekske leggen, sleerbanen trekken in de winter, en met de marbels spelen in de zomer, of pekkelen. Klauw was niet mijn specialteit. Wel om dingen te “gebruiken” zoals vuile boekskes uit den buro, of uit de kast onder stapels oude onderbroeken in mijn gedeelde kamer met Rudo. Klauw was ook het beste verdedigingsmiddel van mijn zuster. Later was er “tussen twee vuren” en volly-bal.

    En achter de meiskes zitten vaneigens, van de meiskesschole.

    Maar ook Olympische Spelen, Spel zonder Grenzen, circus, bivakkeren in de wei. Veel later party’s organiseren.

    Joootsen optredend om te dicht bijeen kruipende koppels uit elkaar te wringen, met een voorstel om samen stripverhalen te lezen. Ik had dat voor met Dina, en D. met Rita. De leesboekskes in het tweede moeten jaren meegegaan hebben, want de blauwe drukinkt was zodanig beduimeld met zweetvingers, en ezelsoren zo dun als sigarettenblaadjes. De tafels van optellen en aftellen tot honderd stonden op fiches. In verschillende kleuren. Voor als de meester een uiltje wilde vangen en ons liet inoefenen na het gedreun van opzeggen. Dat Broeder Frans van het eerste kwam vragen op te houden, omdat zijn poppekastvertoning net spannend was. Het was in dit schooljaar, eens de Sinterklaas, Kerst-en Nieuwjaarsdagen voorbij, alle gepaard gaande met brieven, wij in de vriesmaand februari op bedevaart trokken naar Rumbeke ter ere van de heilige Blasius. Menigeen heeft zich in de handen geblazen, vooral zij die hun handschoenen tussen de rekkers van hun fiets hadden laten zitten, zoals ik. De meesters niet, want zij hadden een halte ter hoogte van Alfons Deleenheer in de Mandellaan, en even verder in De Zoete Pinte. Prevelend bereikten we de kerk, beloond met daarna een bezoek aan de kerremesse. We kregen toen nog één zondags frankske. Dat was goed voor ene keer schieten met een geweer met stopselke, een ritje op de molen, in de hoop de floche te bemachtigen, en een appel op rode stroop op stok. Hilde was van deze uitstap verschoond, had dus ook geen aflaten verdiend, en vond de lippen van haar broers het aflikken waard. De andere zondagen liepen we met ons frankske naar het snoepwinkelke naast het soepkot om de hoek van de Albertstraat. Vlezekes en zwarte rekkers waren in trek, alsook zuurkes en totetrekkers. Heel wat anders dan de zomerkermis. De boxauto’s waren daar favoriet. Kheb daar menige blauwe plek aan over gehouden van te veel gazze te willen geven bij de achtervolging van dat meiske van Leferes. Daar hoorde je nog eens Paul Anka of Elvis Presley met “It’s now or never”. Dus bracht ons dat op het idee een kijkje te nemen bij de schommels waar vooral meiskes op de beize werden aangedreven door een vrijer of zo, en wij maar een glimp trachten op te vangen van de inhoud onder de opzwaaiende rokken. Kspreek wel in eigen naam. Voor de echte koereurs was er een attraktie van TORCK met pedaalauto’s om ter eerst. Je voelde zo dat het stuur al afgelekt was door iemand anders, van de inspanning. Zie verder onder de rubriek VRIJE TIJD en FRATSEN in de Spanjestraat 29."

    17-11-2010 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    16-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van helden en opdringers

    Ik had me eigenlijk al eens nerveus gemaakt op de luchthaven van Recife. Iedereen weet hoe perfect ik ben opgevoed geweest, hoe gehoorzaam en braaf ik altijd ben geweest, hoe ik de oudere en hiërarchisch belangrijker mensen altijd beleefd en zelfs bewonderend áán heb gestaard, hoe ik de regels respecteer, niemand uitdaag, mijn ellebogen niet gebruik (niet figuurlijk alleszins), niemand tracht te kwetsen (uitzondering gemaakt voor mijn broer G., die, om shieker te schijnen dan hij in werkelijkheid is, er niet voor terug deinst zijn glas bier uit te drinken met een rietje), geduldig in de rij plaats neem van de supermarkt, geen vloekwoorden aanwend, niet te veel lawaai maak, de anderen niet aambeteer met kletspraat, enzovoort..., allez kortom, nen echten fijne meneer.

    Van de andere kant, ik kan absoluut geen enkele onrechtvaardigheid aanvaarden, geen enkele arrogantie, geen opdringerigheid, geen onderdrukkers, geen domme en uiterst ignorante mensen, geen wreedaardige en zich van het geweld bedienende smeerlappen (terwijl ze zichzelf veilig verbergen, zoals diene smerige Busha, die de eerste tien uren ná de ramp in de torens, ijlings op vlucht is geslagen), mensen die alleen maar vooruit geraken op de rug van de anderen, die oordelen dat de "regels" alleen maar voor de anderen gelden, de gevormde rijen niet respecteren en ongenaakbaar de eerste plaats willen innemen, enz..

    Dat laatste, vooral, maakt me ontzettelijk nerveus en het is al verschillende keren gebeurd: in de supermarkt, in de bank, in het postkantoor en... in de luchthaven.

    Ik moet eerlijk bekennen dat mijn tolerantie daar NUL voor is. Ik móet protesteren, reclameren, mijzelf vóór hem (of vóór haar, jong of minder jong, het is mij eender gelijk) stellen en mijn rechtvaardig verdiende plaats innemen.

    De eerste reactie is trachten kalm te blijven, maar dan stijgt het bloed naar mijn hoofd en het moet er uit. Ik begin zelfs te beven...

    En dat was weeral eens gebeurd, die dag. Ik stond rustig in de rij om mijn inscheepkaart te ontvangen (de vlucht was, vanzelfsprekend, vooraf gereserveerd geweest) en ineens komt er een koppel aan. De vrouw heb ik zelfs niet gezien want ze bleef, inderdaad en noodzakelijkerwijze, achter mij staan. De man niet. Hij streefde rechtstreeks naar het balkon af en drong zich op, maar aangezien alle bedienden bezet waren bewoog hij zich ongeduldig van links naar rechts, wachtend op de eerste die vrij zou geraken. Niemand keurde hem af, niemand maakte aanstalten hem te verhinderen. Het bloed stroomde gloeiend door mijn aders. En dan kwam er één bediende vrij. Ik ben niet precies klein of onopmerkelijk, doorzichtig, of zowel helemaal "onzichtbaar" (alhoewel ik daar soms naar verlang, iedere keer dat er een dronkaard, of een “puta”, naar mij zit te gluren in een café, wachtend op een kans om mij een extra druppel af te peuteren, of zowel, een bedelaar, die er vanuit gaat dat, als ge naar hem kijkt, ge medelijden voelt). Er stonden nog twee andere mensen, vóór mij, in de rij, maar ik besloot dat niet in overweging te nemen. Ik pakte mijn valiesje op, zette vijf stappen vooruit, zette mijn valiesje terug op de vloer, voor het balkon en rechtte mij, zonder tegen te kunnen gehouden worden, óp. Juist tussen die aandringer en een vrouw die het op dat ogenblik aan het aftrappen was. Eerlijk gezegd, ze hebben beiden van de stoot gedeeld, maar ik voel me verplicht eraan toe te voegen dat mijn doel zijn schouder was geweest. Hij was blijkbaar verrast want nooit had iemand dat eerder met hem durven doen. Ik wendde mij naar hem toe en verklaarde luid, zodat iedereen, niet alleen voor en achter het loket, maar ook in de andere, aangrenzende rijen wachtende mensen, het kon horen, dat "de moeder van diene smeerlap waarschijnlijk aan het sterven was. Vandaar zijne haast. "Maar NÁ mij, a.u.b." voegde ik er strak aan toe". Neeneetje, ik heb al een reservatie, beweerde hij. Fuck you, ga in de rij gaan staan, zoalsekikke. De bediende vroeg mij haastig welke bestemming ik had en op welk uur. Toevallig was het voor dezelfde vlucht als dat koppel en zíjn haast was dus ook míjn haast. De ambtenaar zorgde direct voor mijn instapkaartje maar de vent bleef maar naar mij staren. Ewel, waddist, wilde op mijn schoot meereizen misschien? Terwijl ik hem duidelijk de bult in mijn broek toonde. Gá in de rij staan, "seu estúpido" (ik had dat al eens eerder voorgesteld aan een vrouw, ook op de luchthaven, enkele jaren eerder, terwijl ik in stond te schepen en zij zich opdringerig, persé vóór mij wilde persen om rapper bediend te worden. Ze had eerst verrast óm gekeken, terwijl het meisje aan de check-in een glimlach niet had kunnen onderdrukken en dan was die verschrikkelijk lelijke, opgemaakte, kalle, tierend weg gelopen omdat ze hare man zou gaan halen om mij eens deftig te beantwoorden. 't Kan me niet schelen, had ik haar nog ná geroepen, eraan toevoegend dat ik zelfs plaats had voor twee en dat hij waarschijnlijk toch een "potter" was om met zo een lelijk scharminkel getrouwd te zijn. Ik heb toen niet op haren vent kunnen wachten, maar 't schijnt dat hij achter mij gezocht heeft. Op het vliegtuig heb ik dan rap van hemd veranderd, want hij was politiecommissaris en in zo'n geval hebde toch nooit gelijk). Terugkerend op mijn geval van vandaag: nadat ik mijn ticket had ontvangen heb ik de bediende nog gewaarschuwd dat de volgende in de rij dát meisje daar was, dat eerst vóór mij had gestaan, maar ze had ook eerst háár zaken niet zelf verdedigd. Diene viezerik heeft dan nog eens vijf verdere minuten moeten wachten, tot hij bediend werd. Dat verstrekte mij tijd genoeg om terug kalm te worden, nogmaals mijn hemd te vervangen, mijn donkere bril op te zetten (met glazen die gelijken op de bodem van een wijnfles), een dikke boek (met grote letters) onder mijn oksel te schuiven, mijn pruik in goed overwogen verwarring te brengen en mijn dikke lippen op een puntje te spitsen om daarna met mijn tong op mijn gehemelte een zuigend geluidje te doen klinken, mijn schouders wat achteruit trekkend en mijn borst wat naar voren, terwijl met mijn heupen naar achter en naar voor wiegend, duidelijk een onzedelijke beweging ná bootsend, allemaal om te bewijzen dat ik echt bestond, geen schrik had van niemand en genoegen vond in het leven. Eens in het vliegtuig, terwijl hij zijn bagage aan het arrangeren was in het rek, heb ik hem nog ne keer een extra ferme stoot in zijn lenden gegeven, terwijl ik voorbij passeerde, maar hij heeft er blijkbaar niet op gelet...

