vertrek in 1972 van het ruimteschip Apollo 17 (Norad ID: 6300), voor de zesde en officieel laatste bemande maanlanding.
Na een vlucht van vier dagen landen Cernan en Schmitt met de LM “Challenger” in het Taurus-Littrow gebied, de derde trap van de Saturnus raket was al op 10 december op de maan te pletter gestort. Schmitt is de eerste wetenschapper op de maan. Tijdens drie maantochten van in totaal 22 uren plaatsen de twee astronauten instrumenten, nemen ze foto’s en verzamelen maanmateriaal. Ze leggen 30 km af met hun maanvoertuig. Op 14 december stijgt de maanlander terug op om de CM “America”, met Evans aan boord, te vervoegen in de baan om de maan. Deze laatste verlaat kortstondig de capsule voor de rekuperatie van de camera en de geluidsopname die op de service module bevestigd waren.
Apollo 17 komt op 19 december neer in de Stille Oceaan en wordt door de USS Ticonderoga opgevist.
De inzittenden zijn:
Eugene A.Cernan, bevelhebber,
Harrison H.Schmitt, LM piloot,
Ronald E.Evans, CM piloot.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1960: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 18/KH-2 9013;
in 1966: de NASA technologiesatelliet ATS 1(B);
in 1968: de NASA astronomiesatelliet OAO A2;
in 1976: de CN fotospion China 7/FSW O-2 en acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1978: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1979: de RCA communicatiesatelliet Satcom 3;
in 1983: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1987: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1991: de telecomsatelliet Eutelsat 2-F3;
in 1993: de NAVO militaire communicatiesatelliet NATO 4-2.
lancering in 1958 vanaf Cape Canaveral LC5, van de VS ruimtesonde Pioneer 3.
Pioneer 3 vertrekt met de bedoeling gedurende 34 uren gegevens te verzamelen in de omgeving van de maan, om dan verder te vliegen en een baan om de zon te bereiken.
De lancering verloopt echter niet volgens plan, waardoor de sonde na 20 uren vlucht de hoogte van slechts 106600km bereikt.
Uit de oogst van 25 uren gegevens bleek de bevestiging van twee duidelijk afgescheiden stralingsgordels rond de aarde (later naar Van Allen genoemd).
Na een vlucht van 38 uren verbrandde de sonde in de dampkring op 16,4°N-18,6°O.
(afbeelding: model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1958-008A (theta 1)
Norad ID: 111
Lanceertuig: Juno II AM-11
Massa: 18/5,87 kg.
selektie in 1991 van de SLS-2 Ladingspecialisten
Jay C.Buckey,
Martin J.Fettman,
Laurence R.Young.
Hiervan kwam Young nog niet in aanmerking voor een ruimtevlucht.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: de CNES(FR) astronomiesatelliet FR-1;
in 1971: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1980: de telecomsatelliet Intelsat V-F2;
in 1995: de telecomsatellieten Insat 2C (ISRO) en Telecom 2C (FT);
in 1998: de MX telecomsatelliet Satmex 5 en de NASA astronomiesatelliet SWAS.
geboorte in 1947 te Gurvanbulag, van Jugderdemidiin Gurragcha.
Mongoolse piloot/cosmonaut.
Lid van Interkosmos 1978 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz 39.
Verbleef 7,86 dagen in de ruimte.
Eerste Mongool in de ruimte - 22 maart 1981.
Was cosmonaut tot maart 1981.
geboorte in 1949 te New York City, van Bruce Edward Melnick.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 12-1987 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 41 en 49.
Verbleef 12,98 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot juli 1992 en bleef aktief als ruimtevaartmedewerker.
selektie in 1983 van de CSA-1 astronauten
Roberta Bondar,
Marc Garneau,
Steve MacLean,
Kenneth Money,
Robert Thirsk,
Bjarni Tryggvason.
Deze eerste Canadese astronauten werden geselecteerd door de Nationale Onderzoeksraad van Canada en werden overgebracht naar het Canadese Ruimtevaart Agentschap (CSA), bij het oprichten ervan in 1989.
Alle astronauten vlogen met de Amerikaanse Space Shuttle, behalve Kenneth Money, die ontslag nam uit het CSA in 1992.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: de VS militaire navigatiesatellieten Transit 5B-2(VBN-2) en Transit 5E-3;
in 1966: de VS fotospion KH 7/OPS 1890;
in 1967: de VS fotospion KH 8-10 gambit/OPS 5000 en de militaire satelliet OV3-6/Atcos 2;
in 1968: de ESA astronomiesatelliet HEOS 1(A);
in 1978: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1979: een SU doelsatelliet Taifun 1B;
in 1980: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1986: de VS militaire satelliet Fleetsatcom/USA 20;
lancering in 1958 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde E-1 N°3.
