Mei is de vijfde maand in het jaar van de gregoriaanse kalender en telt 31 dagen. Mei is misschien vernoemd naar de Romeinse godin Maia of naar de Romeinse vruchtbaarheidsgodin Bona Dea, wier feest in mei werd gevierd. Mei wordt ook wel de bloeimaand of Mariamaand genoemd.
Mei valt op het noordelijk halfrond geheel in de lente en op het zuidelijk halfrond geheel in de herfst.
In de Keltische traditie is 1 mei het begin van de zomer, dat wordt gevierd met het Beltane-feest.
De Romeinen vierden diverse voorjaarsfeesten. Begin mei hadden ze het meerdaagse bloesemfeest, de Floralia geheten. Op de eerste dag van mei vierden ze het feest van de aardgodin Bona Dea ('de Goede Godin'), die later met de Griekse godin Maia werd geïdentificeerd. Zij was de oudste en mooiste van de Pleiaden, de zeven dochters van Atlas en Pleione. Het Griekse woord maia betekende oorspronkelijk 'moeder' en later 'vroedvrouw' (maieia). De Romeinen vereerden deze Griekse moedergodin opdat zij de dingen van de natuur zou laten groeien. Zij noemden de meimaand (Maius in het Latijn) naar haar. Het Latijnse woord maior (= 'groter') is aan maia verwant, zo ook het woord maiestas (= 'aanzien', 'pracht', 'het hoog in aanzien zijn', 'verheven zijn'). In de Middeleeuwen ontstond in Italië het gebruik om de maand mei te wijden aan Maria, de "Moeder van God".
Op de gregoriaanse kalender wordt mei voorafgegaan door april en gevolgd door juni.
- In geen enkel jaar - dus ook niet in een schrikkeljaar - zijn er maanden die op dezelfde dag van de week beginnen als mei. - De sterrenbeelden van mei zijn Stier en Tweelingen. - Joodse naam: Sivan - Oudnederlandse/puristische naam: bloeimaand - Romeinse naam: Maius - Mei, de laatste maand van de lente, wordt gewoonlijk geassocieerd met een lieflijk soort weer: warm, maar niet heet, met lange en nog steeds langer wordende dagen en met een volop levende, groeiende en bloeiende natuur. Op licht depressieve mensen heeft de maand vaak een helend effect. Het dichterlijke beeld dat de maand oproept is heel vaak gebruikt, bijvoorbeeld in Heinrich Heines gedicht Im Wunderschönen Monat Mai en in Herman Gorters duizenden verzen lange Mei.
Weerspreuken
- Een koude mei, een gouden mei. - Onweer in mei maakt de boeren blij. - Avonddauw en zon in mei: hooi met karren in de wei. - In mei leggen alle vogels een ei. - De meimaand tot juichmaand uitverkoren, heeft nochtans rijm achter de oren. - Als het regent in mei, is april voorbij. - Een natte mei, brengt boter in de wei. - Als het dondert in mei valt er dikwijls hagel bij. - Avonddauw en zon in mei, hooi met karren op de wei. - Het onweer in de mooie mei, doet 't koren bloeien op de hei. - Is mei nat, de droge juni volgt zijn pad. - Onweer in mei is een vruchtbaar getij.
Weerextremen in België sinds begin van de metingen in Ukkel (1833)
1833 - Tijdens dit eerste jaar van de geregistreerde waarnemingen valt er maar 1,4 mm regen in de maand mei. Dit is de droogste maand mei tot op heden. 1856 - 30 van de 31 dagen valt er regen, het dubbele van normaal in een meimaand. 1902 - Deze meimaand is koud met een gemiddelde temperatuur van slechts 8,5 °C. 1965 - Er valt 145,6mm neerslag en is daarmee de natste maand mei tot nu. 1984 - In Ukkel is de somberste maand mei sinds de meting opgetekend. De zon scheen slechts 66 uur (normaal: 201 uur). 1989 - De maand mei is zeer zonnig. In Ukkel tekenen we een record op met 323 uur zonneschijn. 1989 - Het regent deze maand slechts 4 dagen. 2008 - De gemiddelde temperatuur van de maand mei bedraagt voor Ukkel 16,4 °C (normaal: 12,7 °C).