    16-11-2010 om 20:47 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nota Bene

    In verband met één van de vorige post's (D. en de Beerput) en na zorgvuldige herlezing, voel ik mij verplicht er aan toe te voegen dat ik niet altijd een geschikte doek ter hande had, terwijl ik, alleen in mijn slaapkamer, mijn gedachten liet beheersen door vuile boekjes. Meerdere keren waren de korte sokken van F., die doelloos op de grond, onder zijn bed, lagen, mijn reddende oplossing en op zijn minst ene keer heeft onze wijze broeder er over geklaagd tegen onze niet begrijpende Mama, dat zijn kousen nog nat waren.

    16-11-2010 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    15-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Braziliaanse vriendinnen en meiden, twee keren lust en zonde

    Het was werkelijk een superfeest (zie vorige post), met méér dan honderdtwintig uitgenodigde aanwezigen. De feestzaal was volledig versierd en de tientallen lange tafels waren bedekt met witte lakens die bijna tot aan de grond reikten. Ze had (mijn ex-meid), toen ik daar aangekomen was, zuchtend en zonder schaamte, voortdurend naar mijn “crotch” zitten staren (iedereen weet natuurlijk wat een "crotch-watcher" betekent), terwijl ik hier en daar mensen herkende en aansprak. Ik had echt geen goesting om dat vuur terug aan te wakkeren, maar ge kent dat, de drank, de muziek, de rook, de gezellige verlichting, de vele knappe meisjes, de algemeen ontspannen en zelfs vriendschappelijke, sfeer…

    Op een gegeven moment begon ik een stoel te zoeken voor mezelf, aan één van de tafels, toevallig dicht bij de rechtstaande moeder van de verjaarster, onze oude en uitbundige vriendin waarover ik vroeger al eens geschreven heb. Het duurde niet lang vooraleer ze zich schuin voor mij néér zette en we in een oppervlakkig gesprek verzeild geraakten, voor zover dat mogelijk was, met al dat lawaai. Háár moeder (die me vroeger had doen trillen van het genot, veroorzaakt door het voortdurend wrijven terwijl we dansten, herinnert ge dat?) geraakte er ook bij en wat later kwam haar zuster, de jongste, het team compleet maken. Iedereen was vrolijk en ontspannen. Ik zag scheefweg dat de meid (laten we ze Creuza noemen) struikelend over enkele stoelen, onopgemerkt, dichterbij was geschoven, naar onze tafel toe. Ze deed alsof ze een vork, of iets dergelijks, op de grond had zien liggen, bukte zich en verdween gewoonweg tussen de tafels en de stoelen, uit mijn gezicht. Ik vermoedde onmiddellijk dat ze iets in haar hoofd had. Misschien zelfs wraak?

    De vrouwen aan de tafel waren nu luid aan het ná gaan wie er nog niet en wie er al wel aanwezig was en ik vond me een beetje vergeten in mijn kant, voor enkele momenten. Het duurde echter niet lang vooraleer ik een tikje aan mijn schoen voelde. De meid was erin geslaagd, onopgemerkt, onder enkele nabijstaande tafels te verdwijnen en vandaar uit tot onder de mijne te kruipen. Met dat tikje maakte ze meteen duidelijk dat ik me niet moest verrassen. Ik moet eerlijk bekennen dat het gedacht van wraak, van haar kant, me in het hoofd bleef spoken. Van de andere kant, waarom juist hier en op deze manier? Ik besloot het risico te aanvaarden en haar aanwezigheid, onder de tafel, aan de dichtbije gastvrouwen niet te verraden, wat tenandere ook zijn eigen gevaren kon teweeg brengen. Zo gedacht, zo gedaan en ze had mijn broekrits al open geprutst, vooraleer ik eigenlijk besloten had geen weerstand te bieden. Zoals vroeger had ze geen enkele moeite haar buit uit mijn onderbroek te vissen en nog minder haar natte lippen erover heen te schuiven. Ik durfde mij, vanzelfsprekend, niet bukken om, opvallend, onder de tafel te loeren en nog minder het tafellaken op te heffen, om vast te stellen wat er daar precies gaande was. Het begon er op te gelijken dat ze er weeral eens echt haar werk van wilde maken. Niemand zou haar missen, dacht ze waarschijnlijk. Ik, van mijn kant, vertrouwde erop dat iedereen me gerust zou laten terwijl ik van mijn glaasje bier aan het genieten was en niemand zou verrast zijn moest ik daar mijn tijd voor nemen. Dus zakte ik wat verder vooruit op mijn stoel om het allemaal wat gemakkelijker te maken. Voor mij en ook voor haar. Ik voelde haar altijd overvloedig speeksel naar beneden glijden, tot onder mijn zak. Echt relaxeerend en toch enorm geil. Ik sloot halvelings mijn ogen om er beter van te kunnen genieten. De luide muziek en het omringend gekletter begonnen mij nu meer op een zacht geruis te gelijken en ik begon me alléén (samen met de meid erbij, natuurlijk) in de feestzaal te voelen, terwijl ik me afvroeg hoelang ze het wel zou blijven volhouden. Haar voortdurend opengesperde kaakbenen zouden tot krampen kunnen leiden, vond ik, bekommerd. Blijkbaar vond ze dat ook en begon voor een kleine ontspanning te zorgen, terwijl ze haar tong in werking stelde, zonder dat ik de tijd kreeg de koelheid van de omringende lucht te ondervinden. Iets wat gerust uren zou mogen duren...

    Plotseling, echter, werd ik terug tot het leven geroepen met een elleboogstamp in mijn lever door de zuster van de gastvrouw die, met veel lawaai, juist aan mijn rechterkant was neer geploft. Ewel, zijde gij al dronken misschien…?

    Eerlijk gezegd, ik voelde mijn erectie, terstond, ontsnappen. Zó groot was het verschot geweest. De zuster (de die, die vroeger, zo in de wolken was geweest van anale seks) draaide zich half naar mij om en begon luid over haar ex-lief te klappen. Dat hij zo dom was en zo dit en zo dat en dat ze het nu wel beu was geworden met Brazilianen te vrijen, die er alleen maar op uit waren van haar gebruik te maken en geen echte, durende relatie wilden aangaan, niet serieus waren, enz.. enz… om dan geïnteresseerd te vragen of ik toevallig geen andere buitenlanders kende die ik aan haar zou kunnen voorstellen, enz…

    Ze had daarbij onschuldig haar rechterhand boven op mijn rechterdij gelegd, terwijl ze haar linkerarm, achter mijn rug om, op de stoelleuning liet rusten. Ze liet haar hand daar gedurende enkele minuten, vriendschappelijk en zelfs broederlijk liggen, terwijl ze voort aan het tateren was. Ze had zich nu helemaal naar mij omgedraaid en door het praten heen begon ze haar hand voortdurend op en neer over mijn bovenbeen te bewegen, net alsof ze haar woorden daarmee wilde beklemtonen. Het feit dat de meid, op geen enkel moment gestopt was met haar recupererend werk, plus het voortdurend bewegen van het hand van de zuster, onbewust vermoedde ik, dichter en dichter naar mijn buik toe, zonder dat ze wist wat er op minder dan vijftien centimeter afstand aan het gebeuren was, bezorgde mij opeens een rillende, heroplevende, reactie, die zeker niet aan de aandacht van de meid ontsnapt kon geweest zijn. Zij zag natuurlijk wel, in de heersende schemering onder de tafel, hoe de hand van de zuster onschuldig maar voortdurend heen en weer over mijn bovenbeen had gewreven en waarschijnlijk, dacht ik, was ze die oplettend aan het trachten te ontwijken, terwijl ze haar eigen handen vol had. Tot mijn gedeeltelijke verrassing echter, voelde ik geen aanwijzingen, vanwege de meid, die naar een strategische terugtrekking van aanwezigheid zouden kunnen leiden. Integendeel, ze bleef, diep geconcentreerd, haar taak vervullen en ik hoopte bezorgd dat ze zichzelf niet zou verraden door toevallig met haar hand of hoofd tegen de hand van de zuster te botsen. Nú moeten stoppen zou het laatste geweest zijn wat ik verlangde. Alhoewel er nog geen eminente uitbarsting te vrezen was, zou een ervaren hand het werk zeker kunnen afronden in weinige minuten.