De bedoeling van deze lancering is een sonde te pletter te laten vallen op het maanoppervlak - na een rechtstreekse vlucht - zonder tussenfase in aardorbit.
De missie mislukt door het vroegtijdig (bij T+245s) stoppen van de motoren van de 2de trap, door falende brandstoftoevoer.
(afbeelding: model van dit type sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Andere namen: AMS Luna
Lanceertuig: 8K72/B1-5(Luna)
Massa: 360 kg.
lancering in 1996 vanaf Cape Canaveral LC17B, van de VS ruimtesonde Mars Pathfinder/MPF, met de rover Sojourner.
De Mars Pathfinder was de tweede van NASA’s lage-kosten planetaire Discovery missies. Het ruimtetuig bestaat uit een stationaire lander en een oppervlakte rover. Het primaire doel was het aantonen van de haalbaarheid van de low-cost landingen op, en de verkenning van, het oppervlak van Mars. De wetenschappelijke experimenten gingen over de atmosfeer, fotografie van het oppervlak, rots- en bodemsamenstelling en klimaat.
MPF landde op 4 juli 1997 in de Ares Vallis regio 19°N – 34°W. De lander is kreeg de naam Sagan Memorial Station. Twee dagen later begon de 10 kg lichte rover zijn tocht op het oppervlak. Na spektakulaire foto’s kwamen spoedig geologische gegevens en meetresultaten binnen bij de vluchtleiding. Hoogtepunten in het onderzoek betroffen oa het rotsblok Yogi en de Barnacle Bill steen. Op de meer dan 9600 foto’s zijn de sporen te zien van uitgedroogde waterbekkens. Metingen geven de temperatuur aan van -32°C(nacht) en +18°C(dag).
De gegevensstroom stopt om onbekende redenen op 27 september.
(afbeeldingen: de rover op mars en een marsbeeld vanaf de lander)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1996-068A
Norad ID: 24667
Andere namen: MESUR Pathfinder, Carl Sagan Memorial Station
Lanceertuig: Delta II 7925
Massa: 463 kg.
vertrek in 1965 van het ruimteschip Gemini GT-7 (Norad ID: 1812), voor een 14-daags verblijf in een baan om de aarde.
De doelstellingen van deze 4de bemande vlucht in de Gemini-reeks zijn: meervoudige benadering van de 2de trap van de lanceerraket Titan II, rendez-vous met GT-6, evaluatie van verblijf in de capsule zonder ruimtepak en terugval dichter bij de voorziene plaats in zee.
Zoals gebruikelijk behoorden ook technische, wetenschappelijke en medische exerimenten tot het takenpakket.
De astronauten waren na de vlucht in “betere dan verwachte” conditie en hadden enkel hinder ondervonden van een opengebarsten urinezakje. Naar eigen zeggen leek het als “verbleven ze twee weken in een toilet”.
De inzittenden zijn:
Frank J.Borman, bevelhebber-piloot,
James A.Lovell, Jr, co-piloot.
vertrek in 1998 van de ruimtependel Endeavour STS 88 (Norad ID: 25549), voor de eerste uitbreiding van de basismodule van het toekomstig ruimtestation ISS.
Dit wordt het grootste internationaal ruimteavontuur tot die datum, met de koppeling van de meegebrachte Node 1 Unity aan de Zariya Controlemodule die al door de Soviet Unie in orbit gebracht is. Zariya was tot dan het massiefste voorwerp ooit in de ruimte.
Astronaut Cabana bediende de robotarm om de twee modules samen te brengen en de missiespecialisten Ross en Newman maakten gedurende drie buitenaktiviteiten (EVA) de nodige verbindingen.
Tijdens de 12-daagse missie wordt ook de militaire satelliet MightySat 1 in de ruimte gezet.
De inzittenden zijn:
Robert D.Cabana, bevelhebber,
Frederick W.Sturckow, piloot,
Nancy J.Sherlock/Currie, missiespecialist,
Jerry L.Ross, missiespecialist,
James H.Newman, missiespecialist,
Sergei K.Krikalyov, missiespecialist.
geboorte in 1945 te Sault Ste Marie – Ontario, van Roberta Lynn Bondar.
Canadese ladingspecialist/astronaute – Neuroloog.
Lid van CSA 1-1983 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 42.
Verbleef 8,05 dagen in de ruimte.
Was astronaute tot januari 1992.
geboorte in 1952 te Cleveland – Ohio, van Ronald Michael ‘Ron’ Sega.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Huwde astronaute Bonnie Dunbar.
