Mijn vrouw is typisch van het exotisch type en houdt dus helemaal niet van eender welke dagelijkse sleur. Ze verkiest, zonder enige twijfel, altijd maar andere plaatsen op te zoeken en nieuwe, spannende avonturen te wagen, elke keer dat er zich een alternatief aanbiedt. Meestal (om niet te zeggen altijd) wordt dat dan een rond fiasco, vanzelfsprekend, want avonturen lopen zelden goed af. Hetzelfde gebeurt met de keus van haar eten, in een restaurant bijvoorbeeld. Ze vist de meest eigenaardige namen uit in het menu om te weten te komen over wat het zich precies betreft en negen keren op de tien, als ze haar tanden in de pruts plaatst, krijgt ze er dadelijk spijt van die alledaagse biefstuk met frieten niet verkozen te hebben...
...en zo gebeurde het, toen we op een middag een recent ingehuldigd restaurantje uitgekozen hadden in een andere wijk om de honger van onze dochter te stillen, terwijl we daar toch juist passeerden en waar ze regionale gerechten aanboden, de meeste voorzien van, voor mij, totaal onbekende namen. Terwijl ze samen de grote ogen over de opties lieden glijden, bestelde ik gerust mijn fles bier en een gewone portie frieten, met mayonaise erbij.
De namen varieerden van buchada, rabada, arrumadinho, chambaril, mocotó, acarajé, tapioca, bode guisado, moqueca, galinha cabidela tot en met sarapatel en dat laatste was juist iets wat ze wilden experimenteren...
Toen het bestelde eten eraan kwam viel het onmiddellijk op dat het zich om iets heel speciaal's betrof en waarlijk, na die eerste vlugge blik op een zwartachtig gekleurde pap met brokken erin vast gesteld te hebben, kon ik niet nalaten de kelner terug te roepen om te weten te komen over wat het zich juist betrof. De man legde onbeschaamd en zonder geen enkel vooroordeel uit dat het een gerecht was bestaande uit gekookt koeienbloed, met enkele stukjes lever erin. Meteen begon mijn dochter te walgen van de afkeer en werd haar middagmaal, mijn frieten.
Mijn vrouw, integendeel, besloot de zwarte boel langzaam en met een lang aangezicht in te zwelgen, zodat het er met pollepels op lag dat het niet echt smakelijk was, maar aangezien ze voortdurend uit is op avonturen, aanvaardde ze dat, eens het puntje bij het paaltje komt, het daarna moeilijk is terug te krabbelen.
Enkele dagen later bracht ik mijn dochter naar de judotraining en alhoewel ik verkies alleen en bij mezelf de doening gade te slaan, kwamen er twee vaders van andere atleten, ongeveer van mijn eigen leeftijd, naast mij zitten, duidelijk met de bedoeling indruk op mij te maken, wat niet gemakkelijk is. De ene stelde zich voor als advocaat en de andere als eigenaar van een winkel met medische boeken en tijdschriften. En van ´t één kwam t ander en op den duur geraakten ze in China en de doodstraf die daar met een bepaalde gemakkelijkheid toegepast wordt, vooral aan de corrupten. De advocaat begon meteen uit te leggen wat iedereen al lang wist en weet en dagelijks in alle kranten herhaald wordt, hier en in de rest van de westerse wereld, met de bedoeling te wijzen op het ROOD gevaar dat China representeert. En hij maar uitleggen dat alles van de veroordeelden, onmiddellijk na hun dood, of zelfs een beetje juist daarvoor, al een nieuwe bepaalde bestemming ontvangt vanwege de regering: hun ogen, lever, hart, nieren, longen, haar, vet, huid, tanden, enfin, alles, beweerde hij, terwijl hij er geheimzinnig aan toevoegde dat zelfs hun bloed niet verspild wordt. De eigenaar keek verrast op en vroeg, ineens wreed geïnteresseerd...
...om er mijn lievelingsgerecht sarapatel van te maken zekers??
Komt ge ooit naar Brazilië, pas dan op voor de volgende uitspraken, beloften en termen, die de mensen hier, met merkwaardige overtuiging, alsmaar herhalen:
- Qualquer hora, vamos marcar um encontro (laat ons een afspraak maken, eender welke van de volgende dagen). Deze belofte mag gewoonweg vertaald worden als: ik wil u nooit ne meer zien, ge steekt me tegen en ik hoop dat ge naar de hel gaat;
- Pode deixar comigo (ge moogt gerust zijn, ik zal daarvoor zorgen). Let op, diene mens is absoluut niet te vertrouwen en hij is u vierkant aan het bedriegen, terwijl ge zelfs, onnozel, naar hem staat te kijken;
- Confia em mim (vertrouw mij). Ge zult het uw leven lang beklagen als ge hem vertrouwt. Hij tracht een klimaat te scheppen van genegenheid en vriendschap, maar als ge in zijn val loopt zijt ge definitief verloren.
- Vou chegar na hora combinada, sem falta (ik zal stipt zijn, zonder twijfel). Zeker en vast een leugen. Hij weet al van tevoren af dat hij op zijn minst een half uur te laat zal opdagen, indien mogelijk;
- Se Deus quizer en Graças a Deus (als God het belieft en dankzij God). Die termen worden alleen maar gebruikt wanneer alles op wielekes loopt. Als er iets mis gaat of een ongeluk gebeurt, of zelfs een ramp (vooral wanneer er veel kinderen omkomen), mogen die termen absoluut niet aangewend worden, tenzij de dader geëxcommuniceerd wil worden van de Kerk en verkiest rechtstreeks naar de hel gezonden te worden, zonder tussenlandingen;
- Daqui a pouco estarei de volta (binnen een paar minuutjes ben ik terug). Ge moogt er op wedden dat hij nooit ne meer terug zal keren;
- Dá para me emprestar um dinheirinho aí, amanha sem falta eu devolvo (leen mij een beetje geld, want morgen zal ik het, zonder twijfel, terug geven, geloof me). Hier bestaat het woord "lenen" niet. Gegeven is gegeven en punt, andere lijn.
- Pode tirar o seu cavalinho da chuva (ge moogt uw paardtje uit de regen trekken). Ik heb er geen enkel benul van waar deze uitspraak vandaan komt, maar het betekent dat hij de waarheid aan het zeggen is en dat ge niet op hem moogt rekenen...
Zoals gewoonlijk wendde ik mij beslist naar mijn geliefd tafeltje in mijn stamcafé waar, normalerwijze, niemand zich in de omgeving bevind. Bevredigd (eindelijk) van mijn verdiende rust te kunnen genieten, bestelde ik mijn ijskoud biertje en na even de voorbij passerende, alleen maar vrouwelijke, achterwerken gade te hebben geslagen, dreven mijn gedachten zich geleidelijk af naar een punt aan de horizon, waar ik meende mijn toekomst te kunnen onderscheiden.
Het ontging me nochtans niet toen twee koppels ineens de deur binnen tuimelden en, net alsof vooraf besteld, zich onmiddellijk naar het tafeltje begaven, grenzend aan het mijne.
