.In het broedseizoen heeft hij een territorium nodig van ongeveer 40 hectaren. Dit is behoorlijk wat minder dan zijn soortgenoot, de groene specht die aanspraak maakt op een domein van zowat 100 hectaren.
Niet tegenstaande zijn kleiner grondgebied is het mannetje binnen de spechtensoorten een hoogwaardigheidsbekleder, want hij heeft een rood kardinaalspetje op zijn achterhoofd staan.
Het wijfje is verstoken van dit ornament, alhoewel ze het in haar jeugd wel heeft gehad. Alle jongen hebben een mooi satijnrood petje, maar enkel bij de mannetjes blijft er later iets van over.
De bonte specht is en stuk kleiner dan de groene specht en heeft zowat de grootte van een spreeuw.
Zijn korte, krachtige "tsjik"-roep hoor je tamelijk ver.
Om zijn aanwezeigheid kenbaar te maken heeft hij, binnen zijn residentie, zorgvuldig enkele goed resonerende takken of stammen uitgekozen. Die vormen zijn vaste drumstellen en daarmee maakt hij indruk op zijn buren of soortgenoten.
Met zijn geroffel lokt hij ook een wijfje. het gebeurt dat meerdere wijfjes slaags geraken om een mannetje. Zij zitten elkaar dan meestal laag bij de grond achterna rond de voet van de stam. het mannetje ziet dit wel, maar bemoeit er zich niet mee.