Het kan niet ontkend
dat de Antwerpse metropool in de voorbije eeuwen blijk heeft gegeven van een
echte zandhonger.
In een meer
recentere periode is men hieraan tegemoet gekomen door vooral baggerzand uit de Schelde op te diepen. Maar
vroeger is dat ooit anders geweest. Daar kunnen wij in Kalmthout over meepraten.
Door de aanleg van de ijzeren weg van
Antwerpen naar Roosendaal en verder door naar de Moerdijk en Rotterdam komt het Kalmthoutse duinenzand, half de 19-de eeuw, in het onmiddellijke
bereik van de havenstad. Dit is des te meer het geval daar deze trein van
Antwerpen naar het Noorden in het begin uitsluitend functioneert ten
behoeve van het vervoer van goederen.
Antwerpen heeft daarbij al onmiddelijk zand nodig voor het dempen van zijn Spaanse vesten. Reeds in
1860 wordt hiervoor voor de eerste maal Kalmthouts zand met de trein naar Antwerpen afgevoerd.
Het gaat om zand van de Boterbergen. In de omgeving van de huidige viaduct van het Noord-eind ,
bezijden het domein De Greef, wordt het zand met aanvoerwagentjes langs een
spooraftakking verzameld in treinwagons om dan met de trein langs het
hoofdspoor verder te worden vervoerd. O.m. de beruchte Hanskensduin waarop in
de middeleeuwen de ter dood veroordeelden geradbraakt zijn geweest is aldus
in overgrote mate gesloopt.
In 1874 heeft
Antwerpen dan weer zand nodig, ditmaal om vele oude stadsvlieten te dempen. En
weer wordt het Kalmthoutse duinenzand gesolliciteerd. Maar onverwacht komt er tegenstand van invloedrijke
Antwerpenaren. Zij verzetten zich tegen het slachten van de kip met de gouden
eieren. Het kleine Zwitserlandmag niet verder onthoofd worden.
Wie na de
tussenkomst van deze natuurliefhebbers in opmars zou denken dat het
Kalmthoutse zand nu voorgoed voor de
Antwerpse zandhonger veilig is gesteld komt bedrogen uit. De Antwerpse
zandhonger is in die tijd gewoon niet te stillen.
In de jaren 1880/90
slaagt baron Terwagne van het Syndicaat voor den handel en het vervoer van
zand uit de Antwerpse Kempen er dan in het Kalmthoutse gemeentebestuur een
overeenkomst te ontfutselen om gedurende een langere periode zand aan het
Kalmthoutse hoogduin te mogen onttrekken. Voor het toenmalige Kalmthoutse gemeentebestuur hebben de duinen immers geen
enkele waarde. Integendeel hun opruiming, aldus de redenering, zou een latere
exploitatie van de Kalmthoutse vroente in het algemeen belang zelfs bevorderen. Daarenboven zou de zandafvoering ook werkgelegenheid scheppen voor de
Kalmthoutse burgers. En dit is zeker niet onbelangrijk in een tijd dat in de landbouw de mechanisatie zijn intrede doet, waardoor het voor de dagloners, die in onze Kempen in overgrote mate in deze landbouw tewerkgesteld zijn, steeds moeilijker wordt om er bij de landeigenaars aan een job te geraken.
En wonder boven
wonder , na een openbare mededeling aan
de burgers, wordt ditmaal geen enkel protest ingediend. Het slopen van de Vossenbergen kan beginnen. En aan de verre horizont verschijnt boven de heuvels van zand de schaduw van moeder Kee.
Poëzie +
(uit) Zand (
Anton Van Wilderode).
Zand dat mijn hand
niet houdt
loopt uit mijn hand
als oud goud,
valt in een
zonnestraal gevat
weer op de rug van het
pad.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Volgende week Zaterdag 7 juli weer een Kalmthouts Broodje voor U en uw vrienden : II/5. De keet van moeder Kee/Het slopen van de Vossenbergen. Awdoe.
30-06-2012 om 00:00
geschreven door Jan Caluwaerts
|