Niet iets waar ik hevig naar verlang natuurlijk, onder meer omdat ik zo onmogelijk mijn opgestapelde scheetjes, geniepig, kwijt kan geraken, maar enfin, dat is eigenlijk ook nooit de originele bedoeling geweest, maar wel een pluspunt voor de plaats, of zoals het hier uitstekend uitgedrukt wordt, een toegevoegde waarde.
Ze gedroegen zich echter nogal wat luidruchtig en verbroken de gezellige stilte die ik meestal verkies. De vrouw die op de stoel, dichtst bij de mijne zat, besloot een sigaret op te steken en om de verse lucht die over hun eigen tafel heerste niet te besmetten blies ze de rook, over haar schouder heen, daarvoor een scheve mond gebruikend, regelrecht in mijn richting. Ik heb oneindig veel gerookt wanneer ik jonger was, maar sedert ik daarmee gestopt ben kan ik diene stank, minder en minder elk jaar, uitstaan. Bovendien bewoog ze haar stoel verder en verder weg van de tafel, bekommerd dat ze blijkbaar was met de gezondheid van haar collegas, maar tezelfdertijd dichter en dichter bij mij belandend, tot ze zelfs praktisch tegen mijn rug aanleunde. Verergerd stond ik op en sleurde mijn tafel, samen met de vier stoelen, wég van hun tafel.
Een minuutje later werd mijn rust weeral verstoord door een nieuw koppel dat eveneens het café binnen stapte en verheugt ontdekte dat ze de aanwezigen aan mijn buurtafel herkenden. In een oogwenk werden er twee additionele stoelen bij hun tafel gerukt zodat de kring, naargelang iedereen zich wat van de tafel verwijderde, groter werd. De zuigende en puffende vrouw stootte meteen terug in mijn ribben en ik werd nogmaals verplicht recht te staan om mijn tafel, samen met de vier stoelen, verder weg te slepen, terwijl de nerveusheid mij te pakken kreeg. Amper zat ik terug neer, al een beetje aangetast door het derde bier en ik stelde verbijsterd vast dat een nieuw koppel hun neus binnen stak. Weeral slaakten ze een kreetje van geluk en verrassing terwijl ze zich opgewekt naar de verzamelde vrienden begaven, maar in overweging genomen dat een gewaarschuwde vent er twee waard is, rechtte ik mij ongeduldig op en nu al bijna kokend van de haat besloot ik onmiddellijk meer plaats vrij te laten voor meer stoelen rond hun tafel, terwijl ik ondertussen al geklemd begon te geraken tegen de lege tafel die zich voor de mijne bevond.
Ik kon niet vermeiden binnensmonds een vloekwoord te uiten, overtuigd dat ik er van was dat het vandaag mijn dag niet was. De rust intussen was al gone with the smoke en het bier was lauw aan het worden terwijl de kelner, ietwat verlegen, want hij kende mij van vorige oorlogen, zich in mijn richting bewoog met de vraag of ik misschien bereid zou willen zijn mijn tafeltje op te offeren zodat ze er één lange tafel van zouden kunnen maken en ik geoorloofd werd een beter tafeltje uit te kiezen, tussen tientallen andere, nog onbezette...
k Hebbekik helemaal geen ander tafeltje willen uitkiezen, miljartedju, want ik haat reizen, verhuizen en vooral "andere" tafeltjes en ik heb, in een oogwenk, mijn rekening betaald en ben verdwenen van diene dwaze café, met al die opdringerige, zuigende, puffende en kletsende klanten die altijd maar meer en meer plaats nodig hebben voor hun onbelangrijke vergaderingen.
Onlangs ontving ik een mail van een gewezen buur in de Spanjestraat van Rumbeke die toevallig op deze blog is gebotst, met name Pierre Goetgeluck, geïnteresseerd in het heropnemen van het contact met zijn klasmakker en mijn broer F., wat ik meteen heb gedaan.
Wat ik me het best herinner van de familie Goetgeluck (ik zou durven gezweerd hebben dat het Goedgeluk was, maar ze hebben me dat nooit geleerd in de Vakschool van Roeselare), is dat ze verzot waren op verse paling. Ik kreeg er de kriebels van. De visman die ze verkocht arriveerde altijd op een zware vrouwenfiets met een aquarium van voren, in een korfje, geïnstalleerd, waarin er een hele hoop levende palingen krioelden. De moeder van de Goetgelucks en ook de dochter, vlogen als t ware uit hun huis om er de schoonste en dikste palingen uit te kunnen vissen, die de visman meteen, levend, ontpelde...!!
Ik was daar zodanig van geaambeteerd (vind dat nog altijd het maximum van wreedheid in een alledaagse straat van een alledaagse gemeente) dat ik vermeed contact te blijven onderhouden met die eigenaardige familie, uitzondering gemaakt voor Anne Marie, die ons elke zaterdag een spektakel aanbood achter de ruit van haar badkamer..
Terwijl ik het toch over F. heb, ik herinner mij hoe hij, om mij in slaap te doen geraken in onze gemeenschappelijke slaapkamer, zodat hij wat later, zonder schrik gestoord te worden, het laken ritmisch op en neer kon laten wapperen, mij luid meerdere sprookskes vertelde. Toen was ik nog jong en had geen enkel besef over hoe juist het leven in elkaar steekt en schonk ik de grootste aandacht aan zijn machtige verhalen waarvan ik durfde zweren dat ze helemaal uit zijn hoofd kwamen, zoals Klein duimpje en zijn reuze laarzen, Roodkapje en de zeven lelijke dwergen, De drie dikke zwijntjes en de zwarte wolf en weet ik nog veel, maar het belette mij wel degelijk vroegtijdig aan mijne harde piemel te liggen wrijven, zodat ik daar pas later last van heb gehad.
We stoeiden geregeld in onze kamer waar F. altijd het onderspit moest delven, want zoals in mijn vorige post vermeld, bezit ik een voorhoofd van ijzer, reden waarom F. daar één van zijn schoonste tanden kapot aan heeft geslagen en er een grote brok vanaf is gevallen, zodat hij verplicht is geweest zich een vals gebit aan te schaffen langs de Ziekenbond om..
Toen ik deze krant voor het eerst bezocht, dan nog gevestigd in het centrum van de stad, dicht bij de wereldberoemde Av. São João en de Praça Da Republica (equivalent van Copacabana in Rio, in diene tijd en beiden, tegenwoordig, fel gedaald in prestige), zag ik in twee parallelle rijen de enorme drukpersen daar geïnstalleerd die me definitief hebben beïnvloed in het begrijpen van welke machines ik juist verondersteld was te verkopen, vanaf dat ogenblik.
Ik was vergezeld van een collega van de firma, toen nog zijn cursus van mechanisch ingenieur aan het beëindigen en die verantwoordelijk was voor het dagelijks contact met de klant. Hij klaagde erover dat alle leveranciers verplicht waren een commissie uit te moeten betalen van een ronde tien percent, voor eender welk materiaal en machines die de krant zich aanschafte, persoonlijk aan de industriële directeur, P.P., en hij vermoedde dat die commissie verdeeld werd tussen de aanverwanten van één van de vennoten van de krant, regelrecht verlies betekenend voor de overige. Dat heeft er niets mee te zien natuurlijk, maar het kost niets te vermelden dat de eigenaars Joden zijn.
