***xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
My dear friend Stella onbewaakt
op het strand achterlaten
is ten stelligste af te raden.
Op de kilometerslange ongerepte
en nauwelijks betreden zandstrook
tref je nogal wat loslopende,
veelal mismaakte, gedumpte honden aan.
En Stella heeft de onhebbelijke gewoonte,
zoniet de onweerstaanbare drang,
er minstens eentje in haar wagen te laden.
Vijf heeft zij er inmiddels. In alle maten
en van zeer twijfelachtige komaf.
Tweemaal per dag hoor ik ze langs mijn
straat-zonder-naam wandelen.
Een oorverdovend blaffend kluwen zwarte,
bruine, witte poten, staarten en vlekken.
Stella stormt er achteraan, afremmend,
vijf leidsels in haar handen,
in alle richtingen hevig trekkend
in een poging haar wilde adoptievelingen
uit de grasbermen weg te houden,
want daar liggen schorpioenen op de loer.
Eventjes rustig je dagelijks praatje
slaan is met zulke meute dus geen optie.
Elke zaterdagmorgen ga ik dan ook stipt,
met onze gezamenlijke vriendin Avril,
bij haar op theevisite.
Want haar thee is een absolute aanrader,
haar zelfgebakken biscuits nog meer.
Bovendien lik ik mijn vingers af bij de
heerlijke confrontaties tussen de
oerbritse Stella en Avril, die Welsh is.
Stella is een zeer zelfstandige, uiterst
gereserveerde vrouw van zeventig en wordt
in onze kolonie erg gerespecteerd.
Zij was nauwelijks zeventien toen zij
de ouderlijke deur achter zich dichtsloeg
en het schip richting VS opklom. Daar had
zij een job als nanny aangeboden gekregen.
Veertig jaar bleef zij er.
Haar werklust, haar ernst, haar ambities
en haar kwaliteiten waren haar werkgever
niet ontgaan, en toen zijn kinderen haar
dagelijkse toewijding best konden missen,
bood hij haar een verkoopfunctie in zijn
kledingzaak aan.
Dik vijfentwintig jaar hard labeur en
partnervrij leven later bezat Stella
haar eigen zes kledingwinkels, verspreid
over verscheidene steden.
Die zij op een gunstig moment van de hand
deed om naar haar vervreemd geboorteland
terug te keren. Zij aardde er niet meer.
En volgde algauw het spoor van haar broer.
Anoniem, bescheiden, alleen, heeft zij zich
toen genesteld in mijn ingeslapen gehucht,
waar ook haar straat geen naam heeft en de
jongeren reeds lang weggevlucht zijn.
Misschien wel voor het hels kabaal dat haar
nu kerngezonde hondentroep pleegt te maken.
Of voor het bont allegaartje zwerfkatten
dat zich, zo tussen het luie wachten op
hun dagelijkse prakje door, in snel tempo
rond haar woning blijft voortplanten.
Een sterke, merkwaardige vrouw is Stella.
Met een heel groot hart.
En een dijk van een levensboek.
Niemand zal ooit elke pagina lezen.
***