k ben er klaar voor! Mijn pennedoos zit vol schrijfsels, markeerstiften en tipex. Mijn agenda is voor het hele schooljaar al gepland! Pas in de krokusvakantie kan ik van enkele vrije dagen genieten. Iedere andere onderbreking gaat vooraf een examen. Mijn boekentas staat klaar ... Ik heb haar gevonden op Kapaza. Een lederen tas voor maar acht euro en ze werd voor twee euro nog naar huis gebracht ook! Ik ben dus gesteld. Nog een schrijfblok en een kaft voor de cursus en ik kan vertrekken.
Hoe dichter de dag nadert, hoe minder zenuwachtig ik wordt. Misschien vreemd, maar ik wordt alleen gek van dat wachten. En het wachten is bijna voorbij. Gelukkig maar.
Deze namiddag ga ik voor de eerste keer in weken weer aan het werk op één van mijn vrijwilligerspostjes. Je ziet, Fiep is weer fit en gezond ... op enkele aangeboren mankementjes na.
nze jongen wordt een echte kater, met alle katerstreken die erbij horen. Hij heeft zo'n arrogant kopje. Hij weet dat hij met alles wegkomt. Zijn twee zussen durven nog maar amper het huis te betreden omdat hij altijd wel ergens in een hinderlaag ligt. Enrique wordt groot en sterk en laat zich door niets ontmoedigen. Een klap tegen zijn hoofd van een welgemikte klauw heeft geen enkele uitwerking. Dat is net wat hij uitlokt, een spelletje klappen geven. Lotje blaast en puft haar longetjes uit haar lijf maar ook dat helpt niet meer. Lotje blaast de hele tijd. Ze is gewoon een knorrepot en ze dreigt meer dan ze uithaalt. Enrique is misschien een beetje traag van begrip maar dat heeft hij toch heel goed begrepen.
Ook wij moeten eraan geloven. Vooral mijn blote voeten. Enrique heeft iets tegen bloot vlees. Als hij bloot vel in het snuitje krijgt, valt hij zonder aarzelen aan. Met zijn oortjes naar achter geplooit, plant hij zijn scherpe tandjes diep in mijn vlees. Een flinke klap is zijn deel, mar ach, amper twee minuten later is hij het alweer vergeten en begint hij een tegenaanval. Ik heb het geprobeerd, met hem te vechten als ik mijn mouwen oven mijn handen had getrokken, als bescherming tegen zijn gebit en klauwen. maar dat is niet meer plezant. Dan vertekt hij, de lol is eraf.
Tante Phoebe is veel leuker. Zij speelt met hem. Hij valt haar slapende snoet aan, zij begint vervaarlijk te grommen maar hij slaat onbevreesd zijn klauwtjes rond haar snuit. Zij opent haar mond en laat haar bilkkerende tanden zien, maar ze doet hem geen pijn. Ze vind het geweldig. Deze stoere, duizend keer sterkere Amstaff laat dat kleine katertje met zijn scherpe tandjes winnen. Luidkeels gilt ze om genade en doet alsof ze in een tegenaanval gaat. Ondertussen kwispelt haar staartje en je ziet een geammuseerde blik in haar ogen. Tante Phoebe en Enrique zijn de beste vriendjes. Ik hoop alleen dat hij niet gaat denken dat iedere hond zo reageert. Dat zou hem wel eens heel slecht kunnen bevallen.
Bompa Vinnie is zijn surrogaatmoeder geworden. Hij sabbelt nog altijd, maar wij proberen het hem af te leren. Hij heeft zich dan maar op de oude Vinnie gericht. Als onze loebas ligt te slapen legt Enrique zich aan zijn tepel en begint luid smakkend te zuigen. Vinnie laat hem doen, volgens mij geniet hij er stiekem van.
Sinds een week springt hij op kasten en heeft hij het bad gevonden. Iedere kat is dol op het bad, als er geen water in staat wel te verstaan. Komt het door het gladde oppervlak of de schuine wanden? Daar ban ik nog niet achter. Maar zowel Liesl als Lotje zijn op een gegeven moment wel eens in het water gesprongen. Lotje all wat meer dan Liesl; Lotje lijkt water wel fijn te vinden en ze heeft zelfs enkele zwemslagen geoefend bij manlief in bad. Vandaag heeft onze jongen zijn doop gehad. Manlief zat in bad en plotseling hoor ik een luid kabaal uit de badkamer komen. Ik kijk en een kletsnatte Enrique komt buiten gehold. Hij kroop onder de kast toen ik hem wilde afdrogen. Eventjes was hij onder de indruk van dit wilde avontuur. Maar zoals gewoonlijk duurde dat niet lang. Hij heeft het alweer verwerkt en is al naarstig op zoek naar nieuw katerkwaad, wat hij ongetwijfeld zal vinden.
