Wij staan er bijna nooit bij stil. En toch : onze mooie heidegemeente ligt aan een grens. Zoals we reeds zagen is dat niet altijd zo geweest. In dat bruisende hertogdom Brabant uit de Middeleeuwen, waar Kalmthout in die tijd toe behoort, omzeggens nog tot aan het einde van het ancien regime, ligt de grens oorspronkelijk veel noordelijker aan de grote rivieren van Waal en Maas.Het is pas in de 17-de eeuw, na de 80-jarige oorlog tussen de Spaanse Nederlanden en de Noorderlijke republiek der Verenigde provinciën dat het "Edele Brabant Were Di" bij de val van 's Hertogenbos 1/3-de van zijn grondgebied verliest. Wat nu Noord-Brabant is gaat bij de vrede van Munster in 1648 definitief naar het Noorden.Latere perikelen zullen daar nog weinig aan veranderen, ook niet bij de geboorte van de Belgische staat.Wat daarbij wel boeit is de vaststelling dat de kontoeren van de getrokken grens voor onze gemeente en ook voor onze historische zustergemeente Essen in grote mate te herleiden zijn tot de meer noorderlijke kontoeren van die aloude heerlijkheid Kalmthout-Essen, die dateren uit de 12-de eeuw. Wel dient daarbij gezegd dat onze heerlijkheid in de loop der eeuwen wel meer dan duizend hectaar grond aan "het noorden" heeft verspeeld. Vooral de dubbelzinnige houding van de Wilhelmieten in Huibergen, nu eens trouw aan de heer van Bergen-Op-Zoom, dan weer dichter bij de abt van Tongerloo, hebben daar een nefaste rol in gespeeld. "De Meet is er, en ze is er niet" zegt Jozef Goosennaerts nog in de vijftiger jaren. Dat ze er wel is ontdekt onze geleerde Achterbroekenaar pas in zijn studententijd in Gent wanneer hij sommige van zijn vrienden druppelsgewijze moet uitleggen dat Antoon Van Duinkerken uit Bergen-Op-Zoom is, Vincent Van Gogh uit Zundert en dat Henriette Roland Holst haar buitenverblijf aan Nieuwmoer grenst. Dat ze er niet is, ligt vervat in herinneringen uit de jaren van zijn prille jeugd. In de mond van zijn ouders klinkt "de" tegenstelling nog altijd "Hollaans" en "Brobaans". Met Belgisch en Nederlands is er niets aan de hand. Trouwens, is een tante niet getrouwd met een boer uit Zundert en bezoeken twee kozijns niet ieder jaar verwanten te Kruisland en is zelfs niet één van de overgrootmoeders een "meulersdochter" uit Hoogerheide geweest? En ook vandaag nog refereren bijvoorbeeld "die van Nieuwmoer-Kalmthout" en "die van Achtmaal-Zundert" in het dagdagelijkse leven en in hun culturele doen en laten naar gemeenschappelijke wortels die terug gaan naar een ver verleden.
- poëzie + -
Grenspaal nr. 251 (Jan Caluwaerts - 2000)
Ieder jaar weer als het hoogzomert breng ik een bezoek aan de "meet", bezoek ik één van de mooiste plekjes van de wereld : grenspaal nummer 251. Als je vanaf de Paalberg de grens van de bossen van Ossendrecht volgt kom je na een flinke wandeling aan het domein van Cogels. Links ligt het zonovergoten Grote Meer. Heel de omgeving is één vogelengenkrakeel en verder... niets dan stilte. Vanuit het Zenith stuurt "Sol Invictus", die onoverwinnelijke zon van de Romeinen,verschroeiende pijlen naar beneden. Op de open plekken tussen vliegdennen en verloren berken gaat het lange "pijpegestrooi" erbij gelen. In het mulle zand waar de weg verbreedt trippelt de zwarte kraai vol zuiders temperament haar cirkels in het rond. Als ze me ontdekt neemt ze de biezen. Ik zet mij boven op de gepunte paal en kan mij het binnenpretje niet laten bij de gedachte dat ik nu niet alleen tegelijkertijd in twee landen zit maar ook in vier - of vier gewezen - gemeenten : Ossendrecht, Putte, Huibergen en Kalmthout... . En met wat de gepensioneerde boswachter van de familie Cogels mij ooit vertelde : " Bij hun aftocht na de oorlog hebben de Canadezen deze paal opgeblazen. Toen hij opnieuw moest geplaatst worden stonden er al heel vroeg in de morgen op deze plek de heer Gouverneur van Antwerpen, zijn evenknie van Noord-Brabant, een Belgisch en een Nederlands beëdigd architect, Mijheer Cogels en anderen.Na urenlang gepalaver vroeg Mijnheer Cogels mij tenslotte de heren aan te wijzen waar de paal nu stond ten einde tot de herplaatsing te kunnen overgaan. Binnen het kwartier was de klus geklaard. ... ." Zoals steeds moet ik het pad zoeken naar Groenendries.
- actua + - :
- Parkconcerten : de hele zomer lang worden in het Strijboshof aan de Achterbroekse steenweg te Kalmthout parkconcerten georganiseerd. Info : www.parkconcerten.be . - Tentoonstelling "Land van Zand" : Ook tijdens de vacantiemaanden loopt in het Natuureducatief Centrum "De Vroente" aan de Putse steenweg nog steeds voormelde tentoonstelling. Info 03/620.18.30.
- Awdoe + -
tot volgende week met weer een Kalmthouts Broodje "24. De Oude Pastorij - (1)." en vergeet het niet door onderaan het blog telkens op de rode pijl te klikken roept U de reeds verschenen "broodjes" in chronologische volgorde op. En voor sommigen onder U ... reeds een deugddoende vacantie.
Wie de originaliteit liefheeft erkent in de "Oude Pastorij" op Kerkeneind het oudste gebouw van Kalmthout. In de barokke dateringssteen boven de voordeur staat "1636" gegrift. Na de Kalmthoutse totaalverwoesting tijdens de godsdienstoorlog in de 16-de eeuw beslist de abt van Tongerlo, tevens vrijheer van Kalmthout, een merkwaardige wissel door te voeren : het bestuurlijke dorpshuis ('s Heerenhuys) verhuist naar het Pannenhuis waar voordien de pastorij is ondergebracht en op de puinen van het oude dorpshuis naast de kerk trekt men de op dat ogenblik nieuwe pastorij op. De pastoor woont aldus dichter bij zijn kerk. Deze pastorij fungeert niet alleen als residentie voor de pastoor, maar eveneens als onderkomen voor de heer of zijn vertegenwoordiger, als de abt (of zijn afgevaardigde) om de één of andere reden in Kalmthout moet verblijven. In deze "Oude Pastorij" heeft ondermeer een historische ontmoeting plaats tussen de Spaanse Landvoogd en Willem de III-de van Oranje. Architecturaal vertoont de "Oude Pastorij" in oorsprong een L-vormige platte grond. De achterbouw langs de kant van de kerk is er inderdaad achteraf bijgezet.In de buitenbouw gaan renaissancistische en ook nog gotische elementen zich afwisselen : zo ademen de zuid- en westgevels met hun horizontale gelaagdheid en getoogde of vlak omlijnde vensters de renaissance uit, terwijl de oostgevel eerder een getrapte gotische gevel is. Merkwaardig zijn langs de buitenzijde nog de getrapte dakkapel van de tiendenzolder aan de zuidkant, voorzien van een katrol , de originele zonnewijzer uit de 19-de eeuw van JJ-Boen aan dezelfde kant en natuurlijk de naar hier verhuisde oude arduinenpomp van de Kapelberg aan de noordkant ( die ooit bij de historische Sint-Jacobskapel in het "aloude dorp"stond). Binnen in de "Oude pastorij" onderscheiden we o.m. een opkamer, een keuken met een prachtige open haard en een ingebouwde deur naar de wijnkelder, een unieke renaissancistische trap, de leefkamer ... . Het pronkstuk van de Oude Pastorij is nochtans de ontvangstkamer, of zo men wil het salon of de "salette", of nog anders ook : de kunstkamer. Deze situeert zich midden in het gebouw langs de zuiderkant. Mijnheer pastoor ontvangt er zijn gasten, maar ook de abt van Tongerlo (of zijn vertegenwoordiger) verwelkomt er zijn hoge bezoekers bij zijn aanwezigheid in Kalmthout. Dat zo'n gastenkamer moet schitteren is logisch. In de rococoperiode - op één van de muren staat het jaartal 1787 (of 1789?) geschilderd - wil men daarbij vooral behagen. Aan de verfraaiing van de "salette" is dan ook veel aandacht geschonken. De aankleding van het interieur, de decoratie van de ruimte, speelt een hoofdrol. Zo is er de indeling van de muuroppervlakten, al dan niet gesuggereerd, in meerdere panelen : opgaande gekruiste vensters met binnenluiken langs de zuiderkant, diepe en warme op elkaar afgestemde panelen naast de massieve ingangsdeur langs de gangzijde en met geverfde kaders omgorde muurschilderingen op de beide binnenmuren met langs één kant een deels geïmmiteerde marmeren schouw. Bij de met olieverf aangebrachte omkadering van de muurschilderingen speelt het "trompe-l'oeil"-effect een belangrijke rol. Met de lichtinval vanuit de zuidervensters is de techniek van "schaduw en slagschaduw" magistraal uitgespeeld. De muurschilderingen zijn volgens de overlevering aangebracht door een onbekende pater van Tongerlo en een vurig aanhanger van Sint Lucas, de patroonheilige van de beeldende kunstenaars. Eigenlijk gaat het over seccoschilderingen die met olieverf op een droge muur zijn aangebracht. De vormgeving bij de muurschilderingen vertrekt duidelijk vanuit het "rocaillegegeven", de mysterieuze schelpverbindingen met hun sierlijke rondbogige lijnen. Scherpe punten en hoeken zijn daarbij uit den boze. Het Rocaillemotief bevoordeligt duidelijk de decoratie als vormgeving en benadeelt op het eerste gezicht de inhoud. Dat is in dit geval echter duidelijk zonder de waard gerekend, wanneer men het geduld opbrengt om de voorstellingen van dichtbij met volle aandacht te bekijken. ( vervolgt ).
- poëzie + -
At Rogationes (Gery Helderenberg - 1978).
Men stapte de groene vroegte door langs zandwegen over zwart karrespoor, dauwgras en veldkruid. De kruisdagen liet men niet. Men zong doorwegend het lied der antieke litanieën. Heiligen gingen met ons mee, smekend om de aardse dingen, zaaitijd en groei, de oogst, de volle schemer, de zaligheden die niet eeuwig duren. Wij riepen luidkeels : Kyrie eleison tegen pest, oorlog en hongersnood, tegen de onontkoombare dood. De eerste leeuwerik sprong naar de zon. Eens werd de zandwegel weggegraven, met processie en kruis, die heerlijke gaven, verstopt onder asfalt en beton.
- actua + -
- De vereniging voor Milieueducatie van de Provincie Antwerpen - afdeling Kalmthout-Essen, onder de dynamische leiding van haar Voorzitster Chris Van der Sypt, organiseert ook tijdens de grote vacantie gratis natuurwandelingen op de Kalmthoutse Heide en in de aanpalende contrijën. Info op het nummer 03/ 666.48.03. - Het Natuureducatief Centrum "De Vroente", Putse steenweg, 129, vergast U, zoals met een heerlijk maal, een hele zomer lang op een kanjer van een speciale tentoonstelling : "Een Land vanZand". - Ook een hele zomer lang worden in het park van het Strijboshof parkconcerten georganiseerd voor jong en oud, o.m. heel speciaal ter gelegenheid van Vlaanderens nationale feestdag op 11 juli e.k. te 14 uur. ! Info : www.parkconcerten.be.
- Awdoe + -
tot volgende week met weer een Kalmthouts broodje "25. De Oude Pastorij (2)", waarin we verder gaan met het verduidelijken van de kunstwerken in de unieke "salette" van de "Oude Pastorij" en vergeet het niet om de reeds verschenen cursiefjes chronologisch op te roepen telkens onderaan het blog op de linkse rode pijl klikken.
Wanneer men het over de inhoud van de kunstwerken heeft is het natuurlijk onontbeerlijk in het achterhoofd te houden dat ook een pastorij voor alles ergens een huis van God is waar hemel en aarde, geest en materie, aards paradijs en zondeval, de tocht door de woestijn en de heropstanding, zichtbaar en onzichtbaar, aanwezig zijn. Ook in deze kunstkamer maken involutie of indaling en evolutie of opvaart de tweeëenheid uit van het grote mysterie. Zo stelt het middenpaneel op de muur rechts bij het binnenkomen in de "salette" de vier beeldende kunsten voor : het tekenblad en de farde met tekeningen die naar de tekenkunst en de grafiek (de lijn) refereren, een schildersezel, een verfpot, een borstel, een palet, penselen en een steunstok, die doorverwijzen naar de schilderkunst (het vlak), een hamer, een beitel, een puntpasser en een gebeiteld medaillon die de beeldhouwkunst (het volume) duiden en finaal een tekenlat en een passer die de architectuur (de ruimte) vertegenwoordigen. Bovenop de attributen van de vier beeldende kunsten zitten twee duiven : de geïnvolueerde goddelijke geest, die liefde is. De vier van de beeldende kunsten onderlijnt dit gegeven : vier is immers ook het esoterische getal voor "het gestalte aannemen van de geest in de materie". Recht tegenover de vier beeldende kunsten bevindt zich centraal in de andere binnenmuur de deels geïmmiteerde schouw van de ontvangstkamer. In de schouwmantel reflecteert zich de uitstekende rand van een groot medaillon. Binnenin spelen in het sprankelende water putti, cupido's, engeltjes of hoe men die jeugdige snaken ook wil noemen. Boven hun hoofden één grote snoer met rozetjes. Het medaillon vindt steun op een bladgroene lentetak. Jeugdige onschuld en liefdevolle speelsheid wijzen het jonge leven aan dat in zich de kiem draagt van de evolutie, ook al zullen wedergeboorten nodig zijn om de lange weg terug volledig te kunnen gaan. Maar daar gaan we verder op in, in de volgende aflevering waar wij het zullen hebben over "de vier seizoenen", de vier muurschilderingen die de "vier beeldende kunsten" en de schouwmantel met het putti-medaillon omringen. Alvorens met die vier seizoenen verder te gaan is het hier misschien de plaats om even te verwijzen naar de niet originele vreemde eend in de bijt waar tussen de vensters langs de zuidkant van de "salette" Christus met "alle zonden van de wereld" in zijn hand staat. Waarschijnlijk heeft één van de Kalmthoutse pastoors het niet over zijn hart kunnen krijgen dat de "tastbare Heer" in de ontvangstkamer ontbreekt en heeft hij de nodige maatregelen getroffen om hieraan te verhelpen. (vervolgt).
- poëzie + -
(uit) Lied van de Geest (Jaap Zijlstra 1969).
Heilige Geest, Gij hemelhoge, Gij die het licht geeft in de ogen, de warmte in de stem, de vreugde in 't hart van de verheugde, raak ook onze lippen aan, geef ook nu tongen te verstaan, wij talen naar uw woord, uw zin, O Geest, woon bij ons in.
- actua + -
- Tentoonstelling "Zimbabwe 50 jaar sculpturen" en "Superette Sidonia" : Heel de zomer lang in het Arboretum van Kalmthout , die droom van een tuin. Info : www.arboretumkalmthout.be - Modelbouwboten en rommelmarkt bij de visvijver "De Maatjes" ,Hanneke Wiewau, Nieuwmoer op vrijdag 21 juli e.k.. Info : www.vcdemaatjes.be . - Tijdens de grote vacantie : eens lekker aanlopen in het Bijenteeltmuseum van Kalmthout en het Natuureducatief Centrum "De Vroente", Putse steenweg, 129, Kalmthout.Info : 03/666.61.01.
- Awdoe + -
tot volgende week met weer een Kalmthouts Broodje " 26. De Oude Pastorij (3)", waarbij we, om met de pastorij te eindigen, de muurschilderingen in de salonkamer " de vier seizoenen" uit de doeken doen en vergeet het niet, om de reeds verschenen cursiefjes chronologisch te voorschijn te halen, onderaan het blog telkens op de linker rode pijl klikken.
