2016 NAJAARSTOCHT
Westhoek-Fietstocht
Met de Bende van Bob
Omdat we Vlaming zijn heeft de bende van Bob gekozen om zijn najaarstocht te fietsen langs de Franse Schreve. Bij de slag aan de Pene in 1672 werd de Franse grens met Vlaanderen definitief vastgelegd. Door een gunstige ligging hebben onze voorouders een rijk landbouwgebied kunnen winnen op de Noordzee. Dit gebied, de Polders en de Moeren - een echte biljarttafel - hebben we de eerste dag verkend.
Wij zijn gestart in Brugge aan het kanaal naar Oostende ter hoogte van de roeiclub om via Plassendale tegen de middag Nieuwpoort te bereiken waar we honger zouden stillen en dorst lessen. Maar eerst hielden we halt in Leffinge niet alleen voor het mooie metselwerk van de kerk maar ook voor onze eerste aperitief.
Daarna aangekomen aan de sluizen van de IJzer in Nieuwpoort gebeurde er de eerste confrontatie met de eerste wereldoorlog, want Hendrik Geraert heeft in oktober 1914 de sluizen opengezet en daardoor overstroomde de westhoek. Immers onze tocht zou de volgende dagen in het teken staan van de eerste wereldoorlog.
In de namiddag fietsten we voorbij de Dunes de Flandre in de richting van Duinkerke met zijn dijk, strand en plezierhaven waar een driemaster voor anker ligt, een reden voor Bob en Hugo om interessante verhalen te vertellen over hun dagen als zeeman. Het standbeeld van Jan Bart staat in Duinkerke centrum. En ook de vele verhalen over deze zeepiraat zijn de moeite waard om te lezen. Bij Michelle, ons gastadres in Duinkerke, aanhoorde Robrecht voor de eerste keer het verhaal van de verloren onderbroek.
De volgende dag staat Duinkerke – Bergues – Poperinge op Bob’s voorbereiding. De vestingstad Bergues ademt Vlaamse identiteit met zijn beiaard van vijftig klokken. De Vauban-omwalling pronkt in het weelderige groen dat die dag reflecteerde in het water van de omwalling door de stralende zon.. De gevels van de huizen trokken onze aandacht en Hugo wees er ons op dat het Hollandse klokgevels zijn. Inderdaad in deze streek hadden de Nederlanders hun invloed. Spijtig genoeg heeft Willem van Oranje zich misrekend aan de Peenebeek en werden zijn 32.000 soldaten bloedig verslagen door het Franse leger en werd de Franse grens definitief vastgelegd. Aan de voet van de ruïnes van de benedictijnenabdij in de schaduw van de bomen genoten we van een frisse pint en een gezellige babbel om daarna gezwind op ons zadel te springen en verder te rijden langs uitgestrekte glooiende velden waar bomen als tuilen hier en daar lagen te schitteren onder het blauw van de lucht en de gele stralen van de zon.
De benamingen langs de Schreve zoals café Vuile Seule, Helleketelbos, grensstraat, herinneren ons aan de smokkelverhalen gekruid met spoken en heksen. Daar heb je nog herbergen waar mensen echt elkaar ontmoeten. Ja, de mensen zeggen elkaar nog een goede dag en kennen elkaar. Op een zomerdag als vandaag zindert de stilte in de dorpskern van Oost-Cappel waar we onze hongerige maag vulden in de herberg op de grens tussen Vlaanderen en Frankrijk.
In Poperinge worden we volop geconfronteerd met W.O.I als onbezet gebied, waar Britten met hun royale soldij troost zochten in cafés , in het Talbot House of in de armen van een vrouw. Die avond zijn we Antoine verloren. Waar was hij? “Samen onder weg” werd op de proef gesteld. Gelukkig is de gsm op tijd uitgevonden. Zijn traktaat achteraf in het café “Vlaanderen” heeft ons nog nooit zo goed gesmaakt.
De derde dag verkennen we de Ieperboog. Maar eerst moesten we vanuit Poperinge naar Ieper door het groene heuvelland waar alles peis en vree is. Witte begraafplaatsen waar duizenden jonge mensen rusten zijn littekens in het landschap. Het weer was schitterend zo ook de landschappen met aan onze rechterkant een kam van getuigeheuvels: Catsberg, Zwarte Berg, Rode Berg, Kemmelberg, Monte Berg. In de ochtendzon lijken ze op kantwerk. Dikkebusvijver, een waterbuffer, biedt koele verfrissing maar ook een pint op de markt van Ieper met zijn zijstraten die ons telkens weer boeien. De dood heeft niet het laatste woord maar wel het leven. Dit leren wij bij het zien hoe prachtig Ieper weer uit de as is herrezen.