Weerextremen in Nederland gemeten op het KNMI-station in De Bilt vanaf 1901
1902 - De koudste maand mei tot nu toe, met een gemiddelde van 9,4 °C (norm 12,7 °C). 1983 - De zon schijnt slechts 103,8 uur. 1989 - Een uitzonderlijk droge maand mei met slechts 5,6 mm neerslag. 1989 - Tijdens de maand mei schijnt de zon 331,0 uur in De Bilt. 2007 - De natste mei tot nu met 137,9 mm neerslag (normaal 61,5 mm). 2008 - De zachtste maand mei tot nu met een gemiddelde van 15,7 °C (normaal 12,7 °C).
Bron : - Wikipedia CC 3.0 - www.meteo.be - www.knmi.nl
Bocce is een oeroude balsport die zijn wortels vindt in het oude Romeinse Rijk. Sinds de Romeinen in deze sport met emigrerende italianen door de eeuwen heen over een groote deel van de wereld verbreid, hoewel de kern activiteit altijd is blijjven liggen in de latijns-talige landen. In italie is bocce een volkssport voor mensen van 8 tot 80 jaar.
Bocce is een balsport die gerelateerd is aan bowls en petanque. Het spel werd in zijn huidige vorm ontwikkeld in Italië.
Het spel wordt in de hele wereld gespeeld, eerst voornamelijk door Italiaanse emigranten, maar het krijgt langzaam maar zeker ook buiten deze groep populariteit.
Engels : Bocce, bocci, boccie Duits : Boccia Frans : les bocce
bocce speelveld (kunstgras)
Bocce wordt gespeeld op lange banen van 20/30 meter lengte en 2,5 tot 4 meter breed. De internationale standaard voor de ballen is Ø107mm en 920g.
Een baan heeft opstaande randen aan alle kanten. De ballen zijn gemaakt van metaal, zijn over het algemeen rood en blauw, en hebben (in tegenstelling tot bowls ballen) geen ingebouwde "bias" - ze zullen dus rechtdoor rollen.
Voor de recreatieve spelers zijn er ook houten en plastic ballen met verschillende kleuren, tekeningen en gewichten.
Bocce - Special Olympics World Games 1999 foto : www.joyofbocce.com
Een spel wordt gespeeld tussen twee spelers, of tussen teams van twee of vier spelers.
Ieder partij heeft vier ballen. Het spel begint door een kleine bal, de pallino, op de baan te gooien, en deze moet op het einde van de baan terechtkomen, in een gebied tussen 5 en 2 meter van het einde van de baan. Als de eerste partij dit niet lukt, krijgt de andere partij de kans om de pallino ergens in de zone neer te leggen.
indoor bocce bij Gotcha Bocce in Louisville, KY. foto : www.joyofbocce.com
De partij die de pallino heeft geplaatst mag de eerste bocce bowlen, en daarna krijgt de tegenstander de kans om zo dicht mogelijk bij de pallino te komen. Daarna is de beurt aan de partij die niet het dichtst bij de pallino is gekomen, totdat beide partijen de vier ballen hebben gegooid. Als een van beide partijen de ballen op heeft gooit de andere partij de resterende ballen.
Punten worden toegekend aan alle ballen die dichter bij de pallino liggen dan de ballen van de tegenpartij.
Een wedstrijd is afgelopen als er 13 punten zijn gescoord (alhoewel dit kan variëren).
- Punto - de bal wordt gerold - Raffa - de bal wordt met kracht geworpen - Volo - de bal wordt door de lucht geworpen
De bal mag gerold worden, of met een onderhandse beweging gegooid. Deze laatste actie wordt vaak gebruikt om ballen van de tegenstander of de pallino weg te ketsen zodat er meer punten worden gescoord.
Er worden regelmatig wereldkampioenschappen georganiseerd en bocce maakt ook deel uit van de World Games. Het is ook een onderdeel van de Special Olympics.
De Bobtail is één van de oudste rassen van de herdershonden en wordt ook Old English Sheepdog genoemd.
Zijn afkomst is nog steeds niet heel duidelijk. Er doet een theorie de ronde dat hij zou ontstaan zijn door de kruising van een Briard en de Russische Owtchan.
In de 19de eeuw was hij een beschermer van de kuddes en een schapenhoeder. In die periode waren deze honden nogal wild en wantrouwig, maar hun karakter is later veranderd tot een lieve gezinshond zoals we die nu kennen. Zijn naam heeft de Old English Sheepdog te danken aan zijn gecoupeerde staart, vroeger ook ´bobbed tail´ genoemd.
