Hugo Maurice Julien Claus (Bruges, 5 de Abril 1929 - Antuérpia, 19 de Março 2008)
ENVOI
Estão ainda aos bocejos, os meus versos. Nunca me habituarei a isto. Eles habitaram aqui tempo que chegasse. E agora chega. Ponho-os fora de casa, não vou esperar até os dedos dos pés lhes esfriarem. Sem o incómodo do seu confuso esbracejo, quero escutar o zumbido do sol ou o do meu coração, essa traiçoeira esponja a endurecer.
Os meus versos não fornicam à moda clássica. Balbuciam ordinarices ou vociferam com dignidade exagerada. No Inverno, racham-lhes os lábios, na Primavera, estendem-se por terra aos primeiros calores, atrapalham o meu Verão e no Outono cheiram a mulheres.
Chega. Durante mais doze versos nesta página esqueço-lhes as traquinices e em seguida um pontapé no cu. Vão maçar para outro sítio, rimas de tostão, vão tremer para outra parte por causa de doze leitores e de um crítico a ressonar.
Ide agora, versos meus, nos vossos pés ligeiros, não calcastes com força o velho chão onde as sepulturas riem vendo os hóspedes, um cadáver sobre o outro amontoado. Ide agora, e cambaleai na direcção daquela que eu desconheço.
Tradução: Fernando Venâncio
Foto: Vincent Menzel
ENVOI
Mijn verzen staan nog wat te gapen. Ik word dit nooit gewoon. Zij hebben hier lang genoeg gewoond. Genoeg. Ik stuur ze 't huis uit. ik wil niet wachten tot hun tenen koud zijn. Ongehinderd door hun onhelder misbaar wil ik het gegons van de zon horen of dat van mijn hart, die verraderlijke spons die verhardt.
Mijn verzen neuken niet klassiek, zij brabbelen ordinair of brallen al te nobel. In de winter springen hun lippen, in de lente liggen zij plat bij de eerste warmte, zij verzieken mijn zomer en in de herfst ruiken zij naar vrouwen.
Genoeg. Nog twaalf regels lang op dit blad hou ik ze de hand boven het hoofd en dan krijgen zij een schop in hun gat. Ga elders drammen, rijmen van een cent, elders beven voor twaalf lezers en een snurkende recensent.
Ga nu, verzen, op jullie lichte voeten, jullie hebben niet hard getrapt op de oude aarde waar de graven lachen als zij hun gasten zien, het ene lijk gestapeld op het andere. Ga nu en wankel naar haar die ik niet ken.
Cesaria Evora Cinturao Tem Mele (Danca Tcha Tcha Tcha)
Eeuwenlang hebben vele rassen en culturen zich met elkaar vermengd op Kaapverdië, waardoor meer dan tachtig procent van de bevolking van gemengd ras is. Avonturiers, piraten, zeelui, slaven en (slaven)handelaren hebben hun genen achtergelaten. Doordat het merendeel van de huidige bevolking afstamt van Afrikaanse slaven bestaat naast de officiële Portugese taal het Creools als alledaagse spreektaal: een taal van oud-Portugees vermengd met West-Afrikaanse talen. Het Creools is de informele, gesproken taal die iedereen begrijpt, de taal om het Kaapverdiaanse sentiment te delen, de taal van intimiteit en gevoel.
Hoe divers de muziekbeleving ook is op de verschillende eilanden, toch kan wel gezegd worden dat de morna de ziel van de Kaapverdianen vertegenwoordigt. De morna is een lyrisch lied met een diep melancholisch karakter en uitgevoerd in een langzaam tempo. De overwegend in het Creools geschreven en gezongen morna vertolkt het gevoel van sodade, een nostalgische combinatie van heimwee naar het moederland, naar een verloren liefde, maar ook hoop op een betere toekomst. Op elk eiland klinkt de morna weer anders. De morna uit São Vicente is in het buitenland het bekendst geworden door Cesária Évora.
Cesaria Evora Lua Nha Testemunha (B. Leza)
Bô ka ta pensâ nha kretxeu Nen bô ka t'imajiâ, o k'lonj di bó m ten sofridu.
Perguntâ lua na séu lua nha kompanhêra di solidão. Lua vagabunda di ispasu ki ta konxê tud d'nha vida, nha disventura, El ê k' ta konta-bu nha kretxeu tud k'um ten sofridu na ausênsia y na distânsia.
Mundu, bô ten roladu ku mi num jogu di kabra-séga, sempri ta persigi-m, Pa kada volta ki mundu da el ta traze-m un dor pa m txiga más pa Déuz
Mundu, bô ten roladu ku mi num jogu di kabra-séga, sempri ta persigi-m, Pa kada volta ki mundu da el ta traze-m un dor pa m txiga más pa Déuz
Bô ka ta pensâ nha kretxeu Nen bô ka t'imajiâ, o k'lonj di bó m ten sofridu.
Perguntâ lua na séu lua nha kompanhêra di solidão. Lua vagabunda di ispasu ki ta konxê tud d'nha vida, nha disventura, El ê k' ta konta-bu nha kretxeu tud k'um ten sofridu na ausênsia y na distânsia.
Mundu, bô ten roladu ku mi num jogu di kabra-séga, sempri ta persigi-m, Pa kada volta ki mundu da el ta traze-m un dor pa m txiga más pa Déuz
Mundu, bô ten roladu ku mi num jogu di kabra-séga, sempri ta persigi-m, Pa kada volta ki mundu da el ta traze-m un dor pa m txiga más pa Déuz
De oorsprong van Morna
Er bestaan meerdere theorieën over de oorsprong van de morna. Men vermoedt dat het genre vernoemd is naar het Engelse woord 'mourn' (rouwen, treuren) of misschien het Franse woord 'morne' (somber, doods) en dat het halverwege de negentiende eeuw ontstaan is op Boavista.
Een waarschijnlijke theorie is dat de oorsprong ligt bij uit Angola afkomstige slaven van de Bantu-bevolking die hun muziek, de 'lundu' meenamen naar Kaapverdië. In het begin werd de morna slechts instrumentaal en veel sneller uitgevoerd, geïnspireerd op deze 'lundu'. Voornamelijk onder invloed van de Portugees-Braziliaanse modinha werd de morna langzamer en werden poëtische teksten toegevoegd. In de handen van de uit Brava afkomstige journalist en dichter Eugénio Tavares ontwikkelde de morna zich tot een belangrijk literair genre met de klassieke thema's liefde, emigratie en weemoed. Later voegde B. Leza (oftewel Francisco Xavier da Cruz) van het eiland São Vicente hier levendiger invloeden aan toe van de Braziliaanse choro en samba en van de Argentijnse tango.
(Mindelo, 27 augustus 1941) is een Folkzangeres uit Kaapverdië. Ze staat bekend als de 'diva op blote voeten', omdat ze de gewoonte heeft om blootsvoets het podium te betreden. In 2004 won ze een Grammy Award voor het 'Beste Contemporary World Music Album'.
