De Bristol 603 types E en S werden gebouwd van 1976 tot 1978.
De 603 was de opvolger van de 411 en kreeg voor het eerst een facelift sinds de 406.
Het was een eigen ontwerp en werd gelanceerd naast de door Zagato (koetswerk) ontworpen en gebouwde 412.
De 603 was meer gestroomlijnd en had een veel grotere en meer gebogen achterruit.
Bristol 603
auteur : www.best-used-car.org
Ten gevolge van de energiecrisis werd deze wagen uitgebracht in twee versies.
De 603E(economic) met een 5211cc V8 benzinemotor en de 603S met de zwaardere 5,9liter motor van Chrisler.
Het brandstofverbruik was gedaald tot 13L/100km(603E) t.o.v. de 17L/100km bij de 411.
Transmissie en ophanging bleven dezelfde als bij de 411, maar de binnenafwerking was luxueuzer.
Hij was voorzien van elektrisch verstelbare stoelen en airconditioning.
De stijlen aan de voorruit werden afgeslankt voor een ruimer zicht.
De Chrisler V8 motor werd voorzien van een Rotomaster turbocompressor en haalde een topsnelheid van 241km/h.
De Torqueflite automatische versnellingsbak die standaard aanwezig is in de Bristols vanaf model 407 kreeg nu een sterkere aandrijfas en een koppelomvormer uit de 7.2liter RB motor van de zwaarste Chrysler modellen uit de jaren '70.
De stijl van dit voertuig was volledig naar het export model de Bristol 412 USA.
De dubbele koplampen en dikwijls (optie) ook de extra richtingsaanwijzers op de flanken.
Door de montage van de turbocompressor had de motorkap ook een verhoging "bult".
In een poging door te dringen tot de Amerikaanse markt werden (in 1980) een aantal wagens gebouwd die voldeden aan de zeer strenge emissie en veiligheidsvoorschriften van de VS.
De 412 werd voorzien van een katalysator, een sterkere roll bar en de bovenkap was niet afneembaar.
Door zijn status (klein gespecialiseerd bedrijf) had Bristol Cars het echter moeilijk om export vergunningen naar de VS te verkrijgen en de meeste van deze gewijzigde modellen werden verkocht op de Europese markt.
De meeste 412 USA belanden (al dan niet bij Amerikanen) in West-Duitsland en Zwitserland, er is slechts één enkele gekend in Canada.
afbeelding van een Bristol 412 USA (geregistreerd in Zwitserland) op de brochure
Bristol An Illustrated History, by Godfrey Oxley Sidey
foto op leroux.andre.free.fr
Naast de richtingsaanwijzers voor- en achter was de Bristol 412 USA ook voorzien van herhalings richtingaanwijzers op de vier zijvleugels.
Er waren ook de gescheiden rechthoekige koplampen.
Waarschijnlijk was dit ook de basis van de Bristol Beaufighter.
Bristol 412 USA
foto op (Bristol Owners Club) boc.net
Bristol 412 USA
foto : paulnh1 op rides.webshots.com
De Bristol 412s1 is een ontwerp van Zagato, geproduceert door Bristol Cars van 1975 tot 1978.
Het was de laatste in de opeenvolgend genummerde reeks van de 4's.
De eerste van deze reeks wagens waren eerder ongewoon (voor die tijd) omdat het koetswerk werd gebouwd door Zagato in Italië en getransporteerd naar Engeland waar ze werden geassembleerd met het chassis gebouwd door Bristol Cars in Filton.
De 412 is een type "targa"-cabriolet met neerklapbaar dak.
Bristol 412 series 1 (1975)
foto : autorama70.blogspot.be
Het achterste deel van de kap is handbediend neerklapbaar achter de achterbank.
Het bovenste deel, inclusief zonnedak kan worden weggeborgen in de grote kofferbak.
De zijruiten zakken automatisch 25mm bij het openen van de deur om deze vrij te maken van het dak.
De 412 heeft grote rechthoekige koplampen en achterlichten.
Het Bristol pegasus embleem is gemonteerd op de grille.
Bristol 412 series 1 (1975)
foto : autorama70.blogspot.be
De Bristol 411 was de vijfde in de reeks wagens met een Chrysler V8 motor, geproduceert door Bristol Cars in 1969 en 1976.
De motor werd wel vervangen door de Chrysler V8 6.2l (6277cc) i.p.v. de kleinere A-serie 5.2l motor.
Het voertuig kreeg zo een voorziene 30% meer kracht, bij een compressieverhouding van 10/1.
De 411 bereikte hiermee een topsnelheid van 230km/h.
Het interieur kreeg een aantal belangrijke veranderingen.