Engels : Old English Sheepdog, Bobtail Duits : Bobtail Frans : Bobtail, chien de berger anglais ancestral
Bobtail
De Bobtail is een goedmoedige en trouwe hond. Hij is erg liefdevol voor zijn baas en gehecht aan zijn familie. Het is van oorsprong een herdershond en hij heeft nog steeds het gevoel dat hij zijn ´kudde´ samen moet houden. Deze grote hond is een echte kindervriend, maar men laat kleine kinderen best nooit alleen bij een hond achter.
De Bobtail is ook een waakhond. Hij zal luidruchtig blaffen als hij onraad ruikt, maar hij wordt nooit agressief en zal niet bijten. Zijn indrukwekkend voorkomen is meestal genoeg.
Deze hond heeft een zelfbewust en rustig karakter, maar is ook speels en durft al eens streken uit te halen. Daarom is een strenge, maar fijngevoelige opvoeding nodig om hem de juiste gewoonten bij te brengen.
Bobtail - showstandaard bij wedstrijden foto : Harald Urnes CC 3.0
Men moet goed voor ogen houden dat de vacht van een Bobtail intensieve verzorging nodig heeft. Huidproblemen moeten vermeden worden door zijn vacht en huid in conditie te houden.
Doordat deze hond een dikke ondervacht heeft, is het belangrijk de dode haren goed te verwijderen en klitten te voorkomen tijdens de regelmatige borstelbeurten.
De gehoorgang moet nagekeken worden en overtollige haartjes moeten verwijderd om de kans op oorontsteking en oormijt te verlagen. Ook moeten de ogen dagelijks zuiver gemaakt worden.
Bobtail kortgeknipt foto : Meredith Bannan
De Bobtail is een levenslustige wolbaal met een goudeerlijk karakter. Het is een ideale gezinshond! Maar helaas niet voor iedereen! Bobbers zijn erg onderhoudsgevoelig: ze vergen minstens 4 uur in de week voor borstelbeurten (het gewone onderhoud!!).
Grootte: 53-61 cm Gewicht: 35-40 kg Kleur: grijs, gemarmerd, witte aftekeningen en platen Bijzonder kenmerk: huppelende gang
In Vlaanderen en Nederland is het ras vooral bekend wegens de televisiefiguur Samson uit Samson en Gert.
Bobotie is een gerecht uit Zuid-Afrika dat bestaat uit gehakt en specerijen met een ei, melk- en een borriebolaag (borrie=curcuma longa).
Er is lang gedacht dat het recept afkomstig was van de VOC kolonies in Batavia en mogelijk afgeleid van het Indonesische gerecht Bobotok, maar het is meer waarschijnlijk dat dit reeds samen met Jan van Riebeeck naar de Kaap meegekomen is. De Nederlanders wisten al in die tijd hoe een kerrievleesschotel bereid moest worden.
Dit was zo algemeen dat speciale potten reeds tegen 1752 daarvoor vervaardigd zijn, zoals blijkt uit een boedelinventaris waarin een bobotieketel (bobotiepot) genoemd wordt.
Engels : Bobotie Duits : Bobotie Frans : casserole bobotie
Kaapse bobotieschotel
Het gerecht was al tegen de 17de eeuw bekend aan de Kaap de Goede Hoop. Destijds werd dit gemaakt van een mengsel van schaap- en varkensvlees. Tegenwoordig wordt schaap- en rundvlees gebruikt.
Het oorspronkelijke recept bevat gember en citroenschil.
Met de ontdekking van kerrie is het recept eenvoudiger geworden, maar het basis idee is hetzelfde gebleven.
Oorspronkelijk werd er ook gebruik gemaakt van rozijntjes en krenten en tegenwoordig worden pindas, blatjang en banaan geregeld gebruikt.
bobotieschotel
Bobotie is door Zuid-Afrikaanse emigranten in ander kolonies in Afrika verspreid. Vandaag kunnen recepten afkomstig van Zuid-Afrikaanse emigranten gevonden worden in gemeenschappen in Namibië, Kenia, Botswana, Zimbabwe en Zambia.
Er is een variatie die erg gewild is onder de zowat 7000 emigranten die zich aan het begin van de 20ste eeuw hebben gevestigd in de Chubut-riviervallei in Argentinië. Zij maken een bobotiemengsel en doen dat vervolgens in een grote pompoen die dan in de oven gebakken wordt.
