Meerkoet
De meerkoet is ook zwart
Niet zwart als roet
Want de kleur is die er weinig toedoet
Hij werd geboren met zwarte veren
Meerkoeten blijven zich vermeren
Ze maken ook vaak ruzie
Dat is een conclusie
Die je bij de mensen in het
heden kan trekken
Het gaat vaak over niets
Maar de meerkoet doet het om eten
En dat is de mens vergeten
Het gaat om meer dan eten
Het gaat over veel luxe!
En je moet vooral over al bijhoren
Maar dan krijg je vaak wel rode oren
Omdat je in een grote menigte
voelt als verloren
Want wie heeft er wat met je op!
En zeg je wat, dan kost het je kop
Dus weinig mensen die iets durven zeggen
En willen het graag met je oneens zijn
Ze schoppen en plagen
En dat moet een mens dan maar verdragen
We leven in de tijd van zwarte piet
Een mens is geen gebroken riet
Zo’n mens heeft dus ook geen verdriet
Maar ben je door de mensheid gebroken
Dan moet je leven als ondergedoken
Hoewel je toch de mogelijkheid
hebt gekregen
En dat is wel een zegen!
Om te schrijven wat je wilt
Zodat de Waarheid niet verstild
Hoe de mens ook van alles gilt
En waar je ook van rilt!
Dat komt door Hem die je draagt
En zo wordt of werd de eenling
uitgedaagd
De Knecht des Heren
Zal wel zorgen voor het vermeren
Het vermeren van mensen
Die ook wel leefde met andere wensen
Hij maakt van keiharde of egoïstische
mensen
Soms mensen met een hart!
Dan gaat de hardheid wijken
En worden mensen als dijken
Die alles gaan zien in een ander licht
Ja, die mensen krijgen of
ontvangen een blij gezicht
Ze hebben meer perspectief
En zijn ook geen dief!
Een dief van de Waarheid
Dit geeft in de donkere dagen
een vrolijke klaarheid
Want de Waarheid is op komst
Het Koninkrijk zal worden bevestigd
In de Tyriër en de Moor
Daar gaat het om hoor!
Zwart en blank worden verenigd
Alleen door Hem
Die kwam voor iedereen!
En niet voor een paar kerkmensen!
Met eigenwijze wensen
Die het Goddelijke heil wilde tegen houden!
Die zijn nu zou koud als een steen!
Waar dan heen?
Tot Hem alleen!
Maar wie niet buigt
die barst
En dan is er alleen nog
tandengeknars!
Jesaja 50
|