Lid van NASA 13-1990 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 60 en 76.
Verbleef 17,52 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot juni 1996.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: de VS fotospion KH-4 9049/FTV 1155;
in 1964: de VS fotospion KH 7-14/OPS 4439;
in 1968: de VS militaire satelliet OPS 6518/KH 8?
in 1969: de VS militaire satelliet KH4B/OPS 6617;
in 1973: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
in 1975: de VS fotospion Big Bird 11/KH9-11;
in 1977: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1981: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1984: de VS militaire satelliet USA 6/KH11-6;
in 1986: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1990: de SU militaire waarnemer Kobal’t en een oceaanobservatie satelliet US-PM;
in 1999: zeven VS telecomsatellieten van de Orbcomm-serie.
lancering in 1970 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtesonde Soyuz 7K-L1Ye n°2K.
Dit is een testvlucht van de Blok D bovenste trap van de N1 maanraket, met als lading een gewijzigde maanorbiter Soyuz 7K-L1, als voorbereiding van bemande Soviet maanvluchten.
De test bestond uit de simulatie van de vlucht in orbit rond en de afdaling tot boven de maan van de LK maanlander.
De lading bestond vooral uit TV-camera’s welke het gedrag van de Blok D brandstof in gewichtloze toestand toonden.
(afbeelding: de kombinatie tijdens de bouw ervan)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1970-103A
Norad ID: 4786
Andere namen: Kosmos 382
Lanceertuig: Proton-K/D 252-01
Massa: 10380 kg.
vertrek in 1974 van het ruimteschip Soyuz 16 (Norad ID: 7561), voor een 6-daagse testvlucht in een baan om de aarde.
Deze vlucht vindt plaats in het kader van de geplande Soyuz-Apollo missie. Daartoe is de capsule uitgerust met een systeem voor de koppeling van de twee totaal verschillende ruimteschepen. Terzelfdertijd leerden de leden van de grondstations samen te werken.
De missie slaagde volkomen en de verantwoordelijken van beide ruimteorganisaties waren gelukkig met de resultaten.
De inzittenden zijn:
Anatoli V.Filipchenko, gezagvoerder,
Nikolai N.Rukavishnikov, vluchtingenieur.
vertrek in 1988 van de ruimtependel Atlantis STS 27 (Norad ID: 19670), voor de derde opdracht van het Ministerie van Landsverdediging (Dod).
Het doel en de lading van deze 4-daagse vlucht in aardorbit zijn geheim.
Het is enkel bekend dat de militaire radar weersatelliet Lacrosse 1/USA 34 door de bemanning in de ruimte geplaatst werd.
De inzittenden zijn:
Robert L.Gibson, bevelhebber,
Guy S.Gardner, piloot,
Richard M.Mullane, missiespecialist,
Jerry L.Ross, missiespecialist,
William M.Shepherd, missiespecialist.
vertrek in 1990 van de ruimtependel Columbia STS 35 (Norad ID: 20980), voor een 9-daagse wetenschappelijke missie in een baan om de aarde.
Oorspronkelijk moest deze vlucht starten op 16 mei, maar na het verschijnen van meerdere gebreken en de vooropstelling van verscheidene lanceerdata vertrekt Columbia uiteindelijk op 2 december.
Ook met de hoofdlading, zijnde het Astro-1 UV en IR-observatorium, liep het niet naar wens.
Andere opdrachten voor de bemanning waren oa experimenten met SAREX-2 ten behoeve van radio-amateurs en het onderricht van studenten vanuit de ruimte.
De vlucht werd met één dag ingekort wegens de voorspelling van slecht weer op de landingsplaats AFB Edwards.
De inzittenden zijn:
Vance D.Brand, bevelhebber,
Guy S.Gardner, piloot,
Jeffrey A.Hoffman, missiespecialist,
John M.Lounge, missiespecialist,
Robert A.Parker, missiespecialist,
Samuel T.Durrance, ladingspecialist,
Ronald A.Parise, ladingspecialist.
vertrek in 1990 van het ruimteschip Soyuz TM11 (Norad ID: 20981), naar het Soviet ruimtestation MIR.
De taak van de bemanning is de voortzetting van het onderzoek en de experimenten in de ruimte.
Naar gewoonte is de vluchtleiding karig met gegevens hierover.
Afanasyev en Manarov keren na 175 dagen terug naar de aarde en brengen Sharman mee. Deze was vertrokken aan boord van Soyuz TM12 als eerste UK-astronaute en werd de eerste vrouw aan boord van MIR. Ze verbleef er 8 dagen in het kader van het Juno-projekt.
