2019 Verslag Voorjaars Fietstocht 2019
Antwerpse Kempen Noord-Brabant & Zeeland
Met de Bende van Bob
Robrecht Pol Bob Antoine
Verslag geschreven door Robrecht
De bende van Bob kiest bij de planning van fietstochten voor intense natuurervaringen en ontmoeting met interessante mensen. Daarom fietsen ze met pak en zak en verblijven meestal bij vrienden op de fiets. (VOF)
Het Kempense landschap op de Belgisch-Nederlands grens oostwaarts en terug westwaarts naar Zeeland om te eindigen in de oude Zwinbedding van Damme wordt de lentetocht. Op zaterdag, 27-04 om 11u starten Bob, Pol, Robrecht en Antoine de eerste dagtocht aan het station van Berchem. Het geraas van het Antwerpse autoverkeer maakt vlug plaats voor stilte en rust in het Rivierenhof met zijn kasteel, waterpartijen en waardevolle bomen.
Ook het jaagpad langs het kanaal Schoten-Turnhout is een oase van landelijke rust. In het café-Breebos te Merksplas ontmoeten we een lokale veteraan die vol fierheid met ons zijn kennis deelt over de kolonie van Weldadigheid in de 19de eeuw opgericht om schrijnende armoede op te lossen door opvoeding van landlopers en ontginning van onvruchtbare grond voor landbouw. Men geloofde toen in de maakbaarheid van de mens. Op het domein zijn wij de ornamenten van de kerk en de grote boerderij gaan bewonderen.
In Baarle-Hertog hielden we halt voor een bezinnende stop bij de reconstructie van de dodendraad die fungeerde als elektrische grensversperring opgericht door de Duitsers tijdens de eerste wereldoorlog. Deze versperring had gevolgen voor de inwoners en maakte dodelijke slachtoffers.
In Baarle-Nassau hebben we overnacht op een prachtige boerderij. De gastvrouw Wilhelmien en gastheer Harry verrasten ons met een driegangenmenu van eigen kweek. De asperges waren het neusje van de zalm. Trouwens ieder avond hebben we asperges geproefd…. uitgenomen in Ouddorp.
Op zondag, onze tweede dag, sprongen we gezwind op het zadel en na een aantal minuten reden we over het parcours dat zich slingert door de Chaamse bossen met naaldbomen. Na één uur kwamen we weer in een open landschap, een drassig natuurgebied en hier en daar huisjes getooid met strooien daken. Een wegbewijzering wees ons de weg naar de Loonse en Drunense duinen.
Tijdens de stilte van een sanitaire stop aldaar werd Bob de aanwezigheid gewaar van grondvogels: de tapuit, de boompieper en de boomleeuwerik. Via ’t Galgenwiel kwamen we Waalwijk binnen en zonder moeite vonden we ons gastgezin, Dimph & Ger. De gastheer had nog altijd zijn aanstekelijke humor. Van hem leerden we dat wij door het grootste zandstuifgebied van Europa waren gefietst, dat er veel waterplassen zijn door de turfwinning en ook de geschiedenis van ’t Galgenwiel werd ons verteld.
’s Morgens na een lekker ontbijt bij onze vrienden op de fiets keken we uit naar Geertruidenberg als beschermd stadsgezicht met zijn oude koopmanshuizen. Het is trouwens een oude vestingstad aan de Bergsche Maas.
Na de passage in Geertruidenberg fietsen we langs plaatsnamen zoals Heikant, Terheiden, Zeedijk, Zwarteberg, Goudbloemsedijk, Standaardbuiten. De namen verwijzen naar heidevelden, strijd tegen het water, kreekruggen met woonkernen. Mevr. Lysbeth uit Steenbergen, de reddende engel, heeft ons te slapen gelegd. Onze tocht kwam normaal in Roosendaal, maar net vóór de start kwam er bericht dat het niet kon bij het VOF adres aldaar.