Zuid-Afrikaanse schotel met bobotie auteur : Stefan Magdalinski CC 2.0 (US)
Het gerecht is in 1951 opgenomen als een traditioneel Zuid-Afrikaans gerecht in een internationaal receptenboek dat door de Verenigde Naties gepubliceerd is.
De bobolink of rijsttroepiaal (Dolichonyx oryzivorus) is een vogel uit de familie van de troepialen.
Deze vogel heeft zijn naam te danken aan de zang van het mannetje, die bestaat uit roepjes die steeds eindigen op ink, als ze in het voorjaar kwetterend in groepen over de weilanden vliegen.
De Bobolink is ongeveer 18 cm groot en is in de broedtijd zeer nuttig als jager op insecten. Maar de vogel kan ook lelijk huishouden in rijst- en andere graanvelden.
De buidelspreeuwen (zo genoemd naar hun nesten) of troepialen vindt men uitsluitend in Amerika. De Icteridae (Troepialen) zijn sociale levendige dieren die meestal in troepen rondvliegen.
De Boboli-tuinen (Giardino di Boboli) liggen achter Palazzo Pitti in Florence in Italië.
Ze werden in de 16e eeuw aangelegd voor Eleonora van Toledo, de echtgenote van Cosimo I de' Medici. Het ontwerp is van Niccolo Percoli (bijgenaamd Tribolo), die in 1550 overleed. Bartolomeo Ammanati werkte het ontwerp verder af en vanaf 1583 leverde Buontalenti een belangrijke bijdrage.
Engels : Boboli Gardens Duits : Boboli-Garten Frans : jardin de Boboli
18e eeuwse gegraveerde kaart van de tuinen
Boboli is de koningin van alle Toscaanse tuinen, de meest uitgewerkte en theatrale, een soort maniëristische co-productie van Natuur en Kunst. De formele delen bestaan uit in patronen gesnoeide buxushagen die naar bosjes van eiken en cipressen leiden. Het park wordt 'bewaakt' door een peloton standbeelden. Vele ervan stammen uit de Romeinse periode, andere zijn dan weer absurde maniëristische werken zoals de hofnar van Cosimo I die als Bacchus, zittend op een schildpad, door Cioli werd vereeuwigd.
Het park werd verschillende malen uitgebreid om ten slotte in de 17e eeuw de huidige omvang te bereiken.
In de tuin zijn vele kunstwerken te vinden zoals de :
- Grotta Grande door Buontalenti. Het is een van de meest verbeeldingrijke werken van deze architect. Het is, met zijn stalactietachtige stenen waaruit allerlei grillige dieren proberen te ontsnappen, als het ware een vroege voorloper van Gaudí. Kopieën van Michelangelo's nonfiniti-slaven staan in de hoeken. Ze vervangen de oorspronkelijke beelden die hier door de Medici's werden geplaatst. In de schaduwrijke diepten van de grot staat de voluptueuze Badende Venus van Giambologna.
Blijkbaar behoort de grot niet tot de favoriete plekjes van de Florentijnen want ze is vaak gesloten.
- Het Amfitheater werd als een klein Romeins circus ontworpen en was bedoeld om de theatervoorstellingen van de Medici's mogelijk te maken.
- De obelisk, deze van Ramses II uit Heliopolis, werd destijds door de Romeinen naar Rome gebracht.
- Het granieten bekken, groot genoeg om er een olifant in onder te dompelen, is afkomstig van de Romeinse Thermen van Caracalla.
- De Neptunusfontein is het werk van Stoldo Lorenzi.
de obelisk en de granieten wastafel auteur : sailko CC 3.0
- Het Belvedere Fort, in de vorm van een zespuntige ster, werd in 1590 gebouwd, voornamelijk om de Florentijnen er aan te herinneren wie er de baas was.
- Het Giardino del Cavaliere dat wat afgelegen ligt. Cosimo III liet het bouwen om aan de hitte van het Palazzo Pitti te ontsnappen.
- Een brede cipressenlaan uit 1637 leidt naar L'Isolotto, het eilandje. Beelden van dansende boeren staan er rond de met een gracht omgeven tuin.
- Vijvers, zoals de fraaie Neptunusvijver uit de 16de eeuw.
Het onderhouden van de grote tuinen is dagwerk voor een vaste staf van drie tot zeven mensen. Dit is mede de reden dat er entree gevraagd wordt om de tuin te bezoeken.
Dichtbij is het Museo delle Porcellane (Porseleinmuseum).