Akiyama zal op 10 december landen in Soyuz TM10.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Viktor M.Afanasyev, gezagvoerder,
Musa K.Manarov, vluchtingenieur,
Tohiro Akiyama, wetenschapper - TBS-Japan;
bij de landing:
Viktor M.Afanasyev, gezagvoerder,
Musa K.Manarov, vluchtingenieur,
Helen P.Sharman, wetenschapster.
vertrek in 1992 van de ruimtependel Discovery STS 53 (Norad ID: 22259), voor de laatste opdracht van het Ministerie van Landsverdediging (Dod).
Dit is de eerste vlucht van Discovery, na uitgebreid onderhoud dat nodig bleek na de opdracht van februari.
Tijdens de eerste dag wordt de geheime satelliet DoD-1/ODERAX/USA 89 in de ruimte geplaatst, waarna de geheimhouding van de taken van de bemanning min of meer opgeheven wordt.
De pendel landt op 9 december.
De inzittenden zijn:
David M.Walker, bevelhebber,
Robert D.Cabana, piloot,
Guion S.Bluford, missiespecialist,
James S.Voss, missiespecialist,
Michael R.Clifford, missiespecialist.
vertrek in 1993 van de ruimtependel Endeavour STS 61 (Norad ID: 22917), voor het verhelpen van een fout aan de optiek van de Hubble Ruimteteleskoop.
Hiermee start de NASA haar meest ambitieuze missie sinds jaren, namelijk de “genezing van de bijziendheid” van de HST, veroorzaakt door de foutief geslepen hoofdspiegel.
ESA astronaut Nicollier stond in voor het benaderen van de teleskoop en het vastgrijpen ervan met de robotarm. Er waren 5 aktiviteiten (EVA), van telkens twee astronauten nodig, om de klus in bijna 36 uren te klaren. In hoofdzaak bestond het werk in het aanbrengen van het 290 kg zware Cospar optiek en nieuwe zonnepanelen en gyroscopen.
Op 12 december werd Hubble terug losgelaten in de ruimte, waarna Endeavour op 13 december landde.
De inzittenden zijn:
Richard O.Covey, bevelhebber,
Kenneth D.Bowersox, piloot,
Story F.Musgrave, ladinggezagvoerder,
Kathryn C.Thornton, missiespecialist,
Claude Nicollier, missiespecialist – ESA,
Jeffrey A.Hoffman, missiespecialist,
Thomas D.Akers, missiespecialist.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1970: de SU ionosfeersatelliet Kosmos 381;
in 1971: de SU militaire wetenschapssatelliet DS-U2-Mt en de SU/EZ/DE astronomiesatelliet Interkosmos 5;
in 1972: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-22;
in 1976: de SU communicatiesatelliet Molniya 2-16 en een ELINT-satelliet Tselina-O;
in 1986: een SU wetenschapssatelliet Musson;
in 1990: de NASA UV-telescoop Astro 1;
in 1992: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-43;
in 1995: de satelliet voor zonsobservatie SOHO;
in 1997: de SES telecomsatelliet Astra 1G, de DE astronomiesatelliet Equator-S en de JP telecomsatelliet JCSat 5.
lancering in 1964 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde 3MV-4A N°2/Zond 2.
Zond 2 is een automatisch interplanetair station dat vanaf een platform (Tyazheliy Sputnik) in aardorbit, naar mars geschoten wordt met diverse meetinstrumenten aan boord.
De sonde is tevens een test van zes ionenmotoren en zou een landingscapsule bevat hebben, of bedoeld zijn als marspassage. Contact wordt verloren in april 1965 op weg naar mars.
De sonde vliegt op 6 augustus 1965 op een afstand van 1500km aan mars voorbij en leverde geen gegevens.
(afbeelding: model van dit type sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1964-78A
Norad ID: 945
Lanceertuig: Molniya 8K78
Massa: 890kg.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1968: een SU aardobservatiesatelliet Sfera;
in 1971: een SU ELINT-satelliet Tselina-O;
in 1972: de SU astronomiesatelliet Interkosmos 8;
in 1973: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-26 en de Soyuz testvlucht 7K-T n°34A;
in 1983: de SU communicatiesatelliet Gorizont 8 en een militaire waarnemer Oktan;
lancering in 1964 vanaf Cape Canaveral LC12, van de VS ruimyesonde Mariner 4.
Mariner 4 is een ruimtesonde bedoeld om wetenschappelijke gegevens te verzamelen tijdens het voorbijvliegen aan Mars. Deze sonde slaagt er voor het eerst in om bodemfoto’s door te seinen.
Op 15 juli 1965 passeert Mariner 4 de planeet op 9900km en maakt 21 foto’s.
