Zoeken in blog

Inhoud blog
  • 001.1 Crypte
  • 920 Pers. archief Meise na 1945
  • 919 Foto's erfgoedmeise
  • 078 't Spinet
  • 080 Kapel Trunk
    Foto
    Meises erfgoed
    Keizerlijk Meise
    Sib, de orde van de autochtone Meisenaars, verzamelt alles over het historische Meise
    13-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.380 K.M.G.S.B.L.
    380 Koninklijke Maatschappij der Gewezen Soldaten van het Belgisch Leger

    Op de vaderlandse plechtigheden speelde nog een derde gelegenheidsfanfare, broederlijk verenigd onde de vlag van de Oud Soldaten.
    De maatschappij werd gesticht in 1903, dus voor de eerste wereldoorlog.  Zij bestond in vele gemeenten in ons land.  De oorsprong hebben wij nog niet achterhaald.  Wij vermoeden echter dat zij stamt uit de Duits – Franse oorlog van 1870, waarbij de burgerwachten gemobiliseerd werden om de grens te bewaken.

    De oorspronkelijke benaming luidde : “Oud Soldaten Afdeeling Meysse”.

    Wij baseren ons op het archief van de vereniging.

     

    Inventaris :

    1. Reglement van 13 december 1903
    2. Kasboek vanaf 1966
    3. Répertoire : ledenlijst met alle gegevens
    4. Statuten
    5. Stempel
    6. Briefhoofd
    7. Matrijs burgerkenteken gevonden in het atelier van de Mélio in Strombeek
    8. Plaat
    9. Vlag
    10. Kepi (in het bezit van José De Greef
    11. Wandelstok van Jules Van Campenhout in het bezit van Fried Van Campenhout

     

    De KMGSBL 1903 was een zeer actieve vereniging.  De leden moesten regelmatig in het lokaal hun bijdrage komen betalen.  Maandelijks kwamen zij samen en er werd veel gefeest :
    - Afzwaaiersfeest 25.10.1972
    - Heldenfeest 11.11
    - Teerfeest 30.01
    - Ceciliamis
    - Jubelfeest 27.10.1968

    In 1927 bestond het bestuur uit :
    Petrus Jacobs, Benoit Maes, Pol Leemans, Laurent Van Malderen en Louis De Greef.

    Als iemand 50 jaar lid was, gaf men de jubilaris een wandelstok .  Zo noteerden wij :

    1969 De Greef Louis
    1971 Van der Veken Michel
    1973 Van Campenhout Jules

    Deze laatste kreeg er echter reeds één in 1947 : een bruine stok met grijs, benen handvat en voetje waarop een tekst gegraveerd op een koperen ring onder het handvat : “Aan onze burgemeester.  De gewezen soldaten Meise.”

     

    Als voorzitters noteerden wij achtereenvolgens :
    13.12.1903      E.Mortelmans
              1927?    Petrus Jacobs
    14.05.1933      Louis De Greef
    15.12.1973      Edward De Greef
              1982      Marcel Dries
    17.02.1983      Georges Bogaerts
    06.01.1984      Antoine Mollemans
    19.01.1996      Emile De Knop

     

    Schrijvers (secretarissen) :
    13.12.1903      Vergaelen Frans
         04.1923      De Greef Louis
    14.05.1923      Jacobs Jean
    26.09.1985      Deforche Roger
    13.12.1989      De Cuyper Jef

     

    Schatbewaarders :
    13.12.1903      Van Hoef Jan
         11.1920      De Greef Louis
         01.1925      Jacobs Jean
    14.05.1933      Vanderveken Michel
    15.12.1974      De Cuyper Jean
                            Bogaerts Georges
    26.01.1975
    19.01.1996      Philips Louis

     

    Muziekchef :
                            Vandenbossche Georges
    28.01.1951      De Cuyper Jean

     

    Vaandeldragers :
    20.01.1935      Huysmans Jean
                1962    Van Praet Emile
                1964    De Knop Emile
                            Huybrechts
                            Van Veer Victor
    05.08.1983      Van Hooren Cyriel

    Boetemeesters :

    Van der Veken Michel
    De Cuyper Jef

    Aalmoezenier :                                            
    26.09.1985      Herman Boon II                    

    Bestuur sedert 13.12.1984

    Erevoorzitter                          : Jean Van Dievoet
    Voorzitter                               : Antoine Mollemans
    Ondervoorzitter                     : François De Kelver
    Schatbewaarder                     : De Knop Emile
    Schrijver                                 : Roger Deforche
    Boetemeester                         : Jef De Cuyper
    2de boetemeester                     : Georges Hoornaert
    Vaandeldrager                                   : Cyriel Van Hooren
    2de vaandeldrager                   : Jules Van Hemelrijck
    Aalmoezenier                         : Herman (Bie) Boon

    De continuïteit werd gewaarborgd door Jef De Cuyper.  De kas werd overgemaakt aan het Beiaardfonds van Meise voor aankoop van een klok Sibemol die ontbrak in de oude beiaard van 47 klokken (nu monument).  Dit was de eerste impuls tot aankoop van een nieuwe beiaard in Meise met 56 klokken.  Het geld werd doorgestort aan de V.Z.W. Nieuwe Beiaard op 22.7.1998.  Deze klok draagt de naam van onze vereniging.  Zij zal het autochtone Meise en de eendracht tussen alle Meisenaren, die ze sedert haar ontstaan wist te vrijwaren, voor eeuwig  symbolizeren.  De vlag werd gratis gerestaureerd door Lisette Haeck.  Daarom werd zij opgenomen in het comité van sympathisanten o.l.v. eredame José De Greef, Hélène Van Acker (+), Germaine De Greef,  e.a.

    Bestuur sedert 13.12.1993 (1ste kalfskopdiner) – 90 jarig bestaan

    Erevoorzitter                          : Jean Van Dievoet
    Eredame                                 : José De Greef
    Voorzitter                               : Antoine Mollemans (+ 11.6.1995)
    Ondervoorzitter                     : Domien Van Opstal
    Schatbewaarder                     : De Knop Emile
    Schrijver                                 : Jef De Cuyper
    Boetemeester                         : Georges Hoornaert
    Vaandeldrager                                   : Cyriel Van Hooren
    Aalmoezenier                         : Herman (Bie) Boon

    Wijziging bestuur op 19.1.1996

    Voorzitter                               : Emile De Knop

    Bibliografie :
    K.M.G.S.B.L. 1903 van Jef De Cuyper Sib2003
    Meise onder de toren van St.-Martinus Jef De cuyper Sib 2001 pag. 57

    13-11-2013 om 09:07 geschreven door Jef De Cuyper

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.379 Reuzen Jan en Mie
    379 Reuzen Jan en Mie

    De fanfare Concordia creëerde in 1927 Janneke en Mieke.  Dichter Jef Lettens en beeldhouwer Ernest Salu van Laken waren de geestelijke vaders van deze reuzen.
    Janneke draagt een blauwe kiel en faas (De Brabantse folklore – september – december 1980 nrs 227 – 228. Zij werden later vervreemd.
    De hoofden van Janneke en Mieke werden eind mei 1980 volledig hermaakt in isomo door de heer Wally Laureys wonende in Sint-Niklaas (leerkracht plastische kunsten in St.-Theresiakollege Kapelle op den Bos en poppenspeler in Sint-Niklaas).  Hij deed dit aan de hand van foto’s hem door B erla ter beschikking gesteld.  De gelijkenis met de oude koppen is bijna volmaakt.
    Dit jaar worden ook, dank zij de heer Leon Van Malderen, voorzitter van de fanfare Concordia en bakker in Meise, de lijven van beide reuzen hermaakt, zodat de genoemde fanfare weer net zoals in het verleden fier mag zijn op haar reuzen.
    Het maken van de kledij van beide reuzen berustte in de bekwame handen van mevrouw Lucienne Lanin, die eveneens alles zo getrouw mogelijk nabootste.  Elke foto bracht immers een andere weergave.  Mie met sjaal.  Mie met kap …enz.  Volgens informatie verkregen van fanfare-leden werd dan beslist Mieke de kap en het bloemenkleed met blauwe schort aan te passen.  Het aankopen van de stoffen was niet eenvoudig.  De blauwe kielstof van vroeger was niet meer te vinden.  Dan maar naar Schaarbeek waar op de markt nog dergelijke stoffen wel worden verkocht aan vreemdelingen die er talrijk wonen.  De vrouwen gebruiken ze nog voor de lange tunieken die meestal van grijze of donkerblauwe kleur zijn.
    De kap van Mieke is eigenlijk een kleed van een koorknaap uit fijn baptist-lakenstof afgezoomd met gekloste kant.  Het werd aangekocht op de grote markt in Brussel waar het uit een hoop lompen werd uitgediept.  Met vaardigheid werd het kleed omgevormd in een voor Mieke misschien zelfs te mooie kap.
    De kledij is in feite dezelfde als die van de leden van de fanfare Concordia, die achter de reuzen dansten op de gespeelde muziek.
    Ondertussen werden ook twee poppen van een poppentheater met dezelfde kledij uitgerust.

