***xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
"Zou het kunnen dat je me nog niet vergeten bent?"
Ik ga ervan uit dat dit
een retorische vraag is.
Ondertekend : "je echte vriend".
Duidelijk post factum.
Wij wisselen al een tiental maanden
geen acute levenstekenen meer uit.
En duidelijk te zelfverzekerd hoog gegrepen.
William is helemaal geen vriend van me.
Een per omgaande repliek in de trant van
"Goed gegokt, man! Ik ben je inderdaad vergeten!"
lijkt me al helemaal een misdaad
tegen de menselijkheid.
Ik geef er dan ook de voorkeur aan
zijn twijfels en mijn geheugen
geen verdere voedingsbodem te geven.
Ik heb wel wat anders aan mijn hoofd, weet u.
Maar zijn aide-mémoire werkt feilloos.
Dag op dag twee maanden nadien
een ditmaal directe en zo mogelijk
nog ingrijpendere vraag.
"Hoe kan het dat ik nog steeds verliefd ben op jou?"
Nog zoiets.
Daar vraag je me wat.
Weet ik veel.
Noch de intieme natuur
noch de ogenschijnlijke evidentie
van deze vaststelling
lijken mij van aard
om er onmiddellijk op in te gaan.
Trouwens, u weet, ik heb wel
andere katten te geselen.
Ik-geef-een-man-slechts-één-kans.
Het is ooit mijn credo geweest,
nu mijn fatwa.
En eigenlijk heeft William geboft.
Hij kreeg er bij hoge uitzondering twee.
Ik laat ook al eens een steek vallen.
Omdat het wel van meetaf goed snor zat
tussen ons beidjes.
En de daaropvolgende zomer ook.
Enkel hoogstandjes. Vooral culinaire.
William is dan ook een echte klassebak.
Een man van de wereld, zoals je ze nog
maar zelden tegen het mondaine lijf loopt.
Het soort dat jij interessant genoeg vindt
om er je kinderen een weekend
aan toe te vertrouwen.
Hij is bijzonder, hij heeft alles,
hij kan alles, hij weet alles,
de natuur en het leven
hebben hem uitzonderlijk verwend.
Over William kan ik dus enkel
in de overtreffende trap schrijven.
Dit valt mij niet moeilijk,
over iemand waar je niet van houdt
schrijf je immers altijd
wat je graag wil geloven.
Moeilijker viel het mij, een onvermoede
en ongemeen geniepige frustratielading
van dit superlatievenpakhuis
over me heen te krijgen en te verteren
toen een afspraakje onverwacht
niet door kon gaan.
Hier zou het verhaal dan ook eindigen.
Ware het niet dat William
ook een volhouder is.
Met meer geduld met, dan verstand van, vrouwen.
En meer vragen stelt dan antwoorden verwacht.
En een feilloze aide-mémoire heeft.
Ik wist nochtans
dat het fijnste barstje
elk glas uiteindelijk doet versplinteren.
Wij bleven beiden nog
zon twee weken op onze rem staan.
Waarna ons verhaal dan ook voorgoed omviel.
Op zijn wildvreemde vraag "hoe het kan?"
heb ik William
- voor ik het vergeet -
duidelijk gemaakt
waarom het nu zeker niet meer kan.
Hij is danig geschrokken.
"Je zal heimwee hebben", weet hij.
"Maar ik zal op je rechterschouder zitten
om je te steunen en kracht te geven.
Met veel liefde zal ik het doen"
voegt hij er nog aan toe.
Ondertekend : "je lieve vriend".
Met nog wat bijkomende druk
op mijn schouders
ben ik nu niet bepaald opgezet.
William heeft werkelijk àlles, weet u.
Onbeantwoorde liefde en eenzaamheid incluis.
***