Cesária Évora African Diva Africa Nossa
Als een waarzegster haar vroeger een toekomst als wereldberoemde zangeres zou hebben voorspeld, zou Cesária Évora (1941-) haar voor gek hebben verklaard. Uit een muzikale familie kwam ze echter wel, want troubadour B. Leza (woordspeling van 'belleza' = schoonheid) was haar oom. Geboren en getogen op São Vicente, lukte het Cesária Évora al op jonge leeftijd brood op de plank te brengen door in nachtclubs in de havenstad Mindelo te zingen. Maar de handel zakte in, zeker nadat Kaapverdië in 1975 onafhankelijk werd. Musici moesten emigreren of ander werk zoeken. Cesária Évora bleef in Kaapverdië om met allerhande baantjes haar familie te onderhouden. Pas in 1985 ging de toen vijfenveertigjarige zangeres weer zingen. Een incidenteel reisje naar Portugal om daar twee nummers op te nemen zou de doorstart betekenen naar een grootse internationale carrière. De in Frankrijk wonende Kaapverdiaanse producer José da Silva ontdekte haar en opende de deur naar een carrière in Europa. Cesária Évora's geniale bandleider Paulino Vieira maakte de Kaapverdiaanse muziek toegankelijker voor een internationaal publiek door aan de morna elementen toe te voegen uit de jazz, soul, latin en blues. Cesária Évora brak door met het album La Diva Aux Pieds Nus (De Diva Op Blote Voeten, 1988). Cesária Évora bezit een warme, doorleefde altstem waarmee ze luisteraars moeiteloos meesleept in een gemoedstoestand van melancholie en heimwee.
Trago um Fado no meu canto, Ik breng de fado in mijn lied, Canto a noite até ser dia Ik zing s nachts tot de ochtenstond Do meu povo trago o pranto Van mijn volk breng ik de klaagzang No meu canto a Mouraria In mijn lied de Mouraria
Tenho saudades de mim Ik hou saudades van mij Do meu amor mais amado Van mijn allerliefste geliefde Eu canto um país sem fim Zing ik een land zonder einde O mar, a terra, o meu Fado De zee, het land, mijn fado
Meu Fado Meu Mijn fado van mij
De mim só me falto eu Van mij mis ik enkel mezelf Senhora da minha vida Vrouw van mijn leven Do sonho, digo que é meu Van de droom, zeg ik dat hij de mijne is E dou por mim já nascida En ik vind mezelf terug
Trago um Fado no meu canto Ik breng de fado in mijn lied Na minh'alma vem guardado Ik bewaar hem in mijn hart Vem por dentro do meu espanto Hij komt vanuit mijn buikgevoel Á procura do meu Fado Op zoek naar mijn fado
(vrije vertaling)
Mariza werd geboren in Mozambique (16 december 1973), haar vader is Portugees, maar haar moeder komt uit Mozambique. Zij emigreerde op haar 3e naar Lissabon. Daar groeide zij op in de traditionele wijk Mouraria (Alfama) in Lissabon, de bakermat van de fado. In 2000 won ze de 'Best voice of fado'-award, de meest prestigieuze prijs van Portugal, die een jaar eerder naar Dulce Pontes ging. "Haar stem is een oerkracht ... In alle opzichten gaat ze live verder dan op de plaat. Niet alleen is haar persoonlijkheid indringender aanwezig, maar ook de arrangementen en bewerkingen zijn vrijer en avontuurlijker"
Nog even een kort overzicht over het ontstaan van de fado in Lissabon:
De Fado is ontstaan rond 1829 in de arme wijken van Lissabon: Alfama, Bairro Alto, en Mouraria. Over de muziek die ten grondslag ligt verschillen de meningen, maar wat zeker is, is dat de scanduleuze verhouding tussen Maria Severa, dochter van een kroegbazin en fadista van het eerste uur, en de edelman, de Comte de Vimioso het begin was van een muziekstijl die nu wereldwijd populair is. In het begin werd Fado gezongen in de kroegen en bordelen en was een fadista niet meer dan een veredelde landloper of beurzensnijder. Rond 1900 vond de omslag plaats naar het 'respectabel' worden van de stijl. Begin dertiger jaren gleed Portugal langzaam weg richting een burgeroorlog waar, net zoals in Spanje, linkse en rechtse krachten vochten om de macht. Gesteund door de gegoede middenklasse, het groot-kapitaal en de kerk nam de burgerdictatuur van Salazar de macht over. Om het volk te binden werd de slogan 'de drie F's' bedacht; Futebol, Fatima en Fado. De fadista's lieten zich de aandacht van de dictatuur welgevallen (passief verzet was er eigenlijk niet) en velen beleefden hun bloeiperiode. Wie niet meewerkte verdween in de kerkers van de PIDE, de geheime politie.
Over wie 'fout' en 'goed' was in die periode zijn de kenners het nog niet eens. Van Amália Rodrigues wordt bijvoorbeeld nu gezegd dat ze de verboden Communistische Partij financieel steunde.
Na de Anjerrevolutie in 1974 was er met fado geen droog brood meer te verdienen. De fadista's werden geassocieerd met de dictatuur. De rehabilitatie kwam begin jaren tachtig toen Amália een hoge nationale onderscheiding kreeg. Pas begin jaren negentig werd de fado populair met een nieuwe generatie fadista's zoals Mafalda Arnauth, Cristina Branco en Mariza. In 1997/1998 kwam de internationale doorbraak en sindsdien is er wel elke maand een nieuwe stem of belofte.
De klassieke uitvoering van de fado wordt nu gezien als een fadista met guitarra (Portugese gitaar), viola (klassieke gitaar) en bas (staande of basgitaar). Dit is echter een conventie die tijdens de dictatuur populair was. Tegenwoordig is de keuze in instrumentatie ruimer en wordt slechts beperkt door het vermogen van de fadista deze in zijn of haar fado's in te passen
Making of van de album Transparente (met Engelstalige ondertitels)
In deze korte video met de making of van de album Transparente van Mariza, vertellen Mariza en de producer Jacques Morelenbaum over het realiseren van dit prachtige album, opgenomen in Rio de Janeiro (Brazilië).
Mariza met Patrik De Bana
Voor de opnames van de film Fados werkte Mariza samen met De Bana.
In de fado Transparente, die zij in de film vertolken, zingt Mariza en danst De Bana over hun gedeelde Afrikaanse achtergrond.
Luister hier naar een opname van Transparente
Como a água da nascente Zoals het water van de bron Minha mão é transparente Is mijn hand transparant Aos olhos da minha avó. In de ogen van mijn grootmoeder.
Entre a terra eo divino Tussen de aarde en het goddelijke Minha avó negra sabia Wist mijn zwarte grootmoeder Essas coisas do destino. Dat dit voorbestemd is.
Desagua o mar que vejo De monding van de zee die ik zie Nos rios desse desejo Zijn rivieren van verlangen De quem nasceu para cantar. Waaruit de drang om te zingen ontstaan is.
Um Zambéze feito Tejo De Zambezie vervloeit in de Taag De tão cantado q'invejo Met zon gezang, waardoor ik verlang Lisboa, por lá morar. Naar Lissabon, om daar te wonen.
Vejo um cabelo entrançado Ik zie vlechtjes in het haar E o canto morno do fado en de warme klanken van de fado Num xaile de caracóis. In een xaile met kralen (*).
Como num conto de fadas Zoals in een sprookje Os batuques são guitarras Het ritme komt uit gitaren E os coqueiros, girassóis. En de palmbomen, de zonnebloemen.
