This is the audio to a television hijacking incident from November 26, 1977 in the United Kingdom, ten years before the Max Headroom pirating incident in Chicago. Someone, or something, interrupted an ITN report claiming they were an alien named Vrillon, and was saying that we need to get rid of weapons and such. It was mixed with lots of static, and was a rogue transmission (you could hear audio from other stations). Only the audio of ITN was interrupted. The video stayed the same (unfortunately, I only have the audio). The hijacker was never found.
og acht dagen, twaalf uur en twaalf minuten ... Gek word ik ervan. Dat wachten ... en wachten ... Ik bliijf bezig om mijn gedachten op iets anders te zetten, maar als je door de griep bent geveld is dat niet zo evident. Je ligt daar maar en je gedachten blijven doormalen. Al nachtenlang droom ik ervan. Al maanden aan een stuk dwaal ik ' s nachts door de gangen van het grote gebouw. Vroeger kreeg ik nachtmerries als ik over school droomde. Hoe ik mijn cursus niet vond, boeken vergat, lessen niet had geleerd. Mondelinge overhoringen waarbij ik dichtklapte ... Dat is mijn grootste angst, dat mijn ADHD roet in het eten gooit.
Ik breek mijn hoofd over hoe ik structuur in mijn studiemethode kan brengen. Ik heb de harde schijf op mijn computer leeg gemaakt, nieuwe mappen aangemaakt voor de cursus. Agenda's ingevuld met een vaste structuur die ik nauwgezet zal moeten volgen. Kaften en plastic mapjes om de cursusbladeren in te steken aangekocht. Ik herinner me nog goed hoe de gaatjes in de cursus gaan uitloteren, scheuren en uit de kaft vallen. Binnen enkele maanden was ik grote delen materiaal kwijt. Dat wil ik op voorhand voorkomen.
Manlief heeft een kast leegemaakt om mijn cursusmateriaal in te steken, zodat ze niet verloren gaan tussen het oud papier. Ik heb een pennendoos aangekocht en nu nog een tas. Daar zit ik nu over te tobben. geen floddertas waar alles in ligt rond te slingeren. Dat is vragen om een fiasco! Nee, ik wil een degelijke tas met compartimenten waar ik alles in kan classeren en direkt terug vind! Eentje die weer en wind op de brommer kan doorstaan zonder te scheuren of weg te rotten. En liefst eentje zonder K3 of kabouter Plop op de voorflap ... Je ziet, ik wil voorbereid zijn.
Iedere dag speelt dat moment door mijn hoofd, enkele jaren geleden. Een middagje in Antwerpen. We wandelen zomaar door de straten en daar zag ik op een groot gebouw in koeieletters: HOGE SCHOOL
Vraag me niet welke.Het was op dat pleintje waar die Ierse pup zich bevindt. Ik ben niet goed in straatnamen, zeg maar ronduit slecht. Ik kan er zo naartoe lopen, maar vraag me geen namen. Maar dat moment staat in mijn geheugen gegrift. Ik had zo graag verder gestudeerd. Ik snuif dolgraag de sfeer in scholen op, daarom misschien dat ik het ieder jaar begint te kriebelen om toch maar met een cursus te beginnen. Maar ik wist dat het niet voor me weggelegd was, zonder diploma kun je geen hoger diploma behalen. Het knaagde aan me. Ik had het gevoel dat ik niet alles uit het leven haalde.
Nog acht dagen, twaalf uur en acht minuten ... Ik leef met de angst dat er op de één of andere manier iets mis zal lopen. Dat ik op de valreep toch nog geweigerd zal worden. Omdat ik niet voldoe, niet de juiste papieren kwalifikaties bezit. Ik zal pas gerust zijn als ik echt lessen heb bijgewoond, als ik het inschrijvingsgeld heb betaald, als mijn naam op de aanwezigheidslijst verschijnt.
aandagochtend zou mijn ventje onmiddellijk bij de specialist terecht kunnen. Dat was de reden waarom ze hem die nacht ginder gehouden hebben! Om hem als eerste direkt grondig te onderzoeken. Rond de middag kwam ik in het ziekenhuis aan, in de veronderstelling dat alles achter de rug zou zijn en dat hij nu wel op zijn kamer zou zijn om te eten. Hij had van twaalf uur die nacht niets meer mogen eten of drinken, voor de onderzoeken. Groot was mijn verbazing toen manlief me meldde dat hij nog niemand gezien had. Ik ging op zoek naar een verpleegster en zij wist ook van niets. Die arme mensen zijn ook overgeleverd aan de grillen van hun dokters die als Goden over de mensheid regeren, en zij mogen de bijkomende frustraties oplossen. Verpleging ... niet echt een aangenaam beroep. Maar uiteindelijk bleek dat de dokter zich in de kamer ernaast bevond. Zij zou daarna naar ons komen.