    Bibliografie :

    Meise Jan Vanden Eynde
    Meise, onder de toren van St.-Martinus Jef De Cuyper Sib 2001 pag.51-54
    Fanfare Concordia en foto’s Beeckman Louis Berla 87.18.11
    Reuzen                 :      http://fotoalbum.seniorennet.be/JefDC/reuzenmeise

     

     

    06-11-2013 om 09:08 geschreven door Jef De Cuyper

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.378 Concordia
    378 Concordia
    Voor deze historiek heb ik een beroep gedaan op de heer Alfons Leemans, dirigent sinds 1939.
    Als fanfare is deze muziekvereniging de oudste want ze werd gesticht op 8 december 1876.
    Het vaandel werd geschonken door graaf de Beauffort en draagt de beeltenis van St.-Martinus.
    Bij de oprichting van een tweede fanfare heeft deze maatschappij een harde strijd om het bestaan moeten voeren :  Er werd mij verteld dat de entourage (Huis van) van Keizerin Charlotte enkel grond van de keizerin ter beschikking stelde, op voorwaarde dat de “kossaat” (kleine landbouwer) lid werd van de fanfare “De Verenigde Broeders”.  Dit was een vorm van sociale kontrole.  Of de keizerin dat ooit geweten heeft, betwijfel ik ten zeerste!
    1927 is een mijlpaal in de geschiedenis van deze fanfare.
    Beeldhouwer Ernest Salu modelleert twee reuzenkoppen bestemd voor het fabriceren van de reuzen Jan en Mie.  Deze werden het symbool van Concordia.  In de brochure “Reuzen van Brabant” staan ze onder de merkwaardigste gerangschikt.  Ze hebben meermaals als model gediend en aldus tellen ze vele afstammelingen (o.a. Opwijk).
    Dank zij Jan en Mie werd Concordia uitgenodigd, en dit gedurende vele jaren, om deel te nemen aan folkloristische optochten te Longchamps – Fleuri, te Schaarbeek, te St.-Joost ten Noode.
    Deze fanfare was ook aanwezig op grote festivals te Antwerpen, Oostende, Brussel e.a.  Ze bekwamen er vele prijzen en onderscheidingen.
    Wanneer we de historiek van deze fanfare doorlezen, dan merken we nog twee hoogtepunten: 1919 De wederuitvoering van de d’ Hoogvorst cantate gedirigeerd door de toondichter August De Boeck zelf.  De muzikale begeleiding werd waargenomen door Concordia.
    1926 Ba-tist jubelcantate bij gelegenheid van het 50-jarig bestaan van “Concordia”, op tekst van Jef Lettens en muziek van August De Boeck.  Op de laatste algemene herhaling kwam toondichter August De Beock luisteren en zei : “Als Ba-tist dirigeert gaat het altijd – het is perfekt.”
    Hij voegde eraan toe : “Mijn eerste cantate welke ik heb getoondicht was die van baron d’Hoogvorst, mijn laatste die van Ba-tist”.
    Deze voorspelling is uitgekomen.
    In 1934 werd Batist De Donder gevierd – toen was hij 50 jaar dirigent van de fanfare.
    In 1960 – jubelfestival bij gelegenheid van het 85-jarig bestaan van “Concordia” .  De vermaarde Koninklijke Fanfare “Moed en Volharding” uit Heist-op-den-Berg – Kampioen van Europa heeft veel bijgedragen tot het sukses van deze feestelijkheden.

    30-10-2013 om 08:56 geschreven door Jef De Cuyper

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.377 De Verengide broeders
    377 De Verenigde Broeders

    Uit een nota me welwillend overgemaakt door de heer Victor Amerijckx (+), sinds 1930 muziekbestuurder van de Verenigde Broeders :
    Deze fanfare is gegroeid uit een zangkoor “Koor en zangmaatschappij De Verenigde Broeders opgericht op 10 maart 1875.  Tien jaar later werd dit zangkoor omgevormd tot een trompettersgroep, die in 1898 uitgebreid werd tot een fanfare, die nog hetzelfde jaar bevorderd werd tot Koninklijke fanfare.
    In 1908 bestond de fanfare uit 12 muzikanten.
    Het vaandel en vele instrumenten werden geschonken door het Huis van Keizerin Charlotte.  Slechts enkele leden hebben hun instrument betaald.
    Deze fanfare nam deel aan tientallen braderies en bij dergelijke gelegenheden en feesten droegen de leden een kenmerkend kostuum (witte broek en groene jas, de kleuren van Meise) dat veel bijdraagt tot het succes.  Zo veroverde deze fanfare te Elsene een erevlag met kunstpenning.
    Ze nam aan talrijke muziekwedstrijden deel en behaalde vele eerste prijzen en onderscheidingen, zelfs de driejaarlijkse premie in het muziektornooi van de provincie Brabant in 1947 te Vilvoorde, eveneens een tweede prijs in de internationale wedstrijd te Itegem (1952).
    In 1925 werd het 50-jarig bestaan gevierd met een luisterrijk festival, waaraan 12 muziekmaatschappijen deelnamen.
    In de schoot van de fanfare werd de toneelvereniging “De Morgenstar” opgericht, maar die werd door onbeg rip in 1961 opgedoekt.
    de oorlogsjaren zorgden voor het lam leggen van de activiteiten.
    In 1975 werd voor de vereniging een grootscheepse viering van haar 100-jarig bestaan op touw .  Daar werden verdienstelijke dirigenten herdacht gezet Boddaer Philippe en Leon Maes.
    De fanfare bezit een vijtigtal medailles behaald op festivals, waaronder drie prachtige erepenningen van de stad Antwerpen.
    Op het vaandel staat vermeld :
    het stichtingsjaar 1875
    de nationale zinsspreuk
    en naam “De Verenigde Broeders”.
    Victor Amerijckx zwaaide gedurende 37 jaar lang met kunst en kennis de dirigeerstok.  Daarna kwamen Pierre Van Regenmoorter, Willy Ivens en Marc Van Hoorick.
    Vanaf 1991 schaaft Roger Moens opnieuw met succes aan de verfijning en vervolmakins van de vereniging.
    Met vallen en opstaan : met voorspoed en tegenslag : met eerste prijzen van uitmuntendheid en “last but not least” de brand van ons lokaal “Manneke Pis”.  Wij bleven achter met een verschroeid vaandel, zonder trom en een fanfare met enkele muzikanten zonder instrumenten.  Maar waar een wil is, is een weg en voor vele noeste muzikanten betekent een tegenslag een spoorslag, een aansporing tot “beter” doen, beter slagen, een detonateur voor topprestaties.

    Voorzitters van 1908 tot 1918 H.Puttemans
                            1919 tot 1946 : Emile De waet
                            1947 tot 1950 : Joannes Van Humbeeck
                            1950 tot 1955 : Emiel Verlinden
                            1955 tot 1978 : Jozef Van Humbeeck
                            1978 tot 1979 : Frans Van Dorpe
                            1979 tot 1993 : Raymond Leemans
                            1993 tot heden : Paul Cleynhens
    Baron d’Hoogvorst werd als eerste erevoorzitter aangeduid.

    Huidig en laatste bestuur:
    Voorzitter Paul Cleynhens                           
    Erevoorzitters : Jean Van Dievoet en Raymond Leemans
    Secretaris : Louis Amerijckx
    Penningmeester : Marcel Van Seghbroeck
    Bijzondere leden : André Huon, Walter Van vlasselaer, Mark Maes en Anja Amerijckx

    De vereniging gaat er fier op de hedendaagse secretaris-generaal van het “Koninklijk Muziekverbond van België” Louis Amerijckx sinds meer dan 45 jaar in haar rangen als secretaris en muzikant te mogen tellen.

    Bijnaam :
    ressen (graszoden, verwijst naar de band met het domein van Boechout)
                (spotliedje : van met St.-Antonius is ’t geleden dat zij zaten met zes aan ene res)

    23-10-2013 om 09:08 geschreven door Jef De Cuyper

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.376 De muziekverenigingen

    376 De muziekverenigingen
    De twee fanfares “De Verenigde Broeders” en “Concordia” waren gedurende vele jaren de bijzonderste aantrekkingspolen van het dorpsleven.  Ze vormden de kern van de partijpolitieke groepen.
    Er was ook nog een gelegenheidsfanfare, waarin de twee concurrenten broederlijk samen speelden op de vaderlandse plechtigheden : de Oud Soldaten (Koninklijke Maatschappij der Gewezen Soldaten van het Belgisch Leger)
    Deze toestand was niet enkel een kenmerk van Meise.   In de meest landelijke gemeenten, waren de fanfares de spil om dewelke de dorpspolitiek draaide.
    Het was de negatie van het gezegde : “de muziek verzacht de zeden”, want de fanfares bliezen het vuur van de dorpstwist aan.  Dikwijls waren ze instrumenten van geïnteresseerde geldschieters.
    Naarmate het cultuurniveau en de persoonlijkheid van de inwoners stegen en de welvaart toenam is de onderlinge strijd tussen de fanfares gaan luwen en we hopen dat het tijdperk van de vreedzame samenleving in een geest van verdraagzaamheid en wederzijdse eerbied nu definitief gevestigd is.  Deze fanfares hebben hoge uitgaven en daarom komt het gemeentebestuur tegemoet door het toekennen van subsidiën.  De muziekmaatschappijen verlenen hun medewerking bij bepaalde gelegenheden als processies, gemeentelijke feesten en plechtigheden.

    16-10-2013 om 09:02 geschreven door Jef De Cuyper

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.375 Pastoor ... beet genomen

    375 De goedhartige pastoor  … beet genoemen.

    D.J.Delestré verhaalt in “Eigen Schoon “ 1ste nummer 01967, het bezoek van drie Franse soldaten bij de pastoor van Meise:
    “Den 15 november 1792, op een zaterdag zijn er bij ons tot Meys omtrent 11 uren drie Franse soldaeten gekomen die vroegen “un coup de bière” (te drinken).
    De pastoor liet ze komen in de keuken en zij waeren heel beleefd.  Zij begosten veel nieuws te vertellen bijzonderlijk van de bataille (slag) omtrent Bergen.  De pastoor gaf hun een boterham en een glas bier en hoorde nogal geerne hetgeen zij vertelden maar hij en wist niet wat deugnieterij er achter stak … Als ze bezig waeren met eten, vroegen zij ook wijn en hebben een caffron gedronken.
    Een van de soldaten hield de pastoor aan de klap … de anderen verlieten de keuken.
    Deze gingen eerst naer de zolder, vandaer in de kleine kaemers boven waer één paer waggenen hingen, die zij mede namen … seffens gingen zij naar ’t scribaen (in de schrijfkamer) waarin wel 500 guldens was een deel van hem, een deel van de kerk en de rest van de arme.  Geluk dat de knegt hen in de kamer had zien gaan .  Zonder dat hadden zij weg geweest met de 500 guldens.
    De knegt vermaende de pastoor in de keuken die aanstonds boven liep en hen bezig vond met het eerste kaske te rooven waarin het geld was van de kerk Solvo 100 guldens.
    Hij bad hen van het geld daer te laeten zeggende dat het van hem niet was maer van de kerk.  Zij lachten met hem ende lieten niet een oord inj.
    Daermede gingen zij beneden bij hun ander compagnon, dronken nog een keer, naemen hun afscheyd van de pastoor en bedankten hem voor zijn vriendelijk onthael”.
    Het spel was gespeeld aan de klap en de andere luist hem af.  Dat gebeurt in alle oorlogen en in alle tijdenvolgens de klassieke methode – de ene houdt de baas - ook in onze dagen.