    Ondertussen bleef de jongste zuster, altijd maar luider en luider, argumenten aanhalen met haar oudste zuster, aan de andere kant van de tafel en ook met haar moeder, die nu twee stoelen verder, aan mijn linkse kant, plaats had genomen en wie ze voortdurend, over mijn borst heen, aandachtig aankeek, tot ze plotseling, gedurende één volle seconde, ophield met tieren, om vervolgens schuin en glimlachend, naar mijn gelaat te kijken en dan het kletsen met haar moeder te hervatten. Meteen vreesde ik dat ze besefte wat er, daar beneden, precies aan de gang was, maar buiten die ene, medeplichtige, blik was er geen enkele andere hapering in het levendig gesprek vast te stellen. Af en toe kwamen er enkele mensen de moeder van het jarig kind proficiat wensen (de vader was voortdurend met de kelners en de muziek bezig) en zo moest ze geregeld opstaan om handen te schudden en wangen te kussen, gelukkig niet aan ónze kant van de tafel. Toch zou dat het gesprek tussen haar moeder en zuster niet onderbreken en ze waren nu zelfs volop aan het afspreken dat ze hun kleinkind en nichtje niet met de eerste de beste zouden laten vrijen, want integendeel, “en ge weet nog niet wat er met de die is gebeurd en dan die andere, die is al gescheiden, enz..”, plus nog ne hele hoop andere praat die ik niet geconcentreerd kon volgen, alhoewel ik voortdurend en met schijnbare belangstelling, mijn hoofd, van de ene naar de andere draaide. Feit was dat, onder de tafel, het leven verder zijne gang ging. De verborgen meid met haar gulzige mond aan de microfoon en de zuster, zonder tekens te geven van interesse voor mij, met haar wrijvende hand op mijn dij. Soms het ritme wat opdrijvend en de druk van de vingers intenser, als het gesprek opwinding veroorzaakte; soms strelend en zelfs genegen, haar vingertippen gebruikend om het vlees geniepig te betasten, alsof er overeenkomst en vrede te bespeuren was in de onderhandeling, maar nooit de prooi volledig bevrijdend. Het gehele gedoe was al een vijftiental minuten bezig en ik begon dringend naar verlossing te verlangen. Ik strekte langzaam mijn benen verder uit, weg van de stoel, mijn achterwerk dichter naar de rand schuivend om zo de meid werkelijk tussen mijn open benen te kunnen klemmen en haar terug meer plaats te geven voor haar vakkundig mond- en handwerk. Ze zou wel duidelijk mijn boodschap begrijpen, vond ik en er rap een einde aan maken. En inderdaad, het werk nam opeens aanzienlijk toe, toen de moeder besloot van stoel te veranderen en beleefd naast mij kwam zitten. Net zoals haar dochter eerder had gedaan, legde ze haar rechterhand op de uitgestrekte arm van haar dochter boven op de stoelleuning, achter mijn rug, draaide zich naar haar dochter toe, mij verplichtend wat naar voren te buigen en verdween tegelijkertijd met haar linkerhand onder het tafellaken, op mijn linkerdij, aan de eventuele toeschouwers de indruk gevend dat ze iets geheims in haar oor aan het fluisteren was. Die zat, peinzend, maar daarna met goedkeuring, já te knikken en toen begreep ik meteen dat ik in een val was gelopen. Ik deed geen enkele moeite meer om te begrijpen wat er aan het gebeuren was, staarde met glazen ogen naar de plafond en liet mijn meid, in vrede, haar werk voltooien...

    Terwijl ze er voor zorgde dat er geen sporen zouden overblijven, draaiden de twee vrouwen naast mij zich kalm terug om naar voren, glimlachten ontspannen naar hun dochter/zuster aan de andere kant van de tafel en die, op haar beurt, begon uitbundig en tegelijkertijd, vingerwijzend naar mij, te lachen. Nogmaals verrast, moest ik vaststellen dat ook zij op de hoogte was van het gebeuren en er misschien zelfs de grootste verantwoordelijkheid voor droeg.

    Later, die avond, vertelde de meid me (blozend) dat zij haar "patroa", na een geduldig en maandenlang onderzoek, haar ons intiem geheim eindelijk had opgebiecht en overwegend dat ze wist dat ik, op dat ogenblik, geen enkele vaste verhouding koesterde, ze beslist had me nog eens degelijk te verwennen. Ik heb, verlegen, moeten bekennen dat het me deugd had gedaan, terwijl de meid, schuchter haar ogen neerslaand, glimlachte, gelukkig dat ze was dat ik het niet erg had gevonden dat ze ons geheim had onthuld. Een schat van een meid, die meid…

    15-11-2010 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    13-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Braziliaanse meiden: lust en zonde (2)

    Vooraleer over te schakelen naar serieuzere onderwerpen, kan ik me niet bedwingen nog een episode te vertellen over diezelfde vu(o)rige meid, alhoewel maagd gebleven (van voren, wel te begrijpen) tot zolang ik haar uit het gezicht heb verloren.

    Op een gewone werkdagavond, nadat Hilma’s jongste broer (weeral één van haar broers) bij ons was komen inwonen, had ik het uur slecht nagegaan en stak hij de voordeur open juist op het moment dat we op de vloer, in de woonkamer, aan het stoeien waren. De TV was aan en Junior lag al in zijn bedje. Hilma had verwittigd dat ze wat later zou thuis komen en ik was haar broer nog niet aan het verwachten. Ik had mijn broek tot juist tot over mijn knieën naar beneden gestroopt om het werk gemakkelijker te maken. De meid zat er gebukt, op haar knieën, overheen. Het was toeval, maar het is waar: op het moment dat de eerste druppels er met geweld uitbarstten, hoorde ik de sleutel in het slot van de voordeur omdraaien. Zij had nog amper tijd genoeg om de badkamer, halsoverkop, binnen te storten maar ikzelf vond het nutteloos nog rap te trachten overeind te geraken om mijn broek óp te trekken. Zo besloot ik dat het veiliger was néér te blijven zitten, met opgetrokken knieën, mijn broek zo veel als mogelijk naar boven foefelend, om de verraderlijke tekens in mijn schoot, in de heersende schaduw, ook zo goed als mogelijk, te verbergen. Ik slaagde erin nog snel mijn open hemd er overheen te leggen en kon alleen maar hopen dat hij, gewoonweg, op niets zou letten. Moest hij het toch zien, dan kon hij ook nog veronderstellen dat ik mezelf aan het "manoeuvreren" was, wat puntje bij paaltje gezien, eigenlijk nog slechter was, voor een zogezegde heilige “Nonkel” (zoals ik beschouwd werd), maar tja, het was allemaal al veel te ver gevorderd om er nu nog iets aan te kunnen veranderen.

    Hij kwam binnen, zette zich onmiddellijk dicht bij mij neer, op de vloer dus en terwijl hij aandachtig naar het Tv-scherm gluurde, begon hij onverschillig over koetjes en kalfjes te klappen. Hij maakte op geen enkel moment aanstalten mijn lijden te onderbreken, tot dat ik het zelf, op een zeker moment, niet meer kon uithouden en hem beleefd vroeg een pintje, voor ons beiden, uit de ijskast te gaan halen. Dat gaf me precies genoeg tijd om mijn broek helemaal op te trekken en de verraderlijke sporen, zo goed als mogelijk, weg te vegen. Ik ben nooit te weten gekomen of hij er iets van opgemerkt heeft, of niet. Hij was toen één van mijn beste vrienden, alhoewel, zoals ze het hier zeggen, men altijd moet oppassen voor “cobras criadas em casa” (de slangen die men, onbewust, thuis kweekt) en die, vroeger of later, gevaar zullen vertegenwoordigen.

    Net zoals eertijds gebeurd was met mijn vorige meid heb ik, gedwongen door haar opwakkerende jaloersheid en beetje bij beetje, afstand van haar moeten nemen. Ook begon Hilma iets van onze vriendschappelijke verhouding te vermoeden en besloot, met mijn gedeeltelijke (enigszins, toch spijtig, hé?) goedkeuring, haar te ontslaan.

    Toch is ze er in geslaagd, zonder schandaal te verwekken, in de omgeving te blijven werken, nadat ze onmiddellijk daarop aangeworven is geweest bij die andere Vlaming, die toen ook al twee kleine kindjes had en verlangend, naar een echt betrouwbare meid, aan het zoeken was. Tot vandaag werkt ze daar en ik weet oprecht niet of hij ook verwend wordt (ik vermoed van niet, want hij is altijd een ietwat koudere mens geweest).

    Na een paar jaar hebben we elkaar nog eens ontmoet (de voorlaatste keer toen, want de laatste keer was het op de begrafenis van Júnior geweest, waar ik me, alias, als één van de meest bekende mensen van de wereld heb gevoeld, zoveel handen dat ik dan heb moeten drukken), vriendschappelijk, op het verjaardagsfeestje van hun dochter, die toen de kaap van de vijftien jaar was overschreden.

    13-11-2010 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    12-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Braziliaanse meiden: lust en zonde

    Vele jaren geleden, toen mijn eerste huwelijk aan het stranden was, op een triestige avond, terwijl ik alleen (aan mijn bureau, in een daarvoor speciaal aangepaste kamer), aan het werken was, hoorde ik, dicht tegen middernacht, een gedempt geschuif aan de deur en begreep meteen dat de meid me, door het sleutelgat heen, aan het bespieden was. Ik heb niets gedaan om het te verhinderen.

    Alhoewel ik en mijn vrouw nog altijd het echtelijk bed deelden, zonder seks, nochtans, zou ze, de meid dus, 's morgens vroeg, onze slaapkamer onschuldig binnen treden, iedere keer vlak nadat Hilma zich naar de badkamer had gewend, om de vuile kleren samen te scharrelen en wat verder rond te blijven slenteren, zonder blijkbare reden. Dan zou ze geniepig en gedurende ettelijke seconden naar mijn, onder mijn slappe pyjamabroek, praktisch zichtbare morgenerectie staan loeren terwijl ik loom deed alsof ik nog aan het slapen was. Alhoewel mijn vrouw mij nog soms probeerde te bekoren door met haar bloot bovenlichaam in het appartement rond te huppelen, voorbeeld dat onmiddellijk, maar wat schuchtiger, werd gevolgd door de jonge en sympathieke vrouw van haar oudste broer Ruy, die gedurende een paar maanden, wegens financiële moeilijkheden, bij ons zijn komen inwonen (en wiens volle en stevige borsten perfect en uitdagend ook naar omhoog pronkten; maar daar mocht ik, natuurlijk, niet stil blijven bij staan) kon ik niet vermijden dat mijn aandacht zich meer en meer naar het achterwerk van de meid wendde. Ze begon strakke, korte broekjes te gebruiken, waarvan de helft tussen haar billen verdween en duidelijk het onderste part van haar poepje onthulde. Ze boog zich voortdurend en voor gelijk welke reden naar voren over, stelde zichzelf zodanig in een profiel dat het mij onmogelijk was niet haar pittige borstjes onder het doorschijnend onderhemdje, met opmerkelijk grote schouderopeningen, in alle vrijheid, op te merken; zou constant zoeken dicht bij mij te passeren om haar achterwerk opzettelijk tegen mijn benen te schuren, enzovoort, enzovoort, tot ik het, op een zekere namiddag, alleen met haar thuis, niet meer kon volhouden en achter haar, in de keuken, ben gaan staan om, langs de brede schouder openingen van haar dun hemdje door, de palmen van mijn handen rond haar borsten te sluiten. Ze zuchtte lang en diep, alsof ze het verwachtte en er náár verlangde, duwde haar praktisch ontbloot poepje achteruit, tegen mijn..... helaba, censuur...