Het Koninginnestuk in de ontvangstkamer van de oude pastorij is ongetwijfeld "De Vier Seizoenen". Dit vierledige unieke kunstwerk uit de rococoperiode strekt zich uit op de binnenmuren links en rechts van de schouw en daar tegenover links en rechts van de "Vier Beeldende Kunsten" (zie vorig broodje 25.). In een zuiver agrarische gemeenschap, zoals die van Kalmthout tot diep in de twintigste eeuw is, moet het zinvol zijn een verschijnsel als de vier seizoenen te gebruiken voor de uitdieping van een godsdienstige symboliek. Het komen en gaan van de seizoenen kennen de landbouwers immers als hun broekzak. Om de inhoud van "De Vier Seizoenen" tot de onze te maken, moeten wij in elke schildering de gegevens gaan onderzoeken die wij terugvinden in het centrale medaillon. Wat er zich telkens rond de medaillons afspeelt is immers, zoals we in de twee vorige broodjes reeds duidelijk hebben gesteld, voor alles decoratie en soms ook "onderlijning", zoals dat in de rococoperiode gebruikelijk is geweest. Naast de "rocaille"-gegevens zijn fabeldieren, zoals veelzeggende griffoenen en sfinksen uit de oudheid, schering en inslag. In elk medaillon van "De Vier Seizoenen" vindt men een engeltje (een boodschapper gods) en een mensenkindje terug. Links van de schouw situeert zich dan de Winter. In het wintermedaillon ontdekt men op de achtergrond een antieke zuil. De zuil die hemel en aarde scheidt. De weg die de mens terug moet gaan, maar ook de weg langs waar de goddelijke boodschapper de mens een handje kan toesteken. Het engeltje sprokkelt in de omgeving het verdorde en verkilde droge hout van de Winter en steekt er een vuur mee aan. Hij maant het mensenkindje aan zijn handjes aan het vuur te verwarmen. Wanneer de nood het hoogst is vereist de vuurvogel immers uit zijn as. Rechts van de schouw onderscheidt men in het medaillon van de Lente op de achtergrond het stromende water van de rivier dat nieuw leven schenkt en men ziet hoe het engeltje aan het kindje de mariale roosjes van de onschuld schenkt. De rozetjes van Théréseke van Lisieux als het ware. "Ik wil naakt zijn en herbeginnen". Opnieuw staat het mensenkind vrij en onbevangen voor een nieuwe levenscyclus, voor een nieuw be-leven. Aan de overkant, links tegen de buitenmuur, melden zich dan in het medaillon van de Zomer op de achtergrond de zonovergoten graanvelden aan onder de wijdse hemel. Het engeltje biedt het mensenkind schoven graan aan. De onoverwinnelijke zomerzon voorziet de mens van het nodige voedsel. Wil een mens evolueren dan moet hij immers voor alles leven. En de sterkte om te leven moet hij uit zijn omgeving halen. Maar een mens leeft niet van brood alleen. Helemaal rechts onderscheidt men het medaillon van de Herfst met de rijpe wijnvelden. Het engeltje biedt het mensenkind nu de rijpe wijndruiven aan. De laatste, maar ook heerlijkste, vruchten van het jaar. Maar met de uiteindelijke wijn, die bewuste vreugde schenkt, komt onvermijdelijk ook de droesem. En met de droesem loopt eens te meer de cyclus ten einde. Weer komt de Winter. Weer moet de vuurvogel uit zijn as verrijzen. Weer moet de evolutie verder gaan. Is het bij dit alles niet opmerkelijk dat onze grote Vlaamse dichter en ziener, wijlen Anton Van Wilderode, één van zijn sublieme gedichten eindigt zoals hieronder aangegeven ? Beseffen wij tot slot in Kalmthout wel voldoende aan welk groot mysterie een vermoedelijke witheer, volgeling van Sint-Lucas, op een sublieme wijze, in onze Oude Pastorij met die enige muurschildering "De Vier seizoenen" vorm heeft gegeven?
- poëzie + -
(uit) Oh Herfst, Heiliger dan Brood (Anton Van Wilderode - 1946).
Het dorp ontvangt de sneeuw, een ijl verzinken in zoveel wit is slapen naar de dood. Aanvaard de tranen die mijn blik verblinden, Aanvaard mijn dank, o herfst heiliger dan brood.
- actua + -
- Nog heel de zomer lang een historische fietszoektocht met mooie prijzen, georganiseerd door de Oudheidkundige Kring van Kalmthout. Meer informatie en inschrijvingen op het gemeentehuis, in de bibliotheek en op de Toeristische Dienst van Kalmthout. - Nog tot 1 oktober 2006 in het Arboretum van Kalmthout de tentoonstellingen Zimbabwe 50 jaar sculpturen en Kinderexpo Superette Sidonia. Info: www.arboretumkalmthout.be . - Nog tot 31.10.2006 in het NEC "De Vroente", Putse steenweg, 129 te Kalmthout de tentoonstelling "Land van Zand". Info : www.devroente.be.
- awdoe + -
tot volgende week met weer een Kalmthouts broodje " 27. 't Pannenhuis" en vergeet het niet door onderaan het blog telkens op de linkse rode pijl te klikken roept U de reeds verschenen broodjes in chronologische volgorde weer op.
In Kalmthout - en ook ver daarbuiten - kent iedereen het Pannenhuis op de hoek van de Kapellensteenweg en de Groene weg. Wie vijzen nodig heeft, of deursloten, of kippendraad, of grasmachines, of om 't even welke "ijzerwaren in 't groot" loopt wel eens dat Pannenhuis binnen. De functionaliteit loopt er dan ook als het ware van de muren. Maar er schuilt nog iets anders in diezelfde muren. In onvermoede hoekjes ontwaakt er af en toe iets geheimzinnigs. Het is iets mysterieus dat teruggrijpt naar Kalmthouts ver verleden. En dat iets sluimert nog ergens heel diep op de bodem van onze Kalmthoutse gemeenschapsziel.
Bij de aanvang van de 16-de eeuw (1518) is het Pannenhuis nog een pastoorswoning. De toenmalige pastoor Jan Frans, Kalmthouts hulppriester binnen de Nispense parochie, koopt ten zuiden van de Kapelberg en in het noordwesten van het Kruisbos tegen " 's Heerenweg " aan, op de hoek van de huidige Kapellensteenweg en de Groene weg een private woning . Hij richt zijn woning in als een pastorij en schenkt ze bij testament aan de Abdij van Tongerlo, met als doel er een permanente pastorij voor de Kalmthoutse pastoors van te maken.
Deze vroegere pastorij groeit uit tot een abdijhoeve : de "Oude Pastorijhoeve". Het is een hoevenconstructie met een viertal gebouwen. Het woonhuis, de potstallen en de bergingsplaatsen voor het landbouwallaam en de gewonnen vruchten vinden er hun plaats.De hoeve omvat daarbij een neerhof met pluimvee, waar ook een paar zwijntjes loslopen.Verder zijn er de akkers met rogge, haver, gerst en boekweit en de heideweiden met spurrie en valleigrassen waaraan de schapen, koeien, ossen en paarden zich te goed doen. Last but not least vindt men er naar de Kleine Aa toe stukken bos en heidepercelen, waar ondermeer lekker kan gejaagd worden op hazen en reetjes. Rond de gebouwen en de gronden is een hofgracht aangelegd.
Bij de belegering van Wouw verwoest het Franse leger onder het commando van generaal Biron in 1583 bij de doortocht door Kalmthout ook deze vroegere pastorij ( zie o.m. broodje 14). Het zal tot in 1606 duren voor men op de ruïnes van de verwoeste gebouwen nieuwe constructies optrekt. Men bedekt deze nieuwe constructies met de pannen uit de kleiputten van de "Schoeliënberg" ,waarvan de vijver voor de villa Erica nog zou getuigen. Dergelijke bedekking met pannen is zeldzaam voor die tijd. Ze ligt volgens sommigen ten grondslag van de benaming " ' t Pannenhuis ", zoals men de toenmalige pastorij sindsdien ook noemt.
In 1636 verhuist de pastorij zelf naar een nieuw gebouw dat is opgetrokken op de ruïnes van 's Heerenhuis nabij de kerk op Kerkeneind (zie voorgaande broodjes). Het aldus vrijgekomen Pannenhuis geeft de abdij in erfpacht aan de Secretaris van de heerlijkheid Christiaan De Greef. Deze richt er zijn secretariaat in, stelt er een 's herenkamer ter beschikking van de "heren van de wet" en een kelder als gevangenis voor de heerlijkheid. Daarnaast richt hij er ook een herberg in en brouwt er zijn eigen bier. Schouten, meiers, schepenen ... hebben nu eenmaal ook dorst. Dit bierbrouwen gebeurt in grote pannen. Voor sommigen spruit de benaming 't Pannenhuis dan ook eerder voort uit Paenhuys, het huis met de brouwerspannen.
In 1794 verkoopt de abdij 't Pannenhuis aan de familie Greefs-Cas om er de belastingen van de Napoleontische administratie mee te betalen. In 1836 stelt het gemeentebestuur een einde aan de huur van 's heeren kamer en de keldergevangenis. In 1873 likwideert de familie Van den bergh-Elsen de eigenlijke hoeve. Het woonhuis wordt daarbij vergroot en, behoudens een klein stuk, dempt men ook de slotgracht. In 1880 sluit men de herberg nadat de laatste kostgangers de taverne verlaten hebben. Het waren niemand minder dan de beroemde schilders van de Kalmthoutse grijze school : Adriaan Jozef Heyman, Jacques Rosseels en isidoor Meyer.
In 1898 voegt men langs de kant van de groene weg nog een woonhuis bij. In 1953 koopt de familie Stevens-Hacour het noorderlijke huis met de trapgevels. In 1956 koopt de familie Raets de zuidelijke woning. In 1963 is de familie Stevens volledig eigenaar. Ze gaat over tot de gedeeltelijke afbraak met restauratie en incorporeert een magazijn, hetgeen tenslotte in 1984 nog uitgebreid wordt langs de Groene weg.
Het zou dus onzinnig zijn in het huidige Pannenhuis nog naar uitdrukkelijke restanten van de "Oude pastorijhoeve" te gaan zoeken. Maar misschien ligt dat al enigszins anders als men wil gaan zoeken naar sporen van de aloude gastenkamer van de schilders van de Grijze school. Men zou nog wel eens kunnen botsen op 't één of ander spoor van die unieke kempense schouw, die de gastenkamer van weleer in de oude taverne heeft versierd. En misschien kijkt men dan ook nog onvermoed door hetzelfde venstergat, waardoor Adriaan Jozef Heyman, als hij niet op de heide vertoeft in zijn gehuurde woonwagen om er de zonsondergang te schilderen, de toen nog enig mooie wijdse vallei van de Kleine Aa overschouwt.
En toch ... wat ook niet kan ontkend : als men bij zonsondergang langs de wegel achteraan 't Pannenhuis, op 't einde van de Groene weg, de vallei van de Kleine Aa induikt, hoort men plots, bij goed luisteren, heel hoog boven dat Kalmthouts Pannenhuis geluiden. Plots beseft men het dan heel goed ! Er moeten boven het Pannenhuis nog altijd hoeven staan achter de zoom van de blauwe velden langs de maan. Witte hoeven, niet waar Paul Van Ostaaijen ?
- poëzie + -
Avondgeluiden ( Paul Van Ostaaijen 1896 - 1928 )
Er moeten witte hoeven achter de zoom staan van de blauwe velden langs de maan 's avonds hoort gij aan de verre steenwegen paardehoeven dan hoort gij alles stille waan van verre maanfonteinen zijpelt plots water -gij hoort plots het zijpelen van avondlijk water- de paarden drinken haastig en hinniken dan hoort men weer hun draven stalwaarts.
- actua + -
Ook in het Bijenteeltmuseum van Kalmthout hoogzomert het. En dan zijn de bijen op hun best. Dan zijn de bijenkasten in de tentoonstellingsruimten één en al bijengezoem. Dan dragen de naarstige werksters hun mooiste broekjes bij hun terugkeer van de zomerse bloemenvelden. Geïnteresseerd ? Bijkomende informatie kunt U bekomen op het nummer 03/666.61.01 tijdens de openingsuren van het museum. In hetzelfde gebouw op de Putse steenweg, nr 129, is trouwens ook het Natuureducatief Centrum gevestigd en daar loopt heel de zomer lang de tentoonstelling "Een Land van Zand". Onze Antwerpse Kempen is inderdaad onbetwistbaar een "Land van Zand". Vraag dat maar aan de mierenleeuw die er welig huist! Ook U moet deze unieke tentoonstelling gezien hebben ! Info : 03/620.18.30
- awdoe + -
tot volgende week met weer een Kalmthouts broodje " 28. De dorpsschool " en vergeet het niet om de reeds verschenen cursiefjes chronologisch terug op te roepen, klikt men onderaan het blog telkens op de linkse rode pijl.
Ook in onze Kempen bestaan er in de middeleeuwen nog geen dorpsscholen. Meer nog, zoals overal in het Europese avondland, is het enige bestaande onderwijs op dat ogenblik een onderwijs "van" de geestelijkheid "voor" de geestelijkheid. Het zijn dan ook vooral de kloosterorden die er de kernen vormen van de cultuuroverdracht. Met de komst van de Nieuwe Tijd komt hier echter langzaam maar zeker verandering in, eerst in de steden en voor de meest begoeden, maar later ook in de dorpen en voor een grotere massa. Uiteraard zal het veralgemeend onderwijs nog lang op zich laten wachten. Wel brengt het zondagsonderwijs voor sommigen al een oplossing.
In de 15-de eeuw zijn het de Kapelanen die ook bij ons in Kalmthout de functie van dorpsonderwijzer waarnemen. Van een dorpsschool is er echter nog geen sprake. De lessen worden meestal gegeven in de pastoorswoningen. Deze situeren zich in die tijd meestal op de Kapelberg ( in de nabijheid van de Sint-Jacobskapel, oorspronkelijk de Sint-Christoffelkapel) of in de onmiddelijke omgeving ervan. Daarbij is het onderwijs vooral op de godsdienstbeleving gericht. De kennis van de catechismus en de beoefening van de lithurgische zang staan dan ook centraal.
In de 16-de eeuw verwerft Kapelaan Gheert Fruytens van de Sint Christoffelkapel nochtans bekendheid als schoolmeester door de humaan gerichte inhoud van zijn opleiding. Zijn woning "Die Roose" situeert zich ten weste van de Sint Christoffelkapel. Vier van zijn leerlingen stromen toen reeds door naar de Leuvense universiteit.
In de 17-de eeuw ontkoppelt men het ambt van leermeester en kapelaan. In vele gevallen is de onderwijzer nu echter een koster. In 't midden van deze eeuw ontstaat in Kalmthout-dorp voor 't eerst een echte dorpsschool. Deze dorpsschool situeert zich " nabij de kapel, ten oosten van het dorpsplein : een klein huizeken, met een laag strooien dak en lemen wanden met houten zitbanken". In de tweede helft van de 17-de eeuw breekt dan de zogenaamde schoolstrijd uit tussen de legendarische meester Nocolaes Smeyers en pastoor Van der Biest. De strijd draait rond de overbrenging van de oude dorpsschool naar een nieuwe school in 't centrum op de plaats waar nu het gemeentehuis staat. Finaal wint de pastoor het pleit.Maar na een tijdelijke afwezigheid treedt Smeyers terug in dienst in de nieuwe school in ('t centrum). Er is tevens een onderwijzerswoning voorzien. De verhuis van de dorpsschool van " 't oude dorp" naar " t Tongerlose centrum " zal tot vandaag een bepaalde gevoeligheid tussen " die van 't dorp en die van 't centrum " (moeilijk begrijpbare tegenstelling voor buitenstaanders) levend houden. De school van 't centrum heeft oorspronkelijk twee secties, één voor jongens en één voor meisjes. In de loop van de tijd krijgt ze een fikse uitbreiding. Zo ruimt de oorspronkelijke school ook plaats voor het gemeentehuis en vindt ze onderdak in nieuwe gebouwen waar nu de gemeentelijke administratie is ondergebracht. Later zullen de meisjes overstappen naar de aangenomen meisjesschool. Als in 1908 overbevolking dreigt in de gemeenteschool van Kerkeneind in 't centrum, blijken er veel leerlingen aanwezig te zijn van 't oude dorp en de daarbij aansluitende wijken van de Heuvel en de Acht zaligheden. In 1911 is de tijd dan ook rijp om die van " 't dorp " na zoveel jaren opnieuw voldoening te geven. Er komt een dubbelschooltje voor jongens en meisjes ten noordwesten van de Kapelberg in de Schooldreef. Het dubbelschooltje bestaat vandaag als gebouw nog altijd, ook al wordt dit gebouw thans ingenomen door een erkende vrije lagere school aan wie de gemeente de school verhuurt. Op de voorgevel van de oude gebouwen van deze school prijken nog altijd de panelen van natuursteen van destijds met daarin twee voorvaderlijke wijsheden gebijteld . Op de gevel van de muur van de jongenssectie staat : "Een vrome man doet steeds wat zijn plicht gebiedt", op de gevel van de meisjessectie " Der vrouwen schoonste sieraad is de deugd ". Jaja ..., ze wisten van wanten, onze kalmthoutenaren van weleer.