20 JUNI 2005 - EPE - Een hond kwispelt, maar wat doet een papegaai als die blij is? Om het dier op een verzetje te trakteren en hem goed te begrijpen, had gisteren een wandeling en picknick voor papegaaien plaats in De Dellen.
Uit heel Nederland kwamen de papegaaien met aanhang op het initiatief van de Meppeler vogeldokter Jan Hooimeijer af. Wie nog maar net een papegaai heeft, kon tips opdoen. Van vette pindas valt hij op termijn letterlijk van zijn stokje, zegt Nory van Deursen. Er is geen vogel ontsnapt. De papegaaien moesten namelijk gekortwiekt komen.
Ze weten drommels goed dat ze mooi en grappig zijn. Maar pagegaaien kunnen ook flink klieren.
Tijdens deze vijfde papegaaien-wandeling en -picknick, wisselden baasjes en vogelarts J. Hooimeijer tips uit om het huwelijk met de siervogels lang goed te houden. Toe, nou van mijn schouder af, stouterd. De vrede in de zonovergoten Dellen wordt zondagochtend even ruw verstoord als een brutale papegaai de plek inpikt van een edelpapegaai uit Nieuw Guinea.
In de schaduw hebben vogeldokter J. Hooimeijer en zijn medewerkers een prachtig klimrek met zitboomtakken opgebouwd voor de vijfde Wandel en Picknick bijeenkomst voor papegaaien en parkieten. De edelpapegaai van Lucienne Evers uit Almere heeft hier een prachtige zitplek gevonden, maar ziet zijn plek even later ingepikt door een brutale Kakatoe. Dan gaan ze bekken, zegt Lucienne, doelend op het korte snavelgevecht. Wij vinden het ook niet leuk als onze stoel wordt ingepikt.
Uit alle windstreken komen baasjes van gekortwiekte vogels naar de Dellen. Rob van der Zee uit IJsselmuiden zet zijn Kakatoe, Roxie, bij de andere vogels op een stok. Ga maar lekker zitten. Roxie, een allemansvriend, zet toch zijn witte kuif even flink op als een grote mannelijke Kakatoe in de buurt komt. Ze moeten even aan elkaar wennen, legt Rob uit. Dicht bij hem, maar nog alleen, zit Kobus, een pitte grijze Roodstaart, in het gras fel voor zich uit te kijken. Laat hem maar even alleen zitten. Het is helemaal niet goed als hij altijd de aandacht krijgt.Kobus kan leuk bijdehand doen. s Ochtends vroeg bijvoorbeeld. Dan roept hij. Goa je ant wark? Nou, doeghh! Hond Stippie mag Kobus ook graag op de korrel nemen. Stippie, pak de poes, flapt hij er te pas en te onpas uit. Maar Kobus heeft ook moeilijke perioden gehad. Dan was hij met geen mogelijkheid van de bank af te krijgen. Of expres s nachts herrie maken in de kamer. Rob van der Zee wilde van dat geklier af. De aanpak van de vogeldokter vond hij eerst een beetje doorgeschoten. Maar de aanpak heeft wel geholpen. Je moet gezag hebben over het dier. Daarom zei Hooimeijer dat de papegaai niet op de schouder gedragen moet worden, maar op de arm. Het geklier is over.
Dat de soms wat strenge aanpak werkt, erkent ook Nory van Deursen. Papegaai Gerrit mag na dertig jaar geen pindas en zonnepitten meer, maar krijgt brokjes uit de VS zonder insecticiden. Het gaat een stuk beter, hij maakt alleen zon troep met die brokken op het picknick-kleed. Terwijl ze het kleed wat schoonveegt, neemt Gerrit zijn lievelingsplek weer in. Toe, nou van mijn schouder af, stouterd'.
e kochten een klein rijhuisje. Het volgende half jaar werkten we heel hard om het op tijd klaar te krijgen. Af en toe leek hij zijn oude kuren weer terug te krijgen, maar ik verzekerde hem dat onze afspraak nog steeds geldde! Getrouwd of niet, als hij opnieuw onredelijk en jaloers werd, was het uit! Mijn moeder stond stiekem te glunderen achter zijn rug. Ik zag in haar ogen dat ze trots op me was en dat gaf me moed.