Eigenaardig was wel dat blijkbaar iedereen daar van wist, menos de meest geïnteresseerde mens, de tweedde vennoot. Na verscheidene jaren heeft iemand toch zijn mond niet kunnen houden en is hij, P.P., vierkant ontslagen geweest en hebben ze, de eigenaars, besloten het geval onder het tapijt te verbergen..
Nu zijn ze volop bezig andere mensen te verwijten dat ze er zwart uitzien..
Méér over deze eigenaardige krant in één van mijn volgende posts (hier noemen ze dat een assunto cabeludo, wat overeen komt met een harig onderwerp, of zowel: zware tabak, waardoor uw oren zullen tuiten..).
Zoals ik in de vorige post heb vermeld, ik was een trouwe en gelukkige klant van het restaurant Zé Bodinho, in Recife, waar ik mij altijd wat afzonderde om lekker en alleen van mijn ijskoud biertje te kunnen genieten en te mijmeren en te piekeren over mijn verleden, heden en toekomst, maar ook over problemen, oplossingen en verwachtingen. Op een zekere dag werd ik ineens uit mijn toestand van afwezigheid wakker gebonsd door twee vrouwen die, enkele tafels verder, heftig, met behulp van houten hamertjes, op de magere pootjes van gekookte krabben aan het slaan waren. Die nieuwe toestand drong tot me door nadat ik opgemerkt had dat de eigenaar van de plaats een affiche had gespijkerd aan de muur waarin hij aankondigde dat vanaf diene dag verse krabben en kreeften beschikbaar zouden zijn voor onmiddellijk verbruik door zijn lekbekkende klanten. Bovendien kocht hij zijn lieve beestjes levend, zodat ze, zijn perverse klanten, hun toekomstige slachtoffers gretig konden aanwijzen in het aquarium waar ze, vooraleer gekookt te worden, tentoon werden gesteld. De beestjes die het dikst waren en toch het meest actief, werden uiteraard meteen verkozen door de vreselijke wijven, die door de opwinding rode blossen op hun wangen verkregen, terwijl ze gretig naar hun ferme borsten en stevige dijen staarden. Die van de krabben, bedoel ik. Gelukkig zijn wij, mannen, pezig, taai en ietwat traag in onze reacties, zodat we minder rap opvallen..
Eerlijk, dat aandringerig bonzen, slaan en hameren op de fijne pootjes van die arme beestjes, plus de gulzigheid die ze onmogelijk konden verbergen, de wijven bedoel ik, wanneer ze de gebroken, gebarsten en vernietigde pootjes met een tuitende mond uitzogen en met hun flikkerende tong bewerkten (wat mijn gedachten aan andere tuitende monden deed herinneren), stond me helemaal niet aan, om weinig te zeggen. Ik kon zelfs niet vermijden een walgende tote te produceren, die de smerige wijven onmiddellijk constateerden terwijl ik recht wankelde en mij naar een ander tafeltje begaf, zo ver als enigszins mogelijk en mezelf zelfs achter een pilaar verborg, zodat zij terstond door hadden dat hun gebonk op de tafel uiterst verstorend was geweest en zelfs belachelijk, hun besmeerde en bepotelde muilen en heksenneuzen in beschouwing genomen.
Ik heb het altijd beweerd, de vrouwen zijn duidelijk wreedaardiger dan de mannen. Verschillende scientisten hebben nog altijd niet kunnen bewijzen (??) dat krabben (en gelijkaardige beesten) ook pijn hebben terwijl ze geduldig gekookt worden, maar ze hebben wel bewezen dat een levend en gezond beestje drie lange minuten nodig heeft om deze wereld te verlaten en definitief hun plaats in de hemel te veroveren (ze worden, gedurende dat proces, vurig rood omdat ze proberen, nutteloos, hun adem in te houden). Ik ben er absoluut zeker van en zelfs volledig overtuigd dat dat voor die wijven absoluut geen verschil uitmaakt, te weten of niet, of de beestjes afzien, of niet, want belangrijker dan dat is hun perverse wens te vervullen en te zuigen tot ze er nat van worden in hun onderbroek. Ongelukkig genoeg is het vlees van één beestje, net zoals dat van een vogeltje, niet genoeg om hun oneindige lust te stillen en moeten ze er tien of meer verslinden om hun goesting te voldoen. Later, in de hel, zullen ze ook gebraden worden, of alternatief, gekookt, tot ze er rood zullen van uitslaan....
De onverschilligheid in verband met het lijden van praktisch alle dieren, wanneer ze bestemd zijn om als menselijk voedsel te dienen, gaat zelfs zo ver dat ze, de mensen, nijverig machines ontwerpen om meer beestjes te kunnen ontwrichten in minder tijd. Een Duitse Jood die in mijn gebouw woont en al op pensioen is (gelukkig) vertelt mij alle dagen (hij vergeet constant dat hij me dat verhaal al verschillende keren heeft herhaald) hoe hij, toen hij jong was, een machine had uitgevonden die alle poten van de kreeften in één enkele ruk áf trok. Jaja, hij verkoos wel degelijk de poten eraf te trekken, dan ze eraf te snijden, wat de aanwezigheid van een scherp voorwerp veronderstelde en dus ook een grotere kost, alhoewel dat, voor het beestje, waarschijnlijk op hetzelfde neer kwam..
Iemand had me uitgenodigd voor een rondetafel vergadering en ik bewoog me, zonder aarzeling, naar de enige overgebleven, lege, stoel. Toen ik hem doelbewust achteruit trok om er langs van voren plaats in te nemen, merkte ik op dat er zich een sacoche op het zitvlak bevond, heel waarschijnlijk toebehorend aan de vrouw die er juist naast zat. Aangezien ze geen aanstalten maakte haar eigendom te verwijderen pikte ik, zonder medelijden, de sacoche op en zette hem achter haar stoel, op de grond. Ze steigerde, in een bokkesprong, op en dook daarna, als t ware over haar schat neer, die ze meteen optilde, net alsof hij daar onvermijdelijk besmet aan het geraken was. Ze richtte mij een afkeurende blik toe, maar het kon me geen barst schelen. Indien ze haar eigendommen echt wilde beschermen had ze beter de ruime plaats tussen haar kromme benen daarvoor aangewend. De heks. Later hebben ze mij ingelicht dat er hier een mythe bestaat dat, als een handtas op de grond wordt gezet, dat financieel ongeluk zal meebrengen aan de eigenaar ervan. Waanzin, natuurlijk.