- poëzie + -
De staart en het eekhorentje. (kindergedicht van Felix Timmermans - 1924)
Een eikeltje is ruim mijn paart, maar 'k eet een tweede voor mijn staart. Wat voedsel zulk een ding toch vraagt! Doch 'k heb mij nooit die zorg beklaagd. Hij is mijn zon en regenscherm en stelt mij in de winter werm.
- actua + -
- Op maandag 14 augustus te 14 uur in 't Kalmthouts Volkshuis optreden van Antwerps trots " La Esterella " (Oh Lieve Vrouwe Toren, hoog boven 't Vlaamse land), info www.groodverzet.be. - Op dinsdag 15 augustus organiseert "Vrouw en Maatschappij" een gratis "Poëtische Heidewandeling". Vertrek om 14 uur aan het INFOBORD OP HET EINDE VAN DE KORTE HEUVELSTRAAT, komende van de Heuvel. Info : 0498152993. - Op zondag 20 augustus begeleide heidewandeling "De Kalmthoutse Heide vroeger en nu". Start om 14 uur op de grote parking van de Putse steenweg aan de Vroente.Info en inschrijving : Toeristische Dienst van Kalmthout, op het telefoonnummer 03.666.61.01.
- awdoe + -
tot volgende week met weer een Kalmthouts broodje " 29. De Kalmthoutse Fransman" en vergeet het niet om de reeds verschenen broodjes in chronologische volgorde op te roepen onderaan het blog telkens op de rode linker pijl klikken.
Bij het begin van de Nieuwere tijd is het dan zo ver. Onze Kalmthoutenaar wordt officieel een Fransman.. Na de perikelen tussen Oostenrijk en Frankrijk, en zelfs een actieve bemoeiïng van de laatste heer van Kalmthout, Godfried Hermans, bij de Brabantse omwenteling, haalt Frankrijk de Zuidelijke Nederlanden binnen. De Franse grens schuift op naar het noorden. Onze gewesten zijn niet langer meer wingewesten, kreitzen of hoe men ze ook wil noemen, maar zullen met ingang van 1 oktober 1795 voor 20 jaar franse grond worden. De Fransen delen Kalmthout in bij het "Département des Deux Nèthes". Onze gemeente brengt het binnen dit departement zelfs tot een kantonhoofdplaats. De Franse annexatie heeft grote gevolgen voor onze gemeente. De eeuwenoude organisatie van het openbaar leven binnen de structuur van het ancien regime is vervangen door het nieuwe franse revolutionaire model. Zo komt er een einde aan de aloude heerlijkheid Kalmthout-Essen-Oost-Huibergen. Over de vragen welk dorp binnen de aloude heerlijkheid nu eigenlijk de macht heeft gehad en welk dorp de pracht zal men onder Kalmthoutenaars en Essenaars nog jaren en jaren, zelfs tot op vandaag, tussen pot en pint, blijven "zapzeveren", zoals men dat alleen maar hier bij ons in de noorderkempen zo "gezapig" kan. In ieder geval worden Kalmthout en Essen binnen de nieuwe franse constellatie nu twee onafhankelijke gemeenten met een eigen zelfstandig bestuur met aan het hoofd een "maire". De scheidingslijn tussen de twee zustergemeenten trekt men in grote lijnen langsheen het traject van de oude Mikse vaart , de turfvaart die de Nolse depressie in het verlengde van de Spillebeek verbindt met de Roosendaalse vaart aan de Horendonk. Met de splitsing van de heerlijkheid stuurt men ook de geliefde heer wandelen. De Kalmthoutenaren mogen hun geliefde abt van Tongerlo Godfried Hermans niet langer "hun" heer noemen. Ze zullen er nooit aan wennen. Bij de ingevoerde grondbelasting en achteraf de verkoop van "zwart goed" door de Napoleontische administratie smelten de Tongerlose eigendommen in Kalmthout weg als sneeuw voor de zon. Wel moet men vaststellen dat de Kalmthoutenaars zelf in eerste instantie weigerachtig staan tegenover de aankoop van "zwart goed" van "hun abdij". Het zijn meestal vreemdelingen die dit zwart goed opkopen, ook al zullen ze het dan achteraf ook aan Kalmthoutenaren doorverkopen. Ook het geheime inkopen door stromannen van de één of andere intellegente provisor kan er niet aan verhelpen dat Tongerlo zijn eigendommen kwijtspeelt. Finaal zal later de gemeente Kalmthout door de raad van State aangewezen worden als eigenaar van de "woeste gronden", de "gemene" heidegronden die ooit aan de heerlijkheid hebben toebehoord en niet als zwart goed verkocht zijn geweest.
Heel eventjes is er bij de annexatie door Frankrijk ook sprake geweest van een aparte gemeente " Neumarais ", zijnde Nieuwmoer. Zowel Kalmthout als Wuustwezel heeft zich daartegen verzet. Men kan het, ook vandaag nog, niet ontkennen dat onder de Kalmthoutse wijken Nieuwmoer de meest zelfstandige is. Deze zelfstandigheid zit in haar geschiedenis ingebakken : een nieuw turfstekersdorp uit het niets geboren in de late middeleeuwen, een invloed van inwijkelingen-turfers van eind en ver, een tijd een deel van de Essense parochie, finaal burgerlijke inlijving bij Kalmthout, omdat de franse administratie nu eenmaal van natuurlijke grenzen ( de Mikse vaart) heeft gehouden. Als troostprijs krijgt Nieuwmoer dan wel haar eigen parochie. De Nieuwmoerse gemeenschap zal deze eigen parochie binnen de Kalmthoutse context met veel liefde blijven koesteren. De andere Kalmthoutenaars respecteren dat. Zij gunnen dat uitdrukkelijk hun "koninginnewijk". En zij vergeten het daarbij nooit. De laatste witheer van Kalmthout is de pastoor van Nieuwmoer geweest. "Alleen op de Nieuwmoer heeft de abdij van Tongerlo tot in de twintigste eeuw haar vertegenwoordiger gehad", dixit wijlen Jef Herreygers, gewezen " de facto - burgemeester " van ons Nieuwmoer.
De Kalmthoutse fransman is tweemaal diep in zijn Kempense ziel getroffen geweest. Een eerste maal als de revolutionaire franse bezetter door de afschaffing van de erediensten onze Kalmthoutenaar treft in de beleving van wat hem met de moedermelk is ingelepeld : zijn Katholiek geloof. Een tweede maal als hij als Kempenaar in een vreemd leger onder Napoleon aan talrijke franse veldslagen, waar hij als Kempenaar niets mee te maken heeft, moet gaan deelnemen. Dit wordt nog fel verergerd door het gesjoemel bij het onrechtvaardige systeem van de uitloting, waarbij kapitaalkrachtigen en "medeheulers" de dans ontspringen. Niemand minder dan de grote Vlaamse schrijver, en zoals we later zullen zien ook een beetje Kalmthoutenaar, Hendrik Conscience, heeft hierover een pracht van een roman geschreven : De Loteling. Het gaat over de geschiedenis van een gewonde blinde soldaat-kempenaar die door zijn geliefde vanuit de garnizoenstad Venlo langs een lange weg vol hindernissen met veel moeite naar zijn Kempense heimat-geboortedorp wordt teruggehaald.
- poëzie + -
( fragment uit ) De Loteling (Hendrik Conscience - 1812 - 1883)
Het was nog stikkend heet, alhoewel de schaduw der bomen zich reeds aanzienlijk op de grond verlengde; boven de heide en de velden wiegelde nog de glasachtige zomerwasem; geen windje lispelde in het loof; de vogelen zaten hijgend en stil in het roerloos gebladerte; alle natuurstemmen zwegen; zover het oog reikte kon men mens, noch dier bespeuren : de aarde scheen van afgematheid ingesluimerd. Tegen de boord van de eenzame baan, overlommerd door de takken van het eikenschaarhout, lag een soldaat met het hoofd op zijn ransel te slapen. Zijn voeten waren naakt : de schoenen stonden er bij. Een jonge boerin zat nevens hem en hield haar kommervolle blik op hem gevestigd, terwijl zij in de diepe stilte, met een berkenrijs hem de vliegen van aangezicht en voeten keerde. De soldaat lag op een bed van wilde tijm; het geurde rondom hem in zoete balsemdamp. De lieve veldklok boog haar belletjes over zijn voorhoofd; lager, aan zijn voeten, hief de hemelsblauwe gentiaan haar prachtige kelken tot hem op. Ongetwijfeld moest hij reeds een lange rust genoten hebben, want zijn gezellin blikte soms met zekere ongerustheid naar de zon, als wilde zij aan de gang van de hemeltoorts afmeten hoever de dag gevorderd was.
- actua + -
- Op dinsdag 15 augustus eerstkomende, met moederkensdag, organiseert Vrouw en Maatschappij Kalmthout een gratisch poëtische heidewandeling. Vertrek om 14 uur aan het informatiebord ten einde de Korte Heuvelstraat ( komende van de Heuvel). De Heidewandeling duurt ongeveer 2 uur.
- Op zondag 20 augustus " De Kalmthoutse Heide vroeger en nu ", een heidewandeling door de verschillende landschappen van de Kalmthoutse heide. De gids vertelt U over de specifieke flora en fauna en over de natuurkundige en cultuurhistorische geschiedenis van dit gebied. Start om 14 uur op de parking van de Putse steenweg. Info en verplichte inschrijving : Toeristische Dienst, telefoon nr.03/666.61.01.
- awdoe + -
tot volgende week met weer een Kalmthouts broodje " De Greef (1) " en vergeet het niet om de reeds verschenen broodjes in chronologische volgorde op te roepen telkens onderaan het blog op de linkse rode pijl klikken.
Als de Kalmthoutenaar het vandaag over "De Greef" heeft, spreekt hij over een tweevoudige werkelijkheid. In de eerste plaats bedoelt hij het grootkavelig woonbos bezijden de grote baan van Kalmthout - dorp naar Essen -Wildert, meer bepaald aan de oosterkant van de viaduct van Noordeind. Vervolgens refereert hij naar de 18-de eeuwse abdijhoeve van de Paters van Tongerlo, die daarbij in het zuiden aansluit, omgeven door een slotgracht, houtkanten en landerijen.
Als het hoogzomert en de zon dag na dag priemt aan het zenith, zoals dit onlangs het geval is geweest, is "De Greef" naast "Dennendaal" één van de gegeerde wandelplaatsen van de Kalmthoutenaar. Hij geniet er dan met volle teugen van de kruinenlommert van beuk en zomereik, kuierend langs brede rustige lanen met her en der, half verborgen achter rodondendrons en ander "struikgelover", riante huizen in alle stijlen opgetrokken. Hij speurt er dan naar de relicten van de oude turfvaart, die ooit de venige gronden van De Nol in het noorden van de Kalmthoutse heide heeft verbonden met de Roosendaalse vaart aan de Horendonk. Op sommige plaatsen ontwaart hij dan, door de groene doorkijkgaten heen, nog overblijfselen van de watergracht en het jaagpad die ooit deze turfvaart vorm hebben gegeven. Aan de beek van de Kleine Aa doet hij dan een inspanning om, over de aanpalende tuinen heen, een restant te ontwaren van het "ziel", de akwadukt van weleer, die het turfvaartwater over de kleine Aa moest loodsen om zo de met turfbriketten geladen vletten hun weg naar Roosendaal, de turfbeurs van de regio, te kunnen laten vervolgen. Bezijden de viaduct komt hij ook nog oog in oog te staan met de gesloten poort die ooit toegang heeft verleend tot het " kasteel van Donnet " met zijn prachtige nog aanwezige vijver en zijn monumentale classicistische binnentrap. Finaal zoekt hij dan steeds doorheen het groenbronzen eikenhout de rozige daken van de als het ware jaloers afgeschermde abdijhoeve, ooit eigendom van de Paters van Tongerlo.
Het hedendaagse "De Greef" is in de loop der tijden inderdaad geëmaneerd uit de grootste abdijhoeve van de paters van Tongerlo bij ons in Kalmthout. De geschiedenis van deze "Greefshoeve" onderscheidt grosso-modo vier scharnierperioden : 1/ de 13-de/14-de eeuwse pachthoeve van de abdij; 2/ de 18-de eeuwse verblijfplaats van de provisor van de abdij; 3/het parkkasteel "Donnet" rond de belle-époque; 4/ de hedendaagse verkaveling waar we het reeds over hebben gehad.
De benaming "Greefshoeve" vraagt op zichzelf al om enige ontsluiering.Men zou er zich gemakkelijk kunnen van ontdoen met een vermoede evidentie dat één van de oorspronkelijke pachters ooit eens "een Greefs" zou zijn geweest. Maar anderzijds zou die Greefs zijn naam dan ook wel eens kunnen ontleend hebben aan het feit dat hij de hoeve heeft bewoond.
Wat vertelt onze Achterbroekse wetenschapper, wijlen Jozef Goossenaerts, over "Greefshoeve" ? Het kernwoord van "Greefshoeve" is "greef".Dit Diets-Brabantse "greef" met zijn werkwoordvorm "greven" refereert naar "graven". De "greef" is dan niet anders dan een graafschop waarmede onze Kempense boeren vroeger in de put van hun potstal de door koeien en schapen plat getrapte stalmest , bestaande uit heideklotten en uitwerpselen van deze dieren , laag na laag, gaan afgraven. Deze "greef" kenmerkt zich daarbij door een afgerond driehoekig steekblad met scherp geslepen kanten in alle richtingen. Tussen haakjes, buiten Kalmthout en Essen noemt men dit boerenwerktuig in de rest van Vlaanderen een "meststik". En...door het vervangen van de scherpe kant boven aan de greef door een "dwars balkje" vormen onze voorouders deze "greef" om tot een turfschop.
Om volledig te zijn voegen wij hier nog aan toe dat sommige wetenschappers in "greef" het oud - germaans "graibjon" onderscheiden, hetgeen "bosje" zou betekenen. ( vervolgt)
- poësie + -
Het land dat ik liefheb (Anton Van Wilderode - 1986)
Het land dat ik liefheb, het land dat ik leer. Met bijbelse bomen. De wind van weleer. Het land als ik droef ben, het land als ik lach. Bij de lamp van de maan.In het licht van de dag Het land is wit en mauve. Mijn groenland. En ach, het land dat ik zevenmaal, zevenmaal zag.
- actua + -
- Nog tot op het einde van de grote vacantie organiseert de KWB van Kalmthout haar gezinszoektocht 2006. Inlichtingsformulieren en vragenlijst zijn te bekomen op de Toeristische Dienst van Kalmthout, Grote Heideparking, Putse steenweg, 129 te Kalmthout. De zoektocht bedraagt ongeveer 20 kilometer, is te voet of met de fiets af te leggen en de deelname is gratis.
- Nog tot begin November kunt U in het Natuureducatief Centrum "De Vroente" aan de grote heideparking van de Putse steenweg terecht voor de unieke tentoonstelling : "Een Land van Zand". Toegang gratis.Info : Tel. 03/620.18.30
- Vroentedag in het Natuureducatief Centrum "De Vroente" op 3 september 2006 van 10 tot 17 uur. Verwendag voor Groot en klein. Gratis inkom. Info : www.devroente.be. - Awdoe + - tot volgende week met weer een Kalmthouts broodje " De Greef (2) " en vergeet het niet door onderaan het blog telkens op de rode pijl links te klikken roept U de reeds verschenen broodjes in chronologische volgorde weer op.