Onder andere het tweespakige stuur van Bluemel werd vervangen door een met leder overtrokken stuur met drie spaken en het Bristol embleem in het midden.
Het Bristol embleem werd verwijderd van de voorkant van de wagen, en het stuur was hiermee de enige plaats waar het embleem terug te vinden was.
Tijdens de zeven jaar dat de 411 in productie was onderging deze tal van wijzigingen.
Zo kreeg de series 2 in 1971 een automatische niveauregeling en een metrische kilometerteller.
Deursloten en handgrepen waren half verzonken, hogere bumpers en bredere velgen.
Bristol 411 series 2
auteur : www.autoblog.nl CC 2.5
Bristol 411 series 2
auteur : www.autoblog.nl CC 2.5
Een jaar later greeg de series 3 een motor met lagere compressieverhouding (9.5/1) en een volledige restyling.
Vernieuwde voorspatborden, motorkap en grille.
Dit was ook de eerste Bristol met een volwaardige vier-koplampen design.
Hiervoor was een krachtigere dynamo voorzien.
De knipperlichten werden verplaatst naar de voorzijde van de vleugels.
Tweemaal twee verchroomde uitlaatpijpen links en rechts achteraan.
Eigenlijk waren deze uitlaten dummy's want enkele cm voor het uiteinde werden de gassen naar beneden afgeleid.
Bristol 411 series 3
auteur : kenjonbro op flickr CC 2.5
In 1974 werd in de series 4 de compressieverhouding teruggebracht van 9.5/1 tot 8.2/1.
Dit werd gecompenseerd door een grotere versie van de Chrysler V8 motor, de B-serie met een inhoud van 6556cc.
Een vernieuwde grille vooraan met 'Bristol' verchroomd op metaal in het midden.
Het kofferdeksel werd lichtjes afgevlakt en de series 3 kreeg rechthoekige achterlichten.
Het gewicht van de 411 werde 1712kg.
Nieuwprijs in 1973 £8973.
Bristol 411 series 4
auteur : Ed Callow op flickr CC 2.0
Bristol 411 series 4
foto op boc.net
Bij de Bristol 411 series 5 gebouwd in 1975 en 1976 werd het embleem teruggeplaatst op de originele plaats vooraan op de motorkap.
De grille had dezelfde design als de series 4 maar kreeg mat zwart als kleur met een gekleurde pegasus in het midden ter vervanging van de naamplaat.
Er werden standaard veiligheidsgordels met een oprolmechanisme voorzien.
De Bristol 410 was de vierde in de reeks wagens met de Chrysler V8 motor, geproduceert door Bristol Cars in 1968 en 1969.
Het was de laatste Bristol met de 5.2l Chrisler V8 motor.
Bristol 410 (1968)
auteur : BBC (The Inspector Linley Misteries)
Het koetswerk kreeg een meer aerodynamisch uiterlijk welke terug gaat tot de 405.
De aanpassingen waren relatief klein, maar men wilde toch terug naar een meer ronde vormgeving.
Het meest opmerkelijke was de volledige integratie van de koplampen in de vleugels i.p.v. buitenopstaand zoals bij de eerdere modellen.
Zoas bij alle modellen vanaf de 404 waren er de scharnierende panelen achter de wielkasten, aan de ene zijde met het reservewiel en de krik, aan de andere zijde waren de accu de zekeringen de ruitenwisser-motor en de rembekrachtiging ondergebracht.
Bristol 410 (1968)
auteur : BBC
Deze auto kreeg 15" wielen i.p.v. de 16" van de eerdere modellen.
Ook het schijfremsysteem dat bestond vanaf de 406 werd herzien en sterk verbeterd.
Om het veiligheidsprobleem (per ongeluk verzetten uit de "P" stand) op te lossen, werd de versnellingshendel gemonteerd tussen de voorste zetels.
De 409 had in tegenstelling tot zijn voorgangers een aantal veranderingen ondergaan, waaronder een zachtere wielophanging.
Hierdoor verbeterde de rijkwaliteit een heel stuk.
De traditionele dynamo werd in dit model vervangen door een alternator.
De wagen werd destijds beschreven als "niet erg aantrekkelijk" maar binnenin een prachtige wagen met goede prestaties.
Bristol 409 (1967)
foto op greyintheusa.blogspot.be
Op de radiatorgrill na bleef de 409 uiterlijk identiek aan de 408.
Voor de grille werd gekozen voor een meer uitgesproken trapeziumvorm.
Het was de laatste V8 van Bristol met dashboard-transmissie, de 410 kreeg namelijk een centraler gelegen versnellingspook.
De differentieel kreeg een iets hogere verhouding.