Over bokken gesproken, een bok wordt hier als bode vertaald. Iemand die gebruikt wordt door de andere mensen om de schuld op zijne rug te schuiven, wordt dus de bode expiatório genoemd, wat overeen komt met testa de ferro (ik veronderstel, iemand die, net zoals een bok, een voorhoofd bezit van ijzer). Ik begrijp niet juist het waarom van deze ingewikkelde termen, maar t zal waarschijnlijk te maken hebben met een kudde bokken die een steile berghelling óp willen stijgen. De eerste moet de veiligste weg uitkiezen om de andere ongekwetst naar boven te leiden, maar als hij een stap in het valse zet en naar beneden tuimelt zal geen enkele andere bok daar over treuren. De volgende bok in de rij zal dan proberen een nieuwe en betere weg in te slaan. Eigenaardig is dat de algemene leider nooit opdaagt gedurende zon gelegenheden (een ezel struikelt geen twee keren over dezelfde steen, zegt men, maar aangezien we het over bokken hebben..??!!).
Het vlees van een bok wordt hier, in het noordoosten van Brazilië, uiterst geapprecieerd. Ik ben nochtans een (bijna) doorwinterde niet-vleeseter aan het worden en daarom werd één van mijn stamcafé's daar naar genoemd, i.e. Zé (van José) Bodinho (een klein bokje).
Een bok herinnert mij terstond aan de Staat van Paraiba (ze beweren dat alle mensen afkomstig van die Staat een plat hoofd hebben en t is eigenaardig, maar dat komt wel degelijk overeen met de waarheid, heb ik persoonlijk kunnen vast stellen). Feit is dat ge daar, in João Pessoa, hoofdstad van de Staat van Paraiba, niet kunt geraken, of ervan vertrekken (op de hoofdbaan, wel te verstaan), zonder verplicht te worden een bijdrage te leveren aan de verzamelde politie daar. Eerst vragen ze beleefd of ge misschien een rechter zijt (ik geef waarschijnlijk diene indruk, wanneer ze diep in mijn ogen kijken), of een officier van het leger, of misschien zelfs een politiecomissaries van een andere Staat en indien negatief op alle vragen, dan wordt ge, al wat ruwer, bevolen uit de auto te stappen, terwijl ze beweren dat ze drugs en wapens aan het zoeken zijn. In werkelijkheid zoeken ze de ene of de andere onnozelheid om te dreigen dat ze u naar het politiebureel zullen slepen, zodat ge uw reis (vakantie of werk) zult moeten onderbreken, tot ge bereid zijt hen een bijdrage te betalen om toch uw belangrijke reis voort te kunnen zetten. De politiemacht over het gehele land (militaire, burgerlijke, federale en autostrada politie), kunnen elkaar niet rieken, maar daar, in João Pessoa, zijn ze allemaal vriendjes onder elkaar en verdelen ze, in gelijkwaardige stukken, broederlijk, alles wat er op een dag verzameld is geweest...
Heel in het begin van mijn verblijf, hier in Brazilië, was ik wel ietske gevoeliger voor het probleem van de bedelaars, vergeleken met nu en was ik vlugger bereid, vrijwillig, enkele centjes voor dat goede doel op te offeren. Ze zijn, de bedelaars bedoel ik, net zoals God, overal aanwezig en ge verschiet uzelf bijna een bult als ze u onverwachts bij de elleboog grijpen. Ze kunnen zowel eenzame bedelaars zijn, meer op parias gelijkend (die eigenlijk niemand lastig vallen, verkiezend uit de vuilnisbakken hun eten te peuteren, terwijl ook verschrikkelijk vervuild, niet beschaamd zijn met een half ontbloot achterwerk rond te tjolen, overmeesterd door de vlooien, luizen en andere bloedzuigers, overal verspreid over hun mager lijf), of zowel leven ze in benden, waar er voortdurend nieuw leven, aan de lopende band, wordt verwekt, gereed om dat zalig beroep, voor eeuwig lang voort te blijven garanderen.
Vooral die laatste, in groepen van twintig/dertig personen verzameld, zijn professioneel gevormd en durft ge, net zoals met de dronkaards of de hoeren, er naar loeren dan zijde meteen hun nieuwste slachtoffer. Zoals in onze eigen gemeenschap worden ze geleid door de sterkste, de onmeedogenlooste en de valste van de mannen, die ook altijd de nuchterste is om geen onverwachte aanvallen te hoeven te vrezen. Hij laat niet toe dat andere mannen zijn vrouwen bepotelen, tenzij hij al bevredigd is.
Ze doen alles om indruk en compassie te verwekken en sommige bezitten zelfs geen enkel fysisch gebrek, maar doen net alsof. Vooral de moeders gebruiken hun eigen kinderen en ook die van de anderen, waarvoor ze huurgeld betalen, om medelijden te kunnen verwekken. Ze verzamelen zich ' s avonds ergens onder een markies van een gebouw, pissen, kakken, vogelen en poepen in overvloed, slapen, meestal, op een stuk van de krant Financial Times en ´s morgens vroeg wenden ze zich naar hun werkplaats, een kruispunt, ook gehuurd, waar ze hun masker van "triestig gezicht" aantrekken, zelfs proberend enkele traantjes te produceren, maar laten niet na hun eigendom met handen en tanden (weinige) te verdedigen, andere bedelaars verdrijvend en daarvoor luid scheldwoorden aanwendend.
Eenmaal ge iets gegeven hebt bekomen ze, wat ze hier noemen verovert recht wat betekent dat ge vanaf dat ogenblik verplicht zijt alle dagen uw handen in de zak te steken en doet ge dat niet, dan mag hij terstond een vieze tote trekken, zijn tong uitsteken en u nawijzen, om aan iedereen te tonen dat ge niet vertrouwbaar zijt. Ik herinner mij een oud madammeke dat jaren lang, dagelijks, met een traan in haar ogen, een aalmoes heeft overhandigd aan een bedelaar op een kruispunt, waarvan ze durfde zweren dat hij lam was (hij bewoog zich voort op een plankske, met rollewielekes), tot ze hem, op een bepaalde dag, ontmoet heeft in een café, rond huppelend op één been terwijl hij het andere over zijn schouder had gezwaaid, vloekend en drinkend tot het bier uit zijn oren stroomde. Sedertdien heeft ze hem niets ne meer gegeven en sedertdien, nog ne keer, wenst hij haar naar de hel, iedere keer ze passeert aan zijn kruispunt...
For nearly six years, I have been a faithful drinker of MGD. For these past years, I have come to expect certain things from Genuine Draft. I expect that whenever I see that gold can of MGD, I am about ready to enjoy a great, smooth brew. But wait! Sometime around the first of the year, my beloved MGD changed colors, so to speak. That familiar gold can was no longer gold!
Knowing that I am, by nature, somewhat resistant to change, I forced myself to reserve judgment on the new can design. Gradually, I grew to appreciate the new label. That was until about May of this year. That was when I discovered (empirically) that I really didn't like the new design. Further investigation of the cause of my distress resulted in the following observations:
Your cans are made of aluminum.
Aluminum is a great conductor of energy.
Your beer is commonly consumed outside, and thus, the container may be exposed to sunlight.
Sunlight striking the can causes radiant warming of the surface of the can.
The resultant heat (energy) is transferred through the aluminum, by conduction, to the contents of the can (the beer).
Warm beer sucks.
This is a process that can be observed in just about any beer. However, this process is significantly accelerated in MGD because you painted the damn can.... black!!!