    09-10-2013 om 11:02 geschreven door Jef De Cuyper

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.374 Georges van Wemmel e.a.

    Georges Van Wemmel

    Hij was pastoor van Meise en schreef in 1661 de geschiedenis van de abdij van Grimbergen.  Spijtig genoeg is dit werk zoek geraakt.

    Van Soltem

    Hij was pastoor van Meise, geboren 6 juni 1698 te Brussel – overleed 8 mei 1750 te Meise.  Auteur van twee nederlandstalige treurspelen : Pygmalion en Astarte.  Hij schreef eveneens een toneelspel ter ere van het H. Saktrament van Mirakel.

    Norbertus Heylen

    Wij zijn veel dank verschuldigd aan deze onderpastoor van Meise in 1790, voor de talrijke notities over zijn belevenissen tijdens het Franse bewind en over de verdrukking en de tergingen welke onze bevolking te verduren kreeg.
    Norbertus Heylen was tijdens de besloten tijd pastoor van Grimbergen.  Dit handschrift wordt bewaard in de abdij van Grimbergen.  D.J.Delestré geeft volgende levensschets :
    “Pastoor Norbertus Heylen werd geboren op 11 oktober 1753 te Veeweide-Anderlecht waar zijn vader een smidse had.  De familie was afkomstig uit de Kempen doch verwant met vele Brabantse families.  Hij trad in de Norbertijnerabdij te Grimbergen de 25 mei 1776, werd geprofest op 18 oktober 1778, priester gewijd 4 jaar daarna in Mechelen.
    Hij was eerst onderpastoor – coadjutor te Strombeek, werd onderpastoor te Meise benoemd op 4 november 1790 in de Patriottentijd.  Op 16 juli 1795 werd hij pastoor te Grimbergen en maakt de besloten tijd mee.  Van hoeve tot hoeve moet hij vluchten, verbleef enige tijd op ’s Gravenmolente Grimbergen en ging toevlucht zoeken bij Peke Van Beneden, aan de Bruinborrebeek.  In 1801 mocht hij terug naar zijn pastorij die hij eerst in 1818 verliet om wat rustiger te leven te St.-Brixius-Rode, alwaar hi jten Here ging  op 13 februari 1825."
    Hij heeft ook deel genomen aan de Boerenkrijg, aan die moedige en bovenmenselijke strijd van onze jongens tegen het militair gezag dat hen opeiste om dienst te nemen in het Franse leger.

    02-10-2013 om 10:28 geschreven door Jef De Cuyper

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.373 Daniël Bellemans

    373 Daniël Bellemans
    Hij was kapelaan te Meise en werd Norbertijn van de abdij van Grimbergen.
    Zijn dichtbundel “Den liefelijcken Paradijsvogel” dateert van 1670.  In dit jaar verscheen eveneens zijn “Citherken van Jezus” – spelende zestig nieuwe liedekens op jet groot jubilé van het H. Sakrament van Mirakel te Brussel.
    Toen priester Bellemans nog de zending van kapelaan waarnam werd hij aangeduid tot rechter in een familiegeschil.
    Het scheidsgerecht was destijds de koerante procedure.
    Wanneer een betwisting oprees in een gezin of tussen geburen dan werd door beide partijen een scheidsgerecht aanvaard.  Nu lopen de mensen naar de vrederechter om hun geschil, hun twist te beslechten.  Ik citeer uit de voornoemde studie een verzoek tot samenstelling van een scheidsgerecht.  Aldus heeft meneen kijk in de vroegere gebruiken en gewoonten met betrekking tot een scheidsrechterlijke beslissing : “In naem ons Heeren –Amen.
    Wij onderscreven Jan Tielemans ende Guilliam Sone Jans om te neder te leggen alle verschil ende processen aengaende ’t huys, cam (bouwgereedschap) ende hof van Jan Tielemans op  hetwelck sijnen soon Guilliam eenige pretenties heeft ende om metter minnen te accorderen hebben ghekosen ende kiezen mits deze voor arbiters den heer Daniël Bellemans, onderpastoor van Meys, Lauwereys Hanssens, pachter van Rode, ende Jan Bettens, boschmeyer, ende stellen onse Sacken in hunne handen om deselve te modereren ende beloven hunne ordinantie te onderhouwen met eet”.
    De vertegenwoordigers van de twee  partijen bevestigen onder eed dat zij de beslissing van de scheidsrechters zullen naleven.
    De beslissing was : de zoon Guilliam mag het huis bewonen en het gereedschap gebruiken mits huishuur te betalen.
    De familienamen, en zelfs de doopnamen klinken niet vreemd voor ons, want de namen Tielemans, Bettens behoren tot de oudste stammen van Meise.
    Priester Bellemans is naar Nederland uitgeweken waar hij tot pastoor van Horssen werd benoemd.  Hij stierf er in de ouderdom van 32 jaar – in 1674.  Ik kan deze rubriek niet sluiten zonder enkele namen van schrijvers te vermelden.

    25-09-2013 om 09:12 geschreven door Jef De Cuyper

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.372 Frans Van den Vekene

    372 Frans Van den Vekene
    Geboren te Meise.  Schreef in 1644 een dialogisch gedicht”Sint Martinus en de bedelaar”.
    Pastoor Delestré meent dat, oordelend naar de schrijfwijze, dit gedicht ouder is dan de vermelde dagtekening (1644).  Waarschijnlijk werd het geschreven met de bedoeling de processie op te luisteren.
    In processies en ommegangen kwamen samenspraken tussen akterende groepen meermaals voor, ten einde deze feestelijkheden glans bij te zetten en er de aantrekkingskracht van te verhogen.
    De tekst van dit gedicht ter ere van de patroonheilige Sint-Martinus werd overgenomen uit Eigen Schoon en de Brabander.
    De woorden van de heilige Martinus geven een diep kristelijke geest weer.
    Bij zijn broederlijk delen brengt hij hulde aan de Heilige Drieëenheid, maar hoofdzakelijk “door de wille des Vaeders meest”.

    Martinus en de bedelaar

    -O Vrindt Goedts, staet vast en Stille
    Ick sal U doen naar mijnder macht ende wille
    als een christen ridder, syt bedacht soet.
    - Maar ick hebbe in den buydel noch qaet noch goet
    Siet noch spijs noch dranck
    die U mocht commen tot uwer baeten ofte assistenties
    Dus vrindt, wil toch verdragen patientie.

    -Ick bidde U Heere, door uwe excellentie
    Wilt toch uw gratie op mij toogen
    want ick tot geen werk mij can gepoogen
    door die cranckeyt mijnder leden
    Ick bidde U, Here wilt toch yet aan mij besteden
    daer ick mijn naectheyt mach mede bedecken
    O wilt U doch tot geven eender aelmoesse versteckenOch mijnen vrindt wildt dit beseven
    dat ick nyet en hebbe om Charitate te geven
    Dus wilt U den Almogende Godt
    Syne gratie houden (jonnen)

    -En suldt ghy mij niet helpen comen
    ick armen bloet, dus mach ik wel cermen
    ick bidde U, O edel Heere, wilt toch mijns hulpich wesen
    ende wilt mij arme creature ontfermen
    oft ick moet vergaen, elacie, wachermen
    Dies ben ick bevreest.

    -Nu door den willen des Vaders meest
    Ende die wysheyt van Godt synen lieven soene
    ende die goedertierenheyt des Heylich Geest
    Wil ick U schenken die helft van mijnen Cleede
    Dus trecke ick mijn sweert uytter schede
    ende wille daermede mijn lichaem ontdecken
    Houdt wat op vrindt Godts

    Want tot deser plaetse
    en can ick U andere nyet behulpich wesen
    d’eene hellicht van mijnen mantel
    schenke ick U by desen
    dies vrindt gepresen
    nempt dit in danck
    nu wel oorloft : hiermede den ganck.

    -Adin ! Adin ! Adin ! O Edele Heere
    Dus bedancke Ick U seere
    inder eeuwigheit
    Sy U vreught ende eere.

    T. Van den Vekene 1644

    18-09-2013 om 09:19 geschreven door Jef De Cuyper

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.371 Oude dichters van Meise

    371 Oude dichters van Meise

    In een studie gepubliceerd door pastoor D.J.Delestré in Eigen Schoon en de Brabander, ontdekken we interessante nota’s over “Oude dichters te Meise” die meldenswaard zijn en passen in het kader van deze historische reminiscentie.

    Willem Van der Elst 1570 - 1647

    Geboren te Meise.  Zijn ouders waren landbouwers zoals de meeste inwoners van Meise.  Hij werd tot priester gewijd.  Over zijn curriculum vitae weten we zeer weinig.  Nochtans staat het vast dat hij tot pastoor van Boeckhoute (Gent) benoemd werd.
    Priester Van der Elst schreef “Gheestelijke gedichten” – ter perse gelegd in 1622.
    Deze dichter moet een gunstige faam hebben genoten want in de “Verslagen en Mededelingen der Koninklijke Vlaamse Akademie” van oktober 1932 heeft Lode Baeckelmans een studie gewijd aan het werk van dichter willem Van der Elst.
    Het geslacht Van der Elst was zeer verspreid in het Brabantse en genoot er veel aanzien.  De dichter heeft over zijn stam geschreven :
    “Men konne daervan niet den ouderdom doen blijcken van ons vermaert geslacht noch daer oock naer en blijck maer roemen ons wel vrij omdieswil dat wij zijn van deughdelijck in wercken en in schijn”.
    Baeckelmans somt eregedichten op die pastoor Van der Elst wijdde aan personen, onder andere aan “Jan Ceulens pasteur van Campenhout en Henricus Cuelens, pasteur van Geerdsbergen”.
    Deze waren waarschijnlijk familieleden van Bernardys Croy en Leonardus Boodts, abdijheren van Grimbergen.