Minha avó negra sabia Mijn zwarte grootmoeder wist het Ler as coisas do destino zij leest de toekomst Na palma de cada olhar. In de palm van elke blik.
Queira a vida ou que não queira Hou van het leven of hou er niet van Disse deus à feiticeira Zei god aan de verleidster Que nasci para cantar. Die geboren was om te zingen.
(vrije vertaling)
(*) Xaile is de typische sjaal waarmee vrouwelijke fadistas optreden als ze fado zingen en de letterlijke vertaling voor caracóis is slakken
De Wereld rond Portugal Een wereldrijk in de 16e en 17e eeuw
in de Bozar bezochten kwamen wij een afbeelding van een neushoorn tegen gemaakt door de Duitse kunstenaar Albrecht Dürer (Neurenberg, 21 mei 1471 - aldaar, 6 april 1528).
Ik wil jullie, het daaraan verbonden verhaal, niet onthouden...
Rhinocerus
is dus de naam van een houtsnede van Albrecht Dürer uit 1515. De afgebeelde neushoorn is een pantserneushoorn uit India die in 1515 naar Lissabon gebracht was. Dürer heeft de neushoorn zelf nooit gezien: de houtsnede is gebaseerd op een beschrijving en schets van een onbekende kunstenaar. De afgebeelde neushoorn is naar alle waarschijnlijkheid het eerste levende exemplaar dat sinds de derde eeuw in Europa te zien was.
Voorgeschiedenis
Cadeau uit Oost-Azië
Op 20 mei 1515 arriveerde de neushoorn in de haven van Lissabon. Het was het tot dan toe meest ongewone importproduct dat via de sinds enkele jaren bestaande zeeroute van India naar Europa kwam. De Portugezen waren succesvol waar Columbus gestopt was. Via de routes van vroegere Portugese zeevaarders waren zij de West-Afrikaanse kust gevolgd. Via de Kaap de Goede Hoop en de Arabische Zee kwamen ze in 1498 in India aan. In de daarop volgende decennia speelde Portugal een belangrijke rol in de handel in specerijen.
Als onderdeel van een diplomatieke uitwisseling kreeg Alfonso de Albuquerque, de afgevaardigde van de Portugese kroon in India, begin 1514 een neushoorn. De schenker was sultan Muzafar II, de heerser van Cambay, het huidige Gujarat.
Albuquerque besloot om de neushoorn (in India gandagenaamd) aan koning Emanuel I van Portugal te schenken. In januari 1515 verliet het dier Goa aan boord van de Nossa Senhora da Ajuda, begeleid door zijn Indische oppasser Ocem en twee andere Portugese schepen. De reis naar Lissabon, met enkel korte stops in Mozambique, Sint-Helena en op de Azoren, duurde 120 dagen.
Dürers houtsnede
De koopman Valentim Fernandes zag de neushoorn kort nadat deze in Lissabon arriveerde. Hij beschreef het dier in juni 1515, in een brief aan een vriend in Neurenberg. De in het Duits geschreven brief is niet bewaard gebleven, maar een kopie in het Italiaans bevindt zich in de Biblioteca Nazionale Centrale in Florence. Een tweede brief, van een onbekende afzender, werd rond dezelfde tijd vanuit Lissabon naar Neurenberg gezonden. Bij deze brief was een anonieme schets van de neushoorn gevoegd.
De totstandkoming van de houtsnede
Op basis van de twee brieven en de schets maakte Dürer twee tekeningen. Aan de hand van de tweede tekening werd de blokdruk gemaakt, vermoedelijk uit perenhout. De zachtheid van dit hout maak een grote detaillering mogelijk. Tegelijk is het hard genoeg is om voldoende afdrukken te kunnen maken voor de verkoop.
In zijn in 1495 opgerichte werkplaats drukte Dürer zijn afbeeldingen af en legde een voorraad aan. Door handelaars werd deze vervolgens op kermissen en markten te koop aangeboden.
De Duitse inscriptie van de houtsnede luidde als volgt:
In het jaar 1513 na de geboorte van Christus, heeft men de grootmachtige koning van Portugal, Emanuel van Lissabon, gebracht zulks een levendig dier. Dat noemen ze een neushoorn, die is hier in vol ornaat afgebeeld. Het heeft de kleur van een gevlekte schildpad en is met dikke vaste schillen bedekt. Het is zo groot als een olifant, maar heeft kortere poten en is weerbaar. Het heeft een sterke gepunte hoorn voor op de neus, welke hij begint te scherpen als het bij stenen is. Het is een dier van de zege, de doodsvijand van olifanten. De vrees van de olifanten moet haast onpasselijk zijn, want als het dier op hen afstormt, dan loopt het met de kop tussen de voorpoten en heft het onder de buik van de olifanten op en wurgt hen, waar zij zich niet verweren kunnen. De neushoorn is zo bewapend, dat de olifant hem niets doen kan. Ze zeggen ook, dat de neushoorn erg snel, wild en speels is.
Dürers Rhinocerus bevat niet alleen een foutieve aankomstdatum van de neushoorn in Lissabon, maar ook een anatomisch incorrecte beschrijving van de dikhuid.
Dürer heeft de neushoorn afgebeeld, als zou het een middeleeuwse ridders zijn, door een losjes op het lichaam liggend harnas bestaande uit harde platen beschermd. De platen lijken langs de naden met klinknagels bevestigd te zijn en het dier lijkt een ringkraag om de nek te dragen. Ook heeft hij een kleine, gedraaide hoorn op zijn rug geplaatst en het geschubde poten en een zaagachtige achterwerk gegeven. De huid van de neushoorn wordt weergegeven als zijnde gevlekt, waarbij ook de huid rond de schouders en aan de achterbenen met wratten bedekt lijkt te zijn.
Geen van deze kenmerken gelden voor echte neushoorns, hoewel de Surinaamse, Witte en Zwarte neushoorn wel twee hoorns dragen. Zij dragen echter beide hoorns op de neus en ook de pantserachtige bedekking ontbreekt bij deze soorten. Het is wel mogelijk dat het harnas gemaakt is voor het gevecht dat de neushoorn in Portugal met de olifant voeren zou.
Neushoorn CLARA Schilderij door Jean-Baptiste Oudry, 1749
Tot in de tweede helft van de achttiende eeuw beschouwde men Dürers voorstelling van deze neushoorn als waarheidsgetrouw. De afbeelding werd veelvuldig gekopieerd, herdrukt en verspreid. Pas toen de neushoorn Clara in de jaren '40 en '50 van de 18e eeuw door Europa trok, kwamen er meer afbeeldingen in omloop, die vervaardigd waren aan de hand van deze levende neushoorn.
En via de muziekspelers in de rechterkolom kan er ook geluisterd worden naar Antes e Depois (Vroeger en Nu) gezongen door Fernando Farinha en Alfredo Marceneiro
Homenagem à Alfredo Marceneiro por NBC feat SP & Wilson!
Fado evolueert en dat is ook te zien in de film "Fados" van de Spaanse cineast Carlos Saura.