    Ik moet eerlijk bekennen dat ik er geen spijt van heb gekoesterd en zij waarschijnlijk nog minder. Het had me deugd gedaan.

    Dat ritueel heeft zich daarna bijna dagelijks herhaald, meestal in de keuken, gedurende weken. Iedere keer dat de goesting zich manifesteerde, stond ze onmiddellijk gereed. Sommige keren zou ik de tijd en het geduld hebben en haar aanzetten kalm en langzaam te werk te gaan. Andere keren moest ik het rap en hevig hebben. Zelden zouden we onze kleren uit trekken en zelden zouden we een woord uiten, alsof dat ons zou kunnen verraden. Nog andere keren, met meer tijd ter beschikking, zouden we de gastslaapkamer betrekken of zowel, voor de verandering en vooral als Rudo Jr. dicht bij ons aan het stoeien was, zelfs de badkamer, waar ik onverwachts, binnen zou glijden, wachtend tot ze, enkele seconden later, ook medeplichtig binnen slipte en haar heerlijk werk, zonder ooit maar ene keer te klagen, integendeel, met die verwachtende blik in haar aangezicht, verrichtte. Deze keren zou het rap moeten gebeuren, vanwege Junior, die ongeduldig liet weten dat hij naar ons aan het zoeken was, voor zover dat kon, want hij was amper twee jaar oud en begreep er nog geen kloten van.

    Mijn vrouw, zonder achterdocht, maar ook zonder seks, stuurde ons regelmatig naar de supermarkt, om voor de wekelijkse inkopen te zorgen. Het simpel binnenstappen in de auto zou me, van pure verwachting, al een halfharde bezorgen, wat ook niet te verwonderen was, want eens binnen, legde ze er prompt, onbeschaamd en doelbewust haar hand op. Ze zou hem, middenin het verkeer voortdurend zitten betasten en kneden, terwijl onschuldig recht voorruit kijkend, alsof er niets aan de "hand" was, tot er geen doen meer aan was... en eens in de supermarkt gearriveerd de opgestapelde geilheid er niet op verbeterde... terwijl op de terugweg, ik recht had op een tweede beurt...

    Ik moet herhalen dat zijzelf er nooit genoeg van kreeg en zonder blikken noch blozen het initiatief nam. Gebeurde het, door een toevallige reis of zelfs een andere seksuele ontmoeting, dat er verschillende dagen verliepen zonder fysisch contact te hebben gehad, ze me dan uitdagend bleef aanstaren terwijl ze langzaam een banaan aan het opeten was. Ze kwam tot het punt mij, met neergeslagen blik, te ondervragen waarom er op zekere keren minder te voorschijn kwam dan op andere keren, net alsof ik het met iemand anders had verspild…

    Het was allemaal wel prettig en gemakkelijk maar dat kon uiteindelijk mijn doelwit niet zijn. Er was méér nodig dan alleen maar seks en andere kansen wilde ik niet verbrodden. En zo is dat gebeurd..

    12-11-2010 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    11-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Raparigas com bundonas, peitões e xoxotinhas

    Gedurende een reis naar São Paulo, tussen twee huwelijken in, was ik 's avonds laat, alleen, in een nachtclub beland. Dicht bij het hotel, om precies te zijn. Ik had plaats genomen op een barkrukje. Twee krukjes verder zat er een slank maar groot, rond de tweeëntwintig jaar oud, meisje. Het duurde niet lang vooraleer we aan het babbelen geraakten. Op den duur kwam ze naast mij zitten. Er was niets aan dat meisje dat me speciaal aantrok, buiten haar boezem. Ze had twee enorme opgepropte borsten die boven haar decolleté uitpuilden. Ik heb geen speciale voorkeur voor grote en ook niet voor heel kleine borsten, alhoewel ze allemaal welkom zijn. Feit is dat ik er mijn blik niet vanaf kon wenden. Ze oefenen, ik begrijp nog altijd niet goed waarom, een uitzonderlijke aantrekkingskracht op me uit. Ik wist van tevoren af dat, eens ze haar bustehouder zou afschellen, haar borsten tot op haar navel zouden neer tuimelen. Ik was er zelfs absoluut zeker van, maar ik moest het met mijn eigen ogen zien. Hoe was het mogelijk, twee, zó vooruit puilende en toch slappe borsten? Ik heb ze dus wel gezien en ze zijn gevallen. Inderdaad. Twee duimen lager dan haar navel. We hebben ook gevogeld natuurlijk, want eens zover kunt ge niet meer terug krabbelen. Maar de grootte van haar boezem was rechtstreeks, maar omgekeerd, evenredig met de diepte van haar schacht. Ik heb hard moeten duwen om er een beetje in te kunnen geraken. En toch is het niet gelukt, want halverwege stuitte ik op haar baarmoeder. De prijs? Drie flessen bier. Van die “long-necks"….

    In Natal, hoofdstad van de Staat van Rio Grande Do Norte, was het pure liefde, praktisch gezien. Ik had ze ontmoet, samen met iemand die ik daar kende, beroepshalve, in een dansplaats waar er lokale muziek gespeeld werd, gekend als “forró”, afkomstig, in het Portugees, van de engelse uitdrukking “for all”, zestig jaar eerder geschapen, toen de Amerikanen daar een vliegtuigbasis onderhielden (nog altijd eigenlijk), met het oog op de Afrikaanse kust. De mensen dansen de forró met hun bovenlichaam ver van elkaar verwijderd (misschien vanwege de stinkende adem van de Amerikanen?), maar in compensatie, met hun onderlichaam dicht tegen mekaar geperst. Wij waren dus met ons tweeën en zij, met hun vieren. Één ervan was duidelijk in mij geïnteresseerd. Het gelaat van de drie andere kan ik me zelfs niet meer herinneren, want ik was volledig in beslag genomen door dat ene meisje. Later heb ik ontdekt dat ze allemaal maagden waren, rond de achttien en op zoek naar de man van hun leven. Hier moet ik er, tussen twee haakjes, aan toevoegen dat er in Brazilië meer vrouwen zijn dan mannen en dat van die mannen, één op elke vier, homofiel is (dat zijn wetenschappelijke statistieken hé, dus niet aan twijfelen). De verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen, in sommige streken, is nog slechter. In steden zoals Natal, Belo Horizonte en Goiânia, beweert men, bestaan er drie of vier vrouwen voor elke, mannelijke, man. Vandaar dat ook de minder schone zielen een uitstekende kans krijgen een knappe vrouw aan de haak te slaan. Het is ook belangrijk te begrijpen dat, in Brazilië, men het grootste aantal schone vrouwen per vierkante kilometer, in de gehele wereld, kan ontmoeten. Een verschrikkelijke ramp. Voor de vrouwen, natuurlijk.

    Terugkerend naar dat meisje, Walda, we zijn die avond en de twee volgende avonden, naar verschillende nachtclubs getoogt, altijd met de bedoeling dicht tegen elkaar aan te dansen, te kussen, te vrijen en ook te wrijven, waarom niet? Ze had er nooit genoeg van. Heet als de pest. En toch wou ze nooit haar schat prijs geven. Ze zou wel haar borsten laten betasten, haar poepje en zelfs haar poesje; alles, maar zonder penetratie. Ze was vurig, stuwde haar ongelooflijk hard achterwerk strak tegen mij op, terwijl we ergens in een kant aan het uitblazen waren, maar daar eindigde het feest in mijn broek. Een schande eigenlijk, met zoveel gratis ter beschikking staande “xoxotas”.

    Nadat ik naar Rio terug was gekeerd, heeft ze me daar nog twee keren op gezocht, gedurende verschillende opeenvolgende dagen iedere keer, om onze, zogezegde “bijna verloving” terug óp te wakkeren, vooral t.o.v. van haar zusters, die haar vergezelden en daar levende getuigen wensten van te zijn. We zouden urenlang dansen en kussen, vooral in de “Roda Viva”, aan het strand van de Suikerberg (Pão de Açucar) en tegen het einde van de avond, bij de eerste stralen van de dag, zouden we ergens in een deurportaal, de lust ons laten overmeesteren en telkens weer zouden we, allebei, de climax bereiken zonder ooit tot de echte daad overgeschakeld te hebben. Ze was blank, middelmatig groot en bezat een verschrikkelijk uitpuilend en hard achterwerk, wat me het meest fascineerde, maar bezat, in compensatie, ook een klein wratje op haar neus, reden waarom ik dan toch niet ingescheept ben. Ze had me trouwens ook haar moeder voorgesteld en zo wist ik meteen hoe ze eruit zou zien binnen een twintigtal jaren en dat heeft dan het touw door gehakt. Een te verwachten teleurstelling. God heeft het mij vergeven...