    11-09-2013 om 09:00 geschreven door Jef De Cuyper

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.370 Meise De Vidts

    370 Het verloren handschrift

    Mijn medewerker L. Van Hemeldonck heeft zich degelijk ingespannen en geen moeite gespaard om dit stuk terug te vinden.
    Ik geef hier zijn studie gewijd aan dit belangrijk en intrigerend probleem van “het verloren handschrift”.
    Op het voormalig kerkhof van Meise, rond de St.-Martinuskerk aan de kant van de rechterzijbeuk ligt in het plaveisel een enkele zerk.  Hij is rechthoekig, in arduin van niet al te beste kwaliteit en alleen aan de zijkanten enigszins versierd door lijnen in reliëf.  Het opschrift luidt :
    - Ter zaliger nagedachtenis van de Eerwaarde Heer Emmanuel Franciscus De Vidts, overste en leraar van het Klein Seminarie van Hoogstraeten, Schrijver van de geschiedenis van Meysse (wij onderlijnen) alhier geboren 4 juli 1812 overleden te Thienen den 21 Augustu 1872.- Elk bewust dorpsgenoot stelt belang in het verleden van zijn omgeving … en zou dan ook meer willen weten over deze geschiedenis.
    Maar hier begint het spel.
    Normaal zal hij zich wenden tot onze parochiale biblitheek doch het gewenste werk komt spijtig genoeg niet voor in de boekenlijst.
    Ietwat ontgoocheld wendt hij zich tot een der oude ingezetenen van wie hij weet dat hij belangstelling voelt voor dergelijke zakzen en dat hij gravures, uittreksels en hand schriften over het in vroegere jaren gepubliceerde bijhoudt.
    Helaas!  Niemand is in het bezit van een exemplaar van deze “geschiedenis” en weet evenmin waar men er een zou kunnen vinden.
    Dan maar naar de Koninklijke Bibliotheek in Brussel getrokken waar men de meeste kans heeft zeldzame werken te treffen, doch hoe vriendelijk de heer hoofdbibliothecaris ook alle opzoekingen laat verrichten : geen spoor van een dergelijk werk noch nu, noch in het verleden.
    Van dit ogenblik af is men gedwongen als waarschijnlijk te beschouwen dat deze “geschiedenis” niet in druk is gegeven geweest en dus niet het stadium van handschrift is voorbijgegaan.
    Vandaar de titel van deze bijdrage. Vermits men toch in de Koninklijke Bibliotheek is dan vlug navraag in de afdeling manuscripten vanhet Rijksarchief.
    Opzoekingen leveren wel een handschrift op over Ophem dat ook zijn nut kan hebben voor Meise op een bepaalde datum, maar een handschrift specifiek over Meise is niet te vinden.
    Het blijkt ook niet mogelijk uit te maken of E.H. De Vidts al dan niet het staatsarchief geraadpleegd heeft, gezien de aantekeningen over de identiteit van de bezoekers en het dooel hunner opzoekingen slechts na het overlijden van de schrijver begonnen werden.

    Een navraag bij Z.E.H.Archivaris van het Aartsbisdom levert een biografische nota op over onze geschiedschrijver, doch niets over deze pennenvruchten. Dan maar aangebeld bij Z.E. Superior van het Klein Seminarie in Hoogstraten :jawel, priester De Vidts heeft hier gefungeerd, zijn naam is hier in de herinnering gebleven, maar van “geschiedenis” of “handschrift” weet men niets af.  Een nuttige aanduiding evenwel : in 1849 heeft E.H. De Vidts het ambt van superior neergelegd en is tot 1851 op rust geweest te Meise, naar alle waarschijnlijkheid in het ouderlijk huis.  Dit wordt bevestigd door het feit dat hij op 17.3.1850 optreedt als peter van het vierde kind van zijn broer Judocus – Bernardus, kind dat dan ook naar zijn peter, Emmanuel genoemd wordt.
    Men mag hieruit besluiten dat het in de tijdspanne 1849-1851 is dat de geschiedenis van Meise geschreven werd of minstens de gegevens daartoe verzameld.  Het is overbodig erop te drukken dat de omstandigheden daartoe gunstig waren :nog talrijke burgers waren in leven die het Oostenrijks regime, de patriottenstrijd, de Franse revolutie, napoleon, het Hollands bewind, de onafhankelijkheid beleefd hadden.  Verder bestonden toen nog talrijke archiefstukken welke thans verloren zijn gegaan of niet meer bereikbaar.
    De abdij van Grimbedrgen heeft steeds vooraanstaande archivarissen gekend en zich immer met haar voormalige parochie Meise ingelaten;  priester De Vidts is alhier nog door de laatste witheer-pastoor Margé opgeleid geworden..  De naamtrek van E.K.Delestré komt trouwens voor op vele oude stukken die nog tot voor onlangs op de pastorij alhier voorhandig waren. Een navraag te Grimbergen geeft geen enkel positief resultaat, wel een negatief.
    E.P. De Meyer, huidig archivaris, heeft kennis van een aantekening daterend van 1901, en volgens dewelke het opgezochte handschrift toen reeds beschouwd werd als zijnde verloren gegaan, minstens zoek geraakt.  Normaal blijft er dan geen enkele weg meer over dan na te gaan wat er met de nalatenschap van priester De Vidts is gebeurd, gezien deze laatste weldegelijk als de bewuste schrijver geïdentificeerd werd op het ogenblik dat zijn nabestaanden de grafzerk met bedoeld opschriftlieten plaatsen.  Alhoewel n och het Aartsbisdom, noch het Klein Seminarie kennis hadden van een testament, was dit wellicht hier op de parochie gebleven ten gevolge b.v. van een stichting van een jaargetijde of iets dergelijks ?   Zoals steeds was onze Z.E.H.Pastoor bereid inzage te laten nemen van het kerkarchief der vorige eeuw … en hier kwam een klein lichtpunt!
    Op 2 april 1873 wordt door notaris Emile Possoz ter standplaats Wolvertem een akte verleden waardoor de genaamde Van De Zande Emmanuel, landmeter (in het bevolkingsregister van 1875-1866 staat hij ingeschreven met “menuisier” van beroep, verblijvend te Meise, een gift verricht van zeshonderd frank obligaties Belgische schuld 4,5 % aan de kerkfabriek van Meise, onder bedinging dat ten eeuwigen dage in onze kerk drie jaargetijden zouden gecelebreerd worden, ten eerste voor de zielerust van de oom van de gever wijlen priester Emmanuel François De Vidts, het tweede voor de zielerust van de ouders (deze twee jaargetijden te zingen in februari, telkens met de uitdeling van het brood aan de arme), het derde voor de zielerustvan de broeders en zusters van de priester.  Volgens een inschrijving in het parochieregister der fondatiën had deze laatste kerkelijke dienstde vom van een mis voor afgestorven “vrienden” van priester De Vidts, doch dit is waarschijnlijk een vergissing;  De gift werd namens de kerkfabriek aanvaard door Pierre Joseph Van Dievoet, boomkweker van beroep en schatbewaarder van de Kerkfabriek; de stichting werd, zoals al de andere, door reductie getroffen na de sedert 1814 ingetreden muntontwaarding.
    Ui t dit stuk mag met voldoende waarschijnlijkheid het besluit getrokkenn worden :
    1. Dat priester De Vidts zef geen testament gemaakt heeft; hiertoe was hij door de aard van de ziekte, welke hem meermaals en vooral in zijn laatste levensjaar getroffen heeft, weinig geschikt;
    2. Dat de stichting zeker een laatste wilsbeschikking van onze priester was,
    3. Dat zijn neef, Emmanuel Van de Zande kan beschouwd worden als hebbende hoofdzakelijk de nalatenschap van onze priester beredderd enhet dus aangewezen is in zijn spoor het bewuste handschrift op te zoeken.
    Het is echter alleszins noodzakelijk van de familieverhoudingen van De Vidts vast te leggen op het ogenblik van en na het overlijden van de priester.
    De familie De vidts (met nadruk op De, want het is een vervorming van Davidts, de zoon van David, voornaam zonder Joodse invloed) stamt uit Grimbergen en vestigt zich te Meise in 1765, alwaar op 2.12.1768 geboren wordt De Vidts Gerard, vader van onze priester; hij is bakker, winkelier en landbouwer, bovendien onder het Franse regime “agent municipal” of “maire”; later wordt hij eerste schepen, om het burgemeesterschap te laten aan Baron van der Linden d’ Hoogvorst, en woont naast de pastorij, waar thans de slagerijn staat. ……………??
    Op 11.6.1794 huwt hij Anna Van Doren, dochter van de koster, die hem 4 kinderen schenkt, vooraleer op 2 brumair jaar XII (5.11.1803) te overlijden. Van deze vier kinderen blijft slechts één in leven, de oudste Cornelia, geboren12.6.1795, die op 6.3.1822 in het huwelijk treedt met haar neef Van de Zande Etienne of Stephane, hovenier en herbergier, later gemeenteontvanger en onderwijzer.  Doch opgepast, het is niet de tak Van de ££Zande die de hoger aangehaalde stichting van jaargetijden verricht heeft, maar deze die talrijke agenten in openbare dienst (gemeentesecreatris, onderwijzer, gemeenteontvanger enz.) geleverd heeft hier te Meise en elders.  Zij overlijd op 12.1.1861.
    Op 28.1.1807 gaat Gerarde De Vidts een tweede huwelijk aan met Huysegoms Elizabeth uit Grimbergen “landbouwster” geboren 1.3.1771.  Zij overlijdt 12.1.1861.
    Kinderen uit dit huwelijk :
    1. Joanna Catharina ° 18.11.1807, x Van de Zande Carolus Josephus, meester – schrijnwerker (dit is de goede tak) die + 29.6.1872
    2. Maria Catharina, ° 6.3.1809, x 4.1.1845 Robberechts, landbouwer te Kapelle-op-den-Bos en verdwijnt uit Meise
    3. Charles, ° 5.11.1810, bakker, + 21.12.1831 “ten huize van zijn moeder” 4. Emmanuel Franciscus, onze schrijver
    5. Judocus Bernardus, ° 18.9.1814, bakker en gemeenteraadslid sedert 1848, + 18.9.1851 en laat 4 kinderen na : Josephus ° 30.7.1844, Maria Elisabeth ° 22.3.1846, Petrus 27.3.1848, Emmanuel 17.3.1850.
    Te Meise waren dus mogelijk als nabastaanden van onze schrijver op het ogenblik van zijn overlijden :
    a) de kinderen van zijn  overleden halfzuster Cornelia
    b) zijn zuster Joanna Catharina met haar kinderen, waarvan de oudste in leven de stichter is der jaargetijden Emmanuel Van de £Zande, die tevens petekind en naamgenoot is van de schrijver.  Inderdaad is deze opgetekend als peter in de doopakte van 1.8.1843, met de titel van superior van het Klein Seminarie in Hoogstraten.  Niet aanwezig zijnde
    te Meise op dat ogenblik – het huidig ritje Hoogstraten – Meise was toen een hele expeditie – werd hij vervangen (zoals in de doopakte formeel verklaard wordt – door lappeter Stephaan Van de Zande, zijn half – oom, waarvan hoger sprake)
    c) de kinderen van zijn  overleden broeder Judocus – Bernard
    Hoe was de samenstelling van het gezin dat verbleef in het vaderlijk huis van onze priester ?
    Zijn moeder bleef in leven tot 1861, stond te boek als rentenierster en woonde in wijk A nr. 33 naast de pastorij.
    Volgens het eerste bevolkingsregister gaande van 1847 tot 1856 vinden wij bij haar :
    Haar zoon Judocus – Bernardus die stierf in 1851, haar schoondochter Robberechts Marie Elisabeth die stierf 18.2.1852, 30 jaar oud en met een tussenpoos van enkele maanden haar echtgenoot volgt in het graf.  De vier kinderen van de overleden echtgenoten staan ingeschreven bij hun grootmoeder, de moeder van de priester.
    In het bevolkingsregister 1857 -1866 vinden wij voor dezelfde woning : Huysegoms Elizabeth weduwe De Vidts Gerard, moeder van de priester + 12.1.1861, De Vidts Joanna Catharina, haar dochter, volle zuster van de priester, 4 kinderen van dit gezin, neven en nichten van de priester, waaronder stichter Emmanuel.
    Elisabeth en Pieter De Vidts, wezen van Judocus Bernardus, nicht en neef van de priester; Josephus heeft reeds de vrijheid gekozen en zal later aan lager wal geraken; van Emmanuel op dit ogenblik geen spoor, doch hij zal later de voetstappen drukken van Josephus, zoals trouwens Pieter.
    Het bevolkingsregister 1866 – 1880 geeft steeds voor hetzelfde huis :
    De Vidts Joanna Catharina, zuster van de priester;
    Van de Zande Carolus Josephus, haar man, zwager van de priester, komt voor deze te overlijden op 29.6.1872.
    Hun 3 nog in leven zijnde kinderen , waarvan Emmanuel, de stichter, de oudste is en de enige man.
    Van de weeskinderen De Vidts is er geen spoor meer.  Inderdaad zijn De Vidts Elisabeth en De Vidts Pierre in december 1964 overgeschreven naar Brussel, doch blijken later hun onderstandsdomicilie te Meise bhouden te hebben, wat doet veronderstellen dat zij in een wezenhuis opgenomen werden.
    Onder deze omstandigheden is het als vast staand te beschouwen dat, toen onze schrijver einde augustus 1872 overleed, zijn nalatenschap nbeheerd werd door zijn neef en petekind Emmanuel Van de Zande en dat in die richting het verloren ha ndschrift moet gezocht worden.
    Wat is er met Emmanuel Van de Zande, zijn moeder en zijn twee zusters gebeurd ?  Zij hebben Meise verlaten en hiermede verdween de naam De Vidts uit Meise.
    Een der dochters Maria Catharina Van de Zande wordt overgeschreven naar St.-Gillis Brussel op 12.5.1875.
    De moeder, zuster van de priester en laatste alhier met die naam, gaat met haar dochter Anna Maria naar St.-Jans Molenbeek op 10.8.1877; Anna Maria was toen 30 jaar oude, ogenschijnlijk ongehuwd en dit is ze wellicht gebleven.  Ten slotte emmanuel Van de Zande, vermoedelijk houder van het handschrift, gaat eveneens naar St.-Jans Molenbeek op 20.7.1880, wellicht zijn moeder en zuster vervoegend.
    Daarna is men hun spoor bijster; getracht zal worden iets meer te vernemen op het gemeentebestuur van St.-Jans Molenbeek; Emman uel Van de Zande was toen 37 jaar en praktisch zeker vrijgezel.
    Nog een klein lichtpunt : alhoewel voor goed uit Meise weg (het ouderlijk huis werd ingenomen door de kostersfamilie Joos) werd toch niet alle contact verbroken : Maria Catharina Van de Zande, hoger vermeld, ° 4.10.1851, op 12.5.1875 naar St.-Gilles gegaan, is niet ongehuwd gebleven.  Als weduwe Van Ghiest Gustave + 8.1.1920 heeft zij een legaat van Fr 6.000 gemaakt aan het toenmalig Weldadigheidsbureel van Meise; wellicht geeft dit nog enige aanduiding ?
    Hier eindigt de inventaris van wat hier te Meise of zonder te veel moeite elders tot nog toe is kunnen vernomen worden en in verband gebracht met het verloren handschrift.
    Met dank zou alle bijkomende aanduiding in ontvangst genomen worden en alle verdere medewerking ter zake van harte begroet.