Mijn vriendin stond erop om mijn trouwkleed te maken. Ik gaf toe om mijn verloofde een plezier te doen. Maar uiteindelijk werd het een haastwerkje omdat ze geen zin had om er op tijd aan te beginnen. Uiteindelijk kwam ze met een "creatie" op de proppen. Niet echt mijn smaak, maar ja ... Het moest er maar mee door. Voor de outfit van de bruidegom trokken we naar Tilburg. Hij wilde iets heel speciaal. Hij was gek van glitterrock (we spreken dan ook over de jaren tachtig) en dat werd zijn uitgangspunt. Het uiteindelijk resultaat verraadde volgens mij zijn ware geaardheid. Ik heb geen foto's meer, ik heb ze destijds allemaal achter gelaten. Maar je zult me niet op mijn woord geloven. Hij droeg een spannende roze satijnen broek, witte cowboylaarzen daaronder met een ruim wit hemd erop. Hij had lange spierwitte haren waar hij een roze sjaal in droeg ... Speciaal was het, geen twijfel mogelijk.
We trouwden alleen voor de wet en we gaven nadien een fuif. Mijn ouders brachten ons naar ons liefdesnestje waar mijn moeder spontaan hartverscheurend begon te huilen. Mijn hart brak.
De volgende ochtend werd ik al heel vroeg waker en het eerste wat in me op kwam waren de woorden: "Van de regen in de drop ... Dit kan alleen maar verkeerd aflopen." Al vlug herpakte ik mezelf en besloot om er het beste van te maken. En twee maanden lang was ik relatief gelukkig. We werkten allebei op dezelfde fabriek. Ik in twee ploegen, hij in drie. Maar plotseling besloot hij om de vaste nacht te nemen. En omdat hij zich zo zielig vond omdat hij 's ochtends vroeg naar huis moest met de fiets, eiste hij mijn brommertje op. Om de lieve vrede te bewaren gaf ik toe.
Hij sliep tot vijf uur in de namiddag, stond op, at en keek tv tot hij ging werken. Met de vroege ploeg moest ik me om vijf uur, voor mijn shift startte, bij hem melden. Geen vijf minuten later zonder enige grondige verantwoording af te leggen of de poppen gingen aan het dansen. Tijdens de late ploeg moest ik om tien uur bij hem zijn en hem minstens nog een uur gezelschap houden. 's Nachts reed ik met de fiets naar huis en keek jaloers naar alle huizen waar het licht nog brandde. Ik beeldde me gelukige families in die samen TV keken. Of op zijn minst iemand die 's avonds op je wacht. Ik kwam thuis in een donker, eenzaam huis.
We zagen elkaar alleen tijdens het weekend. Hij was dronken van vrijdagnacht tot maandagochtend. We gingen uit, hij dronk zich bijna een beroerte en daarna voerde ik hem op mijn brommertje naar huis. Ik mocht niets ondernemen zonder zijn toestemming. Zelfs voor de dagelijkse boodschappen moest ik zijn goedkeuring vragen. Nieuwe kleren kopen? Verboden. Ik had letterlijk niets meer om aan te doen. Onze pup, die we op onze tweede huwelijksdag hadden gekocht, plaste op mijn t-shirt en die avond zouden we uitgaan. Ik stonk uren in de wind. Zo kon ik echt nergens naartoe! Maar manlief was niet thuis. Tegen beter weten in sprong ik op mijn fiets en kocht een nieuwe blouse en lange rok (mijn knieën moesten onzichtbaar zijn)
Die bewuste nacht moest ik onderweg enkele keren stoppen omdat hij met zijn zatte patatten bijna van de brommer viel. Ik maakte hem wakker, hij kroop terug op het zadel en viel terug in zijn dronken roes. Aan het begin van onze straat, stapte hij woest van de brommer en begon me luid uit te schelden. Het beest was los. Ik reed naar huis terwijl hij allerlei verwensingen naar me riep en overal tegenaan schopte. Het deed me niets meer. Ik was het allemaal zo beu. Hoeveel kan een mens aan?
