|
Dag 3 Abeele - Pollinkhove vrijdag 25-04-2025
Zalig geslapen en benieuwd, hoe ons gastgezin hun eerste ervaring als “Vrienden op de Fiets” zullen zijn. Samen met een nu wel zeer spraakzame gastvrouw genieten we van een stevig ontbijt. We leren heel wat over het leven als duikinstructeur en zijn verwonderd wat zij zo allemaal meegemaakt heeft. Dank beste mensen en nog veel plezier als gastgezin. Na enkele foto’s fietsen we richting het dorp.

Abeele is een straatdorp ligt hoofdzakelijk op het grondgebied van Poperinge en de deelgemeente Watou, maar ook voor een stukje in de Franse gemeente Boeschepe. Het is iets frisser dan dat we dachten, grijs maar droog. Via het Helleketelbos en het kruispunt Vuile Seule zijn we plots na een helling aan een van de oudste en meest bekende café’s “de Helleketel”. Het bruin café bestaat al vanaf 1895, ik was er al heel wat keren met mijn vroegere fietsvrienden en er was steeds heel wat ambiance……Waar is de tijd gebleven???

Rechts van ons in de verte tussen de hoppevelden, zien we de Sint-Bernardus brouwerij. In het hart van de hoppestreek wordt er bier gemaakt welke tot de verbeelding spreekt van menig bierliefhebber. Sint-Bernardus, ook een van mijn absolute voorkeur bieren, staat meer dan 75 jaar wereldwijd bekend voor hun authentieke, kwaliteitsvolle bieren van hoge gisting. Tussen de frisse jonge groene velden en langs oude boerderijen dalen we langzaam. Bij knooppunt 14 moeten we over de Doodstappenbeek en zijn we in de Nord. Toch voelt alles hier puur Vlaams aan. De dorps en straatnamen worden wat verfranst maar blijven duidelijk Vlaams klinken. Langs het Bois de Beauvoorde en de Groenestraete zijn we in Steenvoorde. We vliegen voorbij “Estaminet du Bûcheron” een erg bekende afspanning in een voormalige hoppe-ast. Alles lijkt potdicht en gesloten zou de zaak wel nog gerund worden? We zijn blij wanneer we net voorbij het drukke Steenvoorde aan een groot kruisbeeld de velden induiken. In het piepklein dorp, Terdeghem houden we halt bij de molen. Deze “Steenmeulen van St-Arnould”, is de enige stenen molen die in de streek nog overeind staat. Het is een beschermd gebouw en van het Nederlandse type, met 3 verdiepingen, die lange tijd werd gebruikt voor de productie van olie en meel.

Sainte-Marie-Cappel of Sint-Maria Kapelle ligt op een hoogte. Hier ligt de bron van de Penebeek. Op een kruispunt bij “Ferme des 4 chemin” zijn twee arbeiders een klein kapelletje aan het herstellen. Na een praatje met hen vernemen we dat enkele groot landbouw eigenaren gezamenlijk besloten hebben alle vervallen kapelletjes op te knappen. Mooi vinden we dat dit net hier in Sainte-Marie-Capelle gebeurt! We blijven langzaam stijgen en zien de Casselberg recht voor ons opduiken.

Wanneer we de kasseien op draaien is het hard duwen en puffen. Mijn maat Rik heeft moeite met de steile kasseibeklimming. Wanneer ik het marktplein oprij en mij omdraai is hij niet te bespeuren. Na enkele minuten komt hij rustig tot stilstand net op de plaats waar wij toch een terrasje willen doen. Het doet deugd om hier samen in het zonnetje te genieten van een frisse trippel. Cassel is gelegen op de 176 meter hoge Casselberg, het hoogste punt van de Westhoek. Het is een kleinstedelijk centrum met dagtoerisme. Het charmante versterkte stadje werd in 2018 door het Franse publiek verkozen tot het mooiste dorp van Frankrijk. Er zijn gezellige steegjes en erg smalle straten met een fenomenaal uitzicht, bij helder weer kan je tientallen kilometers ver kijken, tot aan de zee toe.

We blijven nog wat door de steegjes en poortjes fietsen. We verlaten het toch wat drukke stadje langs de weg naar Watten en buigen af richting Zermezeele. We dalen met grote snelheid met overzichtelijke bochten door een weids landbouwgebied tot in het dorp. Bij een snel kabbelende beek “le Zermezeele Becque” moeten we richting Wormhout. Het is kronkelend langs boerenwegels met Vlaamse namen zoals l'Haeghdoorne en Denhout Straete. Wanneer we over de Pene, een zijriviertje van de IJzer rijden, zijn we in Wormhout. Wormhout zou betekenen “nederzetting bij een bos aan een kronkelende beek”??? We vliegen het drukke café “Le relais de la poste” en bestellen een typisch gerecht van hier “Potjesvleesch”. Dit is een specialiteit in Frans-Vlaanderen en de Westhoek. Het is een koud gerecht dat bestaat uit stukjes kip, konijn, kalfs- en varkensvlees in gelei.

