In de hof ven Eden heeft de slang gepoogd, Eva te verleiden met een appel. En volgens de overlevering liet zij zich verleiden. Een nonnetje van de kleuterschool in mijn dorp moet gedacht hebben, wat toen lukte kan nu ook nog lukken. Wij gaan de proef op de som nemen en kijken hoe sterk de wil is van dat kleine meisje, en of zij aan de bekoring kan weerstaan. Ik was als kind niet bezonder verwend met lekkernijen. Ons huisgezin bestond uit verschillende kinderen en mijn ouders spaarden zich de knopen van het hemd om voldoende centjes opzij te kunnen leggen om een eigen huis te bouwen. Dus het woord "verwennen" kwam in onze vocabulair echt niet voor. Wij hadden geen boomgaard en dus ook geen overvloed aan appelen of ander heerlijk fruit. Als er dan al fruit in huis was, was dat gekocht, en daarvoor was er over het algemeen niet genoeg geld. Dat diende voor noodzakelijker dingen. Zo dacht men in die tijd. Bovendien was het de tijd direct na de oorlog, waarin de meeste mensen het niet te breed hadden.
Op een mooie zomernamiddag gingen de kleutertjes, waaronder ik, op wandeling met de zuster. We maakten dan een mooie rondgang door het dorp en rustten een tijdje uit op een groene weide juist buiten de wallen. We plukten bloemen, die we tot kransen vlochten, speelden, lachten en hadden plezier. Het betreffende nonnetje, dat duidelijk een boontje voor mij had, had mij een prachtige appel toegestoken. Deze appel moest ik heel de wandeling bewaren in mijn zak, en ik mocht er absoluut niet in bijten. Als ik dat deed, moest ik hem na de wandeling teruggeven. Had ik er niet in gebeten, dan was de appel voor mij en mocht ik hem later opeten. Kun je je voorstellen, wat het betekent voor zo'n kleine uk om met een prachtige appel in haar zak rond te lopen en er te moeten afblijven! Na het afsluitend gebed in de kerk ging het nonnetje samen met de heel de bende kinderen terug naar school, waar we op de speelplaats samenkwamen met de andere kinderen, vooraleer we naar huis mochten. Het uur van de waarheid was aangebroken! Ik werd bij het nonnetje geroepen en de appel kwam tevoorschijn! Ik heb steeds heel stevige nagels gehad en blijkbaar vroeger ook al. In elk geval ik had tijdens die lange wandeling, het speeluurtje op de weide en het afsluitend gebed in de kerk, voortdurend met mij kleine nageltjes stukjes uit die appel geknepen en die stiekem in mijn mond gestopt. Die arme appel zag er niet uit en het nonnetje stond sprakeloos naar mijn kunstwerk te kijken, en ik stond met grote bange ogen naar haar te kijken. Want van één ding was ik wel zeker: die appel kreeg ik niet. Ik had nog niet gezien, hoe ik hem toegetakeld had, maar daar lag hij nu open en bloot en echt niet mooi om te zien. Wat in haar hoofd is omgegaan, weet ik natuurlijk niet, maar het nonnetje moet echt wel in tweestrijd gestaan hebben, wat ze hier nu mee aan moest. Plots zegde ze: Tja, ik had gezegd, dat je er niet in mocht bijten, en dat heb je duidelijk niet gedaan. Die appel is dus van jou. Eet hem maar smakelijk op. Ik kon mijn oren niet geloven, en trots als een pauw en zielsgelukkig trok ik met mijn appel op weg naar huis. Mijn eerste moeilijke les in zelfbeheersing!
|