Ik kroop in bed en luisterde gespannen naar het minste gerucht beneden. Hij strompelde binnen, vond me nergens en hij begon brullend de hele boel af te breken. Ik stormde de trap af om hem te stoppen. Hij greep een zwaar voorwerp van de kast en gooide het naar mijn hoofd. Ik kon nog net opzij springen. Woest stormde hij naar boven. Verbaasd keek ik rond. Het hele huis was vernield. De deuren hingen uit hun scharnieren en op de slaapkamer ging hij opnieuw als een razende tekeer. Het was waanzinnig. Uiteindelijk viel hij uitgeput in slaap. Stilletjes sloop ik naar boven en stak mijn hoofd binnen in de slaapkamer. Onze prachtige, nieuwe slaapkamer lag in puin. Op dat moment brak er iets in me.
De volgende ochtend wist hij van niets meer. Ik was naar mijn enige vriendin gevlucht en zij had me zover gekregen om terug naar hem te gaan. Ik kwam binnen en hij zat met een beteuterd gezicht in de zetel. Poeslief vroeg hij me waarom hij toch zo kwaad had kunnen worden. Ik antwoordde dat ik het ook niet begreep. Koud keek hij me aan en hij besloot: "Dan zal het wel jouw schuld geweest zijn ..."
Hij had met enkele vrienden afgesproken om een groepje te beginnen. Hij kende geen noot muziek, had geen enkel muzikaal talent maar nood breekt wet. Hij kocht zich een basgitaar en voor mij een keyboard want dat was zo beslist. Hij had zelfs voor een leraar gezorgd die me moest leren spelen. Dat ik in mijn jeugd al jaren muziek- en orgellessen achter de rug had, dat werd even vergeten. Die jongen kwam langs en hij leerde me enkele deuntjes spelen van populaire Rocksongs. Het was een lieve, rustige jongen. Mijn echtgenoot liet ons zelfs alleen. Blijkbaar zag hij die kerel niet als een bedreiging. Ik begon uit te kijken naar zijn lessen. Ik voelde me veilig bij hem. En het gevoel bleek wederzijds. Maar ik wilde mijn man niet bedriegen. Dat past niet, hoe wreed ik ook werd behandeld. Dat betekende dat ik een keuze moest maken. Een keuze die eigenlijk weken geleden al was gevallen.
Ik praatte erover met mijn vriendin. Zij verzekerde me dat ze me niet in de steek zou laten. Wat ik ook zou besluiten, we bleven de beste vriendinnen. Mijn besluit stond vast. Ik stak het kostbaarste wat ik bezat in mijn jas, mijn kleine pup, en stapte op mijn brommer. Terug naar huis ...
Mijn vader ontving me niet bepaald met open armen. "Het is te laat. Je bent getrouwd en nu moet je de gevolgen maar dragen!" Ik vroeg hem verbaasd in welke eeuw hij leefde. Had hij nog nooit van scheiden gehoord? Buiten alle verwachtingen in koos mijn moeder mijn kant en mijn vader gaf toe. We reden terug en ik pakte al mijn persoonlijke spullen in. Voor de laatste keer trok in de deur van het opgeknapte rijtjeshuis toe en ik wist dat dit het einde betekende van een tumultueuze periode in mijn jonge leven.
ie middag trok ik de deur van het opgeknapte rijtjeshuis voorgoed achter me dicht. Ik wist onmiddellijk dat dit het definitieve einde was van een tumultueuze periode in mijn jonge leven. Augustus 1986 ... Ik was achttien en bijna een half jaar getrouwd met de liefde van mijn leven.
Ik ontmoette hem drie jaar eerder. Ik was vijftien, hij achttien en hij was de lelijkste jongen die ik ooit had gezien. Hij leek als twee druppels water op Eddie, het monster op de hoes van Iron Maiden. Maar hij was zo geslepen ... En ik was gevoelig, kwetsbaar en op zoek naar enige houvast in het leven. Ik legde moeilijk contacten en ik snakte naar een vriendenkring. Ik zat meer op café dan op school. Brossen was mijn voornaamste bezigheid en ik was heel goed in het omzeilen van de regeltjes op school. Al gauw vormden we een vaste groep spijbelaars die het weekend ook samen doorbrachten op fuiven in een naburige gemeente.