Na onze middagpauze moeten we nog 30km, het is wat moeilijk om terug in ons ritme te komen. We verlaten het dorp aan een druk rond punt richting Bray Dunes. Nu volgen we de LF1 de vroegere Noordzeeroute voorbij Pont de Wylder richting Bambecque. Binnen enkele kilometers zijn we terug in België, ik stel voor toch nog een Picon te proeven. Mijn fietsmaat is onmiddellijk akkoord en we stappen Café Au Tilleul binnen. We worden vrolijk ontvangen door Brigitte en Christian. Op het zonnige en bloemrijk terras brengt de gastvrouw ons twee ongelofelijk goede Picon’s. Natuurlijk krijgen we de nodige uitleg wat hier het geheime recept is. En dan nog in een mengeling van Frans en Vlemsch. Ook baas Christian komt ons vertellen dat ze hier in de zomermaanden een massa Vlaamse fietsers en wandelaars over de vloer krijgen. Na nog een tweede Picon worden we met een vrolijke lach en veel praat, rondgeleid door de ruime eetzaal en de bar. Met spijt moeten we van hen afscheid nemen, wat een gezellige plek zeg en de Picon’s veel lekkerder dan die van gisteren in Berthen.

Na het gehuchtje Kruystraete, zijn we plots in Oost-Cappel. In het gehucht 't Kappeltje was vroeger de grensovergang met een douanepost, die nu niet meer gebruikt wordt. Maar het postje wordt nog steeds uitgebeeld met een douanier….of commies ervoor. We blijven de Grensstraat volgen tot Klein-Leisele Na een vervelend eindje op de drukke N364 buigen we af op rustigere boerenbaantjes naar Elzendamme en Gijverinkhove. Door een prachtige dreef komen we langs een wel wat grote kerk voor zo’n dorpje. Na heel wat kronkels door grote en weidse landbouwakkers rijden we voorbij het “Monument B17 Pollinkhove”. Op 13 januari 1943 stortte de B-17Britse bommenwerper hier neer op de wijk Groene Boomgaard.

100 meter verder zijn we op het erf van ons gastgezin in Pollinkhove. We worden met open armen ontvangen door het gastenpaar Delanote. Ik ken hen van een vorig verblijf met mijn vrienden van de Bende van Bob in 2018 op de najaar Fietstocht naar de Westhoek. Ik had afgesproken met Franklin om zeker om 17h toe te komen…. We zijn ruim op tijd, onze gastvrouw laat ons onmiddellijk de gastenkamer betrekken en we krijgen de sleutel van de woning. Ons huis is nu van jullie, wij moeten deze avond naar een feestsouper…. horen we.

Kort nadat ons gastgezin vertrokken is, rijden wij naar Alveringem-dorp. We vieren samen onze eerste meer dan geslaagde fietstocht met een uitgebreid souper. Waar kan je dit beter doen dan bij het alom bekende restaurant “’t Potje Paté”. Gelukkig had ik voor onze start een reservatie gedaan, in de ruime serre krijgen wij een mooi plaatsje. We laten het niet aan ons hart komen en bestellen het gastronomische menu met ambachtelijke streekproducten. Het is duimen en vingers aflikken, wat is dat genieten van een gevarieerde mengeling van topkwaliteit aan allerlei soorten vleesproducten. We worden door de gastvrouw op een onberispelijke wijze bedien met de nodige uitleg, echt top. We sluiten onze eetavond af met enkele tripels Sint-Bernardus.

Het is donker wanneer we terug op ons
zijn. Net nu komen de Delanote’s ook het erf opgereden. Franklin wil ons absoluut nog een Westvleteren Trappist laten proeven. Hij is een echte “duivel-doet-het-al” in het dorp, is in allerlei plaatselijke verenigingen en zelfs ook wel voorzitter. Franklin is al meerdere keren gehuldigd. We worden allemaal wat moe en willen onze bedjes induiken, morgen wacht nog een flinke fietsdag. Slaapwel!