De sonde had een TVcamera aan boord, alsmede instrumenten voor de waarneming van oa kosmische
straling, magnetisme, zonnewind en micro-meteorieten, en voor studie van de atmosfeer.
Enkele resultaten zijn: T°-100°C; druk 4à7mbar; ontdekking van kraters en sneeuw.
(afbeeldingen: desonde yijdens de bouw ervan en één van de foto’s van de marsbodem)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1964-077A
Norad ID: 938
Andere namen: Mariner C-3
Lanceertuig: Atlas Agena D 288D
Massa: 366 kg.
lancering in 1969 vanaf Baikonur LC83/21, van de Soviet ruimtesonde Soyuz 7K-L1E N°1.
Dit moest een testvlucht worden van de Blok D bovenste trap van de N1 maanraket, met als lading een gewijzigde maanorbiter Soyuz 7K-L1, als voorbereiding van bemande Soviet maanvluchten.
De lading bestond vooral uit TV-camera’s welke het gedrag van Blok D in gewichtloze toestand moesten tonen.
De lancering mislukt echter, maar zal een jaar later als Kosmos 382 wel slagen.
(afbeelding: de kombinatie tijdens de bouw ervan)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lanceertuig: Proton-K/D 245-01
Massa: 10380 kg.
vertrek in 1983 van de ruimtependel Columbia STS 9/41A (Norad ID: 14523), voor een 10-daagse missie in een baan om de aarde.
De vlucht die gepland stond voor 30 september, maar uitgesteld wegens een technisch probleem, draagt voor de eerste maal Spacelab-1 en zes astronauten naar de ruimte.
Dit ruimtelaboratorium is een gezamenlijk projekt van NASA en ESA. Voor de bediening ervan gaat voor het eerst een ESA astronaut, de Duitser Ulf Merbold, mee.
Spacelab is een orbitaal laboratorium bestaande uit een cilindrische onder druk blijvend module welke in de laadruimte van de pendel blijft.
In totaal worden 73 onderzoeken uitgevoerd op gebied van onder andere: astronomie, fysica, biowetenschappen, materiaalkennis, ruimte plasmafysica en technologie.
Eerst zes personen in de ruimte uitgevoerd op een enkel voertuig.
De inzittenden zijn:
John W.Young, bevelhebber,
Brewster H.Shaw , Jr, piloot,
Owen K.Garriott, missiespecialist,
Robert A.Parker, missiespecialist,
Byron K.Lichtenberg, ladingspecialist,
Ulf D.Merbold, ladingspecialist - ESA.
geboorte in 1951 te Fresno – California, van Barbara Radding Morgan.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute - Lerares.
Lid van TIS-1995 en NASA 17-1998 selektie.
Maakte ruimtevlucht in STS 118.
Verbleef 12,77 dagen in de ruimte.
Was astronaute tot augustus 2008.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: de SU koppeltest Soyuz OK-2;
in 1973: een SU doelsatelliet DS-P1-M-Yu en een fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1975: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
in 1978: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1981: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-1M;
in 1985: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1989: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-36;
vertrek in 1980 van het ruimteschip Soyuz T3 (Norad ID: 12077), naar het Soviet ruimtestation Salyut 6.
Dit is de 13de expeditie naar het station, met voor het eerst sinds 1971 drie cosmonauten aan boord. Tijdens hun 13-daags verblijf deden ze de gebruikelijke experimenten en studies op “biologische specimen” die ze meebrachten. De meeste tijd brachten ze echter door met de nodige herstellingen aan de uitrusting en het opknappen van het station.
De inzittenden zijn:
Leonid D.Kizim, gezagvoerder,
Oleg G.Makarov, vluchtingenieur,
Gennady M.Strekalov, wetenschapper.
geboorte in 1952 te Flushing - New York, van James Donald ‘Wexbee’ Wetherbee.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 10-1984 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 32, 52, 63, 86, 102 en 113.
Verbleef 66,54 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot januari 2005.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: de VS technologietest Centaur AC2, de wetenschapssatelliet Explorer 18/IMP 1(A) en de fotospion KH-4 9061/OPS 2260
in 1965: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1970: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-16;
in 1973: een SU ELINT-satelliet Tselina-O;
in 1974: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1979: een SU ELINT-satelliet Tselina-D;
in 1980: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1984: de SU weersatelliet Meteor-3-1;
in 1992: de SU communicatiesatelliet Gorizont 27;
in 1997: de NASA technologiesatelliet ETS 7/Kiku 7;
lancering in 1959 vanaf Cape Canaveral LC14, van de VS ruimtesonde Able IV B.