Who was the rocket scientist that designed the new graphic for the can and implemented the change right before summer? Granted, this process may not be real evident up there in Wisconsin, but down here in Oklahoma where the summers are both sunny and hot, this effect is quite a problem. There's no telling what the folks in Texas and Arizona are having to put up with. Knowing that you would probably not address this issue unless you had firm evidence of a problem, I and several other subjects conducted extensive experimentation. The results of these experiments are listed below.
The experiments were conducted over two days on the deck next to my pool. The study included seven different types of beer (leftovers from a party the previous weekend) that were initially chilled to 38 (and then left exposed to sunlight for different lengths of time.) These beers were sampled by the test subjects at different intervals. The subjects, all normally MGD drinkers, were asked at each sampling interval their impressions of the different beers.
The length of time between the initial exposure to sunlight and the point where the subject determined the sample undrinkable (the Suck-point) was determined. The average ambient temperature for the trials was 95 degrees F.
Beer Type
Average Suck-point (minutes)
Miller Lite (white can)
6.2
Bud (white can)
5.5
Bud Lite (silver can)
5.2
Ice House (blue and silver can)
4.4
Coors Lite (silver can)
4.1
Miller Genuine Draft (black can)
2.8
Coors (gold can)
0.1
It was evident that the color of the can directly correlates to the average suck point, except for Coors which was pretty much determined to suck at any point. It is to be hoped that you will consider re-designing your MGD cans. All beer drinkers that are not smart enough to keep their beer in the shade will thank you.
Sincerely,
Bradley Lee Beer-drinker
The Miller response appears below. They have had a lot of fun with this guy's letter. Enjoy. . .
Dear Bradley Lee,
Thank you for your letter and your concern about the MGD can color as it relates to premature warming of the contents. Like you, we at Miller Beer take beer drinking very seriously. To that end, we have taken your letter and subsequent experiment under serious consideration.
Outlined below are our findings and solution to your problem. May we add that we have had similar letters from other loyal beer drinkers, mostly from the Southern United States.
First, let us congratulate you on your findings. Our analysis tends to agree with yours regarding Coors. It certainly does suck at about any temperature. Now, it was our intentions when redesigning the MGD can to create better brand identity and brand loyalty. Someone in marketing did some kind of research and determined we needed to redesign the can. You will be pleased to know, we have fired that idiot and he is now reeking havoc at a pro-gun control beer manufacturer. The design staff working in cahoots with the marketing idiot was also down-sized. However, once we realized this mistake, to undo it would have been even a bigger mistake. So, we took some other actions. From our market research, we found a difference between Northern beer drinker and Southern beer drinkers.
Beer drinkers in the South tend to drink slower than beer drinkers in the North. We are still researching why that is. Anyway, at Miller Beer, it was never our intentions to have someone take more than 2.5 minutes to enjoy one of our beers. We pride ourselves in creating fine, smooth, quick drinking beers and leave the making of sissy, slow sipping beers to that Sam guy in Boston.
However, it is good to know that you feel our Miller Lite can last as long as 6 minutes. However, may we suggest in the future you try consuming at least two in that time frame. From your letter, we had our design staff work 'round the clock to come up with a solution that would help not just MGD but all our fine Miller products. We hope you have recently noticed our solution to your problem. We found that the hole in the top of the can was not big enough for quick consumption. So, we have now introduced the new "Wide Mouth" cans. We hope this will solve all your problems.
Might I also suggest that if you want to get the beer out of the can even faster, you can poke a hole on the side near the bottom, hold your finger over it, open the can, tip it to your mouth and then pull your finger off the hole. This is a common way to drink beer at parties and impress your friends. This technique is known as "shot-gunning". You should like the name.
Again, thank you for your letter and bringing to our attention that there might be other beer drinkers taking more that 2.5 minutes to drink our beers. Let me assure you that I am having our advertising department work on campaign to solve this problem, too.
Op het werk hier in Recife had ik een collega waarmee ik redelijk goed overeen kwam. Alhoewel we politiek gezien antagonistische opinies koesterden vonden we allebei genoegen in onze vriendschappelijke verhouding. We passeerden uren discussiërend over ne hele hoop voorvallen, situaties en vergaderingen gedurende onze vele reizen, samen, in het noordoosten van het land, wanneer we bekwaam waren verschillende zaken af te sluiten. Een uitstekende verkoopsman, intelligent en boeiend. We schrokken er niet voor terug uren te zitten drinken in een café of een restaurant, na ons middagmaal verslonden te hebben, meestal bestaand uit een half, simpel, kieken, zonder verdere onnodige ingrediënten, broederlijk gedeeld, terwijl we het te weinig voedsel compenseerden met overvloedige drank. Gelukkig was hij nog lelijker dan ik, zodat ik me in de leidende positie bevond. Het enige wat me nogal tegen stak was het feit dat hij na het eten zijn tanden zorgvuldig reinigde, één na één, met een houten tandenkotertje dat naargelang het werk vorderde, alsmaar natter en vuiler werd en wat verschillende minuten in beslag nam, waar hij zich absoluut niet voor geneerde, alhoewel het mij de kriebels gaf, vooral waneer er enkele verwijderde brokken in mijn bord belandden.
Het betrof zich om een typische afgevaardigde van dit part van het land waar de mensen meestal mager zijn en taai en soms zelfs onverteerbaar. De gemiddelde grootte van de mensen hier is kleiner dan die van de rest van het land (er bestaat hier ook veel meer honger en de bijbehorende ondervoeding) maar de ietwat grotere exemplaren beschikken meestal over kameelvriendelijke benen, terwijl de kleinere gediend zijn met bokaardige exemplaren. Ze zijn allemaal, nochtans, uiterst vriendschappelijk en bereidwillig als het er op aan komt. Misschien een beetje te traditioneel en te ouderwets, voor mijn vooruitstrevende opvatting.
Feit is dat ik me langzamerhand aan het hechten ben geweest aan zijn aanwezigheid en zijn aandacht, want hij kon zowel argumenteren als luisteren. Zoals de meeste afgevaardigden van dit part van het land worden de ziekte en de dood met minder bezorgdheid behandeld en waarlijk zijn gezondheid begon, na enkele jaren zonder zorgen, rap af te takelen, terwijl hij toch nooit tekens gaf van ontreddering en wanhoop.
Eens het filiaal van de firma hier opgedoekt werd, zodat ik helemaal alleen ben achter gebleven, werd ons contact met de tijd schaarser en op den duur ontmoetten we elkaar alleen maar, somtijds, terwijl hij lange wandelingen ondernam op het strand. Hij begon te lijden van diabete, werd geopereerd aan zijn hart, leed van zijn ogen en had hoge bloeddruk, maar bleef glimlachen terwijl hij, bewust, beweerde dat het leven nu eenmaal zo was. Zoals altijd gebeurt in zon gevallen, blijven de ietwat gezondere mensen afwezig wanneer de vrienden hen het meest nodig hebben en zo is het ook gebeurd met mij. Vooraleer ik mij schuldig begon te voelen kreeg ik het nieuws van zijn vrouw dat hij, opeens, gestorven was.
