Dat de Kambuus bij
de aanvang van de 20-ste eeuw in het hartje van de Kalmthoutse heide uitgroeit tot een gegeerd drank- , eet- en
logementhuis hoeft niet te verwonderen.
Juist in die periode
ontdekt de Antwerpse burgerij, en al heel vlug ook de Brusselse en
Noord-Brabantse, volop de geneugten van
de Kalmthoutse heide, met wandelingen doorheen de wijdsheid van een door
de mens geboetseerde natuur. Daarenboven geraakt de welgestelde
Antwerpenaar in de ban van dat Kleine
Zwitserland, het Kalmthoutse hoogduin dat door de Antwerpse medische wereld
gepromoveerd wordt tot een ideaal kuuroord voor mensen
met gezondheidsproblemen.
De trein Antwerpen Roosendaal, met halten eerst in
Kalmthout-dorp en daarna in Heide-Kalmthout, brengt de Kalmthoutse heide ook
dichter bij de grootstedelijke leefgemeenschappen. We mogen inderdaad ook niet vergeten dat de automobiel eind 19-de/begin 20-ste eeuw nog in de kinderschoenen staat, zodat ook de gegoede burgerij nog veelvuldig van de trein gebruik maakt. Dit is o.m. ook het geval voor de Joodse medeburgers die in die tijd meer en meer binnen de Antwerpse leefgemeenschap thuis komen en als pertinente natuurliefhebbers al heel vroeg de Kalmthoutse Heide, dat voor hen inderdaad "kleine Zwitserland", mede gaan ontdekken.
Bedenkt men daarbij
nog dat op de drempel van de 20-ste eeuw de Kambuus in het prille begin, samen met
de Oude Withoef, de enige logeermogelijkheden zijn voor de Kalmthoutse
heidebezoeker dan kan men er in komen dat Moeder Kee en haar Kambuus een begrip
zijn geworden in de Antwerpse gouw en zelfs ver daarbuiten.
Het plausibel
karakter van moeder Kee en haar aantrekkingskracht naar de verschillende
volkslagen toe verhogen daarbij nog de vermaardheid van de Kambuus.
De klanten van de
Kambuus zijn inderdaad zeer gedifferentieerd. Zo zijn er de Kempense boeren uit de regio, die telkens ze
heideplaggen gaan steken op de heide, niet kunnen nalaten in de Kambuus hun
witte jenever te gaan degusteren. Waarbij moeder Kee steeds meent te moeten
onderlijnen dat de Kambuus-jenever Kalmthoutse jenever is en geen Hollandse.
Ook de jagers en de stropers, waaronder
die uit Putte, Woensdrecht, Ossendrecht en Huybergen, kunnen trouwens
een echte Kalmthoutse jenever waarderen.
Verder is er dan de
genietende stedelijke burgerij die, als vakantiegangers tijdens het weekend of
voor een langere periode, in de Kambuus
steeds welkom is. Deze zelfde burgerij zal trouwens heel vlug de belle-époque- hotelletjes als
paddenstoelen uit de grond doen rijzen. Later dan zal zij, vooral in Heide,
riante buitenverblijven laten bouwen, die finaal vaste residenties zullen
worden.
Twee welgekomen
gasten in de Kambuus dienen wel uitdrukkelijk vermeld. Het zijn enerzijds de
natuurliefhebbers, inzonderheid de mensen van Natuur-en Stedeschoon en anderzijds de beeldende kunstenaars, meer in t bijzonder
de landschapsschilders. Sommigen van deze landschapsschilders zijn trouwens door de Kalmthoutse natuur zo bezeten dat zij zich in onze kontrijën komen vestigen. En inderdaad wat is er visueel mooier dan het spel van licht en schaduw in de stilte en onder de drijvende schapenwolkjes van onze Kalmthoutse Heide.En waar kan een natuurvereniging als Natuur- en Stedeschoon nuttiger werk verrichten dan in een regio waar twee natuurpiraten op vinkenslag liggen : de verkavelaars van de Zuiderheide en de nationale Boerenbond steeds op zoek naar het scheppen van meer landbouwgrond binnen de "gemene" gronden, die door vadertje staat economisch rendabel dienen te worden gemaakt.
Na deze inleiding gaan
we in de volgende afleveringen dan dieper in op het Kalmthoutse hoogduin en de zandruiming en op Moeder Kee en haar Kambuustoeristen.
Poëzie +.
De Herberg
(Arnold Sauwen (1920).
Herbergzaam huis, dat wel een eeuw daar ligt de landweg langs die
leidt naar verre steden, hoe velen hebt ge, als
tot een gastvrij sticht, uw uitgesleten dorpel op
zien treden.
Wie moe zijn stap den
avond tegenricht en loomheid zwaar voelt
wegen in zijn schreden, groet blijder hart van
ver uw lampelicht, waar zoete nachtrust
wacht zijn matte leden.
Wel hem die eens, langs
zijn levensbaan, het huis van zijn
verlangen in mag gaan, waar tedere zorgen zijne
komst verbeiden;
Waar, als waardin, ten
drempel Liefde wacht,
het welkom spreekt bij
dis en haard en zacht haar blanke handen t
warme bedde spreiden.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Volgende week zaterdag 25 juni e.k. weer een Kalmthouts broodje voor U en uw vrienden : II/3. De keet van moeder Kee / Het Kalmthoutse Hoogduin.
16-06-2012 om 00:00
geschreven door Jan Caluwaerts
|