Robrecht had één van zijn verstrooide buien. Hij zocht lange tijd bij onze start naar zijn drinkbus ….. die uiteindelijk in zijn achterzak bleek te zitten! Antoine daarentegen had zijn pet met opschrift Duvel laten liggen aan de biechtstoel van de Oudenbosch’ basiliek, a look-a-like van Sint-Pieter in Rome. Maar het was vooral het standbeeld van een Zuaaf die Robrechts aandacht trok. De Zouaven waren jonge strijdende vrijwilligers die tussen 1861 en 1870 de pauselijke territoriale belangen gingen verdedigen in Italië. Robrecht liep college in het Klein-Seminarie van Roeselare. Daar op zolder liggen nog Zouaven uniformen voor een heel regiment.
Op dinsdag, 30 april, verlaten we Brabant voor Zeeland. De laatste dorpjes in West-Brabant en niet in het minst het dorp Steenbergen, liggen in een waterrijk gebied. Ze zijn een paradijs voor waterrecreanten maar ook voor fietsers. Hier en daar tussen de velden ontwaar je zeilbootmasten die afsteken tegen het groen van verhoogde dijken en ons laten raden dat er daar een haventje ligt.
Wanneer we de Krammerssluis dwarsen worden we geïmponeerd door de magische wereld van de gigantische waterbeheersing door de mens. Via het zoutwatermeer Grevelingen komen we op het eiland Goeree-Overflakkee, een streek met rietkragen en schorren, met kleine dorpskerken en voor iedere gezindte een kerk. Zo was het ook in Ouddorp, waar we wel verdiende rust genoten bij V.O.F. Mevr. Hillegonda in de Dorpsweg.
Tot nu toe was de windrichting ons steeds gunstig maar we vreesden de wind voor de volgende dag bij de oversteek van de stormvloedkeringen. Maar het viel hartstikke mee. Na 25 km werden de remmen dichtgegooid voor een stop aan bakkerij Sonnemans in Burg-Haamstede. De winkel lijkt wel een museum. De bolussen en appelbollen zijn er heerlijk. Na de proeverij fietsen we op en neer door de duinbossen naar de Oosterschelde. Eenmaal in Vrouwenpolder begint Pol te denken aan “kibbeling” in de Lekkerbek. Hij doet ons watertanden, smullen maar……..
De eindmeet die dag ligt in Middelburg bij Dominique en Tjeerd, in een statig herenhuis “ Diepe” in de Molenwater. Maar we besloten nog eerst even het eiland te verkennen. De fietspaden door de bossen zijn afgezoomd met meerstammige bomen, grillig en knokig zoals tekeningen in sprookjesboeken. Buiten het bos is het landschap wijds en zo vlak als een biljarttafel. Maar “le moment suprême” is het bezoek aan Middelburg met zijn prachtig stadhuis en de opvallende abdijtoren en abdijcomplex. In de Spanjaardstraat is ieder huis een monument.
Volgens Professor Emeritus Jon Claerbout van de Stanford University USA heeft een voorouder van onze Bob het beleg van Middelburg beschreven (1572-1574) met veel sympathie voor de geuzen (watergeuzen). De tachtigjarige oorlog had veel met onderdrukking en godsdiensttwisten te maken. Het heldendom van de geuzen in de strijd voor gerechtigheid staat in de archieven neergepend door Joos Claerbout . Delen van Zeeland waren ooit Vlaams gebied en was door zijn ligging belangrijk voor het handelsverkeer. Dit hebben wij gemerkt aan diverse bouwwerken zoals raadhuizen, belforten, koopmanshuizen.
De bedijkingen hebben vormgegeven aan het landschap. Achter de smalle kuststrook ontdekten wij een mozaïek van akkers, weilanden en dorpen. De laatste dag was vooral genieten van de zee tussen Breskens en Cadzand en de mooie Zwinstreek richting Brugge waar we afscheid namen met het volgende doel voor ogen: “De Bodensee Fietstocht 2019 vanaf 18 mei”.
Later volgen er dag-PowerPoint’ s van onze lentetocht 2019.
04-05-2019 om 15:02
geschreven door Via de la Plata
|