Dario is net 15 maanden en nog een drietal weken de benjamin. Rond kerstavond wordt hij namelijk grote broer.
Een beetje oefenen om die toekomstige kleine voor te lezen kan nooit kwaad, ik kan het zelfs ondersteboven
Een gek hoedje of een kiekeboespelletje zijn ook altijd goed om een baby vrolijk te houden, ik repeteer elke dag vlijtig Af en toe moet er evenwel ernstiger werk geleverd worden : ik probeer al enkele ingenieuze contructies op schaal uit, zodat ik het die nieuwe kleine duidelijk kan demonstreren Och, en als het niet direct lukt in mijn eentje, is grote zus Jade er natuurlijk ook nog om een handje mee uit te steken
Maanden voorbereiding, dan vijf voorstellingen en pfffttt...het is vervlogen.
Ik heb me geamuseerd, heb zelf niet lang hoeven te repeteren omdat ik slechts een kleine rol had, waardoor ik ook zeer ontspannen naar de opvoeringen kon gaan en genieten van het hele spel.
Bovenal heb ik sommige mensen beter leren kennen en waarderen, jongere acteurs waarmee ik nog niet had samengewerkt.
De verstandhouding was uitstekend, er heerste een warme, vriendschappelijke sfeer...geen wanklanken of irritaties...het was heerlijk om even deel uit te maken van dit groepje!
Last but not least : het publiek kon onze Koppels heel erg smaken, dat werd mij verrassend duidelijk bij de première. Het was fantastisch om die eerste reacties in de zaal te horen en te beseffen het werkt!.
De hilarische, karikaturale begrafenisscène werd een hoogtepunt voor spelers en publiek en met onze gospel-achtige versie van Stand by me mochten we meerdere open doekjes in ontvangst nemen.
Er moest in dit stuk nogal wat geknuffeld worden; het verbaasde me niks dat die bij onze laatste voorstelling net iets intenser en méér dan alleen maar geacteerd waren.
Om het met de woorden van mijn kleine solo te zeggen :
Gisteren, donderdagavond, zouden we de eerste voorstelling van Koppels spelen voor dit weekend.
Fris gedoucht en netjes opgetut, wil ik om 18u30 naar Wilrijk vertrekken.
Mijn schoenen heb ik al een halfuurtje geleden van de garage naar de inkomhal gebracht, zodat ze niet te koud zouden aanvoelen.
Ik trek mijn jas aan, grabbel mijn tas beet en stap in mijn schoenen.
Even denk ik : hé, er zit iets in ...au..t lijkt wel een punaise...
Pikkerdepik - PIK PiiiiiiiiiiiK!!!
Ik schop mijn schoen uit en schreeuw mijn longen uit mijn lijf van afgrijzen en pijn:
Er hangt een grote wesp opzij aan mijn rechter dikke teen te bungelen, het onderlijf nog gekromd, vastgeprikt in mijn teer vlezeke.
Ze krijgt een ferme tik, vliegt eraf om nog wat stuipjes te liggen trekken op de halmat. Herman en Dries komen onmiddellijk aangelopen, mijn oerschreeuw deed hen al aan een vreselijk ongeluk denken. Ik dep met azijn, Dries zegt dat er geen angel in zit en we doen er wat Euceta op.
Auw-auw, het doet echt zeer...ik trek een paar sleffers aan om naar theater te gaan en hoop dat ik straks bij de voorstelling nog in mijn schoenen kan.
Gelukkig rijdt Herman en kan ik mijn voet tijdens de rit op het dashboard leggen : als hij naar beneden hangt is het nauwelijks te verdragen.
Na een uur ebt het wat weg en ik kan voor de korte tijd dat ik op toneel moet, nog net in mijn schoenen.
De bewuste wespen-schoenen had ik al maanden niet meer gedragen.
De queen moet gedacht hebben om daar haar winterslaapje in te kunnen doen.
Laat mij nu toch altijd gedacht hebben dat de koningin niet kon steken!
Vergeet het mensen : ze steekt.... ze steekt, en hoe!!!
Ze steekt zodanig dat ik voor de rest van mijn leven mijn schoenen eerst zal uitschudden voor ik ze aantrek.
Toen we anderhalve week geleden samen met broers en zussen bij mijn ouders waren, kon ik eindelijk de slijpsteen van schoonbroer Paul teruggeven, die hier al sedert de grote septemberbarbecue lag.
Tevoren had ik er al met mijn zus over gebeld : Er is hier een plat wit steentje van zon 10x10 cm blijven liggen, op de plaats waar de BBQ stond, kan dat een wetsteen van Paul zijn?. Jes antwoordde toen dat dat best mogelijk was, dus nam ik het steentje mee naar Edegem.
Pol, ik heb uw steentje bij hoor!
Ik overhandig hem het gereedschap, hij keurt het, draait het om en om en zegt dat dit zeker zijn slijpsteen niet is. Dan pakt hij het stevig tussen duimen en vingers en breekt er een hoek af ....
En ineens ruik ik het : t is een groot stuk Zip! (aanmaakblokje).
Ik ga nog lang geplaagd worden met mijn slijpsteen, vrees ik.
De haard brandt nu dagelijks en op dit eigenste moment hoor ik Herman kerstliedjes
inoefenen op het orgel.
Het is vredig in huis, een oase in deze toch wel drukke tijd...
De vergaderingen (voor Herman) en toneelrepeties (voor mij) zijn niet uit de lucht.
Vrijdag aanstaande is de première van Koppels, waarin ik op de valreep een kleine rol heb gekregen, ook zaterdagavond is er een voorstelling, maar éérst, om drie uur s middags, doe ik nog een Shirley Valentijn in de kerk van het Valaar.
Gisterenmorgen waren we met een groot deel van de familie in Edegem op een gedachtenismis voor onze broer Jan, nadien zijn we bij onze ouders nog een hapje en drankje gaan nemen.
t Was weeral veel te lang geleden dat we iedereen zagen, alleman heeft het druk-druk-druk.
Ons vader was op de drink zelfs niet aanwezig, want die moest naar een Te Deum in de basiliek. Vierentachtig jaar en nog zon drukke agenda...Ik denk dat ik erfelijk belast ben.
Er werd heel wat afgeknuffeld en gezegd dat we elkaar toch veel te weinig zien en afgesproken om er iets aan te doen. Toch zal het alweer kerstmis worden eer we elkaar terug ontmoeten, vrees ik.
Gisterenavond moesten we met dat rotweer tijdens de avondspits naar hartje Brussel.
Die rit was geen pretje, maar toch de moeite meer dan waard.
We waren uitgenodigd ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan van de BRS(Belgische Raiffeisen Stichting) op een voordracht van Mohammad Yunus, professor in de Economie in Bangladesh en vorig jaar Nobelprijswinnaar.
De avond ging door in het gerestaureerd BRT-gebouw aan het Flageyplein en werd bijgewoond door prinses Mathilde, wat ook nogal wat persbelangstelling meebracht.
Na een inleiding kregen we een film te zien van een project van microfinanciering in Benin, dat mede door BRS verwezenlijkt wordt.
Muhammad Yunus is de ontwikkelaar en grondlegger van de microfinanciering. Dit behelst het geven van kleine leningen aan ondernemers 97 % van de kredietnemers zijn vrouwen- die te arm zijn om voor traditionele bankkredieten in aanmerking te kunnen komen. Hij is ook de oprichter van de Grameen Bank. In 2006 kregen Yunus samen met deze bank de Nobelprijs voor de Vrede "voor hun inspanningen om economische en sociale ontwikkelingen van onderop mogelijk te maken."
Meer informatie over Prof.Dr.Yunus en zijn verwezenlijkingen is volop te vinden op het internet, maar ik voel mij bevoorrecht dat ik deze kleine, bescheiden man zelf over zijn werk aan het woord heb gehoord.
Sinds de overstromingen en hongersnood van 1974zet hij zich reeds in, om effectief mensen uit de armoede te halen, door ondernemerschap (veelal op zeer kleine schaal), aan te moedigen met financieringen, iets wat geen enkele klassieke bank voor hem aandurfde. Uit die eerste microfinanciering vloeiden nog meer anderssoortige initiatieven, zoals een eigen telefoonmaatschappij en elektriciteitsvoorziening door zonne-energie...
Na afloop volgde nog een receptie en kregen de aanwezigen een dik boek mee over het leven van Yunus, dat ik zeker ga lezen.
Ik was sterk onder de indruk over de onafgebroken inzet van iemand die vanuit een bevoorrechte positie, toch geraakt werd door de armoede rond hem en daar inmiddels al meer dan dertig jaar met alle kracht tegen vecht. Een voorbeeld voor iedereen, om niet onverschillig aan onrecht- van welke aard dan ook- voorbij te gaan.
Het stemt alleszins tot nadenken : kan ik zelf niet meer doen, dan nu?
Zondag a.s. omstreeks 22u30 is er op Canvas een reportage over deze prachtige mens.
Vóór de eerste herfststorm zou het alleszins moeten gebeuren :
Het vellen van 7 bomen in onze voortuin.
En gelukkig was de klus geklaard toen de (storm)hel vorige week losbarstte.
Met een vriendenploeg is de zaterdag tevoren héél hard gewerkt om die 33-jarige bomen om te leggen.
Zelf mocht ik die dag vooral de hongerigen spijzen/dorstigen laven, maar dat was even nuttig en ook plezant.
We hadden veel bekijks van de buren : de hele dag lang stond er wel iemand te kijken en commentaar te geven.
Voor ons was het belangrijk dat die zeven reuzen geen gevaar meer zouden opleveren, maar onze buren schenen vooral in het estetisch aspect geinteresseerd;
Terwijl wijzelf het nu maar een kale bedoening vinden, zeggen zij dat het veel mooier is, omdat ons huis nu blijkbaar beter tot zijn recht komt.
Zesmaal is Bruno met een camionette vol hout vertrokken, maar nu is alles opgeruimd en netjes.
Vorige vrijdag waren we dus héél opgelucht dat de werkzaamheden werkelijk achter de rug zijn, want bij het vellen bleek duidelijk, dat vooral de lorken over wellicht niet al te lange tijd zouden omgevallen zijn bij felle wind.
Twee daarvan leunden gevaarlijk over naar onze slaapkamer en living, ons dak zou zeker begeven hebben.
Eens terug thuis, heb ik nog slechts enkele dagen om me voor te bereiden op de opvoering van Shirley Valentijn in Svens wijnbar Il piccolo peccato, aan de Dageraadplaats.
Vlak voor we op reis vertrokken, had ik op vrijdag en zaterdag nog een voorstelling in Diontheater gegeven.
Toen kon ik nog maar eens vaststellen hoe verschillend twee voorstellingen kunnen zijn, want over de vrijdagse opvoering was ik allesbehalve tevreden.
Ik weet dat ik dat eigenlijk niet hoor te zeggen; mensen die toen in de zaal zaten en hun gemeende bijval betuigden, zouden dit blasé kunnen vinden en toch moet het mij van het hart :
Paz was niet content van haar Shirley, die avond.
Dat kwam voor een groot gedeelte omdat ik zelf nog tot op het laatste ogenblik technische (muziek, licht, decor) instructies moest geven aan mijn assistenten van die avond, Rudi en Lynn, voor wie dit ook nieuw was. Nochtans ben ik hen bijzonder dankbaar voor hun zeer gewaardeerde hulp.
Tijdens de pauzes was er onvoldoende licht achter het scherm waar ik me moest omkleden en schminken, Michke is er desondanks in gelukt om mij in dat schemerduister een egaal bruin kleurtje te geven. Zij was tevens mijn verbindingsofficier met de mensen van toog en techniek, want ik kon niet vanachter mijn scherm uitkomen tijdens de pauze, omdat er enkele toeschouwers in de zaal bleven zitten, die moeilijk te been waren en niet de trappen naar de cafetaria op en af konden voor dat eventjes.
Ik ben oprecht blij dat ze kwamen kijken, ondanks hun persoonlijke beperkingen.Maar nu kon ik mijn kot niet meer uit...ik kon niet gaan kijken hoe mijn strandstoel stond, hoever de parasol uitstak ...
Normalerwijze ga ik graag het podium even voelen, er wat in stilte over lopen. Maar nu probeerde ik me te concentreren achter dat scherm, terwijl er in de zaal natuurlijk volop werd gebabbeld en gelachen.
Als kers op de taart ging er dan nog eens een gsm over tijdens de voorstelling ook.
Vanaf het eerste ogenblik voelde ik dat mijn spel niet strak, niet zuiver genoeg was.
Voor mezelf voelde het geheel slordig en wat stuntelig aan, ik kon precies niet bewegen zoals ik wilde.
Gelukkig was er nog die zaterdag, waarop alles wèl in de goede plooi viel.
En ook deze keer voelde ik vanaf het begin dat het ànders was dan gisteren : goed bezig.
Ik wist hoe de toeschouwers aan mijn lippen hingen, meeleefden, hoe ik ze kon bespelen...een heerlijk gevoel.
Toen ze aan het einde als één man rechtveerden om te applaudisseren, maakte me dat onvoorstelbaar blij en dankbaar en nederig.
Want het is niet min, zelfs zeer aangrijpend als mensen je in zon grote groep op zon fantastische manier bedanken omdat je hun een verhaal hebt verteld.
(niet te vergeten : Merci aan William Russell, auteur en Wim Loots, regisseur!)
Een maand later zou dus de voorstelling in de wijnbar volgen...
De week ervoor ben ik elke dag anderhalf uur door het bos gaan stappen, ondertussen mijn tekst luidop herhalend. Dat was dubbel profijt : ik repeteerde en had meteen ook mijn lichamelijke oefening.
Toch had ik het stuk nog eens graag op mensen uitgeprobeerd.
Overbuur Monique had omwille van ziekte de voorstelling in het theater gemist, ik vroeg haar of ik zondagavond een privévoorstelling mocht geven bij haar thuis.
Dat viel niet in dovemansoren, en zo hield ik een generale repetitie, met een minimum aan decor en techniek (slechts één spot geen muziek, want de cd was al in de wijnbar) voor Monique, Leo, dochter Ina en hond Joppe, die in zijn mand lag te snurken.
Iedereen was content : Monique en co, omdat ze de voorstelling nu toch had kunnen zien en ik, omdat ik de zekerheid had dat het zelfs voor een zeer klein publiek nog werkt. Alleen de Joppe is een paar keer bruusk uit zijn dromen geschrokken, toen ik ineens nogal luid uitviel.
De volgende avond, maandag, in een uitverkochte wijnbar...
Sven heeft nu een eigen klein podium en echte theaterspots!
Rudi, engel en duizendpoot tegelijk, heeft dat voor hem gebouwd en geinstalleerd, hij zal die avond ook nog licht en geluid bedienen én mijn schminkster zijn, want al beschik ik hier over een rustige plaats om me voor te bereiden, het blijft een onmogelijke zaak om mijn bovenrug eigenhandig van een gelijkmatig gebronsd kleurtje te voorzien.
Alles verloopt zoals ik gehoopt had en ook Sven is duidelijk gelukkig met deze herneming, in die mate zelfs, dat hij er nog eens een maandagavond wil bovenop doen. We spreken af voor 17 december. Ik ben een geluksvogel!
Daar tussenin volgt nog één namiddagvoorstelling ter gelegenheid van de Wilrijkse cultuurweek, op zaterdag 24 november om 15 uur, in de winterkapel van de St-Jan-Evangelistkerk. Ben wel benieuwd hoe het daar zal gaan.. t is weer een andere, onbekende locatie, deze keer met Bruno als assistent. De toegang is gratis en er hoeft niet gereserveerd te worden...ik vraag me af hoe dat moet...Het is een uitdaging, dat staat vast. Nu maar hopen dat het geen heen-en-weer geloop wordt.
Diezelfde avond sta ik alweer op de planken, ditmaal in ons eigen Dionteater, voor een kleine rol in Koppels. Het is een bewerking van Hannah and her sisters van Woody Allen. Ik speel de moeder van al die sisters, ben eigenlijk een invaller voor iemand die de rol heeft teruggegeven en omdat het zon kleine rol is en mijn personage slechts in 3 scènes voorkomt, hoef ik niet alle repetities bij te wonen.
Wie er meer wil over lezen, kan terecht op www.dionteater.be
We zagen zoveel moois en ontmoetten veel vriendelijke mensen.
Toch blijft de kater van de inbraak nog wat nawerken, in die mate zelfs dat ik voorzichtig opper dat ik het niet erg zou vinden indien Herman de motorhome liever zou verkopen.
Hoe kan je jezelf en je spullen eigenlijk afdoende beveiligen?
Na enkele dagen ebt het negatieve gevoel grotendeels weg en we laten het nog een poos bezinken.
Als we er opnieuw voor langere tijd op uit trekken, mogen we niet zoveel afspraken vastleggen, het bindt ons te zeer en je voelt je steeds een beetje opgejaagd om weer door te rijden, er is geen tijd genoeg om rustig van alles te genieten. We bleven nergens meer dan een dag staan.
Indien we zinnens zijn om ergens wat langer te blijven, moeten we toch eerder voor een camping kiezen, waar de veiligheid groter is dan bij vrij parkeren, dan is er ook meer tijd om tot rust te komen.
We gaan niets overhaasten, maar wachten toch nog even af, vooraleer we een carport bouwen voor onze Marlin.
133621 km Aire de Vincey, (Totalparking) nabij Nancy
11u25 vertrek ( we hebben tot 10 u geslapen)
Ik was gisterenavond nogal ongerust, zat te denken over gas, dat ze binnen zouden kunnen spuiten enzo... De verhalen die je soms hoort!
Herman was er gerust in dat dit een veilige plaats was.
Uiteindelijk ben ik dan toch in slaap geraakt.
Het is alweer een stralende dag.
We moeten tanken : in Ludres, net voor Nancy gaan we bij een Intermarché.
Eerst aan een hoogterail blijven hangen, een gasleverancier haakt ons los, we nemen een andere toegang, maar onze kaarten worden geweigerd, dat is nog al eens gebeurd. Een jongeman die we willen betalen, weigert nors om op zijn kaart te laten tanken. Ik begrijp zijn wantrouwen, maar hij had ook vriendelijk kunnen weigeren. We rijden de autostrade op om bij een Esso te gaan, maar nu zitten we wel in de verkeerde richting! Hier lukt het tanken dus wel met onze Esso-card.
We maken nog eens dezelfde lus over de autostrade...
Dries belt op om te vragen hoe laat we thuiskomen, hij is aan t kuisen en vroeg of hij iets moest ontdooien voor ons avondeten.
We tanken nog eens goedkoop in Capellen, Luxemburg.
De pomp levert maar de helft van de brandstof die we nodig hebben, we moeten aan een volgende tanken , is de Diesel op ofzo?
Ons vuil afvalwater kunnen we hier ook aflaten.
Het loopt langs een brede gekasseide goot naar de afvoerput. Drie dikke mussen beginnen zich uitbundig vrolijk in ons water te wassen, leuk om te zien.
Ik herhaal mijn monoloog, want volgende maandag moet/mag ik terug spelen in de wijnbar van Sven.
Vannacht droomde ik dat ik hele stukken oversloeg.
In Wanlin : arret-pipi. Er is een reusachtig AC-restaurant waar ik binnenga : roltrappen, restaurant doorkruisen, dan eindelijk : de toiletten.
Potdekke toch, er zit een madammeke...we zijn terug in België! Natuurlijk heb ik geen geld op zak, wel veel hoog water. Overal op onze tocht had je gratis wcs.
Ik zeg dat het dringend is. Ici on paie, madame - en ik mag niet in haar wcke.
Eigenlijk moest ik terplekke mijn broek afstropen, maar ik vertrek gebelgd en met volle blaas. Ik neem de lange trap terug naar beneden en zie de Marlin niet meer staan. Aiaiai!!! Sortie Luxembourg genomen ipv sortie Bruxelles, Dus : terug naar boven, restaurant doorkruisen, trappen terug af en buiten crossen naar onze Marlin om -Oef!-daar op de wc te ploffen. Het was zon gewoonte geworden om zoveel mogelijk andere toiletten te gebruiken, maar we zijn nu toch bijna thuis, dus hoef ik geen ruimte in de toiletcontainer meer te sparen.
Het is hier òòk mooi weer. Allee, hopen maar dat het wat mag blijven.
Bijna 5000 kilometer gereden en de laatste 80 : FILE !
Om 19u17 134078 km komen we thuis.
Dries staat ons fier op te wachten bij het moet gezegd- een netjes opgeruimd en gepoetst huis.
We bellen met Rudiger. Zijn schoonmoeder is plots overleden, we kunnen pas vanaf donderdag komen. We zeggen dat het beter is om later opnieuw een afspraak te maken.
Onze plannen worden dus veranderd.
We zullen naar Bazel rijden, misschien nog een stop in het Zwarte Woud doen en zo verder huiswaarts rijden.
Om 10 uur verlaten we Leysin. Ik ga nog een foto vanop het grote hotelterras nemen en de concièrge en zijn vrouw verschijnen aan het balkon. We mogen 6 emmers water bijvullen, nu kunnen we weer voort!
Uiteindelijk - na een hele babbel, de mensen waren blijkbaar aan een klapke toe : zo heel alleen in dat grote lege hotel- vertrekken we om 11u12 via Les Mosses : mooie uitzichten.
Langzaamaan wordt het rondom ons minder hoog.
Vanaf Fribourg een mooie stad met grote niveauverschillen- wordt het vlakker. De huizen zien er ook helemaal anders uit : zeer grote overhangende daken, makkelijk 2 meter over het huis uitstekend en steeds minder houten chalets.
We picknicken en douchen op een parking bij een station in het veld, met klingel-koeien vlakbij. Door Nidau/Biel, een héél mooie stad, hier zou ik kunnen wonen.
We komen nu in de Jura, met terug hogere bergen.
Bij Tramelan tellen we 11 luchtballons in de lucht, wat een feestelijk-vrolijk gezicht!
We sturen een sms naar Dries dat we waarschijnlijk morgen thuiskomen...kan hij al beginnen poetsen...ben benieuwd hoeveel feestjes er zijn doorgegaan.
19u30 : op 444 km van huis zetten we ons op de Aire de Vincey voor avondmaal en nachtverblijf.
We eten een menu plaisir voor samen 28, daarvoor krijgen we salade, entrecote, friet, orangina, normandische appeltaart en koffie. t Was lekker en goedkoop.
Bruno had ons uitgenodigd om samen in het hotel te komen ontbijten. Nadien rijden we met Robby naar het museum van de Saint-Bernardshond.
Er zitten ook échte, levende honden en pups. Ze zien er zooo schattig uit en hier is hun verblijf bijzonder verzorgd. Ik herinner me ons bezoek aan het hospice op de Gd St Bernard, zo'n 25 jaar geleden...de honden waren even schattig, maar toen zag-en vooral : rook het er allemaal minder fris.
We zien een film uit 1917 over het hospice op de Grand-Saint-Bernard en de tentoonstelling is interessant, ook de Nanouk-tentoonstelling met Inuitkunst, vooral beeldjes van ijsberen in alle mogelijke houdingen, zelfs barende ijsberinnen.
Vervolgens rijden we met Robby naar de randgemeente Fully, voor de Fête de la chataîgne. Het is een grote kermis, rond het thema kastanje. Op 5 verschillende plaatsen worden er kastanjes in draaitonnen geroosterd.
Er staan lange tafels waar je een schotel warme kastanjes met boter, kaas, druiven, peer en appel kan eten.
Bruno merkt op dat er een broer van Herman even verderop zit en inderdaad, vanop afstand lijkt hij erg op mijn ventje, op de snor na.
Ik ga vragen of ik een foto van hen samen mag maken, zal er zeker een doormailen naar deze Jean L.
We geraken aan de babbel, hij en zijn vrouw zijn al vaak in Belgie geweest en hebben sinds 2 jaar een motorhome(!), waarmee ze nu ook naar hier gekomen zijn. Zelf wonen ze in Montreux.
Pierrot heeft een optreden met zijn alpenhoornblazers. We wandelen nog wat rond en dan om 15 uur naar het hotel om afscheid te nemen van Bruno,en Roland die per vliegtuig terug naar Belgie vertrekken. Ook Michel B rijdt naar huis in Frankrijk.
Wij hebben Leysin als volgend reisdoel.
Ik was vergeten hoe hoog en steil het is om van Aigle naar Leysin te rijden.
Toen we hier in 66 met de familie op vakantie kwamen, is ons vader in vliegende vaart over deze weg meegereden met de directeur van het hotel, om onze valiezen nog tijdig in het station van Aigle op te halen , vòòr die met de trein terug naar België zouden terugkeren ipv naar ons Zwitsers hotel gebracht. Wij hadden die onder zacht protest van :"Maar Voke, iedereen zet zijn valiezen ginder bij die camion...", op voke's Befehl-ist Befehl, bij de bagage moeten zetten die terug naar Belgie zou gaan. Bij het hotel aangekomen, werden op de parking alle koffers uit de vrachtwagen gelost, behalve de onze natuurlijk. Toen ons vader na die wilde rit door de bergen, terug bij het hotel uit de auto stapte, zag hij zo wit als een laken en was zo mottig als een krab. Een duveltje in mij zegt nog altijd dat hij dat toch wel een beetje verdiend had, maar ik was toen vooral heel erg blij, dat het schrikbeeld om 2 weken met hetzelfde broekje te moeten rondlopen geen realiteit werd.
Die weg hiernaartoe is wel prachtig!
We parkeren even op de zo goed als lege parking van hotel Fabiola. Er staan enkel nog 3 camionetjes van Intersoc. Ik ga naar de ingang, informeren of mijn vriendin Nicole hier toevallig niet is om de bar te doen, (zo heb ik nog eens de kans om een kijkje binnen te nemen) maar er hangt een bordje dat het hotel gesloten is.
In de nabijheid vinden we een schitterend plekje om te overnachten.
We trekken onze wandelschoenen aan en volgen een breed pad naar boven, tot de zon ondergaat.
Zo onwaarschijnlijk mooi is het hier...ik neem verschillende fotos, maar de mooiste luchten zijn niet meer te fotograferen, omdat de aarde te donker wordt. Om 19 uur keren we om. De zon schijnt nog op de hoogste toppen, die scherp tegen de roze en turquoise hemel afsteken. Al wat we horen zijn de koeienbellen die onafgebroken klingelen en kleppen. Herman is ook onder de indruk ,veel meer dan vroeger, zegt hij.
Les Dents du Midi Drie kwartier later komen we terug bij de Marlin, we hebben het warm van het stappen, maar het is al behoorlijk frisjes. Na onze avondboterham gaan we buiten nog even naar de sterren kijken. Zoveel zie je er bij ons nooit meer. 2 vallende sterren en ook de melkweg is duidelijk te zien, het is overweldigend! Maar het moet tegen het vriezen aan zijn, we kunnen niet lang buiten blijven. Het contrast is wel erg groot : vanmiddag in een heerlijk warm zonnetje in Fully, nu precies in een kerstnacht.
Voor morgenvroeg (en vanavond voor de afwas zelfs al) hebben we de warmwaterboiler nu wel aangezet, vanmorgen was het trouwens al bibberen bij het wassen.
21u30 : Herman ligt al in bed, denk dat ik dat seffens ook maar eens ga doen, eerst nog een sudokutje.
Ik krijg het koud en kruip in bed.
Herman stelt vast dat mijn tetjes precies kreemglasbollen zijn.
Bij het meer van Saint André is een proper toilet en water. We vertrekken hier om 10 uur. Door het lekkere, late eten hebben we waarschijnlijk wat langer geslapen dan gewoonlijk.
Ontbijt na aankoop van een baguette, ergens in een veld, met zicht op de bergen. Wat smaakt het toch altijd! Terug op weg om 11u25 naar Albertville, rechts van ons blijft het riviertje en langs de weg staan er nog steeds platanen.
Gisterenavond, na restaurantbezoek heb ik nog eens confituur gemaakt, maar hij wil niet opstijven. Misschien heb ik er deze keer tevéél pitjes uitgevist?(De pitjes bevatten een soort pectine meen ik ooit ergens te hebben opgevangen). Mijn vloeibare confituur staat nu in een grote roomijsdoos in de koelkast. Thuis zal ik hem zeven en nog even opkoken met Pec.
Net buiten Albertville is er omleiding. We krijgen een bergweg vol haarspeldbochten.
Als we een dikke camion als tegenligger krijgen, wordt het echt spannend! Ons Lucie is dan ook nog eens helemaal de kluts kwijt: als we haar moeten geloven zweven we boven de afgrond. De herfstkleuren zijn overweldigend!
Na veel geslinger komen we terug op de goede weg. Bergwoningen, houten chalets en ineens : de Mont Blanc! In al zijn pracht, zonder één wolkje, kunnen we hem bewonderen.
Dit is Dép. Du Haut-Savoie.
Voor we de tunnel ingaan maken we nog een panorama-stop. We kunnen heel mooi de Mer-de-Glace-gletsjer zien, maar het is tegenlicht, dus geen foto mogelijk...
Chamonix blijkt niet groter dan een dorp, je bent er zò door, het is wel mooi : houten chalets, bloemen en uitzicht op de Mont Blanc natuurlijk.
We moeten toch niet door de tunnel en ondervinden geen enkel oponthoud aan de grens. We houden onze identiteitskaarten gereed, maar mogen zo door. Er staat een wagen waarin een drugshond klaarzit, maar wij zien er vast braaf genoeg uit om geen controle te krijgen.
Op de Col de la Forclaz houden we een panorama- en snoepstop.
Het is stralend weer, maar ik val wel op met blote tenen-sandalen.
Bij de eerste bocht van de afdaling zien we diep-diep onder ons de stad Martigny liggen, nog slechts 12 km, maar niets dan bochten en ons oren klappen voortdurend dicht.
Drie kilometer boven de stad beginnen de wijngaarden. Wij volgen de Route du vin al van in Spanje, het is ook overal vendange.
15u05 133215 km aankomst in Martigny.
De lucht is azuurblauw en de temperatuur 20°
We wandelen naar het thuisadres van Pierrot D, hij wil met ons naar zijn bar vertrekken, waar rendez-vous is met de andere comitéleden. We ontmoeten Serge (legerkolonel) Robby F (heeft de Mont Blanc al beklommen!) Jean-Maurice, financiëel verantwoordelijke voor de Europeade en al sedert 68 actief deelnemer.
Roland, de vlaamse regisseur is er ook bij.
Jean-Maurice neemt ons na de bijeenkomst mee naar het hotel du Parc, waar Bruno en Michel B logeren. Iedereen is hier al sinds gisteren, de voorbereidende gesprekken waren deze voormiddag, alsook het bezoek aan het stadion enz. Door de diefstal van Hermans GSM hebben ze hem natuurlijk niet meer kunnen bereiken...
We rijden terug de stad in waar we burgemeester Dumas (heet in Zwitserland Président de ville) zullen ontmoeten op een prijsuitreiking aan een cineast van deze stad. Er worden fragmenten vertoond van zijn films Le tueur de midi, Grossesse nerveuse Azurro, Pas de panique en een stukje uit zijn nieuwste die volgend jaar uitkomt Marcellos date. De fragmenten doen me echt wensen dat ik de hele film kon zien. De maker, Denis Rabaglia is ook heel gevat in zijn dankwoord:10 punten om te weten over Denis R die men niet op het internet vindt. Er volgt een receptie en we rijden later met Serge mee naar restaurant Le rivage op de col de la Forclaz. Ik krijg een zitje tegen het raam, het is alsof ik vanuit een vliegtuig naar de verlichte stad recht onder mij kijk, prachtig!
Ook het eten mag er zijn, we kiezen voor een wildmenu. Ik krijg pompoensoep, everzwijnentrecôte met kastanjes, rodekool, spätzli(kleine knoedels, maar lekker gebakken) en nadien nog passievruchten sorbet. Herman heeft een cassoulette de chevreuil.
Onze Marlin staat op de parking van het hotel, daar slapen we dus, na nog een drankje in het hotel. Bruno vraagt me of ik een deel van de Europeadepresentatie wil doen, deze zomer. Ik krijg bedenktijd.
Om 8u10 op- er wordt nooit een wekker gezet, we worden bijna elke dag spontaan op dit uur wakker.
Stralend weer, maar nog wat fris. We wandelen naar het centrum van Roussillon, nemen wat fotos, ontmoeten Gérard, die daar in een raar blauw/wit soort jeep aankomt en kopen brood en croissants.
De druivenconfituur is fantastisch gelukt. Alleen zitten er wat veel pitjes in, maar die spuwen we wel uit.
10u50 : vertrek naar Reillane langs piepkleine wegen. Iets over twaalven komen we op de Pinchinette aan. We kloppen aan bij de verbouwde cabanon van Huguette, er komt een man met stofjas opendoen, met een vriendelijk gezicht hij heeft iets van Chris V en Ludovikus-, met mooie blauwe ogen en een verzorgde witte snor.
Hij vertelt dat Urs maandag naar Zuid-Amerika is vertrokken tot 20 december. Huguette woont al een jaar terug in Zwitserland!(Luzern) Misschien komt zij in november nog eens hier.
Dit doet heel raar aan...
We sluiten een hoofdstuk af. Voor René en Suzy, onze lieve broer en schoonzus, was dit een tweede thuis, nu woont zelfs haar zus hier niet meer. Wij zullen hier waarschijnlijk voor de laatste keer geweest zijn...zo jammer, t is een paradijs, la Pinchinette. Ik ben heel triestig.
We doen boodschappen in Forcalquier : Banon-kaas! (hij kost wel 4,40 voor een klein kaasje, maar je kan hem bij ons haast nooit krijgen, dus moeten we van de gelegenheid gebruikmaken).
Vanaf Les Mées stuurt Lucie ons over een piepklein bergweggetje naar Sisteron.
Wel prachtige panoramas!
De Montagne de Lure : grijze, groene, blauwe rotsen...
We piknikken met zicht op de Alpen.
Als we in de Drôme komen beginnen de schitterende herfstkleuren op te vallen, we rijden hier slechts kort en belanden algauw in de Isère en meteen ook in de wolken. Gedaan met zon en stralende blauwe lucht??? Ik hoop van niet...
De afdaling van de Col de la Croix haute is hevig!
Om 19 uur : Le lac de Saint-André.
We parkeren tegenover het restaurant le saint André.
We willen hier de keuken wel eens proberen en die is overheerlijk. We krijgen een verfijnd menu, schitterend opgediend : als aperitiefhapje een extraatje : mousse van beuling(!)met room en reepjes appel als versiering.
Ik koos een taartje met kikkerbil, look, kikkererwten en gefrit.peterselie als voorgerecht, dan speenvarken, polenta, cannelloni gevuld met champignons en knolselder, in wijn en kaneel gestoofde peer met airelles en dessert : bonbons, geserveerd op een lei: ijsje van wat roze kinderkauwgom leek, mousse van mokatine, brochetje van snoepspekjes en kleine crème brulée met aardbeispekjes.
Herman had foie gras met kwartel en artichoc, rabarbermoesje, rozijnenbroodje; hazebil met zelfde garnituur als ik en als dessert chocomelk met een groene éclair van meringue.
Het klinkt allemaal wat raar als ik het zo geschreven zie, maar het was echt buitengewoon lekker en kleurrijk, zelfs humoristisch geserveerd.
Om 8u10 opgestaan. Herman was bang dat het pleintje zou vol geparkeerd worden, dus vertrekken we, nog half in nachtkledij van een verlaten parking.
Er stond vannacht een zeer sterke wind die ons huisje deed schudden en het begon ook nog eens te regenen. Ik ben de verluchtingsluiken gaan sluiten, maar heb voorts goed geslapen. In het dorp kochten we croissants en stokbrood, waarna we even buiten het dorp hebben ontbeten.
Het is nog steeds winderig en bewolkt.
Regen regen regen...
In Lunel staan we een uur in de file.
We eten voor de kerk van Gallician, waar we om 14u40 terug vertrekken.
We moeten dringend water inslaan.
De Provence in de regen...t is weer eens wat anders.
Zou wel mooier geweest zijn met zon, want ver kan je nu ook niet kijken.
Als we de Camargue verlaten, de Rhône oversteken, wordt het eindelijk weer droog.
Ik herken tot mijn plezier de bergketen van de Luberon, met op een kale punt St-Michel-lObservatoire, de platanendreven en de blauwe luiken aan de vensters.
We doorkruisen St-Rémy-de-Provence : mooi maar heel druk!
Er zijn volop waterspuiters, maar nergens is er plaats om dichtbij te parkeren met ons groot geval...dan maar verder naar Cavaillon.
In het lieflijke dorpje Goult : een dorpspomp waar we dichtbij kunnen komen!
De watertank wordt volgegoten en ik ga me meteen wassen, heerlijk!
Het is een mooi dorpje, lijkt op Lurs, waar ik jaren geleden een aquarelcursus volgde.
We maken een kleine wandeling en gaan dan op weg naar Roussillon, zien of we het restaurant van neef Gérard vinden.
Ik telefoneer ook met Huguette,(zus van een schoonzus), die hier dichtbij woont, maar de verbinding verbreekt telkens.
Roussillon dankt zijn naam aan de magnifieke okerkleurige rotsen. Op sommige plaatsen ziet het eruit als Bryce Canyon.
Het wordt wel een hele zoektocht naar Gérard en Annette.
Eerst gaan vragen bij le petit Auberge. De uitbater kent hem wel, maar weet niet hoe zijn restaurant heet. We parkeren op een betaalparking, want we mogen met de Marlin niet het dorp in, dus gaan we stappen.
We zien geen restaurant dat een belletje bij ons doet rinkelen. In een snackbar vraag ik nog eens naar Gérard DP en de uitbater belt hem meteen op. Ik hoor hem zeggen Annette, ma chérie, comment va le mariage? Heel even denk ik : die zullen toch niet pas getrouwd zijn, maar de man geeft haar meteen aan me door en ik weet niet eens of ze wel Nederlands spreekt, heb haar nog nooit ontmoet!
Als ik haar aan de lijn krijg, begin ik dus maar meteen in het Frans, natuurlijk kent ze me niet, ze geeft Gérard door.
Die moest precies ook even denken, het is dan ook lang geleden. Hij zegt hoe we moeten lopen om bij hem te geraken. Een restaurant heeft hij niet meer, enkel chambres dhôtes en gekookt wordt er alleen voor speciale gezelschappen.
Het is nog een flinke wandeling, maar na wat fout lopen en eerst bij de ouders van Annette aan te bellen, geraken we er dan toch.
We krijgen een glas wijn aangeboden.
Ze wonen daar prachtig, met zicht over de hele okerkleurige vallei.
Nu horen we dat de twee na 16 jaar samen, dit weekend getrouwd zijn, vandaar die uitroep van de snackbarman!
We feliciteren, babbelen nog wat en na een 20-tal minuten vertrekken we om de tortelduifjes wittebroodsweken te laten vieren. Al acht jaar wonen ze hier, nadat het hotel-restaurant in Ternat verkocht is. En ja, Annette is dus ook een vlaamse.
Wij besluiten om op onze stille parking te overnachten.
Het is hier heerlijk rustig en mooi gelegen. Er staan nog 5 andere motorhomes, maar geen andere autos.
De bakkers zijn nu wel gesloten, we eten toastjes met charcuterie. Op verzoek van Herman maak ik confituur van 2 trossen druiven, voor meer heb ik niet genoeg suiker. Ik hoop dat hij wil opstijven... Zo gaan er niet teveel druiven verloren, we hebben nu nog altijd zon 2 à 3 kg over geloof ik.
We vertrekken om 10 uur na een slechte nacht (omwille van die inbraak natuurlijk)
Er is vannacht nog een motorhome naast ons komen staan. Het was toch wel een rustig plekje. Na het ontbijt en een geruststellende babbel met mijn ventje, voel ik me al wat beter.
Vannacht heb ik liggen piekeren of we ons ooit nog veilig kunnen voelen in de Marlin, of we hem misschien maar moeten verkopen.
In de loop van de voormiddag gaat het stilaan beter.
Het zonneke schijnt en t is lekker warm, volop zomer!
We rijden door de vallei van de Ebro: een uitgestrekte vlakte. Er zijn veel windmolens onderweg, zowel toen we toekwamen met schoonzus, als aan deze kant. We zien dadel- en andere palmbomen, olijf-, citrusplantages...
13u30 middageten : boterhammen en druiven voor dessert, op een parking langs de autostrada, Belaterra, tot 14u30 (net voorbij Barcelona). Er komen blijkbaar een aantal jongeren terug van skivakantie, want er wordt allerlei skimateriaal overgeladen in individuele autos. Een beetje vreemd om dat in dit seizoen en in Spanje te zien.
We bemerken alom ook zeer veel autoweghoertjes, ze zitten zich meestal te manicuren.
Nabij San Feliu : weer grootse wegenwerken, het zijn allemaal zwarte (afrikaanse) wegenwerkers.
Om 16u30 komen we aan in s Agaro, waar we meer dan 30 jaar geleden met de kindjes op vakantie kwamen.
Ook hier is zeer veel bijgebouwd, maar het blijft ruim en zeer mooi.
We gaan naar de supermercado om ons avondeten te kopen en maken nog een wandeling over het strand. 1975 Playa Sant'Pol2007 Dertig jaar later zijn het strand van Sant Pol en de promenade mooier en properder dan toen.
Dan rijden we verder naar CastelldAro. We logeerden daar op een heuveltop in een appartementje bij het huis van twee oude gezusters. Het daaropvolgend jaar huurden we een groter appartement in een gebouwtjeVernamiti, bij de invalsweg naar het dorp.
De keramiekzaken die vroeger langs de weg lagen zijn alle precies veranderd in zwembadverkoop en plantenzaken.
We vinden Vernamiti dat er nog precies hetzelfde uitziet, maar de omgeving is totaal veranderd : een snelweg vlakbij, met een brug over de straat en ook het straatje zelf is veel drukker geworden.
De villa van de juffrouwen, met de grote palmboom ervoor, ziet er ook onveranderd uit, maar de toegangspoort naar de cami particular is overwoekerd en de wijngaard waarlangs we naar boven gingen, is verdwenen. 1976 toegangspoort van ons vakantieverblijf2007 1976 het huis van de oude juffrouwen 2007
Om 18u30 rijden we terug, nu richting Port Leucate.
Het is hier iets koeler dan in het zuiden, maar toch nog altijd short-en-topjesweer. Het zeewater was om 16 uur 24,3°
Prachtig landschap! Zeer groene heuvels en in de verte hoge bergen. Enkel de abelen beginnen dun in t blad te geraken (tenminste : ik denk dat het abelen zijn : witte stammen en het blad zoals de populier)
Mooie roze luchten als de zon ondergaat; het is hier zoveel mooier en natuurlijker dan in het zuiden. Wie wil er in godsnaam zo vér in Torrevieja zitten?
Tja, het zal daar langer warm blijven, natuurlijk...
Nog even goedkoop tanken voor de grensovergang.
Op het stuk tussen Figueras en de grens zien we toch nog wel enkele ceramiekzaken. De weg is goed en er is weinig verkeer.
We rijden tot Port Leucate, maar vinden niet echt de geschikte slaapplaats. Herman wil zoiets als in El Saler, (douchen op het strand, weet je nog). We rijden dus nog wat verder : Leucate Plage. We zetten ons op een pleintje waar nog een Duitse motorhome staat en bereiden ons avondeten : paella gekocht in s Agaro, waarbij we nog een zakje rijst koken. t Is weeral lekker. Een pralineke met tasje cappuccino maken het af.
Het is nu 23u15, zo laat bleven we deze reis nog niet op.
We hebben heerlijk geslapen, zo tussen de duinen. Herman heeft zelfs ongezien een douche kunnen nemen op het strand, helemaal in zijn blootje, er was geen kat.
Na het ontbijt vertrekken we naar Valencia om de Ciudad de las Artes y las Ciencias te bezoeken. We parkeren langs de weg en nemen een ticket voor Oceanogràfico en I-max voorstelling over de Alpen (om 12u30).
Het hele gebouwencomplex is een indrukwekkend geheel van Architect Santiago Calatrava. Alle gebouwen hebben een of andere schelpvorm, er wordt veel gebruik gemaakt van enorme wateroppervlakken. Het water is slechts zeer ondiep, maar ruimtelijk heeft het een groots effect. Er wordt ook veel gebruik gemaakt van blauw geglazuurde mozaïek. Het themapark over de oceanen en hun bewoners is mooi en zeer interessant. Je loopt vaak onder en tussen de vissen, door de reusachtige aquariums en glazen tunnels. Van de I-max-voorstelling word ik zoals gewoonlijk misselijk, maar ik sluit af en toe mijn ogen. Ik moet nu toch eens onthouden dat ik voor zoiets geen ticket meer mag kopen, hoe prachtig de film ook.
We gaan middageten in de MacDonalds aan de overkant in het reusachtig shoppingcenter en kopen extra batterijen voor het fototoestel.
De deurenvan Oceanogràfico sluiten en we komen om 17u45 terug bij de Marlin.
Ik stel aan de buitenkant vast dat de kabinedeur niet goed in t slot is, maar gelukkig staat de veiligheidsklep erop. Als we instappen merk ik dat mijn breitas open op het gasfornuis ligt en de kartonnen doos van de GPS op de grond ligt. Ingebroken! We zien nog niet direct hoe, maar ik stel vast dat de verjaardagscadeaus die ik de laatste jaren van mijn zussen heb gekregen, verdwenen zijn. Die stonden op het schapje boven ons bed : een Oilily make-uptasje, waarin al mijn make-up en een vol (duur) parfumflesje(cadeau van Herman) en het Bretoens tasje waarin mijn juweeltjes staken. Die juwelen zijn maar fantasietjes, maar de amber oorbelletjes die ik in Riga kocht, het groen-rood halssnoer dat ik vorig jaar van Moeke en Voke voor mijn verjaardag kreeg en lila collier met oorbellen (ook een cadeau)...
Herman had zijn GSM laten liggen, die is natuurlijk ook weg.
Gelukkig had ik de GPS, het fototoestel en mijn eigen telefoon in mijn rugzak mee.
Herman had zijn portefeuille met geld, bankkaarten enz...ook laten liggen, maar die hebben ze gelukkig niet gevonden.
Nu zie ik dat ze via het achterraam zijn binnengebroken : een stuk van de onderrand van het venster is er afgebroken en alles is daar los, maar het kan nog afgesloten worden. Waarschijnlijk zijn ze dan via de kabinedeur willen buitengaan, maar dat kon dus niet door die veiligheidsklep.
We hebben geen aangifte gedaan, het zou een hele rompslomp worden en mijn spulletjes zie ik toch nooit terug.
Ik ben er enkele uren van uit mijn lood geslagen, hoewel het natuurlijk veel erger had kunnen zijn. We maken het voornemen om dit voorval onze vakantie niet te laten bederven, maar het werkt ongewild toch nog een hele poos na. Ik hoop- misschien tegen beter weten in - dat het voor een arme drommel van een dief, een beetje geholpen heeft en dat mijn dierbare cadeautjes niet gebruikt zijn om in drugs om te zetten.
We rijden tot 21 uur en zetten ons op een parking van een truckersrestaurant, waar we boterhammen eten. Eerst wil Herman hier blijven overnachten, maar het ligt langsheen de grote weg en eigenlijk is het een privé-parking, dus besluiten we om nog wat te gaan rijden.
Er is evenwel zeer veel vrachtvervoer en helemaal niet prettig om rijden in het donker met al die lichten van de vele tegenliggers, plus veel gatduwers.
Bij Las Casas de Alcanaz rijden we een zijweg in, we zitten vlakbij de zee en dit is een liefvissershaventje met een kleine boulevard. Aan het eind ervan : een braaklandje waar we prima zullen staan.
Nog even een wandeling en wat lezen en schrijven en hopelijk goed slapen.
Om 8u30 op, ontbijten en dan naar de kerk. Herman had er met Pepe voor de mis afgesproken, dacht dat de Spanjaarden allemaal kerkgangers op zondag zouden zijn, maar we zien zijn vrouw na de dienst buiten op een bankje zitten en zij vertelt ons dat hij in de bodega op ons wacht.
We gaan daar dus naartoe; alles staat open omdat de pluk op zijn hoogtepunt is. We komen de bodega binnen en weer overvalt ons die scherpe hoestprikkel, het is alsof je gemalen glas inademt! Ik vraag me af hoe de mensen die er werken eraan gewoon worden, ze dragen geen masker en hoesten helemaal niet.
We rijden met Pepe de bergen in, hij wil ons de Ermitage del Remedio tonen, die hij en zijn familie sponsoren bij onderhoud en restauratie. Hij vraagt een vrouw daar om ons alles te laten zien, ze neemt een dikke sleutelbos mee en leidt ons rond. Ze probeert Frans te spreken, maar er is geen woord van te begrijpen, idem met Pepe, ik heb liever dat hij Spaans spreekt, maar hij denkt dat zijn Frans buitengewoon goed is, en oogst bewonderende blikken van de niet-meer-zo jonge concièrge, dus dénkt hij er nog niet aan om Spaans te spreken en laat zich de adoratie bijzonder welgevallen, ondertussen verstaan wij slechts hier en daar een flardje. t Is anders echt wel een schatje, onze Pepe!
Alles ruikt hier naar nieuwe verf, maar de kluis is wel van de 15de eeuw.
Op de terugweg met alle kronkelweggetjes krijg ik bijna te kwaad. t Is wat teveel : de prikkende lucht in de bodega, de sterke verflucht in de kluis en dan nog zigzaggend door de bergen...bovendien hebben we grote honger en geen brood meer.
Om 14 uur nemen we afscheid van Pepe, hij zet ons af bij de parking.
131471km om 14u45 vertrek uit Utiel.
15 uur : Dries belt ons op klagerige toon Mama, zeg, wat moet ik eigenlijk met die kip doen?
Blijkt dat Vanessa al 2 dagen neerligt. Hij probeert haar op haar poten te zetten, geeft lekkere hapjes, graan en water, maar ze sluit haar ogen en ligt met haar poten te trekken, er zitten zelfs al vliegen aan haar kop.
Ik zeg hem dat hij ze dan maar uit haar lijden moet verlossen, als hij dat kan. Hopelijk lukt het hem, want dit is al de derde dag dat hij ongerust over die kip telefoneert en hij is bang dat ze zo misschien nog 2 dagen langer moet afzien. De jongen is er echt van ondersteboven.
Als ik hem er later over terugbel, is het dan toch gebeurd: hij heeft het beestje naar de kippenhemel gezonden.
Herman had op de kaart Silla gekozen om te overnachten, maar dat is een ongezellig industriegebied, ik speur op mijn gevoel de kaart af en we rijden naar El Saler.
We vinden een grote officiële parkeerplaats, in de duinen, vlakbij zee. Er zijn bovendien toiletten, openluchtdouches en waterkraantjes. Luxe!
Bij de laatste tankbeurt kon ik ook brood kopen, dat eten we nu met smaak op met wat restjes kaas en salami. Een kwart meloen en van die lekkere druiven erbij en we kunnen er weer tegen.
Op deze zeer grote langgerekte kronkelige parking tussen de duintjes, staan nog 2 primitieve Poolse motorhomes. Herman is er precies niet erg gerust in,maar het zien er brave mannen uit en ik ga erop af met de vraag of ze hier blijven overnachten. Op hun aarzelende bevestiging (zijn ze bang dat het niet mag?) doe ik heel opgelucht van OK, dan blijven wij hier ook en ik bied hen een van de reusachtige druiventrossen aan, met melding dat we ze anders wegens teveel zullen moeten weggooien, wat toch heel jammer zou zijn. Eerst schijnen ze het wat raar te vinden, verdacht, maar als ik er enkele van in mijn mond stop, nemen ze met graagte de superdikke tros aan, breeduit glimlachend en dankend.
t Is hier een prachtig duin-strandgebied, Natuurpark Albufera, lees ik ergens, we zullen hier goed slapen denk ik.
In de voormiddag gaan we naar de markt en kopen fruit, brood, een wit topje voor mij en een ceintuur voor Dries, we moeten nog goed uitkijken dat die niet "made in China" is.
Het is nu zéér warm.
Na het eten nemen we afscheid van schoonzus.
Ze had graag dat we nog wat bleven, maar het is tijd voor ons om terug naar het heden te gaan.
Elke opmerking, ieder woord, elke gebeurtenis is voor haar aanleiding voor een verhaal over vroeger met een eindeloze reeks van details, er is zelfs geen aanleiding nodig...
Zelf wil ik alles uit het moment halen en genieten van de schoonheid en het goede van wat ik nù beleef. Schoonzus leeft compleet in het verleden, ik begrijp het niet.
131.474 km 13u30 vertrek uit Orihuela, richting Utiel.
Weer genieten we van het prachtige landschap waar we doorheen rijden. We volgen de "ruta del vino"; de druivenpluk is overal aan de gang : talloze tractoren en aanhangwagens vol druiventrossen en plukkers op de velden.
Een van de talloze met druiventrossen geladen tractoren, komt zijn zoete vracht lossen bij de bodega.
Bij Los Pedrones rijden we een stukje een landweg op en ik ga met mijn portemonnee naar de plukkers om druiven te kopen, maar het jonge meisje dat ik aanspreek gaat een prachtige zwarte tros uitzoeken en wil er geen geld voor, ik bedank haar uitvoerig , we rijden achteruit terug naar de grote weg en opeens komt ze weer naar de Marlin lopen. Op aanraden van een oudere man brengt ze nog een grote tros, rozige druiven, die naar haar zeggen beter zijn om te eten, de andere zijn eerder voor de wijn. Wij vinden ze allebei even lekker en hebben nu 2 reusachtige druiventrossen om van te snoepen.
131700 km 17 u Utiel.
De straten zijn er nogal eng en we parkeren aan de rand van het stadje. Met de GPS lopen we de stad in.
Wij zijn in short en luchtige kledij, het is ook nog erg warm, maar iedereen loopt hier in herfsttenue. We voelen ons bekeken omwille van onze ongepaste kledij en dat is geen prettig gevoel.
Na enig zoeken - gps is OK voor in de auto, niet als je tevoet allerlei enkel-richtingstraten doorgaat- komen we bij het huis van Carlos N. Zijn vrouw Irenée (en kinderen Sofia en Carlos Jr )ontvangt ons en rijdt ons naar hun bodega, waar de druiven geperst worden. We ontmoeten vader Pepe, die ons rondleidt.
Hij nodigt ons uit om straks samen te gaan eten.
We rijden met Irenee naar het lokaal waar Carlos zijn zangrepetitie leidt. Als die afgelopen is worden we door hem het stadje rondgereden terwijl Irenee naar haar basketbaltraining gaat. Utiel heeft veel mooie sportvoorzieningen, een prachtige wandelboulevard met fonteinen, oude bomen en mooi gesmede lantaarnpalen, een openluchttheater...
Jammer genoeg liet ik het fototoestel in de wagen achter. We halen Irenee op en gaan met de kinderen samen naar de Marlin kijken. Kleine Carlos is er helemaal weg van. We kleden ons om en rijden om 22u30 met Pepe en zijn vrouw naar het Hostal la Abuela(Gasthof de Grootmoeder), waar we met ons zessen tapas gaan eten : salade, kaas(manchego), serranoham, lamskoteletjes, botermalse kleine stukjes rundsvlees, worstjes...
Nadien nog natilla als dessert.
We zetten de Marlin op een open stuk grond, beneden de parking waar hij eerst stond, hier is t nog iets rustiger, er staat trouwens nog een motorhome van een spanjaard.
Pepe gaf ons nog een grote kartonnen doos vol druiven mee en enkele wijnflessen.
Ik ben een vrouw. Paz, de naam die ik kreeg bij mijn geboorte, betekent "vrede". Beter kon ik het mij niet wensen. Herman is de schat waar ik al 43 jaar lief en leed mee deel. Samen kregen wij in die tijdspanne 3 zonen, 2 schoondochters, 2 kleindochters en 1 kleinzoon . Die zijn altijd welkom in ons nest in de rand van Antwerpen. Mensen, theater, natuur en taal staan bovenaan mijn lange lijst van interesses.