Hij toont ons, dat het in de Portugese traditionele muziek niet altijd draait om weemoed: fado is niet enkel iets uit het verleden fado gaat niet enkel over saudade, die typische mengvorm van weemoed en verlangen op fado kan je ook dansen en dus behoort ook fado-rap tot de mogelijkheden
Luister mee naar Marceneiro gerapt door NBC feat SP & Wilson een ode aan Alfredo Marceneiro
Artista: NBC feat SP & Wilson Titulo: Marceneiro Álbum: OST - Filme Fados By Carlos Saura
ik heb vandaag zon zacht en zuidelijk gevoel / van mijn tenen tot mijn haren / ik weet niet goed wat ik nu moet, wat ik bedoel / ik kom gewoon niet tot bedaren / er zijn zinderende dingen in de lucht / en opwindende momenten / k voel het bonzen van mijn bloed / en wat er gloeit in mijn gemoed / is een Portugese lente
nu kan ik alles vergeten / wat me zo lang heeft bedrukt / want nu is het tijd om te weten / t is tijd voor geluk
ik kan het haast nog niet geloven / ik durf weer te dansen en dromen / alles is ondersteboven / wat is er gekomen in mij / ik voel de duizeling van duizend sentimenten / ik voel het gloeien van een Portugese lente
ik ben vandaag zo mooi en aangenaam van slag / ik hoor stemmen en gitaren / het is zon warme en zon wonderlijke dag / heb nog nooit zoiets ervaren / er zijn liefelijke geuren om me heen / en verliefde elementen / ik ben betoverd en verward / en wat er lispelt in mijn hart / is een Portugese lente
nu kan ik alles vergeten / wat me zo lang heeft bedrukt / want nu is het tijd om te weten / het is tijd voor geluk
ik kan het haast niet geloven / durf weet te dansen en dromen / alles is ondersteboven / wat is er gekomen in mij / ik voel de duizeling van duizend sentimenten / ik voel het gloeien van een Portugese lente / ik voel de duizeling van duizend sentimenten / ik voel het gloeien van een Portugese lente
Oorspronkelijke tekst: Uma Casa Portuguesa (muziek: V.M. Sequeira / Artur Fonseca, tekst: Reinaldo Ferreira) Nederlandse tekst: Herman Pieter de Boer
Lenny Kuhr is een begrip in het Nederlandse chanson. Na haar Troubadour-succes in 1969 op het Eurovisie Songfestival ging ze met haar huisschrijver Herman Pieter de Boer de luisterliedtoer op. Lenny Kuhr houdt van variatie en van experimenteren. Ze belandde ze eerst bij Frans Schubert en dus ook bij de Portugese Fado.
"...'k Heb van jou het eerst de fado gehoord. Ik verstond het niet, maar begreep ieder woord..." zijn woorden uit het titellied "Fadista", die de luisteraar al direct in de juiste sfeer brengen.
Lenny Kuhr bewijst met deze liedcyclus van 12 liedjes dat ze de geest en het hart van de Fado begrijpt. Ze voelt de weemoed in de muziek. Fado werd groot door Amália Rodrigues en wordt nu door de jonge garde zoals Mariza, Christina Branco e.a. in leven gehouden.
De Fado is de Portugese blues waarin weemoed, maar ook vreugde weerklinkt. De muziek vertelt over het leven en de levensomstandigheden in de achterbuurten van Lissabon. De zachte stem van Lenny Kuhr leent zich perfect voor dit muziekgenre.
In "Portugese lente" een vertaling van "Uma Casa Portuguesa" hoort men duidelijk dat Lenny Kuhr deze muziek perfect aanvoelt.
Herman Pieter de Boer, al lang haar huisschrijver, kan als geen ander teksten schrijven die Lenny liggen. Hij heeft al heel veel pareltjes voor haar geschreven. Denk maar aan "Visite".Niet minder dan tien liedjes op deze CD kwamen uit zijn pen. Lenny Kuhr nam de twee laatste liedjes voor haar rekening: "Waar is het huis", een weemoedig afscheidslied waarbij Lenny de deur van het verleden sluit, en "Hart van Fado", een lied over het verlangen.Fadista is een mooie CD. Het is een waardige ode aan de Fado en aan Amália Rodrigues. (Bron)
Lenny Kuhr een hommage aan Amália Rodrigues
fadista
'k heb je lang gekend en één keer gezien / dat is wel een beetje weinig misschien / maar ik zie nog hoe je opkwam / hoe je wachtte in het halflicht / stil aandachtig met je ogen even dicht
'k heb van jou het eerste fado gehoord / ik verstond het niet maar begreep ieder woord / en ik weet nog hoe je opkeek / hoe je spanning in de lucht hing / hoe je stem begon en hoe en hoe dat ging
refrein: en hoe je zong, fadista / hoe je dat deed / en hoe je stem tot een de sterren ging / en dieper dan de zee / hoe je daar stond, fadista / hoe je dat deed / en hoe je was, hoe 'k je nimmermeer vergeet
'k heb een andere taal maar voel net als jij / en onderhuids ben jij nog altijd bij mij / en ik zie nog hoe je opkwam / hoe de spanning in de lucht hing / stil aandachtig met je ogen even dicht
refrein
het leek of jij alleen voor mij zong / omdat je stem door alles heen drong / je zong van zeewind, waan en weemoed / zoals geen ander... dat ooit doet / je zong verdriet en trieste straten / je zong de vaandels en soldaten / je zong ook dapper, uitgelaten / je zong het verlangen / ik heb het gezien
hoe je daar zong, fadista / hoe je dat deed / en hoe je stem tot aan de sterren ging / en dieper dan de zee / hoe je daar stond, fadista / hoe je dat deed / en hoe je was...hoe 'k je nimmer meer vergeet
muziek: Lenny Kuhr en Gerard de Graal tekst: Herman Pieter de Boer
Verder kan je nog luisteren naar enkele liederen uit haar album Fadista via deze link: KLIK HIER!
Argentina Santos canta: " Naquela noite em janeiro" (Op een nacht in januari)
Fadoveterane Maria Argentina Pinto Dos Santos, die sinds 1950 leiding geeft aan haar restaurant Parreirinha de Alfama (Beco do Espírito Santo, 1, Tel: 21 886 82 09), werd in Lissabon geboren, in het Mouraria district, op 6 Januari 1926. In tegenstelling tot andere bekende zangers die al jong startten met Fado-optredens, ving Argentina Santos haar artistieke carrière aan nadat ze het restaurant overnam, waar ze op 24 jarige leeftijd begon als kok.
Elke dag, na het werk liep Argentina Santos een beetje rond in het restaurant waar iedereen haar vroeg Fado te zingen. Haar vaste, inmiddels gevleugelde antwoord was: Ik ben hier om te koken voor mijn klanten. Argentina Santos zong in Parreirinha de Alfama met fadistas die toonaangevend waren voor de geschiedenis van de Fado in Portugal; Berta Cardoso, Lucilia do Carmo, Alfredo Marceneiro, Celeste Rodrigues, Natércis da Conceição, Natalina Bizarro, Helena Tavares, Maria da Fé, Leonor Santos, Beatriz da Conceição, Fernanda Maria, die haar carrière in dit restaurant begon, Flora Pereira and Júlio Peres en vele anderen.