    04-09-2013 om 08:59 geschreven door Jef De Cuyper

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.369 De schatten van de gilde

    369 De schatten van de gilde

    Braak : Deze halsketen, ereteken van de Koning van de Gilde, werd verfraaid dank zij de steun van Lodewijk de Albert, heer van Grimbergen, erfrechtelijke voorzitter van de gilde.
    In het vermeld verslag deze bewering : “De braak van de Sint-Sebastiaansgilde van Sint-Brixius-Rode dateert van het einde der XVIde eeuw en is wellicht een van de oudste van heel de streek, eveneens de gilde”.  Hier moet een parallel getrokken worden met de braak van de gilde van Meise, die een erepenning heeft met het jaartal 1597.
    Vlaggen : De gilde bezit twee vlaggen.  De oudste dateert van 1854, de andere van 1905.
    Beker : draagt het wapenschild van de schenker Baron Vander Linden d’ Hoogvorst en het beeld van een hert met stralend kruis tussen het gewei.
    Een andere beker met inschrift : Koning van Brabant Gooiek september 1958.
    Oud gildenboekje, tinnen pot, wandschotel en gedenkpenningen.  Op 11 juli 1960 werd de titel van Koninklijke Maatschappij verleend aan onze oude gilde.
    In genoemd verslag lees ik deze plezierige anekdote :
    De kermis van Rode in 1798, verteld door pastoor Heylen : In augustus 1798 is er overal afgekondigd (door het bezettende Franse revolutiebestuur) dat men op zondagen geen “Speelman mocht houden en niet mocht dansen”.  Ondanks het vermeld verbod hebben we de “speelman” doen komen en ’s achternoens is men daar lustig aan ’t dansen gevallen.
    Half achternoen heeft de Commissaris van Grimbergen “Bresson” zes soldaten naar Rode gezonden.
    In de eerste herberg waar ze aankwamen was men “snarig” bezig met dansen.  Men gaf de soldaten te drinken.  Zij droegen hen geen dansen aan.Vandaar gingen ze naar de andere herbergen, wierden daar ook wel gedaan en lieten alles passeren.  Tegen de avond waren ze goed “besnoven”, keerden terug naar de eerste herberg en wilden het dansen beletten en dan kwam er ruzie zonder erge gevolgen.
    Eveneens uit voornoemd verslag : verkoop van kerkmeubelen in 1799.
    In november 1799 werden de kloosters en kapellen verkocht (niet de parochiekerken), zo lezen we in de geschriften van pastoor Heylen – Grimbergen.
    “Kapel van Rode heeft ook geplekt gestaen en met voorwaarde van voor drie maand afgebroken te worden.  Die van Rode hebben dan een verzoekschrift opgestuurd zeggende dat hun kerke geen kapel was, maar gelijk een parochiekerk, hebbende een kerkhof, een afzonderlijke koster en inkomsten en goederen voor de armen die afgescheiden zijn van die van Meise.  Dit verzoekschrift werd ingewilligd en de kerk van Rode is blijven bestaan.  Het was veilig te Rode.
    “Wij hebben kunnen vaststellen dat het te Rode gedurende de Franse revolutie tamelijk veilig was.  Het bewijs : hier waren verschillende priesters verscholen wanneer de kerkvervolging het hevigst was en ook de vrouw van de commissaris Bresson vluchtte naar Rode wanneer de jongens van de Boerenkrijg te Grimbergen aan de slag waren in 1798”.
    Deze laatste rubrieken hebben niets te maken met het gildeleven maar vermits ze overgenomen werden uit het verslag van de secretaris Frans Van Hoeck, hebben we geroordeeld dat, om elke verwarring te voorkomen, het best was deze gegevens hier in te lassen.

    29-08-2013 om 08:58 geschreven door Jef De Cuyper

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.368 St.-Sebastiaansgilde-Rode

    368 De Koninklijke Sint-Sebastiaansgilde van Sint-Brixius-Rode

    In het beiaardboekje “ Meise” (1951) lees ik deze overweging : “De  Sint-Sebastiaansgilde van Rode is wellicht van iets jongere datum” (dan die van Meise).
    Ik durf dit niet te beweren, want het ontstaan van beide gildenzoals van vele andere ligt nog in het duister.  De geschiedschrijver  Gramaye verklaart in zijn “Antiquitates Belgicae” : “Sint-Brixius-Rode is beroemd wegens zijn oude schuttersvereniging” – deze tekst is verschenen in 1606.
    Uit een verslag opgemaakt door Frans Van Hoeck kunnen we zeer interessante gegevens plukken. (Deze tekst werd op P.C. gezet door ondergetekende en door de huidige secretaris Van den Troost bijgewerkt).
    De stichting van de gilde zou dateren uit de XVde eeuw – hij zet het jaar 1412 voorop, maar met een vraagteken.
    “Vermoedelijk werd onze Sint-Sebastiaansgilde gesticht in de jaren 1400 of 1500 door de “Edele Prins de Berghes” die in die tijd een kasteel bewoonde in onze parochie.  Het kasteel behoorde bij het “Hof te Rode”.
    In 1549 was de gilde aanwezig in de processie te Wolvertem.  In 1559, 1760, 1764, 1773 staat dezelfde vermelding, doch doorgehaald : de deelname was dus voorzien doch heeft niet plaats gehad.
    Ook in augustus 1565 trok de gilde van Sint-Brixius naar het haagspel te Brussel en behaalde er prijzen.
    De gilde kocht een weide, genaamd “Achterste Broeck”, groot een half bunder en een grond van vijftig roeden voor het bouwen van een gildenhuis (in de nabijheid van de wip staande op de eigendom van Leemans).
    In de XVIIde eeuw werd het hoofdmanschap waargenomen door de heren die te Wolvertem woonden, namelijk de “La-Tour-Taxis”.
    De ledenlijst is gekend tot 24.7.1655 toen E.Bulens de ouderman was.  Dit wil zeggen, het oudste lid van de gilde.
    In het jaar 1911 hebben de leden de statuten van de gilde, die dateren van1620 volledig herzien en aangepast aan de behoeften van deze tijd.
    De godsdienstige grondslag en het parochiaal karakter van de gilde is duidelijk omschreven in art.1 : “De Sint-Sebastiaansgilde heeft tot doel de Eerwachtuit te maken in de jaarlijkse processies en in de processie alle eerste zondagen der maand, in de kerk na de Hoogmis”.