In de 13-de/14-de eeuw richten de paters van Tongerlo hun abdijhoeve "De Greef" op op één van de meest vruchtbare bodems van Kalmthout, namelijk in de vallei van de Kleine Aa, stroomafwaarts, daar waar de beek in het verleden meermaals uit haar oevers is getreden. Hierdoor zijn er in de omgeving van de beek lemige zandgronden ontstaan, die na drainage heel vruchtbaar kunnen zijn. Op het domein van de abdijhoeve zijn op deze lemige zandgronden vanuit de middeleeuwen ook de " Greefse bossen " tot ons gekomen, één van de zeldzame natuurlijke loofbossen in Kalmthout.
Het domein van de "Greefshoeve" heeft zich ooit uitgestrekt van aan de Gageltjesvelden, palend aan de "heirbaen naar Antwerpen" (baan Kalmthout-Essen) tot aan de Zilveren Hoek. Dit domein ligt samen met het domein van die andere abdijhoeve "In de Hoek" geprangd tussen de voornoemde "heirbaen naar Antwerpen" in het noordwesten en de " Hoeckxe straete " ( thans de straat naar de Zwanenberg) in het zuidoosten.De gronden van de twee abdijhoeven vloeien als het ware in elkaar.
De gebouwen van de oorspronkelijke abdijhoeve "De Greef" zouden ten oosten gelegen hebben van de huidige hoeve, die vanuit de 18-de eeuw tot ons is gekomen. Heemkundigen menen dit te kunnen opmaken uit het gegeven dat op oudere kaarten sprake is van "de Oude Greve", grenzend aan Beverdonk. Het zou toen nog om een losse constructie van gebouwen zijn gegaan.
Zoals alle abdijhoeven van de paters van Tongerlo in Kalmthout en Essen is de "Greefshoeve" in eerste instantie gerund door lekenbroeders onder het gezag van een magister-priester. Al heel vlug echter gaan de paters ook deze abdij verpachten aan "vrijheren". De rechten en verplichtingen van deze pachters leggen de paters contractueel vast. Er wordt zowel rekening gehouden met de belangen van de pachters als met deze van de abdij. Doorheen de tijd zullen de goede en trouwe pachters trouwens meer en meer door de abdij beloond worden. In onze streken is vooral de tijdspacht afgesloten. Deze is slechts voor een beperkte tijd van toepassing. Drie of zes jaar is daarbij de regel. Dit in toepassing van het traditioneel drieslagstelsel met de opeenvolgende jaarwinningen van zomergraan en wintergraan en met braakligging tijdens het derde jaar.De pachtprijs bestaat gedeeltelijk uit baar geld, gedeeltelijk uit natura. Bij de jaarlijkse pacht betaalde men steeds een soort voorschot : het voorlijf. De vergoeding in natura bracht de abdij boter, bier, vlees, graan en mest op.
Maar ook de "Greefshoeve" ontsnapt niet aan de gevolgen van de verschillende strijdtonelen die onze contrijen in de Nieuwe Tijd hebben geteisterd. En na de belegering van Bergen-Op-Zoom tijdens de perikelen tussen Oostenrijkers en Fransen is de situatie echt schrijnend geworden. Waar voordien het cultuurlandschap meer en meer de heide ging innemen, ziet men nu hoe de heide opnieuw meer en meer het cultuurlandschap gaat aantasten. Een gevluchte bevolking enerzijds en het daaruit voortspruitende gebrek aan continuiteit in de potstalbemesting anderzijds zijn er de oorzaak van dat de heidevorming opnieuw in de hand gewerkt wordt ten nadele van de bebouwde akkers.
Voor de abdij is dan ook het ogenblik aangebroken om orde op zaken te stellen. Er wordt een provisor aangesteld om ter plaatse in Kalmthout en Essen een relance te bewerkstelligen van de werking van de eens zo florissante abdijhoeven. De "Greefshoeve" wordt de residentie van deze Provisor.
De eerste provisor van de abdij van Tongerlo voor de heerlijkheid Kalmthout-Essen-Oost-Huybergen is een schot in de roos. Provisor Godfried Hermans, zelf boerenzoon uit het Kempense Vorst en zeer begaafd Norbertijn met vele wetenschappelijke titels zal er in slagen de werking van onze abdijhoeven inderdaad op een nieuwe leest te schragen en dit met succes. Daarenboven zal hij nog heel wat bijkomende prestaties aan zijn palmares toevoegen. Ingevolge zijn grote verdienste wordt hij finaal abt van de abdij van Tongerlo en in die functie laatste heer van Kalmthout - Essen - Oost-Huibergen juist voor de fransen " tabula rasa " maken met het ancien regime.
(vervolgt)
- poëzie + -
(uit) Akkerleven (H.K.Poot - 1689-1733)
Hoe genoeglijk rolt het leven Des gerusten landmans heen, Die zijn zalig lot, hoe kleen, Om geen koningskroon zou geven! Lage lust braveert den lof Van het hoogste koningshof. -------------------- Welige akkers, groene bomen, Malse weiden, dartel vee, Nieuwe boter, zoete meê, Klare bronnen, koele stromen, Frisse luchten : overvloed Maakt het buitenleven zoet. --------------------- Als de Lente 't land beschildert, Als de zonne zweet en gloeit Ploegt en spit hij onvermoeid. Als de Winter ' t woud verwildert Houdt hij de berookte haard Met zijn vrienden, rond van aard.
- actua + -
- Vroentedag in het Natuureducatief Centrum " De Vroente" aan de grote heideparking van de Putse Steenweg op 3.9 e.k. van 10 tot 17 uur.Verwendag voor groot en klein. Gratis inkom. Info : www.devroente.be .
- Op 2 en 3 september e.k. organiseert de Landelijke Gilde van Nieuwmoer haar jaarlijkse "Tweedaagse van de Landbouw". Info : tel. 03/667.36.50.
- Op zondag 3 september e.k.organiseert VMPA Kalmthout/Essen een gratis heidewandeling met natuurgids Annie De Koninck. Vertrek om 14 uur aan de grote heideparking van de Putse steenweg. Info bij voorzitster Chris Vandersypt op TF. : 03/666.48.03
- Awdoe + - :
tot volgende week met weer een Kalmthouts broodje " De Greef (3 ) " en vergeet het niet : door onderaan het blog telkens op de rode pijl links te klikken kunt U de reeds verschenen broodjes in chronologische volgorde weer te voorschijn halen.
In de tweede helft van de 18-de eeuw neemt Godfried Hermans, de door de abdij van Tongerlo aangestelde provisor ( een soort rentmeester) voor de heerlijkheid Kalmthout-Essen, als nieuw bewoner bezit van de hoeve De Greef. Zoals we reeds hebben gesteld bestaat zijn taak erin de bestaande abdijhoeven binnen de heerlijkheid nieuw leven in te blazen en, ter verdere terugdringing van de heide, nieuwe abdijhoeven op te richten. In Kalmthout zullen dat de Zilverenhoek, de Foxemaat en als laatste hoeve de oude Withoef zijn, deze laatste ter ontsluiting van de grote "Suyderheide". De provisor ziet zijn rol nochtans veel ruimer. Zo zet hij de locale agrarische gemeenschap terug volledig op het goede spoor, zo moderniseert hij de grote heirbaen naar Essen en later ook naar Kapellen, zo richt hij langsheen de aloude postbaan naar het noorden, aan de Zilveren Hoek, gedeeltelijk ter vervanging van de oorspronkelijke afspanning "In Amsterdamme " te Achterbroek,een nieuwe afspanning op "In de Witte Hemel". De "Greefshoeve" zelf laat hij inrichten als een soort superbazar "avant la lettre", waar Kalmthoutenaars en Essenaars voor alles en nog wat terecht kunnen.
In 1775 geeft hij de hoeve De Greef, zoals wij die nu kennen, haar vaste vorm. Het wordt een imposante hoeve "in het kwadraat", gebouwd rond een grote binnenkoer. Rondom het ganse gebouw loopt een brede slotgracht, teken van afscherming en onderscheiding, maar als waterreservoir ook economisch geschikt voor viskweek. De toegang is voorzien langs een brug aan de westerkant. Achter de brug bevindt zich een imposante toegangspoort. Rechtover deze ingangspoort, aan de overkant van de binnenkoer, ontwaart men het torentje van de centraal gelegen kapel. Binnen de kapel maakt men kennis met een unieke uitbeelding van "moeder en kind " boven het altaar, OLV van Tongerlo echt waardig. Onder een hemelse zoldering vol blauwsel speelt de Heilige Geest een onbetwistbare hoofdrol in een pleijade van symbolen. Naast de kapel, in zuidelijke richting, situeren zich de vertrekken van de provisor met een imponerende "provisorskamer", waarbinnen centraal de haardschouw, voorzien van een prachtig schilderij met rococoallures van de Antwerpse schilder Peeter Faes, gekend voor zijn stillevens en in de vier hoeken massieve kasten met dubbeldeuren. Een van de panelen van de dubbeldeur van één van de kasten geeft toegang tot een verborgen kamer. In de gebouwen situeren zich verder nog langs de zuiderzijde : een grote keuken, vertrekken voor het personeel, een koeien- en schapenstal en een koets- en melkhuis. Langs de noorderkant strekt zich nog een paardenstal uit, een lange schuur met breed uitgestreken dak en ondermeer een karrenhuis. Deze indeling heeft in de loop der tijd wel enige wijzigingen ondergaan met o.m. de integratie van een conciërgewoning. Ook de massale toegangspoort is gedeeltelijk ten onder gegaan aan de tand des tijds.
Kalmthout en Essen dragen provisor Hermans van de hoeve De Greef op de handen. Hij verschaft heel wat Kalmthoutenaars en Essenaars werkgelegenheid.De genegenheid voor hun weldoener zal blijven bestaan als hij als abt van Tongerlo de laatste heer van Kalmthout/Essen wordt. Het gemeenteembleem van Essen is vandaag nog altijd het embleem van de heer van de hoeve De Greef, Godfried Hermans, abt van Tongerlo, laatste heer van Kalmthout/Essen.
- poëzie + - ( uit) Een brief aan de prior van Tongerlo. (Onbekende schrijver - 1788). ---- Ick vergete UEd. hier den lof van Den Greef te maeken. Inderdaadt die merkwaardige plaats heeft mij zoo veel behaegen als verwondering gegeven. 't Is werkelijk het landt van belofte in 't midden van de wildernis. Noyt en heeft eenige buytenplaets een aangenamer uitdrukking gegeven en ick wete den allergrootsten danck aen de Eerwaerdichtsten heere Prelaat, van mij d'occasie gegeven te hebben van dit te zien. Ick heb daer oock bemerckt de eerste schilderijen van Faes. ---- (vervolgt)
- actua + -
- Als de zomer langzaam eindigt bezoeken wij in Kalmthout "die droom van een tuin" : het Kalmthouts Arboretum aan het station van Kalmthout.We ontwaren er dan vruchten in alle kleuren en vormen, de eekhoorns en gaaien zijn er dan aan een hoogfeest toe en bomen en struiken beginnen zich stilaan te tooien in hun enige herfstkleuren. Info : 03.666.67.41
- De Kalmthoutse Melkweg is ook in september te berijden. Dit initiatief van de Landelijke Gilde van Kalmthout brengt U langs een traject van 35 kilometer lang doorheen prachtige landschappen en langs de mooiste boerderijen van onze gemeente. Info en folder : Toeristische dienst van Kalmthout, Tel. 03/666.61.01.
- awdoe + -
tot volgende week met weer een Kalmthouts broodje "De Greef (4)" en vergeet het niet door onderaan telkens op de rode pijl te klikken roept U de reeds verschenen broodjes in chronologische volgorde op.
De annexatie van de Zuidelijke Nederlanden door Frankrijk op het einde van de 18-de eeuw heeft ook gevolgen gehad voor de hoeve De Greef. Op 24.11.1897 verkoopt men de abdijhoeve van de paters van Tongerlo als "zwart" goed. De Franse revolutionairen zullen de kloostergemeenschappen immers niet ontzien. Hun eigendommen verklaren zij verbeurd. Het is de heer F.Dargette, Fransman, die de hoeve binnen haalt. Eigenaardig echter blijft hij slechts 2 dagen eigenaar van zijn "zwart goed". De volgende koper is de Essense molenaar Petrus Sebastiaan De Bruyn. Achteraf zal blijken dat deze man als stroman is opgetreden voor de Tongerlose abdij. Wel is het ook duidelijk dat binnen de abdij niet iedereen gelukkig is met deze gang van zaken. De Norbertijnen van Tongerlo zijn aan een verouderingsproces toe. Nieuwe roepingen blijven steeds in grotere mate uit. Successierechten beginnen zwaar te wegen op de abdijkas. Met de jaren groeit dan ook het inzicht dat De Greef van de hand moet worden gedaan. De "reddende" engel is geen onbekende voor de paters. In 1823 wordt graaf De Merode uit Westerlo eigenaar van De Greef. De familie De Merode zal er eigenaar van blijven tot in 1848. In 1836 ontvangt ze er zelfs de eerste Koning der Belgen, Leopold de I-ste, als gast op een jachtpartij binnen het groene domein.
In 1848 begint dan de opdeling van De Greef over verschillende eigenaars. Inkopen en verkopen volgen zich daarbij op. Het is niet de bedoeling hier een opsomming te geven van de pleijade aan eigenaars die zich op de meerdere delen van het oorspronkelijke domein van de abdijhoeve hebben opgevolgd. Wel gaat de aandacht naar de twee grote domeindelen die ook vandaag nog tot de verbeelding van de Kalmthoutenaren spreken.
Er is natuurlijk in de eerste plaats de hoeve De Greef "sensu stricto" die de tand des tijds heeft overleefd. Ook vandaag is ze nog te vinden achter haar brede slotgracht en bereikbaar via een brede oprit bezijden de viaduct van Noordeind. De familienamen Ommeganck en Thielemans zitten vandaag nog altijd, als gekende eigenaars, in het geheugen van de Kalmthoutenaren geprent.
Verder kunnen wij ook niet voorbijgaan aan het domein "Les Chênaies" dat de Kalmthoutenaars liever aanduiden met "het kasteel van Donnet". Heeft Kalmthout een traditie van abdijhoeven, dan is dit niet het geval voor kastelen. De Kalmthoutenaars grijpen dan ook graag terug naar dit "Kasteel van Donnet" van rond de eeuwwisseling 19-de/20-ste eeuw om dit gebrek aan historische kastelen enigszins te verdoezelen.En het dient gezegd, het is inderdaad een prachtig kasteel geweest, gelegen aan een enig mooie vijver en architecturaal met een hele ecclectische instelling (een mengeling van neo-stijlen), zoals de bourgeoisie tijdens de belle-époque dat zo graag heeft gehad. Ondermeer de gewezen neo-classicistische binnentrap is, zoals uit oude foto's blijkt ,een echt juweeltje geweest. Maar ook de kasteeltorens met neo-gothische allures hebben tot de verbeelding van de Kalmthoutenaars gesproken. Spijtig dat het kasteel na de tweede wereldoorlog wegens onherstelbare oorlogsschade moest verdwijnen. Het is Charles Moons geweest die het kasteel in 1887 in zijn oorspronkelijke staat heeft laten optrekken. Het is echter de beheerder Paul Donnet die "Les Chênaies" in 1901 zijn majestueuze vorm heeft gegeven, vandaar in de Kalmthoutse mond "het kasteel van Donnet".
Vandaag herinnert alleen de gesloten ijzeren toegangspoort bezijden de spoorweg op Noordeind nog aan "Les Chênaies". Ook de restgrachten van de eens zo betoverende oude vijver zijn nog op het domein aanwezig. Links en rechts hebben "de vooruitgang" en "de verkavelingsdrang" , zoals we ook bij de aanvang hebben gesteld, hun werk gedaan. Desalniettemin, in het noordoosten van het aloude dorp van Kalmthout sluimert nog een uniek verleden ! En onze Kalmthoutenaars koesteren het. Als zij spreken van "De Greef" herleeft voor hen "een tijd van toen", een tijd "om van te dromen", "Kempendromen".