Op de begrafenis (ik kan op één hand tellen hoeveel keren ik in mijn leven naar een begrafenis ben geweest, inclusief diegene van mijn eigen zoon, waar ik niet bekwaam ben geweest één enkele traan te laten vallen) ben ik in de eerste rij gaan staan als postume huldiging, terwijl mijn dochter naast mij plaats nam. De heersende stilte is maar verbroken geweest toen ze opeens luid schreeuwde, zodat iedereen zich naar mij omdraaide: Pa, ge zijt aan het schreien!
Ik heb me geduldig naar haar gewend en heb haar uitgelegd dat ik helemaal niet aan het schreien was, maar dat ik een valling had en dat de wind strak in mijn ogen waaide, wat ze deed wateren..
De dood is niet gemakkelijk nee, maar schreien is nog moeilijker...
1) "I was kidding about being sterile, you know." 2) "Do you always fart like that when someone shoves it in?" 3) "How come it's so BIG in there?" 4) "You've done this with a lotta guys before---right?" 5) "Next time I come over, don't bother with the underwear, OK?" 6) (Sniff, sniff) "Is that CAT food?" 7) (Yelling) "OK guys, it's a wrap, cut, and print it!!" 8) "You are great in bed, but your sister gives better head!" 9) "My first wife was prettier, but you can screw a lot better." 10)"Do you know what a 'douche' is?" 11)"Maybe if you did some pushups, your boobs would grow." 12)"I want you to try some of MY deodorant." 13)"I'm not into relationships. Can't we just screw, like every Tuesday night or something?" 14)"Maybe if you lost some weight, I could get it all the way in!" 15)"I never saw a girl with hairy tits before!" 16)"I've been getting these little blisters lately-------" 17)"You wanna do those dishes before you leave?" 18)"You should go wash that, the cabbie will think something DIED in there!"
A young lady in the maternity ward just prior to labour is asked by the midwife if she would like her husband to be present at the birth.
"I'm afraid I don't have a husband" she replies. "O.K. do you have a boyfriend?" asks the Midwife. "No, no boyfriend either." "Do you have a partner then?" "No, I'm unattached, I'll be having my baby on my own."
After the birth the midwife again speaks to the young woman.
"You have a healthy bouncing baby girl, but I must warn you before you see her that the baby is black." "Well," replies the girl. "I was very down on my luck, with no money and nowhere to live, and so I accepted a job in a Porno movie. The lead man was black." "Oh, I'm very sorry," says the midwife, "that's really none of my business and I'm sorry that I have to ask you these awkward questions but I must also tell you that the baby has blonde hair." "Well yes," the girl again replies, "you see I desperately needed the money and there was this Swedish guy also involved in the movie, what else could I do?" "Oh, I'm sorry," the midwife repeats, "that's really none of my business and I hate to pry further but your baby has slanted eyes." "Well yes," continues the girl, "I was incredibly hard up and there was a little Chinese man also in the movie, I really had no choice."
At this the midwife again apologises collects the baby and presents her to the girl, who immediately proceeds to give baby a slap on the bum. The baby starts crying and the mother exclaims, "Well thank god for that!"
"What do you mean?" says the midwife, shocked. "Well," says the girl extremely relieved, "I had this horrible feeling that it was going to bark."
Vooral mijn directeur had, gedurende verscheidene jaren (we waren toen nog in de vroege jaren zeventig), geïnsinueerd aan zijn vriend en bridgecollega (waarin hij, mijn directeur, ooit eens kampioen is geweest) Roberto Marinho, eigenaar van de krant O Globo, in Rio (plus andere belangrijke communicatiemiddelen, verspreid over het gehele land) dat hij eindelijk de knoop moest doorhakken en definitief beslissen offset te gaan. Deze beslissing is er maar gekomen gedurende een reis naar São Paulo, waar Octavio Frias, eigenaar van de krant Folha De São Paulo hem trots zijn recente offsetinstallaties had getoond en daarna, in zijn zetel zakkend, nonchalant zijn schoenen had uitgetrokken en ze over zijn schouders geslingerd, natuurlijk met de bedoeling indruk te maken, terwijl hij uitschaterde dat hij, Roberto Marinho (een stijve mens die vooral van discretie en behoorlijk gedrag hield), moest stoppen zich alsmaar te masturberen.
En waarlijk, diene laatste uitspraak heeft hem, juist op tijd, op de beste weg gezet.
Terug in Rio bepaalde hij meteen een vergadering om over zijn nieuw project te spreken met onze directie. Die besliste, voor alle geval, mij mee te sleuren, om technische twijfels te kunnen beantwoorden. Aanwezig ook, op die vergadering (in de loop van de volgende maanden zijn er meerdere gebeurd) was de industriële manager van O Globo, Luiz Antônio De Sa Brandão, die toevallig ook de kozijn was van onze directeur, wat niet belette de eigenschappen van machines aangeboden door onze concurrenten (vooral MAN) aan te halen. We werden ontvangen in een piepklein wachtzaaltje waarin er zich geen enkel meubel bevond en waar men er zeker van was aandachtig bespied te worden, om bewust naar eigenaardige bulten en bubbels in de zakken, onder de oksels en onder de broekriem van eventuele bezoekers te zoeken, want hij, Roberto Marinho, officiële afgevaardigde van de rechts gezinden en vierde "macht" van het land, ferme verdediger van het Amerikaans regime, fel geïnteresseerd in het omverwerpen van linksgezinde bewegingen en aanstoter van de militaire machtsgreep, enkele jaren daarvoor, voelde zich wel een beetje bedreigd. Ik had geen enkele vreemde bult meegebracht, maar wederkerig zoekend naar vreemde bulten in zijn kostuum stootte ik onverwacht op een bult in ZIJN broek. Toen hij zichzelf neerzette in zijn ruime zetel viel het mij dadelijk op dat hij geen onderbroek gebruikte en dat zijn klootzak, daardoor, tot midden in zijn dij was neer gezakt. Allez, ik vond het echt eigenaardig dat diene klootzak zo laag was gevallen, terwijl ik, van de andere kant, zelfs geen glimp van zijn instrument opmerkte...
Die eerste vergaderingen leidden wel duidelijk naar een aankoop van een enorme (toen toch) machine (Goss Metroliner), uitgerust met achttien drukeenheden en drie vouwmachines, alles op een rij van ongeveer zestig meter geinstalleerd, terwijl twaalf meter hoog en drie meter breed, maar vooraleer we daar geraakt zijn is er nog een incident gebeurd, te wijten aan een misverstand over wat er juist allemaal en wat er niet, in de prijs was inbegrepen. Op dat bepaald moment had Roberto Marinho ineens zijn beesten los gelaten (soltou os bichos, in t Portugees) op onze lieve oude Harry Andree (Internationale Verkoopsdirecteur van Rockwell/Goss) die blijkbaar een beetje vals aan het spelen was, tot groot ongenoegen van Roberto...