    In Belo Horizonte en in Curitiba moest ik, weeral beroepshalve, verschillende weken verblijven. Verschillende nieuwe machines waren geplant geïnstalleerd te worden en op den duur krijgt men de gelegenheid vastere relaties aan te gaan. Ook in deze omstandigheden betrof het zich om jongere meisjes, een romantische sfeer en toekomstplannen. Maar het was ook minder gepast voor mij, vanwege de te overbruggen afstand, na het afscheid. Men zou in een compleet nieuw leven, ook professioneel, moeten investeren om onszelf gereed te krijgen voor een evenwichtige en langdurende verhouding. Alleen de goesting, de seks en het lichaam waren niet voldoende, natuurlijk. Daarom zal ik hier, over deze relaties, niet verder uitwijden, tenware over dat ene meisje, van Belo Horizonte. Een schoon meisje. Een klassiek en aantrekkelijk aangezicht. Een reeks witte, perfecte, tanden, maar een beetje aan de mollige kant op. En toch hartstikke heet (a propos, dat is niet toevallig hé, dat is een noodzaak). Ik had ze ontmoet gedurende een carnaval in Rio, aan het strand. Later heb ik haar verschillende keren opgezocht in Belo Horizonte en is zij mij terug komen bezoeken in Rio. Ze kuste ontzettend goed en lang. Met haar volle mond en enorm lange tong. Ze hield intussen mijn nek stevig vast. Gedurende tientallen minuten en vooral terwijl we aan het dansen waren. Intussen zou ze mij opwrijven tot en met de uitbarsting (weeral) in mijn onderbroek. Ik veronderstel dat ze zelf ook wel een orgasme veroverde, maar het lag er met pollepels op dat haar grootste bedoeling was mij over de grens te krijgen, waar ze blijkbaar haar eigen genoegen in vond. Of was het om de man verslaafd op haar te maken? Ik weet niet zeker of ze nog maagd was, maar ik verdenk van wel. Ene keer gebeurde het op een verlaten strand, op een regenachtige dag, in Rio. Een andere keer in haar auto, in Belo Horizonte. Nog een andere keer in de woonkamer van het huis van haar vriendin, ook in Belo Horizonte, waar we een half uur alleen mochten verblijven en tenslotte in een bioscoop, terwijl we naar een film aan het kijken waren.

    11-11-2010 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    10-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Travestieten, niet alleen bedriegers maar ook bandieten

    Ik zou niet kunnen uitleggen waarom juist, maar nu herinner ik mij opeens een andere episode, toen ik mezelf pas mijn eerste digitale camera had aangeschaft.

    Overwegend dat het beschikbare vlees in uw eigen slagerij, zoals ge zelf beseft, zelden het malste is, besloot ik mijn digitale camera in mijn auto, onder mijn zetel, te bewaren, erop rekenend ooit eens (heimelijk) opwindende foto's te kunnen op de kop tikken van uiterst vrouwelijke, liefst naakte, wezens. Zoals ik elke avond gewoon was, rond den elven, reed ik naar de "Flamingo", toen mijn recentste stamcafé, juist vóór het strand, een drietal km weg, om daar mijn dagelijkse porties bier en caipirinha, zonder spijt noch wroeging, in te zwelgen, terwijl ik dan serieus over de zin van het leven pieker, een videotape van de verlopen dag op het scherm, aan de binnenkant van mijn voorhoofd, laat afspelen en beslis wat ik ’s anderendaags helemaal NIET zou uitrichten. Ietwat dromerig had ik vergeten de twee ramen, aan beide zeiden van de wagen, dicht te draaien. Toen ik langzaam stopte aan een verkeerslicht, werd de auto opeens omringd door vijf travestieten, waarschijnlijk tussen de zestien en de twintig jaar. Ik had niet prompt vast gesteld dat het allemaal travestieten waren, want op zijn minst twee ervan leken uiterst meisjesachtig. Microrokjes, hoge hielen, weinig make-up, slank en simpel. Het knapste, een lichtbruintje, kwam gezellig dichtbij leunen en wilde meteen weten of ik uit was op een programmetje. Met één oog op het rood licht en het ander op haar(?) uitpuilende borsten (wat redelijk gemakkelijk is, in mijn geval), bedankte ik haar glimlachend, het belovend aanbod. Vooraleer het licht op groen sprong echter, gebeurde, onverwachts, de overval. De viezerik aan mijn rechterkant, aan wie ik mijn blik nog niet eerder had verspild, stak zijn (haar?) hoofd door het venster, greep onmiddellijk de sleutelbos op het startcontact, draaide de motor af en wierp ze, de sleutels, op de straat. Daarna wipte ze vlug de auto in terwijl twee andere het veiligheidsslot van de achterdeuren open rukten en ook binnen tuimelden. En daar zat ik, geklemd in mijn eigen wagen. De knapste “bicha” aan mijn linkerkant bleef buiten staan en belette mij, haar gewicht tegen de deur aanleunend, de auto te ontvluchten. Ik geraakte niet in paniek, alhoewel als gijzelaar omvormt. Het vijfde, onnatuurlijk, schepsel bleef enkele meters verder van de auto verwijderd de toestand over schouwen. De mensen, in de voorbij passerende wagens (het licht was al op groen gesprongen), veronderstelden, waarschijnlijk, dat ik druk bezig was de prijs te onderhandelen met die vogelschrik aan mijn linkerkant en dat de andere passagiers, moeilijk te onderscheiden, kennissen of vrienden waren. Ik legde onmiddellijk mijn linkerhand op mijn volgepropte hemdzak waar ik mijn geld, documenten en zaktelefoon in bewaard had, gereed om ze, niet zonder strijd, prijs te geven . Maar ze werden ineens allemaal razend kwaad. Het geld (let op: ze zeiden niet: UW geld, want het ging in alle geval toch vlug van eigenaar veranderen), het geld, rap, rap... Ik stamelde, goed, goed, oké, oké, ik zal het geld overhandigen, maar alléén HET geld. Ik kon, met enkele vingers van mijn rechterhand, tussen de vingers van mijn linkerhand door, wat bankbiljetjes uit het zakske peuteren, maar dat bleek niet genoeg te zijn. Ze begonnen alle drie op een schelle toon te gillen en te schreeuwen, terwijl ze nerveus de auto onderzochten, onder de zetels en in de verschillende bergplaatsen en ik, daar zat ik, stevig mijn zak vastklemmend. De hemdzak bedoel ik. Ze werden ongeduldig door mijn weerstand, maar aangezien ik geen wapens had kunnen onderscheiden, besloot ik het niet gemakkelijk te maken. Het duurde echter niet lang vooraleer ze naar andere methoden beslisten over te schakelen. De “viado” die buiten stond, begon op het dak te bonzen en schreeuwde alsmaar luider: “betaal mijn programma, betaal mijn programma” en ik had nog geen enkel programma ontvangen! Dat was de volledige waarheid! De “boiola” die zich aan mijn rechterkant bevond, begon ook te tieren, ah! , eh? . Ah! Eh? Ik weet precies hoe ik ne man moet aanpakken! Hij (ze) draaide zich naar mij om en greep beslist naar mijn klootzak. Ongelukkig genoeg, voor hem (haar), zat hij tussen mijn benen geklemd en kon ze amper mijn volledig inéén geschrompelde tuitje lokaliseren, dat ongevoelig was, relatief gesproken, aan nepen en knepen. Ik mompelde binnensmonds, daar kunt ge lang aan trekken, het doet geen beetje pijn en integendeel, let op voor het "cumshot". Ze keek oplettend naar de uitdrukking van mijn aangezicht om zich ervan te overtuigen dat ik een pijnlijke smoes aan het trekken was, maar ik was nog altijd bezig mijn andere zak, mijn hemdzak, te beschermen. Toen begon ze razend op mijn borst te bonken. Geld, het geld, méér geld...!!! Het geld is op, goddomme. Ziede da niet? Ik heb geen geld niemeer! En wat kunde met mijn documenten doen? Niet'n! Ziede da thans nie? 'k Hebbekik alleen nog de GSM en mijn documenten. Ondertussen hadden ze de camera, onder mijn zetel, nog altijd niet ontdekt en ik dacht: dat zal hier niet goed aflopen; ik moet uit de auto. Dit is het moment. Hun aandacht ogenblikkelijk verstrooiend en in een vlugge onmogelijk te vermijden beweging, duwde ik met alle geweld, met mijn goede schouder, mijn deur open en in één, twee, drie stond ik buiten, náást dat schoonste wrak, dat mijn hemd niet los wilde laten. Bon, maar nu is het effekes iets anders; nu heb ik mijn vuisten vrij. Terwijl ik me van haar af schudde, scheurde ze mijn hemd, van boven naar onder, zodat ik op een bedelaar begon te gelijken. Ik gaf haar een duw en ze bleef op afstand, maar de anderen hadden intussen ook de auto verlaten en daar stond ik, weeral omringd. Toch niet door alle vijf, want één ervan was nooit dichterbij getreden. De vierde, meende ik gezien te hebben, in een flits, onder mijn zetel reikend en dan weg rennend. Dus er bleven er eigenlijk maar drie ne meer over en ik begon me moreel vóór te bereiden op een taaie strijd. Door al het geweld en mijn gescheurd hemd waren de documenten en de telefoon op de straat gevallen. Ik dacht, als iemand zich bukt om iets op te rapen zal ze zien: een schop in het aangezicht. Het mens dat aan mijn rechterkant had gezeten kwam recht op mij af, van achter de auto om. Ze maakte een beweging om terug op mijn borst te stampen en daar ging hij, mijn vuist, vanuit mijn rechterschouder, de slechte, die achteraf weer een week pijn heeft gedaan, recht op haar kin af. Ze strompelde achteruit en viel struikelend over de koffer van de auto neer. Ze bleek meteen genezen te zijn. Maar die andere nog niet, want ze viel opnieuw aan. Vanuit mijn linkerkant. Met een ferme duw struikelde ze ook verschillende passen terug. Ondertussen was er een taxi gestopt en de chauffeur bleef vanachter zijn stuur, grinnikend, toekijken. Waarschijnlijk was hij aan het uitmaken wie er wie aan het overvallen was. Terwijl zij schreeuwden dat ik hun "programma" niet had betaald, riep ik hem toe dat ze mij aan het bestelen waren. Ik voelde dat er van diene kant gene hulp te verwachten was. Een andere taxi stopte wat verder en daar bevonden zich, meende ik in het gewoel te onderscheiden, buiten de chauffeur, nog drie grote negers, in. Ik besloot: beter weg wezen, die drie komen waarschijnlijk hun “vriendinnetjes” een handje geven. Ik greep mijn documenten op de grond, de GSM en begon naar mijn sleutels te zoeken. Laat hem niet vluchten, schreeuwde één ervan. Maar ik had het al beslist, ’t is nu, of ‘t is nooit. Ik vond alleen maar de sleutel van de auto terug. De twee andere, de sleutels van mijn voor– en achterdeur, thuis, waren niet te bespeuren, maar dat was het belangrijkste niet. Toen ik de auto terug in wipte, maakten ze aanstalten, weliswaar met minder overtuiging, ook hetzelfde te doen. Maar blijkbaar had mijn weerstand en de omvang van mijn bi- en triceps, die ze nu pas echt in overweging hadden kunnen nemen, hen verrast. Ik besloot een grote borst op te zetten, vies te kijken en tierde: probeer niet eh! Ik ben van de geheime politie...