- poëzie + -
Kasteelgracht (Anton van Wilderode - 1968)
Het eeuwenoude water in de grachten, onopgeklaard, ligt boordevol legenden en geesten van vergeten voorgeslachten.
Maar somtijds willen zij omhoog en zenden in ongewilde decembernachten luchtbellen op uit het onbekende en doen de torenspiegelingen zachtjes beweeglijk worden, heen en weder wenden alsof zij op een mededeling wachten, die later komt of nooit. De kikkerbende zit aan de overkant te schaterlachen.
- actua + - :
- Komt er nog een Sint-Michiels zomertje ? Wat zeker nog tot begin November verder loopt in het Natuureducatief Centrum "De Vroente" aan de grote heideparking op de Putse steenweg is de boeiende tentoonstelling "Een Land van Zand". Om niet te missen!
- En het aan de Vroente aanpalende Bijenteeltmuseum? Weet U dat de darrenslag reeds heeft plaats gehad? Als na de zomer de noorderwind opdaagt zijn de werksters onverbiddelijk : de darren kunnen gaan. Een bezoek aan het museum introduceert U op een prettige wijze in het leven van onze Kempense honingbijen.En de honing ? Hij is er altijd "seizoenvers".
- awdoe + :
tot volgende week met weer een Kalmthouts broodje " Een Kalmthouts oog op de wereld" en vergeet het niet om de reeds verschenen broodjes in chronologische volgorde op te roepen onderaan telkens op de rode pijl links klikken.
De Romeinse heirbaan van het Zuiden naar het Noorden loopt langs Hoogstraten en Breda. In het uiterste Westen van de Noorderkempen is het in die tijd immers nog veel te moerassig. Men moet wachten tot de 15-de eeuw om de matrijs te zien ontstaan van wat langzaam aan de postbaan zal worden tussen Antwerpen en de Hollandse grote steden Rotterdam, Den Haag en Amsterdam. En zelfs de Gentenaars gebruiken in die tijd deze postbaan als ze naar het noorden moeten.. In onze streek loopt de postbaan van Antwerpen naar Brasschaat-Maria ter Heide, naar Kalmthout-Achterbroek, verder door naar Essen-Horendonk en zo naar Rucphen, Zevenbergen en de Moerdijk. In de ontstaansperiode moet men nog met een "pont" de grote rivieren oversteken. Na de Sint-Elisabethsvloed gaat het dan met een " veer " naar Oudenbosch en nog later achtereenvolgens van Zevenbergen en de Moerdijk naar Dordrecht.
De postbaan heeft een dubbele functie. Enerzijds vervoeren zware carossen, soms getrokken door wel vier paarden, personen en goederen langs de baan. Anderzijds bestaat een postilliondienst waarbij een bode te paard de post overbrengt van Zuid naar Noord en omgekeerd. Het bestellen van de brieven "aan huis" noopt de bode daarbij met zijn paard smalle zanderige heidepaden te berijden. Heel dikwijls zijn deze aldus getraceerde heidepaden voorboden van onze latere straten. Beide diensten zijn verzekerd door private personen en zeker niet goedkoop.
In die tijd zijn ook de grote wegen in de Kempen nog doodgewone zandwegen doorheen de eindeloze heide. In de winter rijdt men deze wegen stuk en dan gaat men er naast sporen. Zo ontstaat uiteindelijk een heel brede weg. Dit is in Kalmthout niet alleen het geval voor wat nu de Brasschaatse steenweg is en de Roosendaalse baan, maar ook voor wat nu Noordeind-Dorp-Kapellensteenweg is.
De toch niet onaardige afstand tussen Antwerpen en Moerdijk vergen stopplaatsen om de gasten te logeren, de paarden te voederen en ze eventueel te stallen. Ook de koetsen worden in deze "afspanningen" hersteld.
Op het Kempense/Noord-Brabantse traject komen volgende stopplaatsen tot stand : "In Amsterdamme" te Kalmthout-Achterbroek, "In Den Ouden Uil"te Essen-Horendonk," In De Posthoorn" te Rucphen en "Op de Kruisstraat" tussen Hoeven en Oudenbosch. Later komt daar nog "In Den Witte Hemel" bij op het Zilveren Hoekske tussen Kalmthout en Essen en dit gedeeltelijk ter vervanging van "In Amsterdamme" te Achterbroek.
Met de afspanning "In Amsterdamme" wordt Achterbroek het Kalmthoutse oog op de wereld. Van achter de haag van de abdijhoeve "In 't Achterbroek" kunnen onze Kalmthoutenaars, tussen de roggehalmen door stiekem meekijken hoe, seigneuriaal op hun paard gezeten, volgende gasten afstappen "In Amsterdamme" . Er zijn : de Engelse generaal graaf van Marlborough, de neef van Kardinaal Mazarin en opperbevelhebber van het Oostenrijkse leger Prins Eugène van Savoie, de Hollandse cavaleriegeneraal graaf van Albamarle, de koning van Polen Stanislas Leszynski en last but not least de keizer van Frankrijk himself, de grote Napoleon. Het is inderdaad in die tijden druk geweest bij ons in Kalmthout-Achterbroek.
Onder Napoleon verliest de aloude postbaan haar betekenis door de aanleg van die andere weg naar het Noorden, de Bredabaan langs Wuustwezel en Zundert. In 1968 wordt dan de beroemde afspanning "In Amsterdamme" afgebroken. Met de afbraak van deze postbaanafspanning en langgevelhoeve met Hollandse allures bedrijven wij Kalmthoutenaars, na de zandafvoering van de 45 meter hoge Vossenberg op de Kalmthoutse Heide ( vanop zijn top ziet men in het zuid-westen de OLV-kathedraal van Antwerpen) en na de afbraak van die enig mooie romaans-gothische Sint Christoffel/Sint Jacobskapel op de Kapelberg, onze derde hoofdzonde.
En toch, als men vandaag aan de lichten van Achterbroek de Roosendaalse baan inrijdt, ontwaart men ten noorden van het Leyterstraatje, na enkele riante huizen, een oude schuur (familie Vanloon) die als het ware tegen de Roosendaalse baan aanplakt. Bij het binnenwandelen neemt een zwarte kraai vliegens vlug het zekere voor het onzekere en huppelt van onder de nokbalk, door het ronde open gatvenster bovenaan de muur, de vallei van de Kleine Aa tegemoet.Verscholen in de totaliteit van het lagere dakgebinte ontwaart men er dan, bij goed toekijken, een eiken balk, vaal van kleur. In deze balk staan letters gegrift. "1712 - Huybrecht van Doren en zijne huysvrouw Pitternella Maes". Hij refereert, noch min, noch meer, naar de toenmalige waard en waardin van "In Amsterdamme". Verder leest men op de muren nog in Gothische letters paardennamen. Beroemde paardennamen. Zij getuigen, bij ons in Achterbroek, van een ver verleden, waarvan het Kalmthouts oog op de wereld vandaag is ingeslapen.
- poëzie + -
(uit) De posthoorn bij Rucphen - Snelverkeer in de gouden eeuw (Harrie Hazemans - 1983) Men volgde o.a. de postbaan van Antwerpen naar Moerdijk, een brede niet verharde weg die nochtans de algemeen gebruikte verbindingsweg tussen de zuidelijke Nederlanden en Holland was en waarover een geregelde postwagendienst onderhouden werd. Men kwam dan niet langs Breda of Roosendaal, maar reed over grote heidevelden langs de dorpen Achterbroek, Rucphen,en Hoeven naar Zevenbergen en Moerdijk, omdat dit de kortste verbinding was. En al was dat verkeer veel langzamer dan het tegenwoordige, het betekende nog niet dat daaraan geen gevaren verbonden waren. Denken we slechts aan de primitieve vervoermiddelen, het ontbreken van iedere accomodatie en aan de slechte toestand van de zandbanen die vaak ook door baanstropers nog onveilig werden gemaakt. Het reizen was toen een avontuurlijke onderneming. Daarbij kwam soms nog het onbehoorlijke gedrag van het personeel van de publieke voertuigen. De talrijke klachten die tegen hen werden ingediend laten aan duidelijkheid niets te wensen over. Het was toch wel erg als men dagenlang het slachtoffer was van het onbeschaafde optreden van deze lieden.
- actua + -
- Eind september is nog een enige gelegenheid om in het " Bijenteeltmuseum van Kalmthout " bij de late najaarszon de werklustige bijenwerksters te zien terugkeren naar de kast met rond hun achterste pootjes korfjes vol stuifmeelkorrels. Als het wintert gaan ze immers "op hun stok" zitten. Info : 03/666.61.01 - In het Arboretum van Kalmthout loopt nog altijd die unieke tentoonstelling met sculpturen uit Zimbabwe.Om niet te missen! info : www.arboretumkalmthout.be . - Nog tot 31.10.2006 in het "NEC-De Vroente", Kalmthoutse steenweg, 129, Kalmthout, die wonderbare tentoonstelling : "Land van Zand". Info : www.devroente.be .
- awdoe + -
tot volgende week met weer een Kalmthouts broodje " Het water is te diep" en vergeet het niet : om de reeds verschenen broodjes in chronologische volgorde op te roepen onderaan links telkens op de rode pijl klikken.
Bij zijn pot (en pint) in Olen werkt keizer Karel, zijn grootmoeder Maria van Boergondië indachtig, hard aan de eenmaking van de Nederlanden binnen het Habsburgse rijk. De Gentse Mechelaar of Mechelse Gentenaar ziet de zelfstandige 17 provincieën, binnen een "Bourgondische Kreitz" wel zitten. Ten zuiden van de grote rivieren en in de Antwerpse Kempen zien ze dat trouwens al lang zitten. Helaas als dan "dien Koninck van Spangieën" op het toneel verschijnt en de rondedans voor de heerschappij over onze gewesten door de grote mogendheden is ingezet, verzwint de droom van Karel langzaam maar zeker. Een diepe scheur doorheen de 17 provincieën ligt ons te wachten. In de noorderlijke contrijen van het toenmalige "Edele Brabant Were Di" heeft men de bui zien hangen. En die van de Kempen en die van onder de Moerdijk hebben het niet kunnen beletten : dat de "Staatsen" uit het noorden tegenover de "Roomsen" uit het zuiden komen te staan. Het worden penibele tijden voor onze mensen in het kerngebied van de lage landen bij de zee. En toch zijn de heren van Kalmthout/Essen,de abten van de abdij van Tongerlo, de oranje-idealen niet geheel ongenegen geweest. De verstandhouding met de Prins van Oranje is op een bepaald ogenblik zelf groot te noemen.En staat de wieg van de "Calmetholter van in den beginne" ook niet ergens in het land van de Brede Aa ? Trouwens waren er in die tijd ook in Kalmthout geen echte orangisten? Waarom wonen er in Noord-Brabant zoveel Van Kalmthouten misschien? En waarom vinden wij anders op de kleine klok uit het torentje van de Sint-Christoffel/Sint-Jacobskapel, in 1599 gegoten te Mechelen door de beroemde klokkengieter Van der Ghein en vandaag nog altijd te bezichtigen in de gebouwen van het Kalmthoutse OCMW, medaillons met de beeltenissen van Keizer Karel, Filips de II-de maar ook van Uilenspiegel? En waarom staat er anders boven het medaillon met Uilenspiegel in gothische letters geschreven : "Liever Turks als paus" en is dit gezegde onderaan rechts aangevuld met een zotskap? Ligt in de kunstzinnige uitdrukking niet altijd een waarheid verborgen? En waarom is er in Kalmthout een Geuzenbak ? Ook bij ons in de Kempen, ook in de heerlijkheid Kalmthout/Essen, hebben de oranje-idealen geleefd : de privilegieën van den lande bewaren en de vrijheid en onafhankelijkheid van de Nederlanden, gebet in broederlijkheid en onderlinge verdraagzaamheid, behoeden. Helaas het water is diep. Als dan de pletwals van de grote mogendheden over ons is heen gegaan doet zich een onvermoede en enige kans voor. Bij de val van Napoleon ondertekenen die grote mogendheden op 26 juni 1814 het protocol van Londen dat onze lage landen bij de zee verenigt in één staat : een bufferstaat aan de Franse noordergrens. Koning Willem I, die alle kansen krijgt, zal het echter verknoeien : zijn staatsinmenging in het onderwijs, zijn inmenging in de benoeming van priesters en in andere netelige godsdienstkwesties, waarin Noord en Zuid tegenover elkaar staan, zijn aantasting van de persvrijheid. Beneden de grote rivieren groeit dan ook het protest, ook al willen onze gemeenten Kalmthout,Essen en Wuustwezel uitdrukkelijk geen heibel. Toch luidt ook hier in stilte langzaam maar zeker het 12-W's-parool : "Wij willen Willem weg, wil Willem wijzer wezen, wij willen Willem weer". In 1830 dan als België onafhankelijk wordt komt de noorderkempen in een moeilijke situatie terecht.: het zuiden waartoe het behoort maakt zich los van het noorden, waarmee het door de eeuwen heen de meest hartelijke betrekkingen heeft gehad. Die van Kalmthout-Nieuwmoer zullen het trouwens ook later niet aan hun turfershart laten komen. Tussen hen en die van Achtmaal-Zundert wordt er nog steeds intens getrouwd. En over de grens heen sjouwelen ze dagelijks nog op hun eigen speelse wijze een woordje oud " brôbaans ". En die van Ossendrecht aan de andere kant van d'hei zingen even spontaan en enthousiast "Wij zijn van Ossendrecht" op het wijsje van "Hoe schoon is de Kempen".
Maar het water, dat blijft te diep.In het onafhankelijke België is er ook in Kalmthout een aflossing van de wacht in de politieke wereld. De "mannen van het ancien regime", burgemeester Sheehan en secretaris Van Beringhen, die nog de Oostenrijkse tijd hebben meegemaakt ruimen plaats voor een uitgesproken Belgicistisch en royalistisch new-look duo : burgemeester Cas en secretaris Bruyninckx. Zij ontvangen dan ook met veel eer Leopold I, koning der Belgen, tijdens een bezoek aan de familie De Merode op De Greef. En langzaam krijgt de grens tussen Noord en Zuid haar definitieve vorm en verdwijnen ook met de tijd de strubbelingen tussen Belgie en Nederland voor goed. En op zijn domein Vogelensanck, in het huis waar nu dokter en OCMW-voorzitter Van Peel woont, is burgemeester Cornelius Cas een gelukkig man. Zo ziet men hem op een oude foto uit het gemeentearchief met zijn fantastische strooien hoed en vergezeld van zijn trouwe hond, een scheper, wandelen langs de toen nog tengere Cassenboom. Onze geclasseerde Cassenboom langs het heuvelspadje, een monument van een zomereik, met zijn korte broekjes aan, herinnert ons inderdaad aan onze gemeente bij het ontstaan van een onafhankelijk België. En het is toen gebleken : het water tussen noord en zuid blijft vooralsnog te diep.
- poëzie + -
(uit het geuzenlied) Help nu u self so helpt u Godt. (onbekend auteur - 1571)
O Nederlant ghy zijt belaen, Doot ende leven voor u staen: Dient den Tyran van Spangiën, Of volgt om hem te wederstaen Den princen van Oranjen.
Helpt den herder die voor u stryt, Of helpt den wolf die u verbyt, Weest niet meer neutralisten Vernielt den Tyran, 't is meer dan tyt, Met al zyn tyranisten. - actua + -
- De traditionele NACHT VAN DE BURGEMEESTER : op ZATERDAG 30 september e.k. vanaf 19u.30. in de gemeentelijke hangar achter de brandweerkazerne. De inkom zelf is gratis. Optreden van Piroska en Pop Visit . Opbrengsten volledig gespendeerd aan het Kalmthoutse Rode Kruis en twee Kalmthoutse Autistische initiatieven. Info : www.nachtvandeburgemeester.be .