Dag 4 Pollinkhove – Brugge zaterdag 26-04-2025
Dat onze gastheer een bezige bij is, ondervinden we, wanneer we het sanitair opzoeken. Franklin is volop deeg aan het kneden en zijn oven aan het opwarmen. “Straks eet je brood van mijn eigen graan”, grijnst hij fier. En jazeker bij het overvloedige ontbijt, genieten we samen met ons gastgezin. Het is ons buikje rond smullen….wat een festijn. Ondertussen krijgen we een geschiedenisles over de streek met sappige verhalen over het drukke leven van ons gastenpaar. Het leven in de Westhoek is boeiender dan je denkt! Zo was Franklin 45 jaar voorzitter van de feestcommissie Pollinkhove. Bij het Davidsfonds, de cultuurraad, de Landelijke Gilde en het VVV Lo-Reninge. En ja, 50 jaar zingend lid van het zangkoor Sint-Bart en lid van de kerkfabriek. Ja hoor, zegt onze gastvrouw lachend, hij heeft meer dan zijn best gedaan! We blijven maar praten en koffie slurpen en zijn er ons niet van bewust dat het half voormiddag is. Opkrassen en afscheid nemen. Mensen hoe zalig kan het zijn bij “Vrienden op de Fiets”. Bedankt familie Delanote en tot later wie weet???

Het is fris, maar prachtig fietsweer. Nu in noordelijke richting tussen de weidse velden naar de Lovaart. Dit is een kanaal welke een verbinding vormt tussen het Kanaal Nieuwpoort-Duinkerke en de IJzer nabij Fintele. Deze vaart is 14 km lang en doet dienst voor plezier vaart en als afwatering voor het overtollig water uit de IJzer. Nu voorbij de brug van Alveringem tot aan de voetgangersbrug. Hier dwarsen we de Lovaart richting Lampernisse. Een klein stil dorpje midden vlakke graslanden. Na 15 kilometer zijn we aan de Frontzate. Dit is een kaarsrechte groene as van zo'n 13 km door rustige polders. Hier zie je vele restanten uit de eerste wereldoorlog. Deze oude spoorlijn verbond Kaaskerke met Nieuwpoort.

In de Eerste Wereldoorlog werd de IJzervlakte onder water gezet en was de spoorwegberm de grens van het ondergelopen gebied. Het Belgische leger trok zich achter de spoorlijn terug. Na Pervijze en Ramskapelle zijn we plots in Nieuwpoort. Rond de Ganzepoort en de IJzersluizen komen we aan het kanaal Plassendale - Nieuwpoort op de Boterdijk. We zijn verwonderd hoe vlug we vorderen. Na Schuddebeurze en de Rattevalle gehuchtjes van enkele huizen, rijden we voorbij een rustig wandelende Jean-Marie De Dekker. De flamboyante Middelkerkse burgemeester moet elke dag enkele kilometers wandelen na een hartoperatie. Toch worden we heel joviaal begroet door de anders zo stoere politicus.

In het polderdorp Leffinge willen we middagmalen. We rijden het dorp binnen tot aan de imposante Onze-Lieve-Vrouwekerk een mastodont voor zo’n bescheiden dorp vinden we. We ploffen neer op het terras De Swaene. In het zonnetje verorberen we een croque met groentjes en een Sint-Bernardus. Na een praatje met plaatselijke wielertoeristen hervatten we onze tocht, we zijn juist in de helft van onze kilometers voor vandaag. We blijven op de kanaal trekweg, iets voorbij Snaaskerke voelt de wind wat strakker aan of worden we wat moe misschien??? Bij Oudenburg stoppen we bij een vogel uitkijk punt, weilanden en sloten vormen een gevarieerd landschap blijkbaar ontstaan door turf ontginning. Het laaggelegen poldergebied met brakke en zoetwater kwellen is van groot belang voor planten, maar ook voor allerlei weide- en moerasvogels. We lezen op de infopanelen dat er hier rietganzen, kolganzen, grutto, kluut, kievit, tureluur en scholekster kunnen gespot worden.

Vanaf de Plasssendale brug en sluis moeten we nu het kanaal Brugge-Oostende volgen. Dit kanaal sluit in Brugge via de ringvaart aan op het kanaal naar Gent, de Damse vaart en het Boudewijnkanaal. Tussen Brugge en Oostende loopt het kanaal voor een deel in de historische bedding van de Ieperlee. Na het Paddegat, Stalhillebrug en Nieuwegebrug zijn we vlug voorbij en via de Jonckheere fietsbrug en langs Expresweg belanden we waar we vier dagen geleden vertrokken aan het station Brugge. Met een flinke knuffel nemen we afscheid van elkaar. Maar gelukkig voor niet lang half juni starten we onze tocht naar Kennemerland. Beste Rik, het was een reuze geslaagde en aangename tocht met jou als nieuwe fietsmaat. Je deed het uitstekend en was waar het moest een zorgzame maat. Hopelijk kunnen wij dit nog lang en vele malen herhalen. Houd je kloek. Bob.

|