    Bon, ik weet in alle geval dat ik er in geslaagd ben er vanonder te muizen. Het eerste wat ik deed was onder de zetel tasten. Niets. De smeerlappen. Nog ne keer. Niets. De smeerlappen. Ik haat travestieten. Ik besloot niets áán te geven bij de politie. Het zou mij alleen maar in een belachelijke situatie brengen. Ze zouden zich krom lachen terwijl ik het verhaal vertelde. Dus, beter niets. Enkele verkeerslichten verder heeft die tweede taxi mij ingehaald. De drie negers grijnsden me aan. Één ervan stak zijn arm uit het venster en smeet één van mijn kredietkaarten op de grond. Hei, ge hebt dat dáár verloren!! Ongerust stapte ik uit de auto en scharrelde ze op. Een andere auto stopte ook op dat ogenblik, juist tussen ons in, maar toen de chauffeur mijn gescheurd hemd zag, schakelde hij zijn versnellingsbak op "achteruit" en verwijderde hij zich vlug. Hij dacht waarschijnlijk dat ik zojuist overvallen was geweest door die drie negers. Wat een flater, man. Maar ge weet nooit. 't Was allemaal zo rap gebeurd..

    10-11-2010 om 14:34 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Antes que os Americanos te chamam de "Crap"

    In een ander, Braziliaans, forum, enkele dagen later, verscheen de commentaar van een Jood (allez, dat veronderstel ik hé, als ge leest wat hij schreef), uitweidend over hoeveel hij wel de Amerikanen in het algemeen en Busha in het bijzonder, bewonderde, door hun voortdurende en onvermoeibare inzet alle bevolkingen in de wereld te willen bevrijden, zonder enige interesse anders dan de wens hen gelukkig te maken, zoals zijzelf al zijn en daarvoor alle nodige daden aan het treffen waren, zoals bepaalde landen áán te vallen en te bezetten, ruzie te veroorzaken en te bevorderen tussen en in bijna alle oosterse, maar ook veel westerse landen, bepaalde (n) mensen te doen vermoorden of te laten folteren en ook te achtervolgen, te vermijden dat andere landen beschikken over dezelfde moderne wapens die zij zelf allang gebruiken, hen in compensatie, niet toelatend met stenen te werpen naar hun speciaal daarvoor gepantserde tanks, wat hen ook het recht verzekerd terug te mogen schieten, zonder wroeging, met duizenden canons en missels, alhoewel het doelwit kleiner is dan éém meter vijftig, enfin, oorlogen ná streefden om de vrede te kunnen bewaren... en dat was tenslotte zijn intelligente conclusie.

    Enkele lijnen verder verscheen de volgende commentaar van een lezer, blijkbaar niet akkoord met die waanzin. De tekst is in het Portugees maar kan vertaald worden op algemene aanvraag:

    “Realmente você tem toda a razão, meu filho. Desde pequeno aprendi que todos os americanos, ou vamos arredondar para baixo, noventa e cinco por cento, são heróis natos. Sanguinários moderados mas loiros bonitos, de olhos azuis, bundas achatadas mas peitos inflados, com um amor inconfundível para com os latinos, que chamam carinhosamente e com ternura de "empregadas sujas"...

    Lembra-se da época dos Índios? Graças a Deus, conseguirem nos livrar destes estupradores de moças e comedores de crianças. Em seguida vieram os Mexicanos, todos ladrões gordos e bêbados e igualmente estupradores de moças e comedores de crianças durante suas horas de siesta. Não demorou e lá vierem os Alemães e os Japoneses, não sem coincidência estupradores inveterados de moças e comedores de crianças, estes “Sem Deus”. Quem não se lembra dos Coreanos e dos Vietnamitas, sem sombra de duvida estupradores por excelência de moças e comedores de crianças gordinhas. E os comunistas Soviéticas então? Nossa Senhora, estupradores de moças e comedores de crianças gordas e até mesmo magras, provado por A mais B. Sem falar nos Iranianos e seus Khomeneinis e Ayatollah's estúpidos, principalmente aquele Ahmadinejad, os Iraquianos em geral e aquele Hussein em particular, os Libaneses com Kadhafie, os Eslocavos e Milosowisz's, sem esquecer os Bósnios, os Afghanistanos com seus Talibans (principalmente o Bin, aquele safado), os Palestinos com seu velho Arafat, Castro em Cuba, Noriega em Panama, Chávez com sua Venezuela, Correa com Equador, Ortega em Nicarágua, Morales em Bolívia, Pyiungpong com seu Correia Do Norte, agora Putin na Rússia, sem falar nos Marcianos e as guerras nas estrelas, todos os terroristas nacionais, internacionais e entrestrelares, todos vencidos pelos brabos norte-americanos, loiros bonitos mas bronzeados, de olhos azuis, bundas achatadas mas peitos inflados, atrás dos comandos dos seus aviões supersônicos, fumando cigarros tipo "Hollywood" num canto da boca destorcido pelo ódio profundo, sem medo de serem acometidas por baixos sentimentos de ternura e compaixão, alem da garrafinha de Coca Cola no alcance da mão, ambos portanto com o verdadeiro gosto da vitória, podendo contar com seus arsenais infinitos de bombas tele-guiadas e mísseis inteligentes, uns maiores e mais potentes do que os outros, mas todos capazes de matar centenas de pessoas de uma só vez, tudo com precisão cirúrgica e um sorriso impiedoso, vinte quilômetros acima do chão, onde nenhum tiro de revolver trinta e oito e muito menos qualquer tipo de pedra lhes ameaça, verdadeiros heróis portanto, que somente em poucos casos excepcionais, muito menos do que oitenta por cento, erram o alvo, principalmente em se tratando de festas de casamento, matando algumas criancinhas e as suas estúpidas mãezinhas, que estão sempre no lugar errado, na hora errada, mas de qualquer modo sempre pessoas de origem duvidosa e sem motivo mesmo para viver e o que cientificamente é denominado de "efeito colateral", para não deixar baixar o nível da conversa, salvando assim não só o seu próprio pais, mas o mundo todo, não pelo dinheiro e poder, é claro, mas pelo ideal que perseguem, desde pequenos, sob a liderança de certos bêbados, alucinados pelo poder onipotente, enquanto convencem, sem precisar de muito esforço, alem da grana, lideres de outras nações, subdesenvolvidos ainda e longe dali, onde se ainda vive na idade da pedra, em aceitar jogar diversos cargas de bombas, alem da própria mãe de todas as bombas, cujos prazo de validade já estão praticamente esgotados, na cabeço dos seus conterrâneos, enquanto estes, estarrecidos e sem entender nada, com os olhos fixamente dirigidos aos céus e pescoços entortados, procuram enxergar os seus salvadores, porque entendem que realmente não pertençam a super-raça do Jesus, claramente mais branco do que OMO, enquanto apertam os cintos, sem saber de que aquele trilhão de dólares que os seus lideres conseguirem economizar, mandando os mais velhos, feios e doentes um pouco mais cedo para os seus túmulos (nunca mais do que trinta por cento da população), sob a forma de juros, calculados sobre o valor total da ajuda humanitária que mandarem anteriormente, para evitar que compram maquinetas velhas e ultrapassadas dos concorrentes comunistas e cobrados através da Internet, o que não resolve o problema da divida propriamente dita, sem falar do valor original do empréstimo, que acertarão mais tarde, principalmente se deixarem aparecer cabeças duvidosas...

    Você tem razão, meu filho. Vá para lá e não esquece de esconder que você é Brasileiro. Diz que você é quase Americano já, antes que te chamam de Crap....”

    10-11-2010 om 14:32 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    08-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Travestieten, niet alleen bedriegers maar ook bandieten

    Ik zou niet kunnen uitleggen waarom juist, maar nu herinner ik mij opeens een andere episode, toen ik mezelf pas mijn eerste digitale camera had aangeschaft.

