Veertig jaar
Veertig jaar woestijn
Hoe moet dat wel niet zijn
Met een volk dat murmureert
En God niet eert
Eens was Mozes de leider van het volk
Maar dat volk droogde uit
De hitte was zo groot
Dat zij op het einde de grond
in werden geboord
God heeft zich vaak vertoornd
Gaf ze ook nog de tijd
Maar velen zijn niet mogen ingaan
Wat jammer dat een mens dat niet
heeft willen verstaan
Om naar het land van melk en honing te gaan
En te denken dat God een leugenaar was of is
Ja, toen en nu ging het ook mis
Velen weten niet eens meer wat een
woestijn betekent
Ja, een natuurlijke woestijn
Maar een geestelijke woestijn is gelijk aan de hel
Met heel veel kommer en kwel
De één maakt de ander af
En zo vindt menigeen onderweg het graf
Het volk trok verder
Maar er was toen nog geen Redder
Die moest na dat alles nog komen
Want anders waren we met z’n allen
omgekomen
Na de oorlog dacht men het gaat goed
Maar weinigen leefde zich in
dat volken werden beboet
De mensheid droeg een zware schuld
En de ontfermende God had of heeft
heel veel geduld
Daar kunnen wij nog een voorbeeld aannemen
Want als het niet goed gaat
dan beginnen we al te mekkeren
De mens is gelijk aan een ziek dier
Ze houden niet op met al dat geklier
Waar dat ook in mag zijn
Je wordt er doodmoe van na veertig jaar
God spreekt heel vaak in getallen
Maar dat is niet iets voor kwallen
Die leven met eigen inzichten
Die alleen maar leugens bevatten
Niemand kan Gods toorn inschatten
Tenzij je het hebt gevoeld
terwijl je het niet verdiende
Wanneer een mens op aarde komt
En als het goed is dan sluit God een verbond
Dat doet Hij in en door de doop
En luister je naar Hem maar raak je toch weleens
in de knoop Hij haalt je er ook weer uit
En als Hij de kroon des levens voor je hebt weggelegd
Die je door God te belijden wordt gegeven
Dat is op de dag van de wedergeboorte
Dan leef je niet zelf meer
Maar dan leeft Christus in je
Dat is een ware Hemelvaart
Uit de woestijn door naar het hemels Kanaän
Ze kunnen daarna je lichaam wel doden
Maar de ziel in beveiligd voor de dood
En zo leef je dan eeuwig in Gods schoot
En om nog van een getal te spreken
Na de oorlog zeventig jaar in ballingschap leven
Dat is ook een waar gegeven
Je bent op aarde nergens thuis
Je moet zwerven op aard
Maar God is het die je altijd bijstaat
Zeven is het getal van de volheid
In zeventig zit ook de zeven
En dat doet je altijd en eeuwig
met Hem leven.
Johannes 8:30-59
18-05-2020 om 22:05 geschreven door Liesbeth
|