Zijn beste vriend was stapelverliefd op me, maar dat belette hem niet om dit beïnvloedbare meisje in te palmen. Zo kwam ik zijn klauwen terecht. Maar samen met hem behoorde ik plotseling ook tot een hecht groepje vrienden. Op de koop toe vond ik er een "beste" vriendin. Het lief van een kameraad van hem. Eentje waar hij enorm veel ontzag voor had. Volgens mij was hij stiekem een beetje verliefd op hem. Maar dat is een ander verhaal.
Hij kon charmant zijn, en grappig ... Maar als hij enkele pintjes op had kwam de waarlijke duivel aan de oppervlakte. Ziekelijk jaloers, bezitterig, manipulatief en heel agressief. Ieder weekend eindigde in een drama. Hij schold me openlijk uit voor hoer als hij nog maar dacht dat een andere jongen oog voor me had.
Mijn vriendin en ik, zestien waren we ondetussen, experimenteerden met ons uiterlijk. Make up hoorde daar ook bij. Maar al snel kreeg ik allerlei ongegronde beschuldigingen naar mijn hoofd geslingerd.Uiteindelijk durfde ik geen voet meer buiten zetten.
Braaf en gehoorzaam bleef ik bij hem thuis. Als hij TV keek, keek ik ook. Als hij naar de keuken ging, volgde ik als een schoothondje. Als hij in bad ging, zat ik ernaast. Hij eiste totale controle. Hij had me helemaal in zijn macht. Ik was totaal afhankelijk van hem. Hij was mijn levensadem, hij besliste wat en wanneer ik at, hij besliste met wie ik mocht omgaan.
Rokjes waren verboden, anderen mochten mijn knieën niet zien. Als hij niet bij me was, werd hij achterdochtig. Zelfs als ik doodziek was en met koorts in de zetel lag, eiste hij totale gehoorzaamheid van me en hij verbood me om me te laten onderzoeken door een dokter. Uiteindelijk belande ik in het ziekenhuis voor een kleine ingreep. Hij wilde erbij zijn want die dokters en verplegers waren volgens hem allemaal seksmaniakken. Ik weigerde om op deze belachelijke eis in te gaan. Zelfs daar, in het ziekenhuis begon hij me uit te schelden en idiote beschuldigingen naar mijn hoofd te slingeren. Hij was ervan overtuigd dat ik ondertussen de hele afdeling had geneukt. Hij verhoorde me als een echte generaal. En ik, de duts, kon niet liegen en vertelde ieder voorvalletje, wat in zijn fantasie enorm uitvergroot werd.
Mijn moeder smeekte me om hem te laten staan. Zelfs in hun bijzijn maakte hij me uit voor alles wat rot was. Zij keken en reageerden niet. Waarom maakte ik het niet uit? Omdat ik meer angst had voor de eenzaamheid en de afzondering. Ik kende alleen ons vriendenkringetje en niemand anders. Ik was bang om alles te verliezen. Uiteindelijk zette ik hem wel voor een ultimatum: "Veranderen of het is gedaan!" En hij veranderde. Hij deed in alle geval toch de moeite en dat was genoeg voor mij.
Op een zondagmiddag kwam hij me thuis afhalen. Zwijgend zaten we naast elkaar. Onderweg stopten we bij een meubelwinkel. Verbaasd keek ik hem aan. "We gaan meubels kiezen want we gaan trouwen." Verkondigde hij doodleuk. Ik antwoordde: "Oh ..."
Dat was dat. Gehoorzaam volgde ik hem. Maar ik werd verscheurd door twijfels. Op een avond vertelde ik mijn ouders voorzichtig dat we het jaar daarop, in maart waarschijnlijk zouden trouwen. Ik was nog een kind en had steun nodig. En ik zocht steun op de enige plek die ik kende: bij mijn ouders. Mijn moeder antwoordde bits, zonder op te kijken: "In maart pas? Ik hoopte dat we in november al van jouw verlost zouden zijn ..."
Ik was sprakeloos. Mijn zin in die boterhamm was onmiddellijk voorbij en ik wist dat ik in de val zat. Ik kon nergens anders naartoe. Thuis was ik niet meer welkom en mijn "verloofde" was de enige die me wilde ...