Mariana Silva met Alfredo Marceneiro in Parreirinha de Alfama
Dankzij de authenticiteit van haar optredens en haar persoonlijke stijl, was ze een van de meest begaafde en meest beloftevolle fadistas uit die tijd en werd ze sindsdien door Fado-experts een prachtige en geloofwaardige vertolkster van Fado genoemd, net als de andere grote zangeressen uit het verleden. De fados Duas Santas en Juras zijn de grote successen van Argentina Santos geweest, die haar eerste en enige plaat in 1960 opnam.
Het feit dat er geen nieuwe albums kwamen en dat ze niet optrad in liveshows stond haar veelbelovende carrière in de weg. Er werd veel gespeculeerd over het waarom, maar Argentina zelf legt uit: In die tijd had mijn partner niet graag dat ik voor een grot publiek zong. Ik trouwde twee jaar na zijn overlijden en toe kreeg ik hetzelfde probleem. Nu dat ik terug vrij ben, aanvaard ik de uitnodigingen die ik krijg. Het is niet zoals vroeger, want toen moest ik die weigeren. Ik ben altijd welkom in het buitenland en ik voel me zeer vereerd, want zingen is wat ik wil doen. Zoals Maria da Fé altijd zei: zingen tot mijn stem pijn doet.
Ondanks het feit dat ze haar optredens beperkte tot die in de Parreirinha de Alfama en een paar publieke en privé voorstellingen, is Argentina Santos nog steeds bekend, gewaardeerd en populair. Misschien is ze zelfs wel een van de meest representatieve zangeressen van de traditionele Fadoschool.
Argentina Santos is Fado in zijn meest pure en meest fascinerende uitdrukking.
Esta canção, escrita e cantado por John Lennon, é dedicada a todas as mulheres do universo inteiro Dit lied, geschreven en gezongen door John Lennon, is opgedragen aan alle vrouwen van het hele universum
Woman I can hardly express, Mulher, eu quase não consigo expressar Vrouw, ik kan het nauwelijks uitdrukken, My mixed emotion at my thoughtlessness, Minhas emoções confusas na minha negligência. Mijn gemengde gevoelens en mijn ondoordachtheid, After all I'm forever in your debt, Afinal de contas, estou eternamente em dívida com você. Tenslotte sta ik voor eeuwig bij je in het krijt, And woman I will try express, E, mulher, eu tentarei expressar en vrouw, ik zal proberen uit te drukken, My inner feelings and thankfullness, Meus sentimentos interiores e gratidão mijn innerlijke gevoelens en dankbaarheid, For showing me the meaning of succsess, Por me mostrar o significado do sucesso. voor het tonen van de betekenis van succes. oooh well, well, ooh, bem, bem, ooh goed, goed oooh well, well, ooh, bem, bem, ooh goed, goed
Woman I know you understand Mulher, eu sei que você compreende Vrouw, ik weet dat je begrijpt, The little child inside the man, A criancinha dentro do homem. het kleine kind in de man, Please remember my life is in your hands, Por favor, lembre-se: minha vida está em suas mãos. Alsjeblief, Herinner je, mijn leven ligt in jouw handen, And woman hold me close to your heart, E, mulher, mantenha-me próximo do seu coração en vrouw, houd me dichtbij je hart, However, distant don't keep us apart, Por mais que [estejamos] distantes, não nos mantenha separados. alhoewel, afstand houdt ons niet apart, After all it is written in the stars, Afinal de contas, está escrito nas estrelas... tenslotte staat het geschreven in de sterren. oooh well, well, ooh, bem, bem, ooh goed, goed oooh well, well, ooh, bem, bem, ooh goed, goed
Woman please let me explain, Mulher, por favor deixe-me explicar: Vrouw, laat me alsjeblieft uitleggen, I never mean(t) to cause you sorrow or pain, Eu nunca tive intenção de te causar tristeza ou dor. Ik heb nooit bedoeld je zorgen of pijn aan te doen, So let me tell you again and again and again, Então, deixe-me te dizer de novo e de novo e de novo: dus laat mij je vertellen, opnieuw, opnieuw en opnieuw, I love you (yeah, yeah) now and forever, Eu te amo, sim, sim, agora e eternamente. Ik hou van jou (ja, ja), nu en voor eeuwig, I love you (yeah, yeah) now and forever, Eu te amo, sim, sim, agora e eternamente. Ik hou van jou (ja, ja), nu en voor eeuwig, I love you (yeah, yeah) now and forever, Eu te amo, sim, sim, agora e eternamente. Ik hou van jou (ja, ja), nu en voor eeuwig, I love you Eu te amo Ik hou van jou
(De vertalingen zijn gepikt van het internet)
De Internationale Vrouwendag
De dag is een herdenking van de eerste staking van vrouwen die plaatsvond op 8 maart 1908. De staking vond plaats in New York en was gericht tegen de slechte arbeidsomstandigheden in de textielindustrie. De staking is beroemd geworden omdat de vrouwen "brood en rozen" eisten.
De staking was het prille begin van de strijd voor de vrouwenemancipatie en tegen de vrouwendiscriminatie. In 1910 stelde de Duitse Clara Zetkin tijdens een conferentie voor socialistische vrouwen in Kopenhagen voor de achtste maart uit te roepen tot Internationale Vrouwendag. Deze datum werd echter nog niet overal aangehouden. In 1912 werd in Nederland voor het eerst de Internationale Vrouwendag gevierd en wel op 12 maart.
Clara Zetkin (5 juli 1857 - 20 juni 1933) was een Duits vrouwenrechtenactiviste. Zij was actief in de socialistische en communistische vrouwenbeweging. (Caliquot links werd geschilderd door mijn vriend Etienne De Bruyne op een doek van 2,30 m op 3,30 m voor draagbed)
In 1917 brak op 8 maart wederom een staking uit vanwege de slechte arbeidsomstandigheden in de textielindustrie. Deze staking werd gehouden in Sint-Petersburg onder leiding van Alexandra Kollontai. Als gevolg van deze gebeurtenissen wordt in 1921 8 maart definitief als vaste datum voor de Internationale Vrouwendag gekozen door het Internationale Vrouwensecretariaat van de Derde Communistische Internationale.
Alexandra Kollontai (voorgrond, uiterst rechts) op de Internationale Vrouwenconferentie in Moskou, 1921. Alexandra Kollontai (Sint-Petersburg, 1872- Moskou, 1952) was een Russische revolutionaire leider en een marxistische theoretica, lid van de bolsjewistische fractie en actieve militante gedurende Russische revolutie van 1917.
Sinds in de jaren zestig de Tweede feministische golf op gang kwam wordt de Internationale Vrouwendag weer volop gevierd, meestal met demonstraties, bijeenkomsten en conferenties. Vrouwen van alle gezindten en politieke stromingen nemen deel. I n 1978 werd de Internationale Vrouwendag door de Verenigde Naties erkend.
O Dia Internacional da Mulher é celebrado a 8 de Marco. É um dia comemorativo para a celebração dos feitos econômicos, politicos e sociais alcançados pela mulher.
Vitorino o Trovador e o Romântico (e um tradução)...
Vitorino de troubadour en romanticus van het Portugese lied is een man die sinds de "Anjer revolutie" van 1974, altijd voorop op de Portugese podia te vinden is, arm in arm met mensen zoals José Afonso (Zeca), Adriano Correia de Oliveira, Sérgio Godinho, Fausto en José Mário Branco. Inmiddels staan er al meer dan 15 cds op zijn naam.
