Niet alleen het
omringende neerhof staat in voor de plaatselijke bevoorrading van de Kambuus,
maar ook de aangrenzende vroenteheide is
een leverancier voor de bedoening van moeder Kee en dit niet uitsluitend voor haar
keuken.
Zo levert het
buntbos (pijpestrooivelden) niet alleen kuisers voor het reinigen van de stelen
van de tabakspijpen, maar ook stringstrooi voor de opbouw van de bijenkorven.
En in die tijd is de heidehoning niet te versmaden in de Noorderkempen. Van de
witte suiker van Tienen is er toen nog nauwelijks sprake en de bruine en
kandijsuiker die via de haven van Antwerpen ingevoerd wordt spelen de
metropolitanen zelf naar binnen. Voor zoetstof zijn de Kalmthoutenaars in hun doen en laten dan ook
in grote mate afhankelijk van de heidehoning. De Kalmthoutse heide staat in de
omgeving van de randwijken zoals de Heuvel, de Hoek, de Acht Zaligheden, de
Bezemheide en Heide dan ook vol met bijenkorven.
Ook de wortels van
den bunt zijn bij de Kalmthoutse boeren zeer gegeerd.
Naast het
pijpestrooitje of den bunt vindt men op de natte heide ook heel wat
pitrussen, die rondstengelige grashelmen met bovenaan de stengels telkens een
klein pijpje. Binnen in de stengel zit een week wit absorberend lintmerg. Dit
witte lintmerg wordt door moeder Kee gebruikt als wiek voor de petroliumlampen. Heel de Kambuus wordt met deze petroliumlampen verlicht.
De uitgegroeide
struikhei wordt door moeder Kee aangewend voor het binden van bezems, de ideale
schrobbers voor planken- en rodetegeltjesvloeren.
Uit de bosschages
berken haalt moeder Kee met inkervingen in de berkenstammen dan weer berkensap dat ze opvangt in
potjes . Naar haar zeggen is dit sap goed voor de groei van t haar, maar ook
voor de nieren.
Uit de grove dennen
in de buurt van de boerenkopen puurt ze dan weer scheuten en knoppen die ze
verwerkt in warme baden. Deze warme baden raadt ze haar gasten aan tegen zere
en vermoeide voeten.
In die tijd hebben
de heidevennen ook nog een zuurtegraad van 8 ph. In dergelijke vennen is het
leven van vis nog mogelijk. Vanuit de Putse moer en het Stappersven wordt de
keuken van moeder Kee dan ook regelmatig bevoorraad met snoek en baars.
En wie we zeker niet mogen vergeten zijn de koningen van de Kalmthoutse heide : de konijnen en de hazen. Wat moet er tijdens de belle-époque voor het jonge "bourgeois-gentilhomme"- paartje heerlijker geweest zijn dan na een boeiende heidewandeling bij moeder Kee in de Kambuus een geturfd konijn te gaan eten. Uiteraard ontsnapt ook de Kalmthoutse heide daarbij niet aan de konijnenziekte en " zijn er het ene jaar al meer konijnen dan het andere ", meent moeder Kee daarbij tegenover de natuurliefhebbers te moeten verduidelijken.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Poëzie + --------------
Kalmthout.(Anton Van Wilderode) ----------------------------- Zo hees is de heide en droog als een mond voor slijpende krekels geschapen, in eeuwen oud zand liggen bovengronds skeletjes en schelpen te rapen.
Ik roep en mijn stem zonder galm keert terug, blijft in zwerfkruid en erica hangen. Ik loop en het stof gaat maar even op vlucht naar een struikgewas zonder gezangen.
Alleen als ik neerbuig en kijk voor mijn voet ontdek ik eeen betere wereld : een bloemhart pulserend van rozerood bloed, een keitje volmaakt als een perel,
de veer die een vrolijke vogel verloor als hij langs vloog een lichtblauwe flinter, de mieren gereid in elkanders spoor, het volmaakt silhouet van een vlinder,
de leesbare tekens van vlucht en verblijf, de legers, de ligplek, de slieten, voor vinnige slaap en voor have en lijf die onvindbare dieren hier lieten.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Volgende week Zaterdag weer een Kalmthouts broodje : II/20. De keet van moeder Kee/De Waardin en haar helpers. Awdoe.
13-10-2012 om 00:00
geschreven door Jan Caluwaerts
|