This is the audio to a television hijacking incident from November 26, 1977 in the United Kingdom, ten years before the Max Headroom pirating incident in Chicago. Someone, or something, interrupted an ITN report claiming they were an alien named Vrillon, and was saying that we need to get rid of weapons and such. It was mixed with lots of static, and was a rogue transmission (you could hear audio from other stations). Only the audio of ITN was interrupted. The video stayed the same (unfortunately, I only have the audio). The hijacker was never found.
og acht dagen, twaalf uur en twaalf minuten ... Gek word ik ervan. Dat wachten ... en wachten ... Ik bliijf bezig om mijn gedachten op iets anders te zetten, maar als je door de griep bent geveld is dat niet zo evident. Je ligt daar maar en je gedachten blijven doormalen. Al nachtenlang droom ik ervan. Al maanden aan een stuk dwaal ik ' s nachts door de gangen van het grote gebouw. Vroeger kreeg ik nachtmerries als ik over school droomde. Hoe ik mijn cursus niet vond, boeken vergat, lessen niet had geleerd. Mondelinge overhoringen waarbij ik dichtklapte ... Dat is mijn grootste angst, dat mijn ADHD roet in het eten gooit.
Ik breek mijn hoofd over hoe ik structuur in mijn studiemethode kan brengen. Ik heb de harde schijf op mijn computer leeg gemaakt, nieuwe mappen aangemaakt voor de cursus. Agenda's ingevuld met een vaste structuur die ik nauwgezet zal moeten volgen. Kaften en plastic mapjes om de cursusbladeren in te steken aangekocht. Ik herinner me nog goed hoe de gaatjes in de cursus gaan uitloteren, scheuren en uit de kaft vallen. Binnen enkele maanden was ik grote delen materiaal kwijt. Dat wil ik op voorhand voorkomen.
Manlief heeft een kast leegemaakt om mijn cursusmateriaal in te steken, zodat ze niet verloren gaan tussen het oud papier. Ik heb een pennendoos aangekocht en nu nog een tas. Daar zit ik nu over te tobben. geen floddertas waar alles in ligt rond te slingeren. Dat is vragen om een fiasco! Nee, ik wil een degelijke tas met compartimenten waar ik alles in kan classeren en direkt terug vind! Eentje die weer en wind op de brommer kan doorstaan zonder te scheuren of weg te rotten. En liefst eentje zonder K3 of kabouter Plop op de voorflap ... Je ziet, ik wil voorbereid zijn.
Iedere dag speelt dat moment door mijn hoofd, enkele jaren geleden. Een middagje in Antwerpen. We wandelen zomaar door de straten en daar zag ik op een groot gebouw in koeieletters: HOGE SCHOOL
Vraag me niet welke.Het was op dat pleintje waar die Ierse pup zich bevindt. Ik ben niet goed in straatnamen, zeg maar ronduit slecht. Ik kan er zo naartoe lopen, maar vraag me geen namen. Maar dat moment staat in mijn geheugen gegrift. Ik had zo graag verder gestudeerd. Ik snuif dolgraag de sfeer in scholen op, daarom misschien dat ik het ieder jaar begint te kriebelen om toch maar met een cursus te beginnen. Maar ik wist dat het niet voor me weggelegd was, zonder diploma kun je geen hoger diploma behalen. Het knaagde aan me. Ik had het gevoel dat ik niet alles uit het leven haalde.
Nog acht dagen, twaalf uur en acht minuten ... Ik leef met de angst dat er op de één of andere manier iets mis zal lopen. Dat ik op de valreep toch nog geweigerd zal worden. Omdat ik niet voldoe, niet de juiste papieren kwalifikaties bezit. Ik zal pas gerust zijn als ik echt lessen heb bijgewoond, als ik het inschrijvingsgeld heb betaald, als mijn naam op de aanwezigheidslijst verschijnt.
aandagochtend zou mijn ventje onmiddellijk bij de specialist terecht kunnen. Dat was de reden waarom ze hem die nacht ginder gehouden hebben! Om hem als eerste direkt grondig te onderzoeken. Rond de middag kwam ik in het ziekenhuis aan, in de veronderstelling dat alles achter de rug zou zijn en dat hij nu wel op zijn kamer zou zijn om te eten. Hij had van twaalf uur die nacht niets meer mogen eten of drinken, voor de onderzoeken. Groot was mijn verbazing toen manlief me meldde dat hij nog niemand gezien had. Ik ging op zoek naar een verpleegster en zij wist ook van niets. Die arme mensen zijn ook overgeleverd aan de grillen van hun dokters die als Goden over de mensheid regeren, en zij mogen de bijkomende frustraties oplossen. Verpleging ... niet echt een aangenaam beroep. Maar uiteindelijk bleek dat de dokter zich in de kamer ernaast bevond. Zij zou daarna naar ons komen.