Zijn eerste werk, "Semear salsa ao reguinho", uitgebracht in 1975 tijdens een zeer instabiele sociaal- culturele periode in Portugal, is voor de Portugese volksmuziek die in de jaren 70 in een identiteitscrisis verkeerde, een referentiepunt geworden om veel muzikanten naar de juiste wegen te leiden. Ook is in dit album "Menina estás à janela" opgenomen. Gedicht en muziek van Vitorino en waarschijnlijk het mooiste en meest romantische lied ooit in Portugal geschreven.
Menina Estás à Janela Meisje aan het raam
Música Popular - Vitorino
Menina estás à janela / Meisje aan het raam Com o teu cabelo à lua / Met je haren glanzend in de maneschijn Não me vou daqui embora / Ik ga hier niet vandaan Sem levar uma prenda tua / Zonder een beeld van jou mee te nemen Sem levar uma prenda tua / Zonder een beeld van jou mee te nemen Sem levar uma prenda dela / Zonder een beeld van haar mee te nemen Com o teu cabelo à lua / Met je haren glanzend in de maneschijn Menina estás à janela. / Meisje aan het raam. (2x)
Os olhos requerem olhos / Blikken dwingen blikken af E os corações corações / En harten worden geruild E os meus requerem os teus / En het mijne vraagt om het jouwe Em todas as ocasiões. / Op alle momenten.
Menina estás à janela / Meisje aan het raam Com o teu cabelo à lua / Met je haren glanzend in de maneschijn Não me vou daqui embora / Ik ga hier niet vandaan Sem levar uma prenda tua / Zonder een beeld van jou mee te nemen Sem levar uma prenda tua / Zonder een beeld van jou mee te nemen Sem levar uma prenda dela / Zonder een beeld van haar mee te nemen Com o teu cabelo à lua / Met je haren glanzend in de maneschijn Menina estás à janela / Meisje aan het raam
Eén van de dingen die ons, als echte boergondiërs, opvielen toen wij de eerste keer in Portugal verbleven was, dat er daar Queijo Flamengo ofte Vlaamse kaas verkocht werd. Hij zag er uit en smaakte naar Edammer. Dus wij op zoek naar waar die vandaan kwam Inderdaad van de Azoren
Ilha de São Jorge vista do espaço Space Shuttle (Het eiland São Jorge gezien vanuit de Space Shuttle)
Het eiland São Jorge, in de centrale groep van de archipel van de Azoren, wordt gevormd door een langgerekt gebergte waarvan het noordelijk deel zich steil in zee stort met fascinerende kliffen.
Op zijn weidse groene velden grazen talrijke melkkoeien, die de traditionele melkproductenindustrie van het eiland van melk voorzien. Op het eiland gaat de kaasbereiding terug tot aan de 16e eeuw en is waarschijnlijk begonnen onder invloed van de Vlamingen die zich hier toen vestigden.
De als beste kaas van de Azoren geldende Queijo de São Jorge verkreeg internationale roem en wordt door talrijke landen geïmporteerd, waar de kaas om zijn licht pikante smaak, die hij door het rijpen verkrijgt, als smakelijk aperitief wordt beschouwd. Met een harde of half-harde consistentie, een gewicht van 7 tot 12 kg en een sterk aroma, laten de kazen van São Jorge iedere kaasliefhebber smullen.
De kaas wordt gebruikt in simpele en ook in geraffineerde gerechten. Maanden lang rijpt de kaas in speciale ruimtes die op een constante temperatuur gehouden worden. De kaasmakerij vindt nog volgens traditionele en eeuwenoude methodes plaats, in kleine over het eiland verdeeld kaasmakerijen. Eveneens een uitstekende reden om de belangrijkste bezienswaardigheden van het eiland te bezoeken.
Velas en Calheta zijn de belangrijkste steden, maar vanaf Pico da Esperança kunt u alle andere eilanden van de centrale eilandengroep in de verte zien liggen.
BIOGRAFIE Rabasa speelt verschillende genres warme Kaapverdische muziek. De soms ontroerende, dan weer swingende klank van mooie karakteristieke stemmen wordt begeleid op akoestische instrumenten als gitaar, cavaquinho (1), diatonische accordeon en percussie. Rabasa speelt muziek die stevig is geworteld in de Kaapverdische muziek tradities. Op basis van deze tradities heeft de groep in de loop der jaren binnen de Kaapverdische muziek een eigen geluid ontwikkeld. Het repertoire voert de luisteraar langs de verschillende genres Kaapverdische muziek, van de melancholieke morna (2) tot een dampende funana.
CABO VERDE Cabo Verde bestaat uit tien eilanden, gelegen in de Atlantische oceaan, ongeveer 400 kilometer uit de kust van Senegal. Het was een onbewoonde eilandengroep van vulkanische oorsprong waar de Portugezen rond 1460 een nederzetting hebben opgericht die als entrepot en bunker ging fungeren voor de slaven- en goederenhandel tussen de verschillende continenten. Hieruit is een nieuwe volk ontstaan, de tegenwoordige Kaapverdiaan, als product van een smeltkroes van verschillende rassen en culturen. De Portugezen en de Hollanders bevolkten als zeevaarders de wereldzeeën. De Kaapverdianen zagen in de Nederlandse rederijen een goede werkgever maar na de laagconjunctuur begin jaren zeventig moesten zij zich noodgedwongen aan wal vestigen, zo ook in Rotterdam, de thuisbasis van de meeste rederijen. Zij namen niet alleen hun gezin mee maar ook hun cultuur en rijke muzikale tradities.
RABASA De in Rotterdam woonachtige broers João, Jorge, Tó en Angelito Ortet komen uit een boerenfamilie van het kleine dorpje Rui Vaz op het eiland Santiago en vormen de kern van de groep. Geïnspireerd door hun oudere broers Lindo en Emanuel begonnen zij al op vroege leeftijd te musiceren. Zij speelden muziek en theater in de kerk en leerde de kneepjes van het vak van hun broers en door in hun dorpje samen te spelen met oudere mensen.
Het halen van water, de bron van leven, is op Cabo Verde voor veel mensen een dagelijks terugkerend ritueel. Ook de broers Ortet moesten dagelijks vele kilometers lopen van hun, in een prachtige groene omgeving op een bergtop gelegen huis naar de waterbron. Rabasa is de naam van een oude waterbron in de buurt van Rui Vaz. Deze waterbron heeft een belangrijke rol gespeeld in de kinderjaren van de broers Ortet. De naam Rabasa is dan ook symbolisch voor de bron van de rijke Kaapverdische muziektradities die de basis en de inspiratie vormen voor het repertoire van Rabasa.
