In haar prille
volwassenheid gaat ook Anna Cornelia Teysen de kost verdienen als dienster. De
ene keer is zij meid bij een welstellende boerenfamilie in de Scheldepolders. De
andere keer verzorgt ze dan weer de kinderen van een gezin uit de gegoede burgerij.
Nog een andere keer functioneert zij als kokkin op een schip. En zelfs
opdienster spelen in één van die
beruchte Kempense jenevercafés behoort niet tot de onmogelijkheden.
In die tijd is het
gebruikelijk dat meiden, naast hun eerder schamele dagvergoeding, ook kunnen genieten
van een gratische kost en inwoon. De menigvuldige functies die door Anna Cornelia
Teysen uitgeoefend zijn geworden hebben voor gevolg gehad dat ze meermaals van woonst is
veranderd. Van haar kleinzoon,
wijlen Ward Jacobs, weten we uit zijn kortverhaal over de Kambuus dat ze wel 25 maal is
verhuisd. En de Ward zou de Ward
niet geweest zijn moest hij er geen plezante anekdote aan hebben toegevoegd. Zo vertelt hij :
Wat mij het meest is bijgebleven is dat ze me vertelde dat ze op de
Zandvlietse heide heeft gewoond. Daar woonde toen niets dan stropers,
strandjutters, garnaalvissers en bedelaars van beroep. Als je daar de kiekens
hoorde kakelen, dan waart ge al te laat om de eieren te rapen. Dan waren ze er
mede de pist in.
Als dochter van een oorspronkelijke landbouwersdagloner
uit een toen nog gesloten agrarische gemeenschap in het noordwesten van de Kempen
behoort Anna Cornelia Teysen tot de vrouwelijke loten van een taai ras.
Zo getuigt onze Kalmthoutse heemkundige, professor doctor Jozef Goossenaerts zaliger, over de
landbouwersvrouwen in 't algemeen uit onze regio o.m.het volgende : Als kind krijgen zij kostbare voorbeelden
van wilskracht, eenvoud, soberheid en werkzaamheid. Wat we ook niet mogen vergeten is dat in die
tijd in onze Kempen een dozijn kinderen ter wereld brengen de gewoonste zaak
van de wereld is. En toch is de landbouwersvrouw geen zeep- of zaagtrien. Zij
heeft geen sterveling nodig om voor haar kroost pannenkoeken of "boekerdepap"(= pap van boekwijt) te maken. Zij laat het
daarenboven niet aan haar hart komen. Ook al moet zij daarom geen zotte kloof
zijn. Zij is een hard werkende vrouw, een toeverlaat voor haar kinderen, een
onmisbare steun voor haar man.
En het mag gerust gesteld worden : zoals twee druppels water op elkaar gelijken, zo weerspiegelt de benadering van professor Goossenaerts ook het karakter van een moeder Kee in wording. Wel moeten we daar nog de uitdrukkelijk volkse intelligentie aan toevoegen van een vrouw die van wanten weet en het gebrek aan een schoolse opleiding op hoger niveau weet te compenseren door waardevolle synthesissen in gebalde uitspraken, ook al was dat in vele gevallen mede onder de vorm van moppen, raadsels en speelse dubbelzinnigheden. Wat we daarbij ook niet mogen vergeten is dat een welbepaalde belangloze behulpzaamheid steeds ten gronde lag aan het doen en laten van moeder Kee. En niet alleen Kalmthoutse en Putse boeren, maar ook de Delaunnois, de Lamorinières, de Meurissen en de Strijbossen zullen hiervan later, in de Kambuustijd, enthousiast getuigen.
Als in de tweede helft
van de 19-de eeuw ook in de Kempen de crisis in de landbouw toeslaat, blijft
dit ook voor de jongere daglonersvrouwen niet zonder gevolg. Komen de mannen terecht in de industrie, hetzij in de
grootstad, hetzij in één van de opkomende plaatselijke nijverheden, dan zwermen
de volwassen dochters, die eerst meid, dienster of kinderoppas spelen bij vooral
rijkere boeren, daarbij meer en meer uit
als dienster met kost en inwoon bij de burgerij in de aanpalende
gemeenten van een uitdijnende metropool. Ook Anna Cornelia ontsnapt hier niet
aan.Zo komt ze finaal terecht in een familie van een wapenmaker, een genationaliseerde Duitser uit Trier, die zijn diensten aanbiedt aan het Belgische leger : de familie Franciskus Schmitz. De familie verblijft op dat ogenblik in de gemeente Stabroek op een boogscheut van Nederlands Putte.
Pöezie +.
Het
buitenmeisje ( Virginie Loveling 1870)
Zij vroegen of ze
tevreden was,
In de stad tevreden en
daar.
Het jonge meisje
knikte ja,
Zij waren zo goed voor
haar!
.
Zij knikte ja, zij
zweeg en ging,
In de kelderkeuken
staan,
En zag omhoog door t
vensterraam,
Op straat de voeten
gaan.
Toen dacht zij aan het
groene veld,
En aan haar ouders hut
:
Daarover waait hoog de
populier,
En de vlierboom staat
aan de put.
Het geitje op t
grasplein, ginds verre de kerk,
En de lucht oneindig
blauw ;
Haar moeder haspelt
aan t open raam,
En haar vader zit op
t getouw.
De wiedsters in t
veld en de leeuwrik omhoog,
O lag zij bij hen in
het vlas !
En zat zij te peinzen,
toen vroegen zij haar,
Of zij tevreden was.
Zij waren zo goed en
zo vriendelijk met haar,
Zij kon niet zeggen :
Neen.
Maar s avonds als zij
slapen ging,
Toen weende zij
alleen.
actua + ---------- - Het College van burgemeester en schepenen deelt mede dat het gemeentelijk zwembad zal gesloten zijn van 15 t/m 31 augustus voor een grote onderhoudsbeurt. Burgemeester Lukas Jacobs en zijn mensen vragen hiervoor begrip : grote onderhoudsbeurten zijn onontbeerlijk voor de veiligheid en de hygiëne van de talrijke kinderen en volwassenen die van het gemeentelijk zwembad gebruik maken. Zo komen van bij de aanvang van het schooljaar trouwens ook heel wat schoolkinderen, niet alleen van Kalmthout maar ook van buiten de gemeente, het zwembad wekelijks in groep bezoeken.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Volgende zaterdag weer een Kalmthouts Broodje : II/11.De keet van moeder Kee/Wapenmaker Franciskus Schmitz. Awdoe!
11-08-2012 om 00:00
geschreven door Jan Caluwaerts
|