Dit heugelijke nieuws had ik amper verteld of een ander verpleegstertje komt mijn man halen voor onderzoek. Mijn man met statief en al mee, maar op de gang hoor ik dat de dokter hem terugroept. Een prachtige blondine komt de kamer binnen en begint opnieuw alle vragen te stellen die al ontelbare keren op de spoed zijn beantwoord. Goed ... ze beslist dat er echo's worden gemaakt om te verzekeren dat er geen gal - of nierstenen te zien zijn. Daarna mag hij eten.
Na de echo's blijven we wachten, maar geen dokter te zien. Bij het nemen van de echo's had men al medegedeeld dat er niets te zien was, dus alles was okee. Maar zolang de dokter niet kwam opdagen kreeg hj geen eten. Alleen water mocht hij drinken. Ik, die me nog altijd zo fris als een schotelvod voelde, ging maar weer eens op zoek naar wat informatie. In de kamer schuin tegenover zat volgens mij een heel besmettelijke zieke. Eerder had ik gezien dat de verplegers die daar binnen gingen zich volledig inpakten in een speciaal pak, mondmasker en plastick handschoenen. Er kwam net een ingepakte verpleger buiten. Hij scheurde zijn verpakking van zijn lijf waarna ik hem vroeg wanneer de dokter ons wat meer nieuws zou geven. Hij keek even op zijn kaart. Ze deed haar ronde pas om vijf uur, eerder zouden we niks te horen krijgen! Ik vroeg wanneer mijn liefste dan wel eten kreeg. "Pas als zijn status op de kaart veranderd is en zolang de dokter niet geweest is, mogen wij niets geven." Was zijn antwoord.
Manlief onderging de honger stijlvol en spoorde me aan om even naar huis te gaan. Enkele uurtjes later kwam ik, opnieuw in de veronderstelling dat hij meer wist en al uitgebreid gegeten had, bij hem op de kamer. Maar weerom wist hij van niets. Ondertussen kreeg iedereen hun avondmaal en hij kreeg nog altijd niets ... En de dokter? Spoorloos. De verpleegster, een heel vriendelijk meisje, kwam eventjes later de kamer binnengestormd met een plateau beladen met voedsel. "Ik heb naar de dokter gebeld. Je mag dadelijk misschien naar huis en ik heb maar een dubbele portie besteld. Je zal wel uitgehongerd zijn," Lachtte ze. Als een hongerige leeuw viel hij zijn avondmaal aan. Hij had geen tijd meer, voor niets! Daarna ging het snel. De doker kwam. Men had niets gevonden en men ging ervan uit dat het darmspasmen waren. Heel hevige welliswaar, maar toch. Ze schreef een middel voor en raadde pijnstillers aan en dat was dat. We mochten vertrekken. Was het niet dat mijn ventje nog gekluisterd zat aan een infuus. Tot tweemaal toe hebben we een verpleger weg moeten sturen die een nieuwe fles wilde aanhangen. "WIJ MOGEN NAAR HUIHUIS" Riepen we uit. Maar niemand kwam hem bevrijden. Tot het vriendelijke verpleegsteretje eventjes door de zaal kwam gefladdert. Ze bracht de brief voor de huisdokter en bevrijdde hem uit zijn vervelende situatie. We wisten niet hoe snel we weg konden komen. Maar we moesten nog langs de balie voor zijn SIS - kaart. Naar goede gewoonte van het Molse ziekenhuis ging dit ook niet van een leien dakje. Maar het is ons gelukt. Diezelfde avond zijn we thuis geraakt.