Op dat ogenblik heb ik iets geleerd van mijn directeur, dat mij mijn eigen leven lang heeft blijven vergezellen (het betreft zich om een gevaarlijke fout, die één van mijn jongere broers, nog altijd, begaat). Hij, mijn directeur, had opgemerkt dat Roberto, zijn persoonlijke vriend, in zijn groeiende opwinding, op het punt stond iets verschrikkelijks naar het hoofd te slingeren van Harry. Meteen stond hij dus beslist recht en vroeg die vergadering onmiddellijk stop te zetten en ze s anderendaags, indien mogelijk, te hervatten, vooraleer hij, Roberto, iets zou zeggen wat hij niet echt bedoelde en er later, waarschijnlijk, spijt van zou koesteren, maar onmogelijk zijn eigen braaksel terug zou kunnen inzwelgen.
Deze intelligente aanpak is beslissend geweest voor de conclusie van de zaak en ik heb die waarschuwing in mijn eigen hoofd geprent, om zeker nooit iets dergelijks te begaan.
Mijn dwaze broer nochtans, heeft die les nooit geleerd en bedrijft ze (de fout) nog alle dagen, vooral als hij dronken is..
De krant O Dia, in Rio de Janeiro, is altijd een typische volkskrant geweest, net zoals, waarschijnlijk, Het Volk, in goed/oud Vlaanderen (waar ik intussen nooit ne meer iets van heb horen spreken). De krant was origineel opgericht geweest door ik weet niet wie precies, maar later gekocht door Chagas Freitas, Gouverneur van de Staat van Guanabara, zoals de Staat van Rio De Janeiro eertijds genoemd werd, toen de lange brug die nu de stad Rio De Janeiro met de stad Niteroi verbind, nog niet bestond. Vooraleer die brug ingehuldigd werd was Niteroi dus de hoofdstad van de Staat van Rio De Janeiro en de stad Rio De Janeiro hoofdstad van de Staat van Guanabara. Die verandering is de oorzaak geweest de belangrijkheid van Niteroi te verminderen.
Diene bepaalde Chagas Freitas was, zoals de meeste rijke mensen in diene tijd, niet gevormd in de universiteit maar wel door het leven en bezat honderden appartementen, verspreid over de gehele streek. Bovendien bewaarde hij, eerbiedig, honderdduizenden dollars in zijn verschillende valieskes. Niemand begreep precies hoe hij zo rap aan zoveel geld en eigendommen is geraakt, maar het zal wel geweest zijn door veel te werken, natuurlijk. Toen zijn gezondheid tekens gaf van vermoeidheid, besloot hij, vooraleer zijn hielen samen te slaan, zijn krant, die toen de grootste oplage van het land bezat (maar ook het kleinst aantal bladzijden), gedrukt in typografische machines en waar het bloed van de verscheidene dagelijkse moorden uit de eerste bladzijde zijpelde, te verkopen aan zijn lokale concurrent, Ary Carvalho, eigenaar van de krant Ultima Hora, ook in Rio De Janeiro (opgericht door Carlos Lacerda, een geniepigaard die verschillende regeringen heeft afgeperst) en medeoprichter van de nog huidige grootste krant van de Staat van Rio Grande Do Sul, Zero Hora. De zoon van Chagas Freitas, Claudio (een playboyachtig type) heeft, na de dood van zijn vader, die zaak nog getracht te kelderen, aanwendend dat hij, zijn vader, niet meer wist wat hij deed toen hij de krant aan het verkopen was, maar het is niet gelukt.
Ary Carvalho, nieuwe eigenaar dus van de krant O Dia, koesterde vooruitstrevende plannen in verband met zijn modernisering, waarvan hij de eerste bladzijde, doordrenkt met bloed, wilde verwijderen om er een middenstandsvriendelijke versie van te maken. Daarvoor was de overgang naar offset onvermijdelijk en werd hij verplicht zich naar ons te wenden, grootste en meest belangrijkste leverancier op dat gebied.
Het probleem bestond erin dat Ary, toen hij nog eigenaar was van Ultima Hora, zijn reputatie had verbrod bij onze directie die hem, als het ware, had beginnen te haten, omwille van een eerdere onderhandeling waarbij hij zich gecompromitteerd had een schuld van praktisch vijfhonderdduizend dollars, opgebouwd gedurende de aankoop van tonnen krantpapier, af te lossen in een bepaald aantal maanden en daarna zijn plechtig woord niet heeft gehouden. Mijn directeur had me daarom praktisch verboden verder contact met hem te blijven onderhouden.
Zonder acces aan onze firma, alhoewel nu eigenaar van de veel grotere krant O Dia, werd hij verplicht zich rechtstreeks naar de fabriek in de VSA te wenden, waar ze hem terug afkaatsten naar onze firma en daar sprong Rudo, noodzakelijkerwijze, tussenbeide. Ik kende al van andere oorlogen (hij was eerder onderhoudsmanager geweest van O Globo, ook in Rio) de door hem recent gecontracteerde industriële directeur en ingenieur Dennis De Oliveira, die me regelmatig verzocht hem raad te geven, om samen, de meest geschikte en de beste configuratie van de zich aan te schaffen offset drukpers te bepalen.
Tot het moment aanbrak om de zaak te sluiten.
Zoals gewoonlijk in zo´n belangrijke zaken, verzochten we de aanwezigheid van twee officiële afgevaardigden van de fabriek in de VSA, zijnde de verkoopsdirecteur (Harry Andree) en de andere een financieringsspecialist (Victor Pocius), want de klant had laten weten dat hij onmogelijk de aankoop contant zou kunnen betalen. Die eerste offset, double-width press (Goss Headliner Offset) koste ongeveer veertien miljoen dollars (ze hebben later nog twee keren andere machines besteld, iedere keer de vijftien miljoen dollars overschrijdend). Die specialist, die het onder zijn verantwoordelijkheid had genomen de financiering toe te staan, zonder enige garantie anders dan de eigendom van die machine, is later met alle eer ontslagen geweest wegens dat aanvaard risico), maar de aanwezigheid van onze directeur op die vergadering werd gewoonweg onvermijdelijk en het was daar waar het schoentje wrong. Hij is er niet aan ontsnapt en alhoewel ze praktisch geen enkel woord hebben gewisseld gedurende die vergadering, is de zaak toch afgesloten geweest... Dankzij Rudo!!
Eigenaardig is dat na de conclusie van deze eerste belangrijke zaak met O Dia, voorganger van twee andere belangrijke onderhandelingen, mijn directeur mij beleefd heeft voorgesteld de helft van mijn commissie af te staan aan zijn enige zoon, die toen pas aangeworven was geweest in onze firma, na een mislukte carrière op zijn eigen vleugels, in een andere firma en die toen nog lang niet genoeg verdiende om zijn familie te kunnen onderhouden.
En zeggen dat ik diene hulp nog ne keer heb moeten herhalen gedurende de aankoop van de tweede machine door O Globo (Goss Colorliner), waar mijn verdiende commissie ook gedeeld is geweest door twee, zonder tegen te hebben geprutteld...
´k Bennekik toch altijd een oneindig goeie mens geweest hé, vindt ge niet?