    Overwegend dat het beschikbare vlees in uw eigen slagerij, zoals ge zelf beseft, zelden het malste is, besloot ik mijn digitale camera in mijn auto, onder mijn zetel, te bewaren, erop rekenend ooit eens (heimelijk) opwindende foto's te kunnen op de kop tikken van uiterst vrouwelijke, liefst naakte, wezens. Zoals ik elke avond gewoon was, rond den elven, reed ik naar de "Flamingo", toen mijn recentste stamcafé, juist vóór het strand, een drietal km weg, om daar mijn dagelijkse porties bier en caipirinha, zonder spijt noch wroeging, in te zwelgen, terwijl ik dan serieus over de zin van het leven pieker, een videotape van de verlopen dag op het scherm, aan de binnenkant van mijn voorhoofd, laat afspelen en beslis wat ik ’s anderendaags helemaal NIET zou uitrichten. Ietwat dromerig had ik vergeten de twee ramen, aan beide zeiden van de wagen, dicht te draaien. Toen ik langzaam stopte aan een verkeerslicht, werd de auto opeens omringd door vijf travestieten, waarschijnlijk tussen de zestien en de twintig jaar. Ik had niet prompt vast gesteld dat het allemaal travestieten waren, want op zijn minst twee ervan leken uiterst meisjesachtig. Microrokjes, hoge hielen, weinig make-up, slank en simpel. Het knapste, een lichtbruintje, kwam gezellig dichtbij leunen en wilde meteen weten of ik uit was op een programmetje. Met één oog op het rood licht en het ander op haar(?) uitpuilende borsten (wat redelijk gemakkelijk is, in mijn geval), bedankte ik haar glimlachend, het belovend aanbod. Vooraleer het licht op groen sprong echter, gebeurde, onverwachts, de overval. De viezerik aan mijn rechterkant, aan wie ik mijn blik nog niet eerder had verspild, stak zijn (haar?) hoofd door het venster, greep onmiddellijk de sleutelbos op het startcontact, draaide de motor af en wierp ze, de sleutels, op de straat. Daarna wipte ze vlug de auto in terwijl twee andere het veiligheidsslot van de achterdeuren open rukten en ook binnen tuimelden. En daar zat ik, geklemd in mijn eigen wagen. De knapste “bicha” aan mijn linkerkant bleef buiten staan en belette mij, haar gewicht tegen de deur aanleunend, de auto te ontvluchten. Ik geraakte niet in paniek, alhoewel als gijzelaar omvormt. Het vijfde, onnatuurlijk, schepsel bleef enkele meters verder van de auto verwijderd de toestand over schouwen. De mensen, in de voorbij passerende wagens (het licht was al op groen gesprongen), veronderstelden, waarschijnlijk, dat ik druk bezig was de prijs te onderhandelen met die vogelschrik aan mijn linkerkant en dat de andere passagiers, moeilijk te onderscheiden, kennissen of vrienden waren. Ik legde onmiddellijk mijn linkerhand op mijn volgepropte hemdzak waar ik mijn geld, documenten en zaktelefoon in bewaard had, gereed om ze, niet zonder strijd, prijs te geven . Maar ze werden ineens allemaal razend kwaad. Het geld (let op: ze zeiden niet: UW geld, want het ging in alle geval toch vlug van eigenaar veranderen), het geld, rap, rap... Ik stamelde, goed, goed, oké, oké, ik zal het geld overhandigen, maar alléén HET geld. Ik kon, met enkele vingers van mijn rechterhand, tussen de vingers van mijn linkerhand door, wat bankbiljetjes uit het zakske peuteren, maar dat bleek niet genoeg te zijn. Ze begonnen alle drie op een schelle toon te gillen en te schreeuwen, terwijl ze nerveus de auto onderzochten, onder de zetels en in de verschillende bergplaatsen en ik, daar zat ik, stevig mijn zak vastklemmend. De hemdzak bedoel ik. Ze werden ongeduldig door mijn weerstand, maar aangezien ik geen wapens had kunnen onderscheiden, besloot ik het niet gemakkelijk te maken. Het duurde echter niet lang vooraleer ze naar andere methoden beslisten over te schakelen. De “viado” die buiten stond, begon op het dak te bonzen en schreeuwde alsmaar luider: “betaal mijn programma, betaal mijn programma” en ik had nog geen enkel programma ontvangen! Dat was de volledige waarheid! De “boiola” die zich aan mijn rechterkant bevond, begon ook te tieren, ah! , eh? . Ah! Eh? Ik weet precies hoe ik ne man moet aanpakken! Hij (ze) draaide zich naar mij om en greep beslist naar mijn klootzak. Ongelukkig genoeg, voor hem (haar), zat hij tussen mijn benen geklemd en kon ze amper mijn volledig inéén geschrompelde tuitje lokaliseren, dat ongevoelig was, relatief gesproken, aan nepen en knepen. Ik mompelde binnensmonds, daar kunt ge lang aan trekken, het doet geen beetje pijn en integendeel, let op voor het "cumshot". Ze keek oplettend naar de uitdrukking van mijn aangezicht om zich ervan te overtuigen dat ik een pijnlijke smoes aan het trekken was, maar ik was nog altijd bezig mijn andere zak, mijn hemdzak, te beschermen. Toen begon ze razend op mijn borst te bonken. Geld, het geld, méér geld...!!! Het geld is op, goddomme. Ziede da niet? Ik heb geen geld niemeer! En wat kunde met mijn documenten doen? Niet'n! Ziede da thans nie? 'k Hebbekik alleen nog de GSM en mijn documenten. Ondertussen hadden ze de camera, onder mijn zetel, nog altijd niet ontdekt en ik dacht: dat zal hier niet goed aflopen; ik moet uit de auto. Dit is het moment. Hun aandacht ogenblikkelijk verstrooiend en in een vlugge onmogelijk te vermijden beweging, duwde ik met alle geweld, met mijn goede schouder, mijn deur open en in één, twee, drie stond ik buiten, náást dat schoonste wrak, dat mijn hemd niet los wilde laten. Bon, maar nu is het effekes iets anders; nu heb ik mijn vuisten vrij. Terwijl ik me van haar af schudde, scheurde ze mijn hemd, van boven naar onder, zodat ik op een bedelaar begon te gelijken. Ik gaf haar een duw en ze bleef op afstand, maar de anderen hadden intussen ook de auto verlaten en daar stond ik, weeral omringd. Toch niet door alle vijf, want één ervan was nooit dichterbij getreden. De vierde, meende ik gezien te hebben, in een flits, onder mijn zetel reikend en dan weg rennend. Dus er bleven er eigenlijk maar drie ne meer over en ik begon me moreel vóór te bereiden op een taaie strijd. Door al het geweld en mijn gescheurd hemd waren de documenten en de telefoon op de straat gevallen. Ik dacht, als iemand zich bukt om iets op te rapen zal ze zien: een schop in het aangezicht. Het mens dat aan mijn rechterkant had gezeten kwam recht op mij af, van achter de auto om. Ze maakte een beweging om terug op mijn borst te stampen en daar ging hij, mijn vuist, vanuit mijn rechterschouder, de slechte, die achteraf weer een week pijn heeft gedaan, recht op haar kin af. Ze strompelde achteruit en viel struikelend over de koffer van de auto neer. Ze bleek meteen genezen te zijn. Maar die andere nog niet, want ze viel opnieuw aan. Vanuit mijn linkerkant. Met een ferme duw struikelde ze ook verschillende passen terug. Ondertussen was er een taxi gestopt en de chauffeur bleef vanachter zijn stuur, grinnikend, toekijken. Waarschijnlijk was hij aan het uitmaken wie er wie aan het overvallen was. Terwijl zij schreeuwden dat ik hun "programma" niet had betaald, riep ik hem toe dat ze mij aan het bestelen waren. Ik voelde dat er van diene kant gene hulp te verwachten was. Een andere taxi stopte wat verder en daar bevonden zich, meende ik in het gewoel te onderscheiden, buiten de chauffeur, nog drie grote negers, in. Ik besloot: beter weg wezen, die drie komen waarschijnlijk hun “vriendinnetjes” een handje geven. Ik greep mijn documenten op de grond, de GSM en begon naar mijn sleutels te zoeken. Laat hem niet vluchten, schreeuwde één ervan. Maar ik had het al beslist, ’t is nu, of ‘t is nooit. Ik vond alleen maar de sleutel van de auto terug. De twee andere, de sleutels van mijn voor– en achterdeur, thuis, waren niet te bespeuren, maar dat was het belangrijkste niet. Toen ik de auto terug in wipte, maakten ze aanstalten, weliswaar met minder overtuiging, ook hetzelfde te doen. Maar blijkbaar had mijn weerstand en de omvang van mijn bi- en triceps, die ze nu pas echt in overweging hadden kunnen nemen, hen verrast. Ik besloot een grote borst op te zetten, vies te kijken en tierde: probeer niet eh! Ik ben van de geheime politie...

    Bon, ik weet in alle geval dat ik er in geslaagd ben er vanonder te muizen. Het eerste wat ik deed was onder de zetel tasten. Niets. De smeerlappen. Nog ne keer. Niets. De smeerlappen. Ik haat travestieten. Ik besloot niets áán te geven bij de politie. Het zou mij alleen maar in een belachelijke situatie brengen. Ze zouden zich krom lachen terwijl ik het verhaal vertelde. Dus, beter niets. Enkele verkeerslichten verder heeft die tweede taxi mij ingehaald. De drie negers grijnsden me aan. Één ervan stak zijn arm uit het venster en smeet één van mijn kredietkaarten op de grond. Hei, ge hebt dat dáár verloren!! Ongerust stapte ik uit de auto en scharrelde ze op. Een andere auto stopte ook op dat ogenblik, juist tussen ons in, maar toen de chauffeur mijn gescheurd hemd zag, schakelde hij zijn versnellingsbak op "achteruit" en verwijderde hij zich vlug. Hij dacht waarschijnlijk dat ik zojuist overvallen was geweest door die drie negers. Wat een flater, man. Maar ge weet nooit. 't Was allemaal zo rap gebeurd..

    08-11-2010 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    06-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Antes que os Americanos te chamam de "Crap"

    In een ander, Braziliaans, forum, enkele dagen later, verscheen de commentaar van een Jood (allez, dat veronderstel ik hé, als ge leest wat hij schreef), uitweidend over hoeveel hij wel de Amerikanen in het algemeen en Busha in het bijzonder, bewonderde, door hun voortdurende en onvermoeibare inzet alle bevolkingen in de wereld te willen bevrijden, zonder enige interesse anders dan de wens hen gelukkig te maken, zoals zijzelf al zijn en daarvoor alle nodige daden aan het treffen waren, zoals bepaalde landen áán te vallen en te bezetten, ruzie te veroorzaken en te bevorderen tussen en in bijna alle oosterse, maar ook veel westerse landen, bepaalde (n) mensen te doen vermoorden of te laten folteren en ook te achtervolgen, te vermijden dat andere landen beschikken over dezelfde moderne wapens die zij zelf allang gebruiken, hen in compensatie, niet toelatend met stenen te werpen naar hun speciaal daarvoor gepantserde tanks, wat hen ook het recht verzekerd terug te mogen schieten, zonder wroeging, met duizenden canons en missels, alhoewel het doelwit kleiner is dan éém meter vijftig, enfin, oorlogen ná streefden om de vrede te kunnen bewaren... en dat was tenslotte zijn intelligente conclusie.