De Bristol 408 was een luxewagen geproduceert door Bristol Cars van 1963 tot 1966.
Ongewoon voor Bristol was de licht gewijzigde versie die in 1965 werd uitgebracht, de 408 Mark II.
Bristol 408
foto op dayerses.com
Mechanisch was de Bristol 408 gelijk aan de 407.
De opvalendste veranderingen waren te vinden in het koetswerk.
Een grote rechthoekige grille vooraan met uitgesproken horizontale strepen.
Brede rechthoekige richtingsaanwijzers.
Bristol 408
foto op dayerses.com
Uit veiligheidsoverwegingen was er een drukknop voorzien op de versnellingsautomaat, om te voorkomen dat de pook per ongeluk uit de "Park" stand kon gezet worden.
De transmissie was uit gegoten aluminium vervaardigd en daardoor 30kg lichter dan bij de vorige acht-cilinder.
Bij de 408 Mark II werd de motorinhoud verhoogd van 5130cc naar 5211cc.
Bristol 408
foto op dayerses.com
Productie van 1963 tot 1965 : 83 stuks.
Productie van de MK II tot 1966 aantal:???
De Bristol 407 was de eerste luxewagen geproduceert door Cars nadat de afdeling was afgescheiden van de Bristol Aeroplane Co., het bedrijf dat de vorige Bristol modellen produceerde.
De gelijkenissen met de Bristol 406 waren groot, er waren slechts enkele subtiele veranderingen aan het uiterlijk aangebracht.
Volgens bronnen was Bristol bezig met het ontwikkelen van een nieuwe zescilinder motor tijdens de productie van de 406.
Zolang ze hier echter niet in slaagden waren ze niet competitief met andere merken en ze besloten de V8 motor van Chrysler te importeren.
De opvalendste veranderingen waren de horizontale lijn in een grotere grille, en twee uitlaten achteraan.
Onder de motorkap echter werd de vertrouwde 2-liter zescilinder BMW-motor vervangen door de 5130cc Chrisler V8.
Deze motor werd voorzien van een nieuwe nokkenas en mechanische klepstoters, een ontwerp van Bristol.
Hiermee waren de prestaties van de Bristol auto's weer uitstekend.
De motor gaf de 407 een topsnelheid van 201km/h.
Bristol 407 (1962)
auteur : Nicholas Challacombe op www.classic-and-vintage-cars.com
De Bristols 407 kreeg ook een automatische TorqueFlite (de opvolger van de PowerFlite) versnellingsbak van Chrisler.
Deze had drie versnellingen vooruit en een koppelomvormer.
Ook de voorste ophanging werd gewijzigd.
De dwarse bladveren waren onvoldoende voor de hoge snelheid van de 407, en werden vervangen door mechanische schokdempers.
Deze ophanging zou de basis vormen bij alle volgende Bristol modellen.
De Bristol 406 was een Britse luxe auto, die werd geproduceert van 1958 tot 1961 door de Bristol Aeroplane Co.
De auto afdeling hiervan werd het latere Bristol Cars.
De 406 was de laatste Bristol die werd voorzien van de BMW pushrod zescilinder motor.
Deze motor was duidelijk te licht om vergelijkbare prestaties te leveren als de nieuwere motoren van de concurentie.
Het koetswerk van de 406 zou zijn gesteund op twee prototypes van het Zwitserse carrosseriebedrijf van de gebroeders Beutler.
Een belangrijke aanpassing in vergelijking met de Bristol 405 was het uitboren van de cilinders tot 69mm en een slag van 100mm.
Zo kreeg de motor een grotere inhoud van 1971cc naar 2216cc, het werkelijke vermogen werd echter niet groter.
Het koppel was wel hoger dan in de Bristol 405, zeker bij lage toerentallen.
De Bristol 406 was uitgerust met Dunlop schijfremmen op de vier wielen, hierdoor werd het een van de eerste productiewagens met schijfremmen rondom.
De stijl van de 406 was meer die van een luxe sedan dan deze van een sportwagen, desalnietemin bleef het een genot om met deze wagen te rijden.
De achterste ophanging werd voorzien van een moderne Watts koppeling (een type van mechanische koppeling uitgevonden door James Watt), in plaats van de verouderde A-beugel van de vorige Bristol modellen.
het principe van de Watt's koppeling
auteur : Van helsing CC 3.0
Produktie van 1958 tot 1961 : 174 stuks.
Hiervan waren er zes met een koetswerk van Zagato, bekend als de 406s (hiervan zouden er nog vijf in particulier bezit zijn).
Van deze zes hadden er twee een korte wielbasis, ze stonden geboekt als de 406Ss.