- Zondag 1 oktober in de Kalmthoutse "Droom van een Tuin" of het Kalmthouts Arboretum : Plantendag van 10 tot 17 uur. Info www.arboretumkalmthout.be . ---------------------------------------------------------------------------------------------------- - Tijdens een boeiend debat vrijdag ll. in het Kalmthouts jeugdtehuis GOVIO hebben onze jongeren er de aanwezige politiekers ondermeer bouwsteentjes aangereikt voor een locaal jeugd-, cultuur- en sportbeleid. Het is opmerkelijk hoe de aandacht tijdens het debat zich, zowel bij de jongeren als bij de politici heeft toegespitst rond de noodzakelijke complementariteit tussen de sociaal-culturele wijkgebondenheid enerzijds en de cultuurintrinsieke samenbundeling op gemeentelijk vlak anderzijds. Hopelijk hebben de beleidsverantwoordelijken deze bekommernis van de jongeren in hun binnenzak meegenomen. In de rand van de discutie is ook tot uiting gekomen dat de gemeentelijke cultuurorganisatie, vooral naar de middelen toe, ook dient gesitueerd binnen de globale locale beleidsvisie. Voor herhaling vatbaar meisjes en jongens en zeker ook een pluim voor de degelijke en democratisch geïnspireerde organisatie van de jeugdraad. ----------------------------------------------------------------------------------------------------
- Awdoe +
tot volgende week met weer een Kalmthouts broodje "De grote Suyderheide" en vergeet het niet om de reeds verschenen broodjes chronologisch op te roepen onderaan het blog telkens op de rode pijl links klikken.
De grote " Suyderheide " spreidt zich in de 18-de eeuw nog uit over omzeggens de ganse Kalmthoutse zuiderschorre. Deze zuiderschorre is een onderdeel van de Kempense Landrug (zie Kalmthouts broodje nummer 3) die ook het scheidingsvlak uitmaakt tussen het Maas- en Scheldebekken. Het dorp van Heide, de Bezemheide, de Withoefse heide, de Heikant, Dennendaal, het klein schietveld en een deel van het huidige reservaat ten zuiden van de Putse Moer zullen er later uit te voorschijn treden.
In die tijd is de " Suyderheide " nog één grote desolate vlakte tussen de Putse Moer en Onderzeel (omgeving van de huidige Kruisstraat). Aan 't kruispunt van 's Heeren baen (nu de Kapellensteenweg) en de toenmalige Chruisstraat ( de straat die 's Heeren baen kruist ; thans ondermeer de Beauvoislaan en de Heidestatiestraat) staat het aloude kapelleke van Kalmthout-Heide als enige constructie op de ganse " Suyderheide". Achter het kapelleke staat een eeuwenoude linde die van oudsher een baken is voor de verdwaalde reiziger uit de metropool .Deze lindeboom is trouwens richtinggevend bij elke urbanistische handeling . In 1850 zal de Kalmthoutse pastoor Verstrepen de linde laten omhakken. Als straf legt de Kalmthoutse gemeenteraad hem op vijf nieuwe lindebomen aan te planten. Twee ervan sterven af. Sindsdien noemt men het kapelleke van Heide het drieboomkeskapelleke. Het kapelleke is opgedragen aan OLV van Tongerlo en ligt, langsheen de Kapellensteenweg op 27 meter boven de zeespiegel. Op de grens tussen Kalmthout en Wildert-Essen is dit niveau boven de zeespiegel langsheen het verlengde van deze steenweg reeds gezakt naar 16 meter.
Toen de Tongerlose provisor Godfried Hermans in de 18-de eeuw de opdracht meekreeg de woeste heide in cultuur te brengen, neemt hij het besluit ook de grote " Suyderhuyde " te ontsluiten. Hiervoor richt hij langs "'s Heeren baen" kort aan de grens met Kapellen de "Oude Withoef " op, de laatste abdijhoeve van de paters van Tongerlo in Kalmthout. Het hoevendomein loopt vanaf de hoeve tot aan de Putse Moer en de oppervlakte ervan bedraagt zo'n 80 hectaar. Provisor Hermans ,waarmee we reeds kennis hebben gemaakt, laat deze 80 hectaar vol zaaien met brem, die in de arme, zure zandgrond toch nog tot zijn recht komt, maar daarenboven nog twee belangrijke eigenschappen heeft. In de eerste plaats is brem rechtstreeks geschikt als voedsel voor de schapen en anderzijds brengt brem rechtstreeks stikstof in de grond, hetgeen een verrijking betekent van de bodem. Zeven herders zullen op de withoef permanent hun kost verdienen.
De "Oude Withoef" zelf is een typische Kempense langgevelhoeve. De woning situeert zich langs de drogere noord-oostenkant, voorzien van een paar opkamers. De stallen zijn centraal gelegen en de schuur vindt men terug aan de nattere zuid-westenkant.
Wanneer men vandaag in het café de " Oude Withoef " een Kalmthoutse turf gaat drinken, ontdekt men in het bezijdenzaaltje nog altijd de inzink die refereert naar de put van de vroegere potstal. Vanuit de heide worden heideklotten aangevoerd en week na week in de put gesmeten. Schapen en later ook koeien laten er hun uitwerpselen op vallen. Zo ontstaat een meststof die allernoodzakelijkst is geweest om de arme zure zandgronden van de Kempen enigszins vruchtbaar te maken. Plezierig is te ontdekken dat in zo'n put van de potstal op het einde van de winter de schapen tot tegen de zoldering staan en bij de uitmesting in de lente helemaal onderaan in de put. De potstal is onmisbaar geweest voor de agrarische activiteit in de Kempen tot bij de komst van de kunstmeststof in het begin van de 20-ste eeuw.
Onder de Franse bezetting wordt de "Oude Withoef " als zwartgoed verkocht. Achteraf krijgt zij onder het Nederlands bewind de functie van tolhuis. En tot op heden is de " Oude Withoef " ook een gekend baancafé bij ons in Kalmthout. Gedurende lange tijd waren het drieboomkeskapelleke en de " Oude Withoef " de enige gebouwen op de grote " Suyderheide". In de 19-de eeuw zal daar verandering in komen, ondermeer en vooral met de komst van de "ijzerenweg".
- poëzie + -
De Oude Pijn (Jan Caluwaerts - 2005)
Op die wijdse vlakte van de heide staat mijn oude pijn. In al die vele jaren, mocht ik zijn goede vriendje zijn. Met doorgezakte kruin schildert hij zijn schaduw in het zand, mijn toeverlaat als het hoog aan d'hemel zonnestokebrandt. Maar ook als 'k helemaal alleen moet zijn reikt hij mij de hand en zo, in al die eenzaamheid, zijn wij samen in dit land.
- actua + -
- 6,7 en 8 october e.k.. parochiefeesten OLV Kalmthout Centrum : ( vrijdag 6.10 : kaartnamiddag Zonnedauw vanaf 13.30 uur, zaterdag 7.10 : kindernamiddag Zonnedauw vanaf 13.30 uur, zondag 8.10 : Viering OLV om 9 uur, brunch Zonnedauw vanaf 10 tot 14 uur.)
- 29 10 e.k. in het parochiecentrum van Achterbroek : Belegd broodjesbuffet ten voordele van "Steun aan Haïti" (o.m. via de vzw Finado). Info : O3/677.32.48.
- awdoe + -
tot volgende week met weer een Kalmthouts broodje " De Acht Zaligheden (1) " en vergeet het niet : door onderaan het blog op de linker rode pijl te klikken roept U de reeds verschenen broodjes in chronologische volgorde weer op.
Op de gemeenschappelijke heidegronden weiden onze voorouders hun schapen en later ook hun koeien. Op deze Vroente plaggen zij de heideklotten voor hun potstal en steken zij in de aanwezige moeren turfbriketten voor de verwarming van hun hoevekes.Daarenboven gaan ze er in de heidevennen ook nog het aanwezige uitgeloogde zand wassen om er wekelijks de rode tegeltjes van de vloeren van hun hoevekes mee te schrobben. De "gemeine" gronden van de oude-Germanen zijn onmisbaar voor de Kempense agrarische leefgemeenschappen.
Omstreeks de Belgische onafhankelijkheid krijgt de randvroente daarenboven nog een functie bij. De actieve bevolking is snel toegenomen in onze gewesten. Ingevolge deze toename krijgen vooral de dagloners binnen de agrarische gemeenschappen het erg moeilijk om aan werk te geraken. Als dan in de jaren 1840 een paar misoogsten plaats vinden, ondermeer bij de aardappeloogsten, is het hekken van de dam en dreigt er ook bij ons in Kalmthout een zekere hongersnood. De nationale en locale overheid zoeken naar oplossingen. Een van de oplossingen bestaat erin de woeste heidegronden op de één of andere wijze economisch rendabel te maken. Na heel wat palavers zijn deze immers, na het beschikkingsrecht van de Paters van Tongerlo tijdens het "Ancien Regime", in de nieuwe constellatie door de hogere overheid in volle eigendom aan de betrokken gemeenten toegewezen. Ondertussen is er ook een nationale wet gekomen die het recht van opstal op gemeentegronden regelt. Dit recht van opstal laat de mogelijkheid open dat burgers een woning kunnen optrekken op gemeentegrond en na 50 jaar, mits betaling van de actuele waarde, het betrokken stuk grond kunnen aankopen. Deze regeling laat ondermeer toe dat arme lieden een woning kunnen optrekken op gemeentegrond, rond hun woning een akkertje kunnen cultiveren , om aldus enige inkomst te verwerven, waarmee ze dan achteraf het stukje grond van de gemeente eventueel kunnen aankopen. Zo ontstaan aan de rand van de heide in de jaren 1830/40 een aantal woonwijken met uitgesproken volks karakter. Eén van de eerste en ook één van de belangrijkste van deze woonwijken is ongetwijfeld de Acht Zaligheden. Later zullen de Bessemhei, een verzamelplaats voor bezembinders, en in mindere mate ook het Stuyvershoekske, dat we thans de Oasis noemen, daar nog bijkomen.
De wijk Acht Zaligheden situeert zich in het noordwesten van de Kapelberg (of ten westen van Noordeind). In het kadaster gebruikt men als oorspronkelijke naam "de Jubilé", naar de benaming van een aldaar destijds bestaand ven.
Vandaag kunnen wij stellen dat de Acht Zaligheden zich als wijk heeft opgebouwd rond het kruispunt van de René Willemestraat en de Frans Raatsstraat enerzijds en het T-punt van de Boonsstraat met de Willemestraat anderzijds. De benaming van de wijk Acht Zaligheden is ongetwijfeld uit de volksmond geboren. Naar de juiste betekenis ervan kunnen wij alleen maar gissen. Wel bestaat er een schilderij "De Acht Zaligheden" uit 1844 van de niet onaardige schilder Delderenne, waarop negen huizekes te zien zijn.Het schilderij is waarschijnlijk gemaakt in de periode dat er omzeggens acht hoevekes opgetrokken zijn in de toenmalige "Jubilé". En zou men onder "zaligheid" niet het gelukzalig gevoel kunnen verstaan van de minder bedeelde mens die in onmogelijke omstandigheden het geluk heeft toch over een eigen huisje met een akkertje te kunnen beschikken ? Vandaar mogelijk de benaming "Acht Zaligheden".Ondermeer door de aanleg van "den ijzeren weg" in 1854 zal deze volkswijk met zijn acht hoevekes rond de helft van de 19-de eeuw rond de daarop volgende eeuwwisseling reeds uitgroeien tot een buurtschap van een 50-tal gezinnen. In Kalmthout-dorp krijgen deze gezinnen oorspronkelijk de benaming mede van "heidespaaiers". (vervolgt)
- poezie + -
Gedoopt (Petrus Jan Verleysen - Kalmthout-Acht Zaligheden - 1917) 1. Over enige eeuwen terug Had ons gehucht nog genen naam Men bouwde zijn huis toen ook zeer vlug Van leem en bezemrijs tesaam Een enkel stond er ...hier en daar Doch hier in onze streek stonden er acht zo bij elkaar Dat 't op een foor geleek. 2. Toen kwam de koning daar voorbij Gezeten op zijn peerd Beziet die felle brouwerij Dat is de moeite weerd Hij wenkte over zijnen knecht Die hem steeds vergezelt Telt eens die huisjes goed en hecht Ziet dat ge U niet mistelt. 3. Ik zal ze geven eenen naam En vormen een gehucht Want zij verdienen eenen faam Die huisjes ... krom gerugd Sire... sprak de onderdaan Het juiste tal is acht De Koning was hierom voldaan, Want ziet het, want hij lacht. 4. Hij steekt zijn hand zoo hoog hij kan En roept...die acht kaveeten Die hier nu staan, zullen voortaan ACHT ZALIGHEDEN heten. Het volk stroomt toe en buigt ten grond Zoo haast 't dien naam hoort noemen, En daar hij komt uit koningsmond Zal men hem eeuwig roemen.
- actua + -
- Arboretum van Kalmthout. Een droom van een tuin met in de Herfst vruchten in alle kleuren en vormen. Een feestmaal voor vogels, eekhoorns en andere dieren! Wandelingen onder gidsbegeleiding mogelijk.Info : www.arboretumkalmthout.be .
- zaterdag 14 october e.k. : OPEN DEUR MET TENTOONSTELLING : 90JAAR KVLV KALMTHOUT, VROUWEN MET VAART, 14 tot 17 uur, zaal Zonnedauw, toegang gratis.
- awdoe + -
tot volgende week met weer een Kalmthouts broodje "De Acht Zaligheden (2)" en vergeet het niet door onderaan telkens op de rode pijl links te klikken kunt U de reeds verschenen broodjes terug in chronologische volgorde oproepen.
De huizekes die wij op het schilderij van Delderenne kunnen waarnemen (zie voorgaand broodje) zijn reeds niet langer de schamele hutjes van de eerste vijf gezinnen die rond 1830 hun woning in noeste arbeid met eigen handen in de Acht Zaligheden hebben opgetrokken . We herkennen nu eerder kleine Kempense langgevelhoevekes met stukwerk en strooien daken uit de tweede eeuwhelft. Omstreeks 1900 dan leven er in de Acht Zaligheden zo'n 50 gezinnen. De wijk is aldus uitgegroeid tot een echte volkswijk.
Binnen deze volkswijk ontstaan er een paar beroemde café's ? Vraag is of men er de Kalmthoutse turf al kan nuttigen ? De Kalmthoutse jenever in ieder geval des te meer. Zo bestaat er op het kruispunt van de René Willemestraat en de Frans Raatstraat een druk bezocht café met een enig poëtisch uithangbord : "In de slimme vos, ver van de kerk en kort bij het bos". Zelfs onze gekende Kalmthoutse schrijver van "Van nu en Straks", Emmanuel De Bom, zal er in één van zijn niet onaardige verhalen, een kerstverhaal, met als titel de "Acht Zaligheden", naar verwijzen. Zo is er op het T-punt van de Boonsstraat en de Willemestraat een ander café " t Konijntje" (vandaag situeert zich een gelijkaardig " Konijntje" enkele meter meer naar 't zuiden in de R.Willemestraat), waar de Boontjesfanfare zijn thuis heeft. Deze fanfare is samengesteld uit leden van één en dezelfde familie. En blazen dat de Boontjes doen! De amateuristische kunstbeoefening is van oudsher in alle wijken van Kalmthout dan ook veelvuldig aanwezig! Zo is er finaal ook nog een café dat luistert naar de veelzeggende naam "In de drij klakken". Weet je wel, de klak van "Jan met de pet". Trouwens laat ook Ernest Claes zijn volksjongen, de Witte, niet altijd op zijn klak zabberen om zijn zenuwen in bedwang te kunnen houden als het moeilijk wordt?
Sinds oude tijden zijn de Acht Zaligheden ook gekend voor beroemde en beruchte imkersfamilies ( ook wijlen Maria Schoofs, medestichtster van ons beroemd Kalmthouts Bijenteeltmuseum en echtgenote van de eerste " conservator " van dit museum, Jozef Schoofs, komt van de Acht Zaligheden). Deze verzamelen zich sinds de 17-de eeuw ter plaatse in een imkersbond Sint-Ambrosius, die zich echter om de zoveel jaar, met identiek dezelfde bestuursleden, telkens omvormt tot een schapenbond Sint-Antonius om dan daarna weer een imkersbond Sint-Ambrosius te worden.Aan de rand van de heide bloeit er nu éénmaal een " land van melk en honing ". De tweevoudigheid van dat "land van melk en honing" wordt trouwens ook op de heide in de praktijk aangehouden. Schaap en honingbij zijn er immers onafscheidbare vrienden. En hoeveel bijen zouden de heideschapen al niet van de wisse spinnendood gered hebben door in de late zomer de spinnewebben rond de heidestruiken plat te trappen ?