    Enkele lijnen verder verscheen de volgende commentaar van een lezer, blijkbaar niet akkoord met die waanzin. De tekst is in het Portugees maar kan vertaald worden op algemene aanvraag:

    “Realmente você tem toda a razão, meu filho. Desde pequeno aprendi que todos os americanos, ou vamos arredondar para baixo, noventa e cinco por cento, são heróis natos. Sanguinários moderados mas loiros bonitos, de olhos azuis, bundas achatadas mas peitos inflados, com um amor inconfundível para com os latinos, que chamam carinhosamente e com ternura de "empregadas sujas"...

    Lembra-se da época dos Índios? Graças a Deus, conseguirem nos livrar destes estupradores de moças e comedores de crianças. Em seguida vieram os Mexicanos, todos ladrões gordos e bêbados e igualmente estupradores de moças e comedores de crianças durante suas horas de siesta. Não demorou e lá vierem os Alemães e os Japoneses, não sem coincidência estupradores inveterados de moças e comedores de crianças, estes “Sem Deus”. Quem não se lembra dos Coreanos e dos Vietnamitas, sem sombra de duvida estupradores por excelência de moças e comedores de crianças gordinhas. E os comunistas Soviéticas então? Nossa Senhora, estupradores de moças e comedores de crianças gordas e até mesmo magras, provado por A mais B. Sem falar nos Iranianos e seus Khomeneinis e Ayatollah's estúpidos, principalmente aquele Ahmadinejad, os Iraquianos em geral e aquele Hussein em particular, os Libaneses com Kadhafie, os Eslocavos e Milosowisz's, sem esquecer os Bósnios, os Afghanistanos com seus Talibans (principalmente o Bin, aquele safado), os Palestinos com seu velho Arafat, Castro em Cuba, Noriega em Panama, Chávez com sua Venezuela, Correa com Equador, Ortega em Nicarágua, Morales em Bolívia, Pyiungpong com seu Correia Do Norte, agora Putin na Rússia, sem falar nos Marcianos e as guerras nas estrelas, todos os terroristas nacionais, internacionais e entrestrelares, todos vencidos pelos brabos norte-americanos, loiros bonitos mas bronzeados, de olhos azuis, bundas achatadas mas peitos inflados, atrás dos comandos dos seus aviões supersônicos, fumando cigarros tipo "Hollywood" num canto da boca destorcido pelo ódio profundo, sem medo de serem acometidas por baixos sentimentos de ternura e compaixão, alem da garrafinha de Coca Cola no alcance da mão, ambos portanto com o verdadeiro gosto da vitória, podendo contar com seus arsenais infinitos de bombas tele-guiadas e mísseis inteligentes, uns maiores e mais potentes do que os outros, mas todos capazes de matar centenas de pessoas de uma só vez, tudo com precisão cirúrgica e um sorriso impiedoso, vinte quilômetros acima do chão, onde nenhum tiro de revolver trinta e oito e muito menos qualquer tipo de pedra lhes ameaça, verdadeiros heróis portanto, que somente em poucos casos excepcionais, muito menos do que oitenta por cento, erram o alvo, principalmente em se tratando de festas de casamento, matando algumas criancinhas e as suas estúpidas mãezinhas, que estão sempre no lugar errado, na hora errada, mas de qualquer modo sempre pessoas de origem duvidosa e sem motivo mesmo para viver e o que cientificamente é denominado de "efeito colateral", para não deixar baixar o nível da conversa, salvando assim não só o seu próprio pais, mas o mundo todo, não pelo dinheiro e poder, é claro, mas pelo ideal que perseguem, desde pequenos, sob a liderança de certos bêbados, alucinados pelo poder onipotente, enquanto convencem, sem precisar de muito esforço, alem da grana, lideres de outras nações, subdesenvolvidos ainda e longe dali, onde se ainda vive na idade da pedra, em aceitar jogar diversos cargas de bombas, alem da própria mãe de todas as bombas, cujos prazo de validade já estão praticamente esgotados, na cabeço dos seus conterrâneos, enquanto estes, estarrecidos e sem entender nada, com os olhos fixamente dirigidos aos céus e pescoços entortados, procuram enxergar os seus salvadores, porque entendem que realmente não pertençam a super-raça do Jesus, claramente mais branco do que OMO, enquanto apertam os cintos, sem saber de que aquele trilhão de dólares que os seus lideres conseguirem economizar, mandando os mais velhos, feios e doentes um pouco mais cedo para os seus túmulos (nunca mais do que trinta por cento da população), sob a forma de juros, calculados sobre o valor total da ajuda humanitária que mandarem anteriormente, para evitar que compram maquinetas velhas e ultrapassadas dos concorrentes comunistas e cobrados através da Internet, o que não resolve o problema da divida propriamente dita, sem falar do valor original do empréstimo, que acertarão mais tarde, principalmente se deixarem aparecer cabeças duvidosas...

    Você tem razão, meu filho. Vá para lá e não esquece de esconder que você é Brasileiro. Diz que você é quase Americano já, antes que te chamam de Crap....”

    06-11-2010 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    05-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bucha do Canhão - Enkele jaren geleden

    Nog wat verder zeverend, ik herinner mij nu een episode die zich heeft afgespeeld in één van die duizenden internet forums, enkele weinige jaren geleden.

    Op een zeker ogenblik verschijnt er op het scherm een simpel verzoek vanwege een daar toevallig aangestrande Amerikaanse soldaat, op oorlogsverlof in Eng(ge)land. Of er iemand wist wáár juist in Londen hij een goeie "handjob" zou kunnen verkrijgen. Iemand van de aanwezigen, zonder blikken noch blozen en ook zonder aarzelen, reageerde dat Blér, alle zondagen, na de mis, "free handjobs" ronddeelde aan Amerikaanse soldaten, achter de muur van The St. Patrick's Cathedral... acchhh, dienen goeie mens... zo'ne harde strijder, diene duts van diene Bléééérr.

    In datzelfde forum dook er nog een andere vraag op vanwege, waarschijnlijk, diezelfde soldaat, blijkbaar verslaafd aan “handjobs”. Hij wilde weten wat juist de uitdrukking “mutual master(?)bation” betekende (hij was, blijkbaar, ook gebuisd in zijn vijfde studiejaar) en een verklarende uitleg werd door een heldere en attente geest verstrekt, er zelfs een toepasselijk voorbeeld voor aanwendend:

    "Iedereen weet hoe graag, onze goede oude "Busha", zijn aanwezigheid op een ter dood veroordeelde’s terechtstelling, op prijs stelt en waar hij, zonder daar veel ceremonie van te maken, andere officiële compromissen voor opzij schuift. Terwijl Blér toen juist weeral eens aanwezig was in de VSA, om nogmaals de hartstochtelijke verdediging van de aanval op Irak op zijn schouders te nemen, had Busha toevallig op hetzelfde moment een uitnodiging ontvangen van de gouverneur van Texas om daar nog één van de geplande executies bij te wonen en Busha voelde zich verplicht Blér méé te vragen. Eens gearriveerd plaatsten de twee grote leiders zich op een stoel, speciaal voor hen gereserveerd, juist vóór het venster van het kot waar ze aandachtig het voorbereidend gedoe aan het gade slaan waren. Busha begon direct aan zijn broekgleuf te prutsen om zijne piemel daar in een gepaste houding te friemelen, vooraleer zijn "emotie" onvermijdbaar werd. Blér had dat, scheef loerend, opgemerkt en als zijn beste vriendje, besloot hij hetzelfde te doen, vol van verwachting, want in Engeland had hij zo een spektakel zelf nooit kunnen waarderen. Bezorgd vroeg hij aan Busha of er iets aan het haperen was met de rits van zijn broekgleuf, want Busha bleef zich daar maar voortdurend scharten, terwijl hij met zijn gat rond bleef wrijven op de stoel, ongeduldig dat hij was, op den duur toch nog het belangrijkste part te missen. Zonder er zich twee keer over te bedenken boog Blér zich over de schoot van Busha heen en begon ook verwoed aan zijn rits te trekken, met de bedoeling te helpen, tot ze opeens open flitste en de kromme piemel van Busha omhoog schoot. Blér wilde absoluut geen schandaal veroorzaken en begon pogingen aan te wenden die duivelse “prick” terug in de broek te wringen, maar Busha had dat niet zó verstaan en ook hij wendde zijn hand naar het kruis van Blér (zonder de ernstige blik van zijn doelwit áf te wenden), die verrast, terug achteruit deinzend, in zijn stoel plofte. Intussen was de veroordeelde te voorschijn getreden en na wat gefoefel en gemompel werd hij verplicht zijn plaats op de troon, ín te nemen. Dat deed Busha nog verwoeder aan de piemel van Blér sleuren, die hij ondertussen ook te voorschijn had weten te peuteren en vanaf dat ogenblik aan wilde hij van geen reden meer weten, terwijl Blér ook verbijsterd staarde naar het rood oplopend en hevig zwetend aangezicht van de veroordeelde. Toen eindelijk de vonken te voorschijn spetterden in de executiezaal, konden beiden, Busha en Blér, de spetterende stralen van hun eigen penissen ook niet meer onderdrukken, waarna ze zich dan, volledig voldaan en nadat de chef van de beulen beleefd het gordijntje had toe getrokken, terug lieten zakken in hun stoelen, hopend dat de andere overheden, achter hen, niets in de gaten hadden gekregen, elk bezig met hun eigen doen en laten.

    Dát, zich wendend naar de Amerikaanse soldaat, wordt “Mutual Masturbation” genoemd, verklaarde hij."

    05-11-2010 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)


    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!