Pioneer P-3 is bedoeld als maanorbiter, maar het radiokontakt gaat al na 104 sec verloren bij het uiteenvallen van de combinatie. De oorzaak lag in het te vroeg loskomen van de neuskegelafscherming bij T+45 sec.
De sonde moest een pakket instrumenten in orbit omheen de maan brengen, welke de ruimte tussen aarde en maan uitgebreid zou onderzoeken, alsmede metingen verrichten ivm topografie en magnetisme.
De sonde was ontwikkeld door het JPL en op kosten van NASA en gelanceerd door de Luchtmacht.
(afbeelding: model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Andere namen: Pioneer P-3, Pioneer-X
Lanceertuig: Atlas Able 20D / Able-5
Massa: 168 kg.
vertrek in 1985 van de ruimtependel Atlantis STS 23/61B (Norad ID: 16273), voor een 7-daagse wetenschappelijk-technische missie in een baan om de aarde.
Drie communicatiesatellieten worden in de ruimte gezet: MORELOS-B (Mexico), AUSSAT-2/Optus A2 (Australië) en SATCOM KU-2 (RCA Americom).
Ross en Spring oefenen ruimtetechnieken in het open ladingcompartiment. Ze testen gedurende twee ruimtewandelingen, van respektievelijk 5u 30min en 6u 40min, manieren uit voor het assembleren en demonteren van technische structuren in de ruimte.
De inzittenden zijn:
Brewster H.Shaw, Jr, bevelhebber,
Bryan D.O'Connor, piloot,
Mary L.Cleave, missiespecialist,
Sherwood C.Spring, missiespecialist,
Jerry L.Ross, missiespecialist,
Rodolfo Neri Vela, ladingspecialist - Mexico,
Charles D.Walker, ladingspecialist.
vertrek in 1988 van het ruimteschip Soyuz TM7 (Norad ID: 19660), naar het Soviet ruimtestation MIR.
Aan boord bevindt zich ESA astronaut Chrétien, die samen met zijn Russische kollega’s gedurende 25 dagen wetenschappelijke studies en experimenten zal doen, waarna hij terugkeert in Soyuz TM6. Volkov en Krikalyev brengen bij hun landing op 27 april 1989 cosmonaut Polyakov mee, die 241 dagen in de ruimte was.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Alexander A.Volkov, gezagvoerder,
Sergei K.Krikalyev, vluchtingenieur,
Jean-Loup J.Chrétien, wetenschapper - ESA Aragatz;
bij de landing:
Aleksandr A.Volkov, gezagvoerder,
Sergei K.Krikalyev, vluchtingenieur,
Valeriy V.Polyakov, wetenschapper.
geboorte in 1937 te Moskou, van Dr Boris Borisovich Yegorov.
Russische medicus/cosmonaut.
Lid van Medici 1 groep.
Maakte ruimtevlucht in woskhod 1.
Verbleef 1,01 dagen in de ruimte.
Eerste medicus in de ruimte - 12 oktober 1964.
Was cosmonaut tot 14 oktober 1964.
Overlijdt aan hartaanval op 12 september 1994 te Moskou.
geboorte in 1963 te Cheverly – Maryland, van Richard Rorbert 'Ricky' Arnold II.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA groep 19-2004 “The Peacocks”.
Maakte ruimtevlucht in STS 119.
Verbleef 12,81 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 12u34’.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: de FR technologiesatelliet Asterix A1 en een SU militaire wetensschapssatelliet DS-U2-M;
in 1975: de CN fotospion FSW O-1/China 4;
in 1976: een SU oceaanobservatie satelliet US-P;
in 1982: de SU doelsatelliet Raduga 11;
in 1987: een SU militaire communicatiesatelliet Al'tair;
in 1989: de MIR uitbreidingsmodule Kvant 2;
in 1990: de VS militaire satelliet USA 66/Navstar 2A-01;
in 1991: de VS militaire weersatelliet USA 73/DMSP-F11 en een SU militaire navigatiesatelliet Parus.
vertrek in 1991 van de ruimtependel Atlantis STS 44 (Norad ID: 21795), voor een militaire missie in een baan om de aarde.
De lancering die voor 19 november voorzien was, wordt uitgesteld als gevolg van storingen aan de lanceerhulp (Inertial Upper Stage) van de militaire DSP-satelliet USA 75 (Defensie Support Program), die tijdens de 7-daagse vlucht in de ruimte geplaatst wordt.