    21-08-2013 om 08:59 geschreven door Jef De Cuyper

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.367 St.-Sebastiaansgilde Meise

    367 De schuttersgilden

    De bevolking van Meise mag trots zijn op twee oude schutterzsgilden die dooheen de wisselvalligheid der tijden, de tragische gebeurtenissen die we beleefd hebben, flink en ongedeerd stand hielden en nog krachtig en jong blijven.

    De Gilde Sint-Sebastiaan – Meise centrum

    Deze gilde droeg vroeger de naam “handbooggilde” van Sint-Martinus en Sint-Sebastiaan.
    Uit de overgebleven documenten kan niet worden uitgemaakt in welke tijdsperiode de gilde werd gesticht.
    De secretaris Doms, hierover ondervraagd, kon desbetreffend geen nauwkeurige gegevens  verschaffen – hij heeft in zijn bezit ledenlijsten en andere stukken die betrekking hebben op het beheer van de gilde, maar deze archieven dateren van 1740.  Het is evident dat de gilde vroeger werd gesticht, want aan de braak is nog een erepenning gehecht die het jaartal 1597 draagt.  Deze gedenkpenning werd als herinnering en beloning geschonken voor het bijwonen en opluisteren van de dorpsfeesten.
    In augustus 1565 nam de gilde deel aan een haagspel – schietwedstrijd meestal aanhorig van landjuweel.  De gilde was eigenaarster in 1572 van het “Schuttershof” nabij de Amelgemweg.
    In 1652 was Anna Vander Ee- hoofdman.  Aan vrouwe Van Leenenborgh gaf zij op 23.6.1652, die vergaderingswoning “het nieuw huis” alsook een half bunder te Limbos nabij de St.-Annakapel (St.-Martinuskapel ?).  Deze schenking werd gedaan in haar hotel te Brussel op last van een jaargetijde voor Amman Jan Vander Ee en zijn vrouw Marie-Anne d’ Alverade d’Aguilain.  Deze schenking werd vastgelegd in een schepenbrief van 18.1.1677.  In 1684 lichtte de gilde een rente van 200 gulden voor de heropbouw van het door de Fransen afgebrande gildenhuis.
    Notaris Hendrik Van Hemelrijck te Grimbergen verkocht op 4.4.1745 vanwege de gilde een bos te Meise aan Jan Van den Broeck, schepen en Joanna Van den Broeck, inwoners van Nieuwenrode (schepenambt van Meise van 25.9.1751 in het rijksarchief).
    Het is niet vermetel het onstaan van deze gilde naar een vroegere datum te verleggen en te situeren in de periode dat de oude gilden werden gesticht, namelijk in de XVde eeuw.
    Het geslacht Van der Linden heeft steeds veel interesse gehad voor de schuttersgilden en in de oude rapporten staat vermeld dat op 14 mei 1740 Ignatirus Franciscus Vander Linden hoofdman was van deze gilde.  In 1820 wordt nog geschreven dat Vander Linden toen riolen liet aanleggen rondom het kerkhof en “la maison des serments” dite “Gildenhuys” près le cabaret l’Empereur.
    Het jaar van de koningsschieting hebben ook de vrouwen van de gildeleden de gelegenheid om hun schietvaardigheid te bewijzen.
    Het lag in de traditie dat op de dag van de koningsschieting de godsdienstige plechtigheid,het lof of de namiddagvespers maar mochten beginnen na het afschieten van de koningsvogel om aan de nieuwe koning de gelegenheid te geven het lof bij te wonen.
    Voor het aanleggen van de autosnelweg stond de dorpswip op een weide, dicht bij de oude tramhalte – ongeveer aan de ingang van de Astridlaan.
    Ze werd eerst verplaatst naar een weide, gelegen aan de verbindingsweg Krogstraat – Van Doorslaerlaan en daarna opgericht in de omgeving van de begraafplaats (Kerkhof).
    Deze gilde bezit een zeer mooie oude braak, een prachtig vaandel, lansen en andere kentekens.  Bij ontbinding van van de gilde worden de wapens onder de bewaring van de geestelijke en wettelijke overheid van de gemeente gesteld.

    14-08-2013 om 08:59 geschreven door Jef De Cuyper

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.366 De legende van de duivelschuur

    366 De legende van de Duivelschuur

    De boer van Amelgem had  een overvloedige oogst en geen voldoende ruimte om te bergen. Een deel van de oogst zou beschadigd worden en dit verlies maakte hem zeer bezorgd. 
    Terwijl de boer stond te dubben trad een keurig geklede man op hem toe en vroeg : “Waarom ziet U er zo bekommerd uit?”  De landsmanverklaart zijn moeilijk geval.
    In de dialoog met de onbekende heeft de boer zijn ziel aan de duivelverkocht, op voorwaarde dat in de loop van de nacht een nieuwe schuur zou gebouwd worden en volledig afgewerkt voor het kraaien van de haan.
    Gekweld door gewetenswroeging vertelde hij aan zijn vrouw wat hem was overkomen.
    Zijn echtgenote zweeg als een graf, maar dacht na om uit de knel van de duivel te geraken.
    Ze ging ‘s morgens heel vroeg met de lantaarn in de hand naar het kippenhok… maakte lawaai en de haan begon te kraaien.  De schuur was niet voltooid … de duivels sloegen op de vlucht en de verkoop van de ziel was te niet.  Deze lepe boerin was de duivel te slim af.
    Met zulke boerin in het aards paradijs zou Satan het niet gehaald hebben… en alles zou beter verlopen zijn voor de nakomelingen.

    Jan Vanden Eynde (Meise)
    Toneel Lindemans en Jef Verbesselt
    Poppenspel Jef De cuyper
    Ring – TV Jef De Cuyper

    07-08-2013 om 08:59 geschreven door Jef De Cuyper

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.365 De hoeve "Groot Amelgem"

    365 De hoeve “Groot Amelgem”

    De geschiedenis van deze hoeve, nu beter gekend onder de naam “De duivelschuur” loopt ver terug in het verleden, zeker tot in de Frankische tijd en sommige deskundigen beweren tot aan de Romeinse bezetting.
    Dr. Verbesselt geeft zijn zienswijze : “De Frankische stamhouder Amalhari uit de IVde eeuw is o.i. niet de eerste bezitter geweest van het goed dat reeds vroeger in het bezit moet geweest zijn van een gallo-Romeinse veldheer”.
    Amalhari zou de kern vormen van de naam Amelgem – een taal leeft en woorden ondergaan in de volksmond andere uitspraken en daarna ook andere schrijfwijzen.  Bijzonder de klanken “sem”, “hem”, betekenend hoeve, plaats, worden veel aan de stam van het woord toegevoegd.  De afstammelingen van Amalhari die het geslacht Amelrenghem vormden hebben deze hoeve in de XIIde eeuw in bezit gehouden.  Later werd dit domein eigendom van de abdij van Grimbergen.  De bebouwde oppervlakte bedroeg 140 bunders, de jaarlijkse wisselbouw – wintergraan, lentebezaaiïng, braak of dries – werden steeds toegepast.
    De hoevegebouwen waren aan alle kanten omgeven door weiden en er werd aan druiventeelt gedaan want voor de hoeve lag een wijngaard van ongeveer 1 bunder en 7 roeden groot en achteraan een vijver.  Bij alle belangrijke hoeven werd een vijver uitgegraven om over voldoende water te beschikken in tijd van schaarste en ook als er brand ontstond.  Met betrekking tot deze vijvers heb ik dikwijls horen spreken van brandput.
    De hoeve die er nu staat werd opgebouwd in de XVIIde eeuw.  Alleen de stallen zijn volledig gemoderniseerd en dit na de brand van 1966.
    Vermoedelijk werd omstreeks 1690 de splitsing van de bedrijfsoppervlakte doorgevoerd en zo onstond nevens “Groot Amelgem” – 80 ha – een andere hoeve “Klein Amelgem” of “Klein Hof” – 45 ha.  De duur van de pacht : 9 jaar.  Verplichtingen van de  pachters .  De huurprijs : voor akkers 11 gulden, voor weiden 12 gulden.  Ze waren vrij van tienden, maar moesten enkele leveringen in natura doen : o.a. Klein Hof – een vet kalf leveren en houillevrachten (kolen naar de mijnen halen).
    Deze pachters mochten geen gronden van andere eigenaars bewerken uit vrees dat ze hiervoor de mest zouden gebruiken.  Er was ook nog de verplichting van 200 schapen te houden om over voldoende mest te beschikken.  Alles was gericht op de vruchtbaarheid van de gronden.  De opzeg moest geschieden een half jaar voor het eindigen van de pacht.
    De eerste pachter na de heropbouw van Amelgem in het begin van de XVIIde eeuw is geweest Jan Van Bever – afkomstig van het hof Bever-Strombeek.  Een neef van Jan Van Bever huurde het hof te Hamme.  In 1704 hebben we als pachter op Groot Amelgem de genaamde Jan Heynbeke en na hem Cosmas Leemans.  In  1786 Guillaume Sterckx uit St.-Maartens – Lennik die huwde met de oudste dochter van Leemans.  Ze waren de ouders van kardinaal Sterckx, geboren te Groot-Amelgem op 2 november 1792.  Tijdens het Frans bewind zijn de kloostergoederen – ook Amelgem – tot nationaal domein verklaard.  Alsdan is het gezin Sterckx verhuisd naar het Hof te Oppem – dicht bij de kerk – waar de kardinaal een bidkapel deed bouwen.  Deze staat langs de nieuwe baan naar Asse.
    In de eerste helft van de XIXde eeuw was Amelgem – zwartgoed – eigendom geworden van Baron Van der Linden.
    Simon Margé – laatste witheer – pastoor van Meise en voordien provisor van de abdij van Grimbergen, zat de baron dusdanig aan zijn vel dat deze op 13.3.1818 beloofde elk jaar  “een somme van honderd croonen” te betalen aan de rechthebbende abdij (pastoraal archief).
    In Amelgem had men twee watermolens – de ene lag waaarschijnlijk aan de vijver tussen de twee hoeven – en de andere bestaat nog : de Elveriksmolen.