Op de markt werden we aangesproken door een zestal vrouwen die vroegen om van hen een foto te schieten. Ze bleken alle zes uit Beveren-Waas te zijn. Voor Antoine een verrassend ontmoetingsmoment met verhalen over golfen en fietsen. Veel tijd hadden we niet, want op Bob’s planning staan militaire kerkhoven op plaatsen als Langemark, Passendale en strategische punten als Polygone en Hill 62. De Britse kerkhoven zijn alle identiek. Iedereen heeft dezelfde grafsteen: witte Portland steen uit krijtgroeven in Zuid-Engeland. Op elke Britse begraafplaats staat een wit stenen kruis met daarop een bronzen zwaard: het “Cross sacrifice” Op de Franse kerkhoven echter heeft iedere gesneuvelde een sober kruis. The Broading Soldier is een Canadees monument. Het 10 meter hoge granieten beeld brengt een groet aan de gesneuvelde militairen ten gevolge van de eerste Duitse gasaanval. De Duitse militaire begraafplaats in Langemark is bijzonder aangrijpend door de kracht van de eenvoud. De Site John Mc Crae Field met begraafplaats, bunker en vooral het gedicht greep ons naar de keel.
Hier even twee strofen ervan vertaald uit het Engels.
In Vlaanderens velden bloeien de klaprozen tussen de kruisen, rij aan rij die onze plaatsen aanwijzen. En aan de hemel blijven de leeuweriken vliegen en dapper kwelen tussen ’t geschut beneden nauwelijks te horen Wij zijn de Doden. Enkele dagen geleden nog leefden we, voelden de ochtendstond, zagen de gloed van de avondzon, beminden en werden bemind en nu liggen wij, gevelden In Vlaanderens velden In Passendale kwamen we een Brit tegen op de Tyne Cot Cemetery. Hij bevestigde ons dat de Tyne een rivier is met de waterval ‘High Force’ in North Cumbrië Engeland. De dag hebben we afgesloten met de Hill 62. Een 62 meter hoge heuvel , bekend als observatiepunt , waarvoor veel gevochten werd zonder enige terreinwinst evenals voor de Polygonne in Zonnebeke. Die avond verbleven we bij Mevr.G. Lemahieu in Zillebeke en werd ons aardrijkskundige kennis over de Ieperlee bijgschaafd. De Ieperlee is een riviertje dat ontspringt op de kemmelberg en eertijds via Diksmuide in zee uitmondde. Door ingrijpen van de mens werd hij afgeleid naar de IJzer. De poging om hem te kanaliseren is mislukt doordat hij voortdurend instortte.
De laatste dag was een tocht langs de Ieperlee en dan door de Broeken (weiland) van Diksmuide, langs het waterspaarbekken van Woumen over Werken en Wijnendale naar Brugge. Onze eerste stop was aan Steenstraete , gedenkteken gebr. Vanraemdonck uit Temse. Samen met de IJzertoren en het wIndemonument in West-Rozebeke zijn ze symbolen van de Vlaamse taalstrijd: eigen taal in onderwijs en dienstverlening. In Houthulst stopten we voor de tweede maal aan de Ieperlee waar de woonboot van Bart Castelein en Christine Hemerijcks ligt aangemeerd.
Een aantal grote boerderijen liggen in het platte weidelandschap te schitteren met hun rode daken. Robrecht’s schoonmoeder was aldaar ooit woonachtig op zo’n boerderij als de Blomme van Houthulst. In Werken zijn we lang blijven plakken, want wij moesten, met uitzondering van Antoine, niet werken. Hij had zijn boekhouding op punt te stellen en te zorgen voor onze bevoorrading. Als kers op de taart toonde Bob ons het heidegebied in Beisbroek, de sterrenwacht met zijn planetarium dat de wonderlijke zoektocht naar sporen van leven in het heelal evoceert. Hij loodste ons zelfverzekerd door het miljoenenkwartier van Sint-Andries naar de nederige stulp van Robrecht. Jaklien , Robrecht’s vrouw, had twee cava’s in de diepvries gestopt. Wellicht heeft Robrecht geprobeerd meer tempo te maken uit schrik dat de Cava’s gingen ontploffen. Maar ze waren prefect op temperatuur. ’t Waren Engeltjes ( Hugo ! ) die in onze kele pisten. Engeltjes links of Duiveltjes rechts , we hebben een fantastische tijd gehad, met dank voor ieders bijdrage.
Verslag door Robrecht voor de Bende van Bob
|