Rabasa is ook Rotterdams. De multiculturele samenleving van deze stad is terug te vinden in de bezetting van Rabasa waar, naast de broers Ortet, de uit S.Lourenco dos Orgaos (Santiago) afkomstige zangeres Terezinha Fernandes, de jonge talentvolle Kaapverdiaanse musicus Paulo Bouwman, de uit Guinee Conakry afkomstige trompettist Kabiné Traoré (Tagus) en de in Rotterdam geboren percussionist Hans de Langedeel van uitmaken. Tagus speelde in het verleden jaren lang bij de legendarische band les Ambassadeurs met o.a. Salif Keita. Hans heeft een rijke ervaring met het spelen van Kaapverdische muziek. Hij speelde lange tijd bij Americo Brito, begeleide o.a. Bana, Ildo Lobo, Luis Morais, Manuel d Novas, Djozinha, Titina en Belinda bij hun concerten in Nederland. Daarnaast is Hans regelmatig te beluisteren als percussionist bij de topgroep Splash en Gil Semedo de meest populaire popzanger van Kaapverdië. Rabasa probeert de Kaapverdische cultuur uit te dragen. Niet alleen door het spelen van muziek in concertzalen en op festivals maar ook door het geven van lessen over de Kaapverdische cultuur en het overdragen van kennis van de Kaapverdische muziek aan jongeren. Muziek is een belangrijk onderdeel in het leven van de Kaapverdianen. Zo kunnen feesten, familiegebeurtenissen en kerkdiensten niet zonder muziek. Rabasa maakt in die zin deel uit van een ook in Rotterdam levende traditie.
BEZETTING
João Ortet - Zang, Cavaquinho (1), Gitaar, Ferrinho (3) To Ortet - Zang, Basgitaar Jorge Ortet - Zang, Gitaar, Mondharmonica Angelito Ortet - Zang, Diatonische accordeon, Percussie Terezinha Fernandes - Zang, Percussie Paulo Bouwman - Zang, Gitaar, Percussie Hans de Lange - Percussie Kabiné Tagus Traoré - Trompet
(1) De cavaquinho (of cavaco) is een klein gitaarvomig snaarinstrument met 4 snaren, met de grootte van een ukelele, die doorgaans een stemming heeft van een banjo met 4 snaren (D G B D). De cavaquinho wordt als slag- en solo-instrument gebruikt binnen Braziliaanse muziek zoals Samba-pagode en Samba-enredo. Het instrument vindt zijn oorsprong in Portugal.
(2) Over Morna had ik het reeds in vorige berichten, met meer uitleg over de ligging en de geschiedenis van de Kaapverdische Eilanden (klik hieronder)
(3) De ferrinho (in het Creools Kaapverdisch ferrinhu) is een muziekinstrument die bestaat uit een metalen staaf die ritmisch met een mes bestreken wordt. Waarschijnlijk is de naam "ferrinho" een aanpassing van "ferrinhos", de Portugese benaming van een triangel die in de Portugese volksmuziek wordt gebruikt. Maar ferrinho heeft meer overeenkomsten met instrumenten zoals güiro (slaginstrimunt met raspend geluid) dan met de triangel (driehoekig gebogen metalen staaf, opgehangen aan de bovenkant en aangeslagen met een kleiner metalen staafje).
Dit filmpje speelt niet synchroon en het start slechts na een 15-tal seconden, maar is toch het beluisteren waard een smaakmaker voor de film Fados van Carlos Saura... (zie ook bericht hieronder)
De fadistas zijn achtereenvolgens Vicente da Cãmara, Maria da Nazaré, Ana
Sofia Varela, Tânia Oleiro, Carminho (guitarrista), Ricardo Ribeiro en Pedro Moutinho.
De Spaanse cineast Carlos Saura (75) heeft tijdens zijn lange carrière al ruim 40 films gedraaid. In acht ervan staat muziek centraal en dat is ook het geval in zijn jongste werkstuk Fados: geen documentaire, maar veeleer een audiovisueel gedicht dat de Portugese blues als onderwerp heeft. (Lees verder hieronder)
Artikel uit DE MORGEN van vrijdag 22 februari 2008
Voor een leesbaar formaat klik op de fotos
Fados van Carlos Saura gaat op 27 februari in première in Cartoons Antwerpen, Flagey Brussel en Studio Skoop Gent.
Port (ook wel porto) is een zoete wijnsoort uit Portugal, met een alcoholgehalte dat tussen 18 en 20 procent ligt. Om port te kunnen maken zijn, naast de soort druiven, vooral ook het klimaat en de grondsoort van belang. Dit verklaart waarom port enkel gemaakt kan worden in de Dourovallei in het noorden van Portugal. Het verloop van het weer in een bepaald jaar speelt de belangrijkste rol bij het verkrijgen van een unieke kwaliteitsport, die de vintage port genoemd wordt.
De Rio Douro is na de Rio Tejo de tweede rivier van Portugal. Hij ontspringt als Rio Duero in Spanje op 2000 m hoogte in het Iberisch randgebergte, de Sierra de Urbión. Schuin boven Miranda do Douro stroomt bij het Portugese grondgebied binnen, vormt over 112 km de grens tussen de twee landen voordat hij bij Barca de Alva naar het westen afbuigt en daarna 215 km dwars door Portugal loopt tot de uitmonding bij Porto in de Atlantische Oceaan. De rivier heeft in zijn bovenloop een prachtig diep en nauw kloofdal uitgeslepen
De naam port(o) is afgeleid van de stad Porto. Port wordt sinds het begin van de 17e eeuw in Portugal gemaakt. De bereiding is ontstaan doordat Engeland in onvrede leefde met Frankrijk, dat toen al een groot wijnproducerend land was. Hierdoor ging men in andere streken op zoek naar wijn. Omdat de wijnen uit Portugal en Spanje de bootreis naar het eiland niet altijd even goed overleefden, werd er gezocht naar oplossingen hiervoor. Bij de port werd er aan het einde van de bereiding wat brandewijn toegevoegd. Pas aan het einde van de 18e eeuw ging men over de gisting te stoppen door toevoeging van wijnalcohol. Door deze stap behoudt port veel restzoet door niet vergiste suikers.
Terwijl de naam "Porto" geen beschermde merknaam is - er bestaat bij voorbeeld Zuidafrikaanse Port -, mag gerust gesteld worden dat de beste Ports uit het gebied van de D.O.C.Oporto komen. Dat is het gebied dat langs de rivier Douro (uitspreken: dowroe) is gelegen, beginnend vanaf ongeveer 110 km ten oosten van de stad (O)porto, en reikend tot ongeveer aan de Spaanse grens - waar de rivier trouwens Duero wordt genoemd, en waar ook veel wijn wordt gemaakt. De hoofdstad van het wijngebeuren is Regua. Daar staat de beroemde zwarte Sandeman hoog op de wijnheuvel tegenover het stadje (zie kaart hieronder en foto).
Wat wij als "Porto" kennen is eigenlijk een recente wijnsoort, want in dit gebied wordt al 22 eeuwen lang wijn gemaakt! En dat van in totaal meer dan honderd witte en rode druiven! Volgens de meeste bronnen begint de geschiedenis van "Port wine" rond 1680, toen Engeland in oorlog geraakte met Frankrijk en dus geen "claret" uit Bordeaux meer ingevoerd kreeg. De Britten zochten en vonden een alternatief diep in het Dourogebied. Die wijn werd met platbodems tot in Villa Nova de Gaia (zie bovenste kaarten) gevaren, waar de grote invoerders hun pakhuizen hadden. En van daar werd hij verscheept. Maar deze wijn bleek niet zo goed bestand tegen de lange zeereis. Dus versterkten Britse, en vooral Schotse invoerders de vaten met zo'n 5% brandewijn. Wat de Britten er niet bij zeggen is dat deze oplossing hen werd ingefluisterd door hun Nederlandse bondgenoten - die wisten hoe je een gewone wijn kon "verrijken" met jenever. Deze aangesterkte wijn vond men veel beter dan de gewone landwijn.