    31-07-2013 om 09:01 geschreven door Jef De Cuyper

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.364 Amelgem

    364 Amelgem

    Deze wijk ligt niet op het grondgebied van Meise (van voor de fuzie) maar blijft nauw verbonden met onze gemeente.
    Dichter gelegen bij het centrum van Meise dan bij de dorpskom van de gemeente Brussegen (nu Merchtem) waartoe ze behoort (tot de fuzie) , en een betere verbindingsweg, dragen ertoe bij dat de inwoners gericht blijven op Meise.  Deze hebben vaste relaties met de Meisenaren en zijn meestal aangesloten bij de sociale organisaties van Meise (zoals de K.V.L.V., nu vrouwen met vaart).
    De gewoonten uit het verleden houden stand.  Is het historische erfelijkheid?  Amelgem is tot heden een edel brokje natuurreservaat, typisch Brabants, glooiend landschap – nog ongeschonden ontsnapt aan grondspeculaties, aan de woelende bulldozers.  Het is topografisch gebleven wat het in vroegere tijden was.
    Amelgem – de structuur : Kapel met hof – enkele boerderijen – wat tuinbouw en smalle wegen – totaal landelijk.
    De kapel van Amelgem was in 1155 door Niklaas, bisschop van Kamerijk aan de abdij van Grimbergen toegewezen.
    Amelogem was in 1247 nog een zelfstandige parochie met een hofkapel en een prachtig domein.
    Op de hoeve Amelgem verbleven kloosterlingen en lekebroeders van de abdij van Grimbergen.
    Door besluit van bisschop Wilhelmus van Kamerrijk werd Amelgem een ondergeschikte kerk van Meise en werd ze later bij Ophem gevoegd.
    De oude kapel werd in 1636 vervangen door het gebouw dat nog bestaat en prelaat Outers deed ze versieren met prachtige schilderijen.  Deze zijn verdwenen.
    8 september – O.L.Vrouwgeboorte – feestdag van de parochie werd gevierd met een godsdienstige plechtigheid, hoogmis en processie.
    Deze werd bijgewoond door de gilde van de edele handboog van St.-Sebastiaan en van St.-Gregorius van Meise en Ophem; ook door de drossaard van het land van Grimbergen en van beide baanderheren alsook de familie Boechout.
    Welke weg deze processie volgde kan moeilijk beantwoord worden.  Toch weten wij dat het rustaltaar opgericht was tussen Amelgem en Ophem, waarschijnlijk op de Heirbaan.  In dit geval was de baan van de Karelijck naar Ophem vermoedelijk de processieweg.
    Op de Heirbaan heeft men een mooi zicht op de parochie Amelgem en dit was een geschikt verhoog om huizen en velden te zegenen.
    Na de processie had een plechtige ontvangst plaats door de Abt van Grimbergen in de grote zaal van de hoeve van “Groot Amelgem” – zaal die nog bestaat.  Naar alle waarschijnlijkheid was hier ook een begankenis ter ere van St.-Gilles.  Dit zou verklaren dat nu nog de herberg (ondertussen gesloten) bestaat die op het uihangbord de naam van de heilige draagt.
    Rondom de kapel woonden begijntjes en het is best mogelijk dat daar een klein begijnhof bestaan heeft.
    Zo, in de XIIde eeuw Elisabeth en Oda die aan de petancie van de abdij van Grimbergen 20 stuivers schonk.  De begijnhoven ontstonden op het einde van de XIIde eeuw.
    Er wordt ook verondersteld dat een perceel grond rondom de kapel bestemd was tot begraafplaats.
    “ Peeter van Rode op welcke goeden staat de Kapelle van Amelgem met het kerckhoff daeromme gelegen”.

    24-07-2013 om 09:01 geschreven door Jef De Cuyper

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.363 Hof ter Hasselt

    363 Het hof ter Hasselt

    Vanaf de XIIde eeuw komt de naam Hasselt voor in bepaalde akten.  Van de “Capella de Hasselt” werd voor het eerst melding gemaakt in het begin van de XIIIde eeuw en eveneens van Arnoldus, pastoor van Hasselt.  In 1211 verbleef Boudewijn van Hasselt, een leenman van de heren van Grimbergen, op dit landgoed.
    Omtrent 1270 zijn twee Norbertinessen met name Ida en Margareta uit het klooster van Nieuwenrode overgekomen naar het Hof van Hasselt dat eveneens aan het moederhuis van deze orde in Grimbergen toebehoorde.
    In de XVde eeuw is het gebouw door brand vernield en werd het terug opgebouwd.  Het nieuwe hof ter Hasselt was eigendom van een Milanese familie Caïmo, een lid van deze familie was advokaat bij de Grote Raad te Mechelen; een ander was bisschop van Brugge en zijn kazuivel bevindt zich in de kerk van Puurs, hoofd van de dekenij waarvan Meise toen afhing.  Is deze kazuivel soms via Hasselt daar gekomen ?
    Dan volgde Vander Goten, waarschijnlijk een familielid door aanverwantschap.  Dr Verbesselt schrijft in zijn werk “Parochiewezen van Brabant” dat de heren van Hasselt te Wolvertem begraven werden.  Dit is echter niet het geval voor Vander Goten en ook niet voor de weduwe Caïmo, van Schotse adel “Douglas” Scot-prozaïsch omgezet in Deschot – zie de zerk tegen de muur van de achter linkerbeuk in de St.-Martinuskerk.

    De bewuste grafsteen vermeldt onder twee wapenschilden : Hier licht begraven vrouwe Maria Clara de Schot compagne was van wijlen MHERT IAN robert Swarts in zijn leven colonel van infanterie ten dienste van syne keyserlycken Catho Mai die sterft den 4.9.1696

     

    Op het einde van de XIXde eeuw is het Hof ter hasselt het strijdtoneel geworden van een dorpspolitiek met panache.
    In het centrum ging het tussen de twee fanfares – de horzels en de ressen – de bastions van beide kampen.
    De inwoners van de gehuchten waren niet zo nauw betrokken, bij deze fanfarepolitiek; zij hadden niet zoveel contact met het centrum, de verbindingswegen waren slecht en de verkeersmiddelen waren niet zoals nu.
    Ge moogt geloven dat beide groepen het opnamen voor de “goede zaak” op zijn Breugheliaans en de hartstochten waren zo opgezweept dat men nooit zijn gebuur zou aanspreken als hij tot de andere partij behoorde.  In dit politiek dorpsgebeuren stak overvloedige stof voor een sappige revue, want de acteurs wisten niet dat ze hun rol zo slecht speelden.
    Op een zeker moment rukt de strijd los op een hoger vlak naar de top.  De scène tussen de twee kopstukken, de kasteelheren, met als dekor de poëtische groene zone van het Hof ter Hasselt  en van het kasteel van de rijke gebuur.  Het “Hof ter Hasselt” was de residentie van de “generaal”, de majordomus van de Keizerin, in de volksmond de “Kommandant van Boechout”. Op het naburige kasteel woonde de kopman van “de anderen”.
    De twee hovingen van deze kastelen waren belendend en de grens werd weldra de frontlijn.  De generaal greep naar de vooruitstrevende militaire taktiek en om zijn tegenstander te pesten, zou hij langs de frontlijn een heuvel, versterkt door ijzeren netwerk, doen optrekken.
    In de volkstaal spreekt men van een “berg ” om te laten verstaan dat de top hoog boven de grond uitstak.  Deze uitkijkpost zou het mogelijk maken de handel en de wandel, de bewegingen van het “andere” kamp gade te slaan.
    De generaal koesterde de “zoete” hoop dat hij door de kracht van zijn geniale taktiek de man van de oppositie die uit Schaarbeek afkomstig was terug naar zijn geboortestad zou jagen.
    De buurman ging niet op de vlucht.  Hij hield voet bij stuk.  De dorpspolitiek kan koppige vastberadenheid zo hard maken als beton en de rede verliest meestal haar vat op de mens die vast zit in de klauwen van een “al te enge, al te driftige” dorpspolitiek.
    De ractie bleef niet uit, de buurman konsulteerde zijn “bevoegde” technici om de afweer en de verdediging te organiseren.
    Na grondig onderzoek en rijp overleg, zo luidt de klassieke formule en deze past hier, viel eindelijk de gewichtige beslissing : langs de scheidingslijn rijen kaarspopulieren planten.  Deze bomen groeien snel de hoogte in en na enkele jaren was het groene gordijn dicht genoeg om de uitkijkpost onschadelijk te maken.  De man was ook tevreden over zijn “vondst” en verklaarde : “zo zullen de mensen zien dat ik niet zal verhuizen”.
    Ik geef dit luimig “proefje” uit de heroïsche periode van de gemeentepolitiek omdat zo’n “verheven” staaltje niet voorkomt in de geschiedenis of de folklore van andere gemeenten.
    De strijd tussen stammen en kasteelheren is legendarisch en heeft dichters en schrijvers geïnspireerd.  Maar die twist ontstond meestal uit familievete, uit jaloersheid of met aan de bron een idylle of liefdeshistorie. 
    Maar in Meise niets van dit alles – het was de politieke strijd om het meesterschap.  De dorpspolitiek werd bijna instinctmatig gevoerd, soms met machiavellistische metode en geenszins met de bedoeling om goed te doen voor allen want de partij had voorrang op het gemeenschapsbelang, ook niet uit eigenbelang want de leiders haalden er geen voordeel uit.  Alleen maar om meester te blijven, want de macht werd door velen nog beschouwd als een feodaal bezit.  Programma had weinig betekenis, persoonlijke aanvallen waren schering en inslag.
    De gemeenteverkiezing was de beslissende match waar supporters uit beide kampen wel eens slaags geraakten.
    In die jaren van gedirigeerde tweedracht draaide de motor van de gemeentelijke vooruitgang zeer langzaam.
    Wij verheugen ons erover dat het Hof ter Hasselt aan al deze tribulaties niet is ten onder gegaan – dat het mooie reservaat van de gemeente behouden bleef.  Wel werd het kasteel nogmaals erg beschadigd door brand, maar daarna met veel kunstzin herbouwd door de eigenaars De Smedt – Van Ginderachter.