Ze zaten verzameld (het was duidelijk dat niemand begreep hoe ze daar eigenlijk verzeild waren geraakt en nog minder waarom) rond een wankelend cafétafeltje op het voetpad, gedurende een hete zomernamiddag, terwijl de zon hun versleten benen verbrandde, niet beschermd door de schaduw van het overheersend zonnescherm.
Er bestond geen twijfel aan dat het zich om vier totaal verschillende personen betrof, waarschijnlijk toevallig op elkaar gebotst en elk met zijn eigen bekommernissen, gedachten en goestingen. Één ervan wilde duidelijk in het middelpunt van de belangstelling staan, terwijl hij luidruchtig aan zijn zaktelefoon tierde, zodat er weinig gelegenheid overbleef voor de anderen er enkele woorden tussen te foefelen. Zijn gesprek verliep als het ware zoals de ringer van een wekker. Hij begon met alle geweld, maar de kracht van zijn woorden nam geleidelijk af, tot hij zichzelf terug begon op te winden en daarna terug leeg liep. Een andere sprak voortdurend binnensmonds, zichzelf naar iedereen wendend, maar niemand schonk hem een glimp van aandacht. De onverschilligheid vaststellend probeerde hij interessanter te worden en vroeg opeens, zijn stem verheffend, of ze wel wisten dat hij het gehele land al lang kende. Omdat er niemand reageerde voegde hij er vervolgens aan toe dat hij zelfs de gehele wereld kende, stillekes vermeldend dat hij zijn zoon (heel waarschijnlijk jaren eerder) had bezocht in de VSA en zijn dochter (idem) in Portugal. Zo wist ik meteen dat hij alleen achter was gebleven en niemand verdere belangstelling in hem bezat, zodat hij verplicht was geweest op café te gaan en de gehele dag lang lauw bier te zitten opzuipen, waar hij een vanzelfsprekende hekel aan had, om toch ergens iemand aan de haak te kunnen slaan met wie hij, vooral, zijn hart zou kunnen luchten. Ietwat bezorgd dat hij misschien onbelangrijk werd geacht, bestelde hij meteen een stuk pizza dat hij persé met iedereen wilde delen, zonder succes nochtans, zodat hij de slappe, koude, boel zelf heeft moeten inslikken, zonder goesting.
De derde deed net alsof hij, vergeleken met de andere drie, het best in forme was en ook de knapste en fitste op zijn benen, maar hij was wel de dikste van de vier. Hij schonk echter geen werkelijke aandacht aan eender wie en maakte duidelijk dat ze zich gelukkig mochten beschouwen in zijn gezelschap te mogen verblijven.
De vierde staarde dwaas vooruit, zei niets, hoorde blijkbaar ook niets en zijn gedachten waren oneindig ver weg, misschien zelfs verder weg dan Bagdad.
Het bier werd rap warm en niemand dacht eraan een nieuwe fles te bestellen, waarschijnlijk ook omdat het geld wat krap zat en ze liever wat langer wachtten, tot één van hen het geduld zou verliezen en het initiatief nemen.
(Het is wel ne keer interessant te vermelden dat het alledaagse bier hier verkocht wordt in 600 ml-flessen, zodat iedereen beter uit dezelfde fles drinkt, vooraleer een nieuwe te bestellen. Het is ook gemakkelijk de buitenlanders uit een kring te vissen, want elk bestelt, zoals in Europa, zijn eigen fles, wat opvalt, in een heet land, waar het bier niet lang op de tafel mag blijven staan)
Feit is dat ik ineens vast stelde dat mijn toekomst zich aan het uitlijnen was. Net zoals die tientallen oude meneerkes, in het oude mannekeshuis van Melle (of was het in Peteghem?) in Oost-Vlaanderen, waar het krioelt van de oude peekes. Alleen aan de tafel, zonder iemand om er gedachten mee te kunnen wisselen, of iemand die bereid is te luisteren, tot ge aan het overlopen zijt van het opgestapelde bier en ook van de tranen en ge beseft dat het einde slechter zal zijn dan het begin, dat ook niet gemakkelijk is geweest, zonder te spreken over de rest en dat ge, zoals iedereen, aan het aftakelen zijt en absoluut niemand noch belangstelling zal koesteren in uw lelijk figuur, zelfs de hoeren niet en dat het misschien beter zou zijn rapper te beslissen, vooraleer ge trager zult sterven, van de eenzaamheid...
Q: My husband wants to experience three-in-a-bed-sex with me and my sister.
A: Your husband is clearly devoted to you. He cannot get enough of you, so he goes for the next best thing - your sister. Far from being an issue, this will bring all of the family together. Why not some cousins involved? If you are still apprehensive, then let him go with your relatives, buy him a nice, expensive present and cook him a nice meal and don't mention this aspect of his behavior.
Q: My husband continually asks me to perform oral sex on him.
A: Do it. Sperm is not only great tasting, but has only 10 calories per spoonful. It is nutritious and helps you to keep your figure and gives a great glow to the skin. It also adds protein to your hair and keeps it naturally lustrous. Interestingly, a man knows this. His offer to you to perform oral sex on him is totally selfless. Oral sex is extremely painful for a man. This shows he loves you. Best thing to do is to thank him, buy him a nice, expensive present and cook him a nice meal.
Q: My husband has too many nights out with the boys.
A: This is perfectly natural behavior and it should be encouraged. Man is a hunter gatherer and he needs to prove his prowess with other men. Far from being pleasurable, a night out with the boys is a stressful affair, and to get back to you is a relief for your partner. Just look back at how emotional and happy the man is when he returns to his stable home. Best thing to do is to buy him a nice, expensive present and cook him a nice meal and don't mention this aspect of his behavior.
Q: My husband doesn't know where my clitoris is.
A: Your clitoris is of no concern to your husband. If you must mess with it, do it on your own time. To help with the family budget you may want to video tape yourself while doing this and to sell it at car-booth sales. To ease your selfish guilt, buy your man a nice expensive present and cook him a delicious meal.
Q: My husband is not interested in foreplay.
A: Foreplay to a man is very hurtful. What it means is that you do not love your man as much as you should - he has to work a lot to get you in the mood. Abandon all wishes in this area, and make it up to him by buying him a nice expensive present and cook him a nice meal.
Q: My husband has never given me an orgasm.
A: The female orgasm is a myth. It is fostered by militant, man-hating feminists and is a danger to the family unit. Don't mention it again to him and show your love to him by buying him a nice expensive present ... and don't forget to cook him a nice delicious meal.
Toen Mama aan Nonkel Fons mededeelde dat ze weeral eens zwanger van hem was en hem daarom hartstochtelijk uitnodigde op een geschikte naam te denken voor hun allernieuwste en vrolijkste kindje, in 1948, heeft hij onmiddellijk naar zijn woordenboek Vlaams Esperanto gegrepen en daar een vertaling gezocht voor de volgende woorden die hem, juist op dat moment, in zijn gedachten spookten, terwijl hij vlijtig bezig was de beerput in hun huis, in de Spanjestraat Nº 29, Rumbeke, te kuischen: