Mensen
Je hebt mensen en fietsbellen
Soms vraag je je af
Wie is het mens
En wie is de fietsbel
Heb je hard geroepen
Om niet van de verkeerde
vruchten te snoepen
Dan geeft men weinig gehoor
Je wilt een fiets met een fietsbel
Het maakt niet uit
Als je leeft met eeuwige kommer en kwel
Je hebt liever een eeuwige hel
Zodat je niets van deze aarde
behoeft te missen
Dus wordt er opgehouden met vissen
Men denkt het loopt zo’n vaart niet
Maar men vergeet dat de tijd
ook al duurt het lang
Toch alles bij je wegnam
Waar je zalig op had kunnen bouwen
En dan begint het miauwen
Men wordt onrustig in het hart
Maar men lijdt niet aan geestelijke smart
Waarom ze de Getrouwe hebben
willen wantrouwen
Dat is nu hetgeen men heeft verzocht
Ook al heeft men voor zichzelf
Op aarde een aardig werk gewrocht
Wie nimmer de Middelaar heeft gezocht
Die z’n leven staat niet meer op de tocht
Maar het hangt aan een zijde draad
Vanwege het volgen van het
innerlijke kwaad!
Galaten: 3
Mattheüs: 22 vanaf vers 23
26-04-2018 om 11:24 geschreven door Liesbeth
|