Rijkdom
Wat verstaat men onder rijkdom
Rijk ben je als je alle dagen geen zorgen hoeft te maken
Wat je zult eten of drinken en waarmede je gekleed gaat
Dan leef je geen zorgeloos leven
Maar dan ben je een ware rentmeester
Een rentmeester zorgt zelfs als het inkomen niet al te overvloedig is
Goed rond te kunnen komen van wat hij of zij ontvangt
Dat betekent dan dat je niet naar steeds meer verlangt
Want de rijkdom brengt veel gevaar met zich mee
Men holt achter iedereen aan en gaat als een slaapwandelaar in alles mee
En zo ontstaan de grote weeën
Je wordt ongelukkig door boven je stand te leven
Je wordt uit het Vaderhuis gedreven
En je gaat bij de varkens leven
Wat is dit nu voor vergelijking?
Mensen zijn toch geen varkens!
Nou, dat moet je niet zeggen
Ze slurpen maar wat graag de trog leeg
Totdat ze moddervet zijn geworden
En dan zijn ze voor de slachting rijp
Want in het ware leven wordt alles je gegeven
Zodat je je geen zorgen hoeft te maken
Over het ontvangen en de niet ontvangen knaken
De verloren zoon ging weg uit het Vaderhuis
En voelde zich bij de varkenstrog thuis
Totdat hij in ging zien dat het daar ook niet was
En zo werd hij van zijn verkeerde weg genezen
De liefdevolle vader stond lang uit te kijken
Totdat deze zoon zich niet meer echt wilde verrijken
Want verrijken zoals dat vandaag aan de dag geschiedt
Dat gaat heel snel teniet
Want men begeert zoveel
En zo ontvangen mensen een kwaad deel
Een deel waarin geen heling meer is
Omdat ze ook nog niet in het Vaderhuis waren gekomen
Je staat dan altijd op een kruispunt
Wordt het de kop of de munt
Vooral als je jezelf erg veel gunt
Dan sla je overal je eigen munt
Je probeert met leugens je munten te veroveren
Soms denk je, kunnen die mensen toveren
Want een waar kind van God
Dit leidt geen gebrek maar heeft ook niet dit of dat geldgenot
Altijd is er die juiste verantwoordelijkheid
Want je bent zo alles weer kwijt
Een leven dat de geldgod begeert
Die heeft zich al voor eeuwig bezeerd
Mits die van zijn dwaalweg is teruggekomen
Dan zijn er misschien nog andere dromen
Twee heren dien gaat echt niet
Want de geldgod doet alles van de Koning der koningen teniet
En dan heb je een eeuwig verdriet
Want die scheiding is niet meer te herstellen
Je loopt jezelf alle dagen te kwellen
Had ik maar, had ik maar!
En uiteindelijk wordt een mens van zichzelf gaar
Zo geldt dit natuurlijk ook voor een land en volk
Ons land en volk leefden op een geldwolk
En ineens is die wolk uit elkaar gespat
En iedereen is nu nat of zat
Want we zitten stevig in de zorgen
Maar wie op Hem vertrouwt
Die krijgt het niet benauwd
Ook al zijn er minder fijne momenten
Wie zorg draagt voor nu en ons nageslacht
Die ontvangen de ware kracht
Om tegen alle tegenspoeden in te kunnen blijven bestaan
Maar wie dit niet heeft gedaan
Voor die is er geen uitzicht
Dan leef je zonder God en de geldgod
Die wordt over gelaten aan zn eigen lot!
Omdat deze zocht het genot van de geldgod
Waar rentmeesterschap staat nimmer op de tocht
Want die zorgt voor een fundament
Zowel in het leven als in het geld!
Dan val je nimmer builen
En hoef je ook niet te huilen
Je hoeft je hand niet bij een ander of het rijk op te houden
Want daar wordt men alleen verkouden
Want geld brengt de roest en de mot
En je klederen zullen verouderen!
Dit is het beeld van de natuurlijke dwaas
En de mens die God als zijn heer een meester ziet
Wie met Hem in zee is gegaan
Die heeft ondanks alle verdriet een goed bestaan
Want deze heeft een Vader
God is een toevlucht voor de zijnen
En zij zullen nimmer wegkwijnen
Ook al wordt er heel wat aan ze getrokken
Hij heelt in alle tijden de brokken
Hij is het die altijd en eeuwig voor je zorgt
Wat is dan beter?
De god voor een tijdje
Of de God vanuit en in de eeuwigheid
Het geeft natuurlijk wel strijd
Niemand kan met rijkdom door een nauwe poort gaan
Eerst moet al het oude worden afgedaan
Voordat men in een nieuw leven verder kan gaan!
De toepassing op dit alles is te vinden in
1 Timotheüs 6
27-04-2010 om 20:50 geschreven door Liesbeth
|