De inzittenden zijn:
Frederick D.Gregory, bevelhebber,
Terence T.Henricks, piloot,
Mario Runco, Jr, missiespecialist,
James S.Voss, missiespecialist,
Story F.Musgrave, missiespecialist,
Thomas J.Hennen, ladingspecialist.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: de VS fotospion KH-4 9048/FTV 1135;
in 1969: een SU doelsatelliet DS-P1-M-Yu;
in 1969 en 1977: een SU aardobservatiesatelliet Sfera;
in 1970: een SU doelsatelliet DS-P1-M-Yu en de maanlander test Soyuz T2K-1;
in 1971: de SU communicatiesatelliet Molniya 2-01;
in 1983: een SU wetenschapssatelliet Musson;
in 1986: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1988: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1989: een SU afluistersatelliet US-PM;
in 1992 en 1994: een SU ELINT-satelliet Tselina-D;
lancering in 1965 vanaf Baikonur LC31, van de Soviet ruimtesonde 3MV-4 N°6.
Deze sonde moet wetenschappelijke gegevens doorseinen tijdens het voorbijvliegen aan venus.
Oorspronkelijk was 3MV-4-6 bedoeld als mars-sonde, maar het lanceervenster voor deze vlucht was voorbij.
Door de explosie van één der motoren blijft de sonde in aardorbit steken en krijgt daardoor een kosmosnummer.
(afbeelding: model van dit type sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1965-094A
Norad ID: 1742
Andere namen: Kosmos 96
Lading: Venussonde 3MV-4
Lanceertuig: Molniya 8K78M
Massa: 960 kg.
lancering in 1972 vanaf Baikonur LC110L, van de Soviet ruimtesonde Soyuz 7K-LOK.
Sojoez 7K-LOK, of gewoonweg LOK (Lunniy Orbitalny Korabl), wat “ruimteschip voor maanorbit” betekent, was een ruimtevaartuig ontworpen voor bemande vluchten naar de maan.
De LOK zou twee cosmonauten in een baan rond de maan brengen als moederschip voor de Lander (LK), die één bemanningslid naar het maanoppervlak zou brengen.
Het was een deel van de N1-L3-programma met ook de LK lander en de N1 raket.
Bij de lancering gaat het na 107 seconden mis en de N1 explodeert. De brokstukken vallen van 40 km hoogte naar beneden.
(afbeelding: model van deze sonde in expo-ruimte)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lanceertuig: N1 11A52 7L
Massa: 9850 kg.
geboorte in 1935 te Moskou, van Vladislav Nikolayevich Volkov.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia Ingenieur 1-1966 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz 7 en 11.
Verbleef 28,71 dagen in de ruimte.
Bemanningslid van eerste ruimtestation – salyut 1.
Sterft bij de landing van Soyuz 11 op 30 juni 1971.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1960: de NASA weer- en aardobservatiesatelliet TIROS 2;
in 1967: een SU navigatiesatelliet Tsiklon;
in 1974: de UK militaire communicatiesatelliet Skynet 2B;
in 1976: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1977: de EUMETSAT aardobservatiesatelliet Meteosat 1 (F-1);
in 1983: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-59;
in 1988: een SU ELINT-satelliet Tselina-2;
in 1989: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1990: de SU communicatiesatelliet Gorizont 22;
in 1990: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-79;
in 1999: de VS militaire communicatiesatelliet UFO 10.
lancering in 1967 vanaf Baikonur LC81/24, van de Soviet ruimtesonde Zond/7K-L1 N°5L.
Dit is de 2de lancering van negen in het kader van het Zond-programma, als voorbereiding op de latere Soviet bemande maanvluchten. De bedoeling was om een capsule rondom de maan te laten vliegen om daarna een zachte landing te maken op aarde.
Door slechte werking van de 2de trap van de lanceerraket wordt de aardorbit niet bereikt en komt de capsule, door het automatisch reddingssysteem (SAS), vrij en maakt 285 km verder een harde landing.
(afbeelding: dit type sonde in konstruktie)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lading: Soyuz 7K-L1
Lanceertuig: Proton-K 8K78K/D
Massa: 5390 kg.
vertrek in 1989 van de ruimtependel Discovery STS 33 (Norad ID: 20329), voor de 5de geheime missie in een baan om de aarde.
Eén van de opdrachten is het in de ruimte plaatsen van de USA 48/Magnum 4 militaire satelliet, als deel van het VS SIGINT afluistersysteem.
De lancering werd 2 dagen uitgesteld door verdacht gedrag van de elektronika aan één der raketten op vaste brandstof.
Discovery landde zoals voorzien na een verblijf van 5 dagen in de ruimte.
De inzittenden zijn:
Frederick D.Gregory, bevelhebber,
John E.Blaha, piloot,
Story F.Musgrave, missiespecialist,
Manley L.Carter, Jr, missiespecialist,
Kathryn C.Thornton, missiespecialist.
geboorte in 1930 te Enid – Oklahoma, van Dr Owen Kay Garriott.