Zou Porto dan, net als sherry, een wijn-met-toegevoegde-brandewijn zijn? Neen! Want het eigenlijke Porto-procédé werd waarschijnlijk ontdekt door de abdij van Lamego. Het geheim bestaat er in dat men nog tijdens de gisting alchol met volumegehalte van ca 77% geleidelijk toevoegt aan de most tot men een % van ongeveer 18 bereikt. Het effect is dubbel: de wijn behoudt in hogere mate zijn fruitigheid, én er ontstaat een likoreuze of "genereuze" drank - in het Portugees "generoso". Voorwaarde is wel dat men de wijn minstens drie jaar op vat laat rijpen.
Let echter wel op: er werd eerst en lange tijd alleen rode portwijn gemaakt, daarna begon men met witte druiven. Maar wit haalt nooit de kwaliteit van de betere rode. En over welke druiven gaat het? In totaal heeft men 82 druivensoorten kunnen aantreffen in Portwijnen allerhande! Portwijn is in veruit de meeste gevallen en mengwijn van minstens 3-5 druivensoorten.
Leopoldo Metlicovitz Tentação é o vinho Adriano Ramos Pinto (Verleiding is de wijn Adriano Ramos Pinto) ca 1900, Porto Cie Ramos Pinto
Sinds de oprichting door Adriano Ramos Pinto in 1880 is het huis Ramos Pinto al snel bekend geworden om haar vernieuwende en ondernemende strategie. Deze was en is nog steeds gebaseerd op het toepassen van nieuwe technieken bij de wijnproductie en op de speciale aandacht voor de uitstraling en de promotie van zijn port en wijnen.
Adriano Ramos Pinto was altijd vernieuwend bezig als het ging om de marketingstrategie van zijn port. Hij selecteerde de beste materialen voor de verpakking van zijn portwijnen, bestelde kaarten en posters, ontworpen door de beste kunstenaars en ontwikkelde diverse promotionele acties die hun tijd ver vooruit waren.
Tegenwoordig houdt het huis Ramos Pinto, nu eigendom van Champagne Louis Roederer, nog steeds vast aan deze traditie als het gaat om de vernieuwing van het wijnonderzoek, bijvoorbeeld bij het selecteren van verschillende soorten druiven, beplantingsmethodes en eigen productieprocessen.
Het porthuis Ramos Pinto is eigenaar van de wijngaarden (Quintas) do Bom Retiro, da Urtiga, dos Bons Ares en de Ervamoira. Deze gebieden beslaan in totaal zon 360 ha. Het is zeer bijzonder voor een portproducent om zoveel wijngaarden in eigen beheer te hebben en het betekent dat Ramos Pinto een grote controle heeft over de kwaliteit van de druiven.
Uit het repertoire van Beatriz da Conceição live opgenomen voor haar album: "O Coração tem Três Portas" (Het hart heeft drie deuren) mét vertaling...
Ovelha negra (Zwart Schaap) Carlos da Maia / João Dias
Chamaram-me ovelha negra
Men noemt mij zwart schaap Por não aceitar a regra Omdat ik de regels niet volg De ser coisa em vez de ser Om íets te zijn in plaats van íemand Rasguei o manto de mito Ik heb de schijnwereld verlaten E pedi mais infinito En vraag om oneindig veel meer Na urgência de viver Omdat ik verlang om écht te leven
Caminhei vales e rios Ik heb door dalen en rivieren gelopen Passei fomes passei frios Heb honger en koude doorstaan Bebi água dos meus olhos Heb het water van mijn ogen gedronken Comi raízes de dor Heb wortels van smart gegeten Doeu-me o corpo de amor Mijn lichaam gevuld met liefde doet pijn Em leitos feitos escolhos In bedden gevuld met obstakels
Cansei as mãos e os braços Mijn handen en armen werden moe Em negativos abraços Van negatieve omhelzingen De que a alma esteve ausente Waarin de ziel ontbrak. Do sangue das minhas veias Het bloed uit mijn aders Ofreci taças bem cheias Bied ik in volle bekers Á sede de toda a gente Aan iedereen om hun dorst te lessen
Arranquei com os meus dedos Ik heb met mijn vingers gepulkt Migalhas de grão, segredos Om de kruimels, geheimen Da terra escassa de pão Van de aarde, uit het schaarse brood. Mas foi por mim que viveu Maar ik heb geleefd A alma que Deus me deu Met de ziel die god me heeft gegeven Num corpo feito razão. In een lichaam gemaakt uit conflicten.
Mafalda Arnauth canta "Hortelã Mourisca" de Amália Rodrigues...
Mafalda Arnauth is een van de jonge vrouwelijke singer/songwriters in de wereld van de Fado. Een bloedmooi zingende dame, die zich onderscheidt van Cristina Branco, Dulce Pontes en Misía door haar lichtere toon in de vaak zo melancholieke Portugese blues. Mafalda wil de Portugese tradities en cultuur vertegenwoordigen op een manier die past bij haar eigen woorden en muziek. Wie haar albums kent hoort inderdaad meer vrolijkheid. Hetgeen niet wegneemt dat Arnauth tot in het diepst van haar ziel de gevoelige muziek van haar vaderland vertolkt.
Optreden in het Castelo de São Jorge in Lissabon, Mafalda Arnauth zingt live "Hortelã Mourisca"
Hortela Mourisca (Moorse munt) Amália Rodrigues
Composição: Indisponível
Vem o sol de agosto, vou dormir no prado, Wanneer de augustuszon komt, ga ik slapen in de weide, Tudo lá é de gosto, sem ferro de arado. Alles is daar smaakvol, zonder een ijzeren ploeg. A cama está feita de hortelã mourisca Het bed is gemaakt van moorse munt E a macela espreita com graça e belisca! En de kamille verspreidt zijn bevalligheid en geuren!
Hortelã mourisca por entre a macela, Moorse munt tussen kamille, Vem lavar teu rosto no orvalho dela! Kom uw gezicht in hun dauw wassen! Hortelã mourisca pela madrugada, Moorse munt van de dageraad, Beijarei teus olhos, rosa perfumada! Ik wil uw ogen kussen, geurige roos!
Sob
um mar de estrelas de flor de macela, Onder een zee van sterren van kamillebloemen, Não tenho fronteiras, não tenho janelas! Heb ik geen grenzen, heb ik geen ramen Tenho a minha amada, cotovia arisca, Heb ik bemind, mijn schuwe leeuwerik, Toda perfumada de hortelã mourisca! Volledig geparfumeerd door de Moorse munt!
Ik ben Maaike/Myriam, en gebruik soms ook wel de schuilnaam LaFadista.
Ik ben een vrouw en woon in Alfeizerão-Sapateira (Portugal) en mijn beroep is mezelf zijn.
Ik ben geboren op 30/12/1949 en ben nu dus 74 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Portugal, Lissabon, Fado, poëzie, reizen in 't algemeen, lezen, kookboeken, fietsen....