    17-07-2013 om 09:02 geschreven door Jef De Cuyper

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.362 St.-Elooikapel

    362 De kapel van Sint-Elooi

    Wanneer deze kapel gebouwd werd is niet bekend.
    De hypothese dat zij voor 1200 opgericht werd als missiepost is zeer aanvaardbaar.  Langs deze post heeft het Kristendom zich in Meise gevestigd.  Is Hasselt als kern ouder dan het dorp ? Heeft een verschuiving van het zwaartepunt van het dorp zich voorgedaan, zoals elders wanneer door afschaffen of verzachten van het latendom, de vrijgekomenen niet meer aan een bepaalde ligging gebonden waren.  Dit verschijnsel doet zich voor waar vrije dorpen opgericht worden doch hier zou men de kleine kern van Hasselt gevlucht zijn, om de groten van het dorp in handen te vallen, wat weinig waarschijnlijk is.
    Een zeer oude schepenbrief (4.6.1292) van Meise zegt dat “Wouter, de Coster van de Capelle,  een mechelse balstee rogge verkocht aan de kranke begijnen te Mechelen bepand op een beemd-wing van de heer van Grimbergen”.
    Was dit de koster van Hasselt ?
    In 1222 treedt “Arnoldus, presbyter de Hasselt” op als getuige.
    Is Hasselt een parochie geweest ?  Misschien, maar dan is het heel lang geleden ofschoon van het kerkhof van Hasselt eeuwen lang gesproken wordt bv. nog in 1754.
    Op te merken valt dat er steeds gesproken wordt van de “Capelle” of “de Kercke” van Hasselt – niet van St.-Elooi.
    Volledigheidshalve geven we hier de mening van dr. Verbesselt “de ligging van deze kapel op de grens van drie gemeenten en nabij het voornaamste knooppunt van wegen van een  hele streek is zeer belangrijk”.  Hieruit leidt hij af dat de Sint – Elooikapel behoort tot “ de oudste bidplaats van de streek die het aandenken bewaart van de doortocht van de eerste missionarissen.  In deze bidplaatsen werden de heidenen gedoopt.  Deze kapellen werden niet ingericht tot parochiekerken om reden van hun ligging – maar ze blijven bid- en bedevaartplaatsen.  Dit is waar voor de Sint – Elooikapel”.
    Wij durven het zo voorstellen.  In de vroegere periode van de missionering werd een houten noodkapel opgetimmerd.  De zusters zullen deze kapel terug in goede staat hersteld hebben om te kunnen dienen als bidplaats waar op zondagen en feestdagen mis werd gelezen.
    De bediening van de kapel werd door twee abdijen waargenomen, enerzijds door de abdij van Grimbergen en  anderzijds door de abdij Sint – Pieters in Jette, patronatus van de parochie Wolvertem.
    In 1652 werd op initiatief van de pastoor van Sint – Martinus, Bartholomeus Gysens, de actuele kapel gebouwd.  Op een zandsteen kan men volgend inschrift lezen : F.B.G.R.A. 1652 – de initialen van Frater Bartholomeus Gysens reedificavit anno 1652.
    In het jaar 1652 werd de Sint – Elooikapel gewijd door Jacobus la Torre titulaire aartsbisschop van Efeze, proost van Harelbeke en vicarius apostolicus in België “ac altare in honore Beat.  Virgo Mariae ac Sancti Eligii”.  Hie rijst de vraag : Was de kapel ook toegewijd aan Maria ?
    Deze kapel werd in 1951 geklasseerd als monument.  Ze bezat een klein patrimonium o.a. twee bunder eigendom en een fruithof.
    Had de kapel van Hasselt een kerkhof ?
    Het is mogelijk dat er begraven werd op de grond rondom de kapel maar we durven het niet bevestigen. (Ten Westen van de Hasseltberg stonden enkele huizen die in de volkstaal gekend waren onder de benaming van de Oppemse ziekenhuizen, waarschijnlijk in tegenstelling met de Wemmelse ziekenhuizen, ook gelegen langs dezelfde weg.)
    Jaarlijks wordt dank zij de Sint – Elooigezellen de feestdag van hun patroon plechtig gevierd.
    Destijds was er op de pastorij van Meise een register van 60 bladzijden, in perkament, waarin de ontvangsten en uitgaven voor rekening van de kapel van Hasselt genoteerd werden.
    Het omvat :
    bladen 1 – 4 : uitgaven volgens de kerkmeesters – 1702 : Denis Vermeiren – 1703 : Jan Jacobs – 1704 : Peter Van Waeleroyck – 1705 : Hendrik Van Hemelrijck.
    Bladen 13 – 18 : ontvangsten van 1750 – 95 door Norbert Ferro pastoor van Meys.
    bl. 59 bekentenis van Gerard Terwecoren, erfkoster, dat zijn ouders 60 g. schuldig gebleven waren aan de kapel en belofte deze jaarlijks af te leggen – geëindigd 8.12.1777 – met inschrijving pastoor Le Mère : “Is voldaan dus doodt”.
    bl. 60 – verklaring van de pastoor van Meise dat hij te Brussel aan mevrouw Mesmaecker een schuld van 240 g. aangegroeid tot 352 g.  Dit geld was in 1660 opgenomen geweest door pastoor de Potter ten tijde van de pest, voor de H.Geest (dit is voor de steun aan gezinnen) en betaald met de verkoop van het Roybos (1703 L. Lettens), 138 g. en de helft van het Pijpenbos (Pipenoybos) 120g. en 93 g. uit het offer van O.L.Vrouw (er is weer geen sprake van Sint – Elooi.
    Op 17.1.1711 betaald aan Meester Coppens ter accommodatie van de remonstrantie van de kerk van Meise, 130 g. verminderd van 6 g. 19 st. wegens gewicht gouden ring geofferd aan O.L. Vrouw – blijft 117 g. betaald met de andere helft van het Pijpenbos.
    In 1709 wordt het Kerckbos voor 240 g. verkocht aan Ant. Thielemans.
    Het offerblok geeft alle jaren 8 à 9 gulden
    Op 31.1.1711 wordt 10 g. 10 st. van ’t Kerckenoffer gelegd in de loterij van de finis terrae (finistère).
    Rond 1750 stijgt de opbrengst van de offerblok 20 g. op de feestdag van Sint – Elooi.
    Vanaf 1750 wordt een uitgave ingeschreven voor de dienst van 3 december – toen was Terwecoren koster van de kapel.
    Op 27.10.1752 – 2 halve souvereynen aan M. Daems cantatarius voor port en een te Rome uit te delen aalmoes aan de reliquiën van de H. Eligius.
    In 1755 betalingen aan Van Wiel voor het vergulden van de kasse van St.-Elooi en aan beeldhouwer Durey voor de kasse.  Een nieuw missaal en register.  Aan Dielegem wordt een jaarlijkse cyns betaald – en om de 3 jaar worden 500 vaantjes gekocht
    In 1770 wordt een nieuw casuyvel aangekocht.
    Jan Van den eynde

    10-07-2013 om 10:18 geschreven door Jef De Cuyper

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.361 Pastorij St.-Martinus

    361 Pastorij St.-Martinus
    De pastorie van Meise staat niet lang meer verborgen achter hoog gewas en ruige muren, weggestopt alsof ze niet schoon genoeg, niet bezienswaardig is.  Enkele romantische jongeren hebben de stoot gegeven en zonder het bazuingeschal van Jericho, de lelijke muur doen neerploffen.  Ze hebben de weg open gesteld voor meer frisheid, meer gemoedelijkheid in de sombere dorpskom.  De ontmantelde pastorie kan nu openlijk getuigen van de Brabantse berg- en baksteenarchitectuur.  Ze is gebouwd in 1648 in opdracht van prelaat Van Eekhout wiens wapenschild in de achtergevel van de pastorie werd ingemetseld.  De pastorie schijnt gebouwd op of nabij een steen genaamd d’Waterken of Berla. Ze was omringd met grachten en vijvers en maakte deel uit van een leen van 7 dagwanden groot, toebehorend aan de heren van Grimbergen – Nassau.
    In de ontvangkamer van de pastorie werden enkele prachtige doeken ingelijst die landschappen voorstellen en ook een kermisviering in Meise.  Dr. Leo van Puyvelde, hoofdconservator van de Koninklijke musea voor de schilderkunst beweert dat het werken zijn van schilder Mathias Van Helmont.  Op een van de doeken ziet men een dame die een knaapje van 11 tot 12 jaar oud bij de hand neemt.  De dame zou Barbara Van der Linden verbeelden – die kinderloos was – en het knaapje haar efgenaam Jan Van der Linden – d’ Hoogvorst.
    Voortgaande op de ouderdom van dit knaapje zouden deze doeken dateren van 1672.
    In de groep zien we drie Norbertijnen : de abt Bogaert, met De Pottere Hendrik in die tijd pastoor van Meise en Daniël Bellemans, kapelaan.

     

    03-07-2013 om 09:09 geschreven door Jef De Cuyper

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 09/01-15/01 2023
  • 14/11-20/11 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 22/03-28/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 21/09-27/09 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 30/12-05/01 2014
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 27/12-02/01 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 06/07-12/07 2009
  • 28/11-04/12 -0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!