Amerikaanse wetenschapper/astronaut.
Lid van Nasa 4-1965 groep.
Maakte ruimtevlucht in skylab 2 en STS 9/41A.
Verbleef 69,79 dagen in de ruimte.
Maakte 3 ruimtewandelingen - samen 13u43’(0,57 dagen).
Verlaat Nasa in juni 1986 en blijft tot 1993 aktief in de ruimtevaart.
geboorte in 1942 te Philadelphia – Pennsylvania, van Dr Guion Steward ‘Guy’ Bluford Jr.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 8-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 8, 22/61A, 39 en 53.
Verbleef 28,69 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot juni 1993.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1972: de ESA astronomiesatelliet ESRO 4;
in 1985: een SU ELINT-satelliet Tselina-D;
in 1991: een SU militaire communicatiesatelliet Geizer;
in 1992: de VS militaire satelliet USA 85;
in 1998: de SU telecomsatelliet Bonum 1;
in 1999: de LORAL communicatiesatellieten globalstar M29, M34, M39 en M61.
vertrek in 1996 van de ruimtependel Columbia STS 80 (Norad ID: 24660), voor een 18-daagse wetenschappelijke missie in een baan om de aarde.
De hoofdopdracht is het voor de 2de maal in de ruimte zetten en terugvangen van het instrumentenpallet ORFEUS-SPAS-II (Far and Extreme Ultraviolet Spectrometer-Shuttle Pallet Satellite II). Dit pallet verzamelde gedurende twee weken wetenschappelijke gegevens van oa UV-stralen over ongeveer 150 hemellichamen.
Twee van de secundaire ladingen waren de spectrograaf IMAPS voor meting van interstellaire absorptie en WSF-3 voor experimenten met half-geleider films in een ultra-vacuum omgeving achter dit schijfvormig apparaat. Deze laatste werd na drie dagen van vrije vlucht terug naar binnen gebracht.
Geplande buitenaktiviteiten (EVA) door astronauten Jernigan en Jones konden niet doorgaan wegens moeilijkheden met de luchtsluis.
Musgrave (bijgenaamd ET) is als 61-jarige de tot dan oudste astronaut en vloog in 5 verschillende ruimtependels.
De inzittenden zijn:
Kenneth D.Cockrell, bevelhebber,
Kent V.Rominger, piloot,
Tamara E.Jernigan/Wisoff, missiespecialist,
Thomas D.Jones, missiespecialist,
Story F.Musgrave, missiespecialist.
vertrek in 1997 van de ruimtependel Columbia STS 87 (Norad ID: 25061), voor een wetenschappelijke missie van 16 dagen in aardorbit.
De hoofdlading is USMP-4 (US Microgravity Payload) voor experimenten ivm het gedrag van materialen en brandstof in micro-zwaartekracht omgeving. Het is een Spacelab project beheerd door het Marshall Space Flight Center.
Het in de ruimte zetten van de UV-satelliet Spartan 201-4, met de robotarm bediend door Chawla op 21 november, mislukte gedeeltelijk, waardoor Scott en Doi deze later met de hand moesten naar binnen halen.
Doi was hiermee de eerste Japanner die deelnam aan een buitenaktiviteit (EVA).
De inzittenden zijn:
Kevin R.Kregel, bevelhebber,
Steven W.Lindsey, piloot,
Winston E.Scott, missiespecialist,
Kalpana Chawla, missiespecialist,
Takao Doi, missiespecialist - NASDA,
Leonid K.Kadenyuk, ladingspecialist - NSAU.
geboorte in 1956 te Elmira - New York, van Eileen Marie Collins.
Amerikaanse piloot/astronaute - USAF testpiloot.
Lid van NASA 13-1990 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 63, 84, 93 en 114.
Verbleef 36,34 dagen in de ruimte.
Eerste vrouwelijke pendelpiloot en gezagvoerder.
Was astronaute tot april 2006.
geboorte in 1958 te Longeville-les-Metz, van Jean-Francois André Clervoy.
Franse missiespecialist/astronaut.
Lid van CNES 1-1985, ESA 1-1992 en NASA 14-1992 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 66, 84 en 103.
Verbleef 28,13 dagen in de ruimte.
selektie in 1996 van de Chinese Soyuz-Gastcosmonauten
Qinglong Li,
Jie Wu.
Geen van beide maakte een ruimtevlucht.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: de VS wetenschapssatelliet Explorer 30/SR 8/SE-A;
in 1966: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1971: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1978: de NAVO/VS militaire communicatiesatelliet NATO 3C;