Ook de jagers, de klemmenzetters en de strikkenplaatsers voelen zich op de randheide rond de Acht Zaligheden meer dan thuis.Alleen hebben de veldwachters er in die gezegende tijden wel problemen mee in de Acht Zaligheden boswachters en stropers te onderscheiden . De Gover, de Sus, de Sok en compagnie zijn inderdaad niet van gisteren.
Wanneer finaal de industrialisatie ook onze landelijke gemeente gaat aandoen ontstaat er met de komst van "den ijzeren weg" in de Acht Zaligheden een touwslagerij die werk zal verschaffen aan heel de buurt. " Tussen kar en schramaai" worden oude scheepstouwen, met de trein uit Antwerpen aangevoerd, ontrafeld en omgetoverd tot koeientouwen, valkussens en poefen. De ontrafeling gebeurt onder een hangar opgesteld bezijden de gebouwen langs de " Zijwegel ". Zijn er vandaag heel wat inwijkelingen in de Acht Zaligheden komen wonen, dan bestaat toch nog altijd dat gevoel van samenhorigheid dat door de "heispaaiers" en "konijnenstrikkers" van weleer in alle fierheid aan het nageslacht is doorgegeven. Deze samenhorigheid wordt trouwens af en toe met een enig locaal feest herdacht, de Boontjes ter ere. En de Kalmthoutse geestelijken : die hebben er zich ondertussen al lang bij neergelegd dat die van " 't Dorp " en die van " d'Acht Zaligheden " ( juist zoals die van " 't centrum" en die van " de Bessemhei " ) rustig met elkaar kunnen trouwen.
- poëzie + -
In den tijd dat de konijnen konden schrijven ( Ward Jacobs, Kalmthoutse schrijver van kortverhalen. - 1990 ).
Fons en Sus hadden in de eerste wereldbrand, 1914-1918, samen lief en leed gedeeld op de Kalmthoutse heide. Met smokkelen van Jan Kaas, zoals ze toen de Hollanders noemden, naar de heide en via de electrische draad naar Kalmthout dorp. Hun tweede beroep was wildstroper. Toen de oorlog voorbij was, werd de Sok boswachter en de Sus trok naar de haven. Hij bleef op de heide wonen en ving daar nog wel zijn konijntjes voor eigen gebruik. Het domein waar de Fons boswachter was, lag in de onmiddelijke nabijheid van de Sus zijn woonst. Het werd daarom in zijn stropersdomein opgenomen. Hij stelde daar zijn klemmen. Fons die zijn ronde deed, kwam daar bij uit. Hij bekeek de zaak eens goed en herkende het werk van de Sus onmiddellijk. Hij kon toch zijn beste vriend geen proces aan de hand doen. Hij bedacht zich eventjes en pakte toen een stok en schreef in 't zand : "Sus, het moet gedaan zijn!" De volgende morgen ging de Sus zijn klemmen nazien en zag natuurlijk wat er gebeurt was. Hij pakte vlug zijn klemmen en smeerde hem. Enkele dagen daarna kwam de Fons zijn dorst lessen bij de Sus, die ook een café had. Hij vroeg langs zijn neus weg : "Sus, jongen, vangde nog konijnen tegenwoordig?" "Neen Fons", zei de Sus, "sinds de konijnen kunnen schrijven, vang ik ze niet meer." Er werd nog eens hartelijk gelachen en een paar borreltjes op gedronken en de boeken werden daarover dicht gedaan.
- Actua + -
- 28 en 29 oktober e.k. , bij ons op de Nieuwmoer : 38-ste MISSIEFEESTEN. Ondermeer Zaterdag 28.10 van 18 tot 20 uur en zondag 29.10 van 11,30 tot 18 uur missierestaurant ten voordele van Père Charels Vormingscentrum "Gezond Eten en Bereidingen" te Kimpesse-Congo en Soeur Bernadettes school te Matadi-Congo. Pater Hugo Gotink en gans de Nieuwmoer "rule the waves" !
tot volgende week met weer een Kalmthouts broodje " Den ijzeren weg (1)" en vergeet het niet door telkens onderaan het blog links op de rode pijl te klikken kunt U de reeds verschenen broodjes in chronologische volgorde weer oproepen.
Na de eerste Belgische spoorverbinding van Mechelen naar Brussel in 1835 en na de eerste Belgische spoorverbinding in particulier beheer van Antwerpen naar Gent in 1842 wordt ook de eerste Groot-Nederlandse "ijzerenweg" in 1854 een werkelijkheid.
Het is de Belgische groot-industrieel , de heer Louis Gihoul, afkomstig uit Rijsel in Frans Vlaanderen, die er zich op 9 juli 1852 tegenover de Belgische en Nederlandse regeringen toe verbindt de spoorlijn van Antwerpen naar Rotterdam aan te leggen. In eerste instantie moet deze spoorlijn Antwerpen met de Moerdijk verbinden. Vervolgens moet men deze verbinding met behulp van een bootdienst doortrekken naar Rotterdam. In die tijd is het immers onmogelijk het Hollands Diep zonder boot over te steken.
Louis Gihoul is geen onbekende in onze Antwerpse Noorderkempen. Deze groot-grondbezitter is er in die tijd eigenaar van grote domeinen, zoals de Boterbergen in Kalmthout en zoals Hemelrijk in Essen. Deze domeinen zullen achteraf overgaan in de handen van de in deze gemeenten gekende families Carlier en Calmeyn.
De betrokken kapitaalkrachtigen uit de regio zijn in eerste instantie vooral geïnteresseerd in het goederenvervoer langs de spoorlijn van Antwerpen naar Roosendaal. Zo verkrijgt de heer Gihoul zelf de toelating een plaatselijke ontdubbeling langsheen het oorspronkelijke enkelspoor door te voeren aan zijn domein de Boterbergen, om er achteraf ondermeer zand van deze Boterbergen te kunnen afvoeren naar Antwerpen.
Het zijn vooral burgers van het Britse imperium die het kapitaal leveren voor de stichting van de "Chemins de fer d'Anvers à Rotterdam" (la Belgique sera française, ou ne sera pas, n'est-ce pas ?). Het geïndustrialiseerde Engeland is in die 19-de eeuw dan ook niet voor niets de " bakermat van de Europese trein" .
Niet zonder angst en met grote nieuwsgierigheid hebben onze voorouders de noodzakelijke onteigeningen van hun landbouwgronden en de voortschrijdende werken bij de aanleg van " den ijzerenweg " gevolgd. En wie kan het onze boeren verwijten dat ze zich verzetten tegen het ontnemen, het openrijten en het versplinteren van hun met zoveel noeste arbeid ontwikkelde en in stand gehouden vruchtbare akkers en weilanden ? Is de Kempense potstaleconomie van hun schrandere voorouders, die oude Germanen, en verder beoefend onder de kromstaf van de Paters van Tongerlo, dan een maat voor niets geweest ? Moeten die in zweet en tranen tot stand gebrachte heideplaggenbodems midden de onvruchtbare zandgrond van hun Kempenland dan zo maar worden opgeofferd ? Meermaals zullen "boer Greefs en compagnie" hun tegenargumenten kracht bij zetten door tijdens de aanleg van "den ijzerenweg" de spoorarbeiders met Kempense hardnekkigheid, maar ook met stalriek en plagschop, te lijf te gaan. In de nacht zullen ze de tijdens de dag aangelegde spoordelen telkens opnieuw met herafbraak bedreigen.
Maar wat zij ook ondernemen, het kan niet baten. "Den ijzerenweg naar het Noorden" komt er. En, wat meer is, hij zal onverbiddellijk ingrijpen in de leefwijze van onze voorouders. Zijn komst zal onvermijdelijk de Kalmthoutse gesloten agrarische gemeenschap open breken.De stedelijke infiltratie op allerlei gebieden, zoals die van de industrie, het toerisme, de buitenverblijven, de vaste verblijven in het groen en noem maar op, zal zich langzaam, maar zeker en onherroepelijk, doorzetten . Alleen het ver afgelegen Nieuwmoer zal er in een eerste fase eventjes kunnen aan ontsnappen. Maar finaal zal ook onze koninginnewijk, via het station van Essen-Wildert, in zekere mate open staan voor de onvermijdelijke aanmelding van de Antwerpse metropool .
In 1854 gebeurt het dan. De inhuldigingsrit kan beginnen vanuit het imponerende Noordstation in de Brusselse hoofdstad, alover de Antwerpse metropool, naar het Nederlandse Roosendaal.
(vervolgt)
- poëzie + -
(fragment uit) De Trein der Traagheid (Johan Daisne - 1948)
Toen ik de ogen weer opende, bemerkte ik dat de gehele coupé sliep. Het meisje over me, met haar niet onaardig gezicht maar rouwige nagels, zat nog met haar haakwerkje in de hand. Het ruste nu roerloos - in zover iets ooit zonder beweging kan zijn in een rijdende trein - op de smoezelige zakdoek in haar schoot. Aan de knapjes aangerode pruillippen van het kind bemerkte ik een nog niet weggelikte chocoladevlek. Wat had ze wellustig langzaam op de paartjes zitten zuigen, die ze geniepig, één voor één van de reep in haar tas had afgebroken en in haar mond gestopt !
De jongeman in zijn schelle lentepak naast haar - blijkbaar ook een forens - zat nu tegen haar verzakt. Zijn hoofd knikkebolde en raakte soms haar schouder en haar rossig uitstaand haar. Maar nu trok ze zich niet meer terug, op haar onvriendelijke, eenzelvige manier, zoals ze dat gedaan had toen ze een eerste maal was ingedut.
Aldus was gebeurd, herinnerde ik me, heel even voor het ogenblik toen de conducteur was gekomen om onze kaartjes te vragen.
- Actua + -
- Hebt U ze nog niet gezien ? De boeiende tentoonstelling : "Een Land van Zand ". Haast U dan want eind oktober 06 loopt ze definitief ten einde in het Natuureducatief Centrum "De Vroente" aan de grote heideparking op de Putse steenweg te Kalmthout.
- Bij ons op de Nieuwmoer ! Op 28 en 29 oktober e.k. : 38-ste Nieuwmoerse missiefeesten in het locale parchiecentrum Sint-Norbertus. Ondermeer zaterdag 28.10 van 18 tot 20 uur en zondag 29.10 van 11 u.30 tot 18 u. missierestaurant ten voordele van Père Charle's Vormingscentrum "Gezond Eten en Bereiden " te Congo-Kimpasse en van Soeur Bernadette's school te Congo-Matadi. Pater Hugo Gotinck en gans de Nieuwmoer " rule the waves" !
- zondag 29.10. 06 : van 11 u. tot 19 u. in ons Parochiecentrum van Achterbroek :Belegde broodjesbuffet t.v.v. Haiïti : Info 03/677.32.48.
- Awdoe + -
tot volgende week met weer een Kalmthouts broodje " Den ijzeren weg (2) " en vergeet het niet om de reeds verschenen broodjes weer in chronologische volgorde op te roepen : telkens op de rode pijl links klikken onderaan het blog.
Op 26 juni 1854 wordt de spoorlijn van Antwerpen naar Roosendaal, de Moerdijk en Rotterdam officieel ingehuldigd. Vanuit Brussel-Noord vertrekt in de morgen rond halfnegen de inhuldigingstrein met vertegenwoordigers van de nationale burgerlijke en militaire autoriteiten naar Antwerpen. Rond halftien, juist geteld één uur na het vertrek uit Brussel-Noord, stopt de feestelijk uitgedoste trein uit de hoofdstad in de Antwerpse metropool.
In de stad van kleurenmagiër Pieter Paul Rubens lost men vanop de stadswallen met die welgekende Antwerpse flair (we weten wel : er zijn twee soorten Vlamingen, de Antwerpenaars en de anderen), "mensoverdonderende" vreugdeschoten. Het Antwerps station, toen nog gelegen in het oosten van het huidige centraal station, is voor de gelegenheid versierd met bloemen en behangsels. Tussenin wapperen de Belgische en Nederlandse driekleuren. In een vreugdevol spel met de Scheldewind kondigen ze de goegemeente aan dat de broederstrijd onder de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, nauwelijks opnieuw twee decenia geleden aangevat, voorgoed is bijgelegd. De Antwerpse Provinciegouverneur Teichman vervoegt met zijn Antwerps gevolg de nationale personaliteiten uit Brussel. De Antwerpse delegatie is getooid in een wemeling van kleurrijke uniformen en imponerende schitterende eretekens. Het muziekkorps van het "tweede jagers te paard" jubelt het uit "Oh dierbaar België, oh heilig land der vaderen", gevolgd door " Wilhelmus van Nassaue, ben jij van Duitsen bloed " en , niet te vergeten, "God save the queen". "The english queen of course" .
Twee stoomlocomotieven, voorafgegaan door een Engelse "industrial éclaireur locomotief" zullen zeventien treincompartimenten, waaronder eerste klasse diligentiewagens en chars-à-banc derde klasse voor het voetvolk, de landrug van de Kalmthoutse Suyderheide opsleuren. Krakend en puffend zal het van Kapellenbos bergopwaarts gaan tot in de omgeving van het Drieboomkes kapelleke van Heide-Kalmthout waar op 27 meter boven de zeespiegel de Kempense landrug de bekkens van Maas en Schelde scheidt.
Onder hernieuwd artilleriesalvo is de historische tocht naar Roosendaal begonnen.. Feestelijk schallen de hartversterkende woorden van de Antwerpse burgervader. " Twee volkeren die na 24 jaar scheiding eindelijk terug met elkaar zijn verbonden". Noord en Zuid en, midden daarin, natuurlijk de Kempen : "ons Kempenland aan de Dietse kroon". Drie "chars à banc" zijn nu ingenomen door die andere welgekende muziekmaatschappij, die van de Merksemse Basseng.
In het eerste station op de weg Ekeren vervoegt de regiosenator Cogels het gezelschap. Terwijl hij opstapt spelen de mannen van de Merksemse Basseng met "volle pomp" nog eens het Vaderlands lied. "Leve de Koning, leve de spoorweg" roepen de Ekenaars met uitpuilende longen.
Het polderdorp Kapellen van de "Kroonackersdynastie" is het aan zichzelf verschuldigd om bij aankomst van de eerbiedwaardige trein de hoge gasten met franskiljonse grandeur te begroeten : "Soyez les bienvenus, augustes voyageurs" vermeldt het opschrift tussen wapperende geel-blauwe vanen.
Eens Kapellen achter de rug stoomt de trein door het volle heidelandschap van de Antwerpse Kempen. "Met zijn troosteloze aanblik", verneemt men in de ochtendeditie van de Soir de "day after". "Zo ver het oog reikt bemerkt men niet anders dan een uitgestrekte vlakte, zonder leven, zonder vegetatie, zonder bomen, zonder huizen, een wijde woestenij van zand, slechts hier en daar doorbroken door een plek grauwe heide" voegt de oude matant er aan toe. "De horizon is begrensd door een getande lijn van wit zand, duinen en af en toe enkele bomen die het monotone landschap doorbreken". Bij aankomst echter in dat eerste vol Kempense dorpje Kalmthout krijgt men van diezelfde oude matant plotseling eeen enthousiaste Breugeliaanse commentaar". "Burgervader Cas heeft de schoonste meisjes uit de gemeente opgetrommeld. Ze zijn op hun paasbest uitgedost. Ze dragen een witte voorschoot, staan in onberispelijke rijen voor het station en juichen de gasten -treinreizigers uit volle borst toe. Het schoonste bataljon burgerwachten ooit gezien. Tot zover "Le soir non illustré "uit die dagen.
Het zijn onze noorderburen die in het station van Roosendaal in een goedgeluimde bui zullen concluderen " Le chemin de fer c'est le principe de la réunion des nations ". Onze Jef Goosenaerts uit Achterbroek zal achteraf zeker niet kunnen lachen met zo'n Hollandse "onhebbelijke inschikkelijkheid".