En nu ben ik door al die commotie dus hervallen. opnieuw griep en opneiuw uitzieken. Ach, als ik volgende week zaterdag maar genezen ben. Want mijn eerste schooldag kan ik niet missen!
r heerst een zomergriepje over het land. Deze streek dan toch. Ik ben ze tegengekomen op één van mijn vrijwilligerspostjes. De hele inrichting lag lam. Personeel en patienten ... ziek. De afgelopen week voelde ik me niet al te fris. Maar het ging. Zaterdagavond kruip ik lekker vroeg in bed, ik nam nog even een boek en daar was ze ... Het begon met hoofdpijn, de start van een ellendige nacht vol koortsdromen.
Sinds enkele maanden hebben ze twee huizen verder een jonge labrador in huis genomen. In huis ... Iedere avond moet hij in zijn kot waarbij hij de hele buurt bij elkaar jankt. Na een tijdje valt hij in slaap maar als hij wakker wordt begint het concert opnieuw. De eerste weken was dat heelder nachten achter elkaar. Het joch wist van geen ophouden. Nu slaapt hij tussen twee klaagbeurten enkele uurtjes. Maar iedere ochtend, klokslag zeven uur begint hij opnieuw. Zonder ophouden. Uitslapen is er niet meer bij. Wat heb ik dat beest al vervloekt. En nu zeker, met mijn koortsig hoofd waarin ieder geluidje honderdmaal wordt versterkt. Wankelend sta ik op en laat de honden even buiten, waarna ik mij in de zetel onder een deken nestel. Ik zet de video op en kijk naar enkele detectivereeksen die ik de avond daarvoor had opgenomen.
Manlief houdt zich stiletjes bezig en laat me zoveel mogelijk met rust. Rond de middag kruip ik terug in mijn bed en val opnieuw in een onrustige slaap. Ik zweet me te pletter. Enkele uurtjes later word ik wakker. Manlief komt net een kijkje nemen en hij komt bij me zitten en streelt me zachtjes over mijn haar. Na een tijdje sta ik op, eet een beetje en ga terug in de zetel liggen en waarempel, de slaap heeft me deugd gedaan. Ik begin rustig aan een handwerkje. Geen borduurwerk, veel te intensief telwerk. Dat kan mijn hoofd nu niet aan, maar een ontspannend haakwerkje.
Ventje zorgt voor het eten: lasagne, zo uit het pakje. Na het eten voel ik me moe en mijn lief kruipt achter de computer. Na enkele minuten komt hij naar beneden gestrompeld en met een pijnlijk gezicht vraagt hij me wat er onder aan je rug ligt. "Zijn dat mijn nieren?" Vraagt hij ongerust. Hij weet niet waar kruipen van de pijn. Hij kronkelt zich in allerlei houdingen maar niets lijkt te helpen. Ik wil een goede vriend bellen zodat hij met hem naar spoed kan rijden. Maar dat weigert hij. Hij kruipt de trap op en probeert eventjes in bed te liggen. Maar hij schreeuwt het uit van de pijn. "Bel hem op!" Kreunt hij. Zijn vriend staat hier in een mum van tijd en ze spoeden zich, door het noodweer dat net losgebarsten is, naar het ziekenhuis.
Ginder hebben ze hem direkt aan een bakster gelegd en zijn urine onderzocht. Zij dachten, net als wij trouwens, onmiddellijk aan een niercrisis. Maar dat blijkt het niet te zijn. Wat dan wel? Vanmorgen, nu dus, wordt hij verder onderzocht. Hij moest vannacht ginder blijven. Gisteravond ben ik met zijn moeders auto nog naar ginder gereden en heb ik wat spullen gebracht. De pijn begon opnieuw, hij heeft via een baxter nog wat pijnstillers gekregen.
Hij ligt op de tweede verdieping, schuin tegenover de kamer waar zijn vader lag. De laatste tijd hebben we onze weg in dat ziekenhuis heel goed leren kennen. Te goed om gezond te zijn.
Ik ben zomaar iemand, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Fiep.
Ik ben een vrouw en woon in Balen () en mijn beroep is dromen.
Ik ben geboren op 07/10/1967 en ben nu dus 57 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: schrijven, tekenen, computeren, observeren, mijn huisdieren en mijn lief.
Ik ben herstellend CVS patient. Sinds een paar maanden durf ik opnieuw toekomstplannen maken. Via het schrijven kan ik me uiten en ik hoop om via deze blog nieuwe zielsverwanten te vinden