- poëzie + - :
(fragment uit) De Trein der Traagheid. (Johan Daisne - 1968)
Ik zat nog steeds in mijn hoek gekneld, met mijn rug naar de locomotief, op de eerste bank aan die kant van de wagen. Vanwege de deur zijn de banken aldaar, aan weerszijden ervan, minder breed. In het station had ik er een hele tijd alleen op gezeten, terwijl de coupé langzaam vol kwam. De reizigers verkozen blijkbaar die enge plek niet met mijn vrij zware figuur te moeten delen. Toen, op het laatste ogenblik, was een ander welgedaan heer opgestapt, die elders geen vrije zit meer had kunnen krijgen. Zo bekleedden we tenslotte met twee lijvigaards dat magere hout. De Heer droeg een bril waarvan de omlijsting vast een hele schildpad had gekost, en was in een Franse krant aan het lezen geweest. Op een bepaald moment had hij een sigaar opgestoken. Het mondeind had hij er zo maar afgebeten, waarschijnlijk om, vanwege ons lastig zitten, niet in zijn vestzak naar zijn schaartje te moeten zoeken. De krant hield hij nog altijd in zijn gemoedelijke bedrijfsleidershanden. Zijn hoofd helde nu wat meer vooruit, terwijl de bril iets naar benee was gegleden van zijn neus. De sigaar stak tussen de vingers van zijn hand aan mijn kant, en zijn gevleesde maar niet paffige lippen hield hij met wilskracht gesloten. De sigaar was half op, en uit. Ik vond het jammer, want ik voelde plotseling een hevige behoefte om te roken. Mijn sigaretten kon ik makkelijk bereiken, want die had ik toevallig in de binnenzak van mijn regenjas gestopt; maar bij de lucifers die in mijn pantalon staken, kon ik onmogelijk, vanwege mijn geklemde houding. Indien de sigaar had gebrand, had ik zonder veel moeite even vooruit kunnen buigen om er vuur te ontlenen
- actua + -
- Dinsdag 31 oktober van 13u.30 tot 16 uur in het fanfarelokaal van de Schooldreef : Hobbynamiddag, een organisatie van de KAV van Kalmthout. info 03.666.55.61. - Woensdag 1 november om 14 uur in het arboretum van Kalmthout : Geleide herfstwandeling (Prijs 4 euro) info : www.arboretumkalmthout.be. - Arboretum Kalmthout : zondag 26 november van 10 tot 17 uur EINDSEIZOENSHAPPENING met gratis inkom. Info : www.arboretumkalmthout.be .
- awdoe + - tot volgende week met weer een Kalmthouts broodje " Den ijzerenweg (3) " en vergeet het niet om de reeds verschenen broodjes in chronologische volgorde op te roepen onderaan het weblog telkens op de rode pijl links klikken.
Op de huidige lijn 12 van Antwerpen naar Roosendaal zijn er oorspronkelijk op Belgisch grondgebied slechts 5 stations : Antwerpen, gelegen ten Oosten van het huidige Antwerpen-centraal en met een rechtstreekse doorsteek naar het noorden, Ekeren, Kapellen, Kalmthout en Essen. Van al deze stationnetjes is het nog alleen Kapellen dat zijn stationnetje van 1854 behouden heeft.
Zoals we reeds hebben laten uitschijnen kent onze "ijzerenweg " bij de aanvang en dit tot 1881 maar één spoor. Wel is van bij de aanvang de infrastructuur ontworpen in functie van een tweede spoor. In 1881 dan krijgt Antwerpen - Roosendaal, bij een toenemend reizigersverkeer, zijn tweede spoor.
In het begin rijden er per dag slechts 3 goederentreinen heen en weer over de "Kalmthoutse ijzerenweg".Zo vervoert men vanuit Kalmthout naar Antwerpen coniferen, bakstenen, maar vooral zand, zand en nog eens zand van de vroenteheide. Kalmthoutse geologen beweren dan ook dat de Antwerpse uitdrukking "moet er nog záánd zijn" niet anders kan slaan dan op Kalmthouts zand.
"In retoer" vervoert de trein vanuit Antwerpen dan voor onze akkers stadsmest aan met de "gemeende en eerbiedwaardige groeten" van de metropolitanen.
Na de ontdubbeling van het spoor rijden er 4 personentreinen en 2 goederentreinen. Met de twee goederentreinen kunnen echter, weliswaar te uitzonderlijke titel, ook steeds een paar personen meerijden. Helemaal in het begin betreft het personenvervoer , vooral het vervoer van dokwerkers naar de haven van Antwerpen, maar ook van seizoenarbeiders naar de West-Vlaamse vlas- en textielstad Kortrijk. Wanneer de Antwerpse bourgeoisie dan zijn "slaapkamer in het groen" ontdekt is het hekken van de dam en rijden ook de "witte kollen" volop mede met de trein.
Aanvankelijk duurt de treinreis tussen Antwerpen en Kalmthout slechts 40 minuten. Wanneer men echter in 1896 het oorspronkelijke station Antwerpen gaat verplaatsen naar het huidige Centraal station en de trein langs Zurenborg om een bocht van het oosten naar het noorden laat maken, duurt de treinreis daarna om en bij het uur.
Tot in 1861 gebruikt men nog open en onoverdekte 3-de klassewagens, de " chars-à-banc ". En zwart dat de derde-klassers er na elke treinrit uitzien !
Nog in 1888 geschiedt de controle der reizigers langs buiten op de treinplanken. Doorlopende treingangen bestaan dan nog niet. In 1901 verwarmt men de wagenafdelingen nog steeds met verwarmingspotten, de zogenaamde "chaufferettes". In het grensstation Essen is er een "chaufferettekot" waar men de potten voorverwarmt.
Men zal nog tot 1957 moeten wachten op de electrificatie van de spoorlijn naar het noorden. Met de stoomtrein verdwijnen dan ook de mechanisch getrokken seinen, de sein- en spoorweghuisjes, de handbediende schuifbarelen, maar ook bezijden de sporen de hoge houten telegraafpalen, om nog niet te spreken van de oorspronkelijk in de stationnetjes met de hand bediende gaslantaarns.
Anderzijds doen dan de metalen steunjukken, de electrische lichtseinen, de verhoogde perrons en de zijdelingse telefoondraden langsheen de electrische stroomdraden hun intrede. Tussen haakjes, de overgang aan de Frans Raetsstraat, eerst een onbewaakte overweg, wordt de eerst geëlectificeerde spoorovergang in België.
(vervolgt)
- poëzie + -
Ik voel me. (Jos Van de Loo - 1967).
Ik voel me altijd eenzaam als een trein vertrekt en mensen op de kaai blijven staan.
Mensen op de kaaien wuiven met de hand naar mensen in de treinen voor het buitenland.
Ik voel mij eenzaam als ik met de trein moet gaan Ik voel mij eenzaam als ik op de kaai blijf staan.
Als de trein vertrekt zijn er eenzamen vóór en achter de ramen.
- actua + -
- Vrijdag 10.11.2006 te 14 u. : in de Zonnedauw op de Kapellensteenweg : Mozart, muziek uit de geest van het Theater (Dhr Luc Joosten). Een organisatie van Okra-regio Antwerpen. Info : www.okra.be/antwerpen.
- De oudheidkundige kring Kalmthout stelt tentoon : " Kalmthout op de kaart gezet ". Op 18,19 en 25,26 november 2006 in het sportcentrum De Arend op de Kapellensteenweg. Info aldaar.
- Van 19.11 t.e.m. 22.11.2006 in het Sint Vincentius rusthuis : Senioren-Feestweek, o.m. met een FAMILIEDAG op 19.11, met om 10 uur een Eucharistieviering, opgeluisterd door onze Rietsanck. Info 03/620.11.40.
- awdoe + -
tot volgende week met weer een kalmthouts broodje " Den Ijzerenweg (4) " en vergeet het niet door telkens onderaan het blog op de rode pijl links te klikken roept U de reeds verschenen broodjes in chronologische volgorde op.
We hebben er reeds op gewezen dat er oorspronkelijk op het grondgebied van Kalmthout slechts één stationnetje bestaat, het station van Kalmthout op de Heuvel . Het eerste gebouw is er opgetrokken in 1854. Het gebouw is tegelijkertijd de woonst van de stationschef én een wachtzaal voor de reizigers. In 1866 breidt men dit hoofdgebouw uit met 2 bijgebouwen, een bijkomende wachtruimte voor de reizigers van 3-de klasse en een bureau voor de stationchef. Reeds in 1886 dringt het gemeentebestuur van Kalmthout aan op een groter gebouw ingevolge de stijging van het toenemend aantal reizigers.
In 1897 dan trekt men het huidige station van Kalmthout op. Het bestaat uit een hoofdgebouw en 2 bijgebouwen met een noord- en westluifel. De eerste stationchef van Kalmthout is Guilielmus Jacobus Van Beringhen. Het nieuwe hoofdgebouw bestaat uit twee bouwlagen, drie geritmeerde traveeën, lijst en puntgevels uit baksteen, een arduinen sokkel, een leien zadeldak, rondbogige muuropeningen beneden en getoogde vensters boven, een occulus in de zijgevel en in dezelfde zijgevel een verdiept paneel met de naam van het station. Deze stationnetjes getuigen van een ecclectische architectuur, een verzameling van 19-de eeuwse neo-stijlen. Het voorste bijgebouw bestaat uit één bouwlaag met 5 traveeën en is oorspronkelijk een bijkomend reizigerslokaal. Het tweede bijgebouw omvat een plat dak met golfplaten.
In 1887 krijgt het door de Antwerpse bourgeoisie via de trein ontdekte "kleine Zwitserland " Heide-Kalmthout, toen nog steeds de ongerepte grote Suyderheide, een eigen stopplaats. Het zal echter nog duren tot 1911 voor dat Heide zijn eigen station krijgt. Wel komt er in 1909 op het perron naar Antwerpen al een betonnen loods waarin de reizigers kunnen schuilen.
In 1911 komt dan het huidige "Belle-époque-stationnetje" tot stand. Centraal staat de stationschefwoning met twee bouwlagen en vier traveeën. Errond trekt men twee reizigers- en dienstgebouwen op met respectievelijk tien en twee traveeën. Zadeldaken, bakstenen lijst en puntgevels, een breukstenen onderbouw, gele bakstenen speklagen, getoogde muuropeningen, overkragende daken en een glazen luifel langs de spoorzijde geven het unieke stationnetje van Heide het "type drie karakter" van de Belgische stationsgebouwen van de Belle-époque mede.
In 1932 dan ten slotte, tijdens het interbellum, krijgt Kijk-uit een bijkomende stopplaats. Dit tot groot jolijt van alle Kalmthoutenaars. Vanaf nu staat het onbetwistbaar vast : Kalmthout en niet de historische zustergemeente Essen heeft "de macht". Zeker in spoorwegtermen bekeken bestaat daar geen twijfel meer over : heeft Kalmthout nu niet immers drie stopplaatsen langs "den ijzeren weg" en Essen maar twee?
De Kijk-uit ! De man van "Jantje met de fiets en de ploem, ploem, ploem" en van de "Slaap als een reus,slaap als een roos, slaap als een reus van een roos, reuzeke rozeke zoetekoeksdozeke ", die grote Vlaamse dichter na Guido Gezelle, Paul Van Ostaayen, kan er op de Kalmthoutse heide komen vrijen met zijn geliefde prinses van Djidji, juffrouw Vander Veken, ooit de tante van wijlen de echtgenote van onze gepensioneerde schoenmaker en gewaardeerde en druk gesolliciteerde gemeenschapsfilosoof uit de Kijk-uitstraat, Vic Van Alphen .
En tenslotte, om deze bijdragen over "den Ijzerenweg " te besluiten, doen er zich van bij de aanvang op het grondgebied van Kalmthout van het zuiden naar het noorden volgende overwegen voor :
1/ Overweg "De Minnedreef" (thans Withoefstraat-Beekstraat-Minnedreef). Deze overweg is een onbewaakte overweg en verzekert een rechtstreekse verbinding tussen de Oude-Withoef en de latere Geusenback. Een schuifboom voorzien van een hangslot sluit de weg af voor voertuigen. Men moet voor het openen van de schuifboom de sleutel op de Oude-Withoef afhalen en die bij het sluiten na de overtocht terugbrengen. Hij bestaat niet meer.
2/ De bewaakte overweg van het station van Heide. Hij is in 1955 verbreed en recht over het spoor getrokken.
3/ De onbewaakte overweg van de Barreelstraat. Deze staat bekend als de "valschuif". Hij is bediend vanuit het roethuisje van de bewaakte overweg aan de Kijk-Uitstraat door "een getrokken bareel met belgerinkel". In 1904 overlijden er drie oude lieden. Daar zij het belgerinkel niet gehoord hebben zitten zij met hun karren "als ratten in de val". De Kijk-Uit kan immers niet meer verwittigd worden als er iets misloopt. Pas in 1952 vervangt men de getrokken bareel door licht en belgerinkel door de trein zelf bewerkstelligt.
4/ De bewaakte overweg van de Kijk-uit heeft steeds over een schuifbareel beschikt.
5/ Ook de onbewaakte overweg van de Vogelenzang heeft een paar dodelijke ongevallen gekend. Slechts in 1957 is hij van automatische licht- en geluidssignalen voorzien.
6/ De overgang van Kalmthout station kent van bij de aanvang een normale schuifbareel.
7/ Tussen de erven Brughmans, verdeeld links en rechts van het spoor, is een onbewaakte overweg uitsluitend voor privégebruik voorzien. Hij is in 1920 afgeschaft.
8/ Een onbewaakte overweg aan de Ijzerenwegstraat-R.Willemestraat sluit men in 1901 om over te schakelen naar een overweg aan de Frans Raatstraat. Ook deze overweg is onbewaakt, maar krijgt in 1957 als het ware in compensatie de eerste electrisch automatische halve slagbomen in België.
9/ Een overweg aan de Boterbergen verdwijnt in 1958 voor de viaduct over het spoor, samen met het Neerhof in de onmiddellijke buurt.
10/ Nog twee andere overwegen ten bate van de locale grootgrondbezitters van De Greef en het kasteel van Donnet moeten verdwijnen. De ijzeren ingangspoort van de overgang Donnet naar het kasteel is nog steeds aanwezig.
11/ Aan de grens met Wildert langsheen de oude turfvaart is er dan, heel eventjes maar, nog de overweg van de Gageltjes.
- poëzie + -
Een Lied (Paul Van Ostaayen)
Een vrouw die, een heide-heuvel afdalend, kleine paarse heidebloemen strooit over het hoofd van de welbeminde en lacht, zo zijt gij tot mij gekomen, zonnelik reël, sterker, ziel van buiten, geworden tot mijn ziel; kracht, die weer buitenwaarts gaat.
- actua + -
- Davidsfonds en VTB/VAB organiseren op donderdag 16.11 e.k. om 20 u. in Trefpunt Heide een reisreportage : BOLIVIE EN PERU waarin GUIDO VERVOORT het heeft over de Andes en het Amazonewoud. De opbrengst van de avond gaat naar de ontwikkelingsprojecten van de Brug. Info : 03.666.96.36.
- Het Bijenteeltmuseum van Kalmthout (Putse stwg, 131) organiseert op vrijdag 17.11.e.k. om 18u.30 : Koken met Honing, een demonstratie met fijnproeverij. Info 03/666.61.01.
- Kiekenhoeve Essen : Week van de Smaak. In het Karrenmuseum Essen Moerkantse Baan, 48 organiseert de locale Heemkundige Kring uit onze historische zustergemeente Essen een Week van de Smaak met een speciale tentoonstelling met mogelijke rondleiding van 17 tot 24 november e.k. en een aansluitende proeverij op 25 november e.k.. Info : karrenmuseum@skynet.be.
-Sint Vincentius Rusthuis : Op zondag 19 november eerstkomende organiseert ons rusthuis zijn "Familiedag", met o.m. om 10 uur een Plechtige Eucharistieviering voor iedereen, opgeluisterd door onze Nieuwmoerse Rietsanck.
- Awdoe + -
tot volgende week met weer een Kalmthouts broodje "Onze Kalmthoutse Benjamin : Heide (1)" en vergeet het niet om de reeds verschenen broodjes in chronologische volgorde op te roepen onderaan het blog telkens op de rode pijl links klikken.