Dit heugelijke nieuws had ik amper verteld of een ander verpleegstertje komt mijn man halen voor onderzoek. Mijn man met statief en al mee, maar op de gang hoor ik dat de dokter hem terugroept. Een prachtige blondine komt de kamer binnen en begint opnieuw alle vragen te stellen die al ontelbare keren op de spoed zijn beantwoord. Goed ... ze beslist dat er echo's worden gemaakt om te verzekeren dat er geen gal - of nierstenen te zien zijn. Daarna mag hij eten.
Na de echo's blijven we wachten, maar geen dokter te zien. Bij het nemen van de echo's had men al medegedeeld dat er niets te zien was, dus alles was okee. Maar zolang de dokter niet kwam opdagen kreeg hj geen eten. Alleen water mocht hij drinken. Ik, die me nog altijd zo fris als een schotelvod voelde, ging maar weer eens op zoek naar wat informatie. In de kamer schuin tegenover zat volgens mij een heel besmettelijke zieke. Eerder had ik gezien dat de verplegers die daar binnen gingen zich volledig inpakten in een speciaal pak, mondmasker en plastick handschoenen. Er kwam net een ingepakte verpleger buiten. Hij scheurde zijn verpakking van zijn lijf waarna ik hem vroeg wanneer de dokter ons wat meer nieuws zou geven. Hij keek even op zijn kaart. Ze deed haar ronde pas om vijf uur, eerder zouden we niks te horen krijgen! Ik vroeg wanneer mijn liefste dan wel eten kreeg. "Pas als zijn status op de kaart veranderd is en zolang de dokter niet geweest is, mogen wij niets geven." Was zijn antwoord.
Manlief onderging de honger stijlvol en spoorde me aan om even naar huis te gaan. Enkele uurtjes later kwam ik, opnieuw in de veronderstelling dat hij meer wist en al uitgebreid gegeten had, bij hem op de kamer. Maar weerom wist hij van niets. Ondertussen kreeg iedereen hun avondmaal en hij kreeg nog altijd niets ... En de dokter? Spoorloos. De verpleegster, een heel vriendelijk meisje, kwam eventjes later de kamer binnengestormd met een plateau beladen met voedsel. "Ik heb naar de dokter gebeld. Je mag dadelijk misschien naar huis en ik heb maar een dubbele portie besteld. Je zal wel uitgehongerd zijn," Lachtte ze. Als een hongerige leeuw viel hij zijn avondmaal aan. Hij had geen tijd meer, voor niets! Daarna ging het snel. De doker kwam. Men had niets gevonden en men ging ervan uit dat het darmspasmen waren. Heel hevige welliswaar, maar toch. Ze schreef een middel voor en raadde pijnstillers aan en dat was dat. We mochten vertrekken. Was het niet dat mijn ventje nog gekluisterd zat aan een infuus. Tot tweemaal toe hebben we een verpleger weg moeten sturen die een nieuwe fles wilde aanhangen. "WIJ MOGEN NAAR HUIHUIS" Riepen we uit. Maar niemand kwam hem bevrijden. Tot het vriendelijke verpleegsteretje eventjes door de zaal kwam gefladdert. Ze bracht de brief voor de huisdokter en bevrijdde hem uit zijn vervelende situatie. We wisten niet hoe snel we weg konden komen. Maar we moesten nog langs de balie voor zijn SIS - kaart. Naar goede gewoonte van het Molse ziekenhuis ging dit ook niet van een leien dakje. Maar het is ons gelukt. Diezelfde avond zijn we thuis geraakt.
En nu ben ik door al die commotie dus hervallen. opnieuw griep en opneiuw uitzieken. Ach, als ik volgende week zaterdag maar genezen ben. Want mijn eerste schooldag kan ik niet missen!
r heerst een zomergriepje over het land. Deze streek dan toch. Ik ben ze tegengekomen op één van mijn vrijwilligerspostjes. De hele inrichting lag lam. Personeel en patienten ... ziek. De afgelopen week voelde ik me niet al te fris. Maar het ging. Zaterdagavond kruip ik lekker vroeg in bed, ik nam nog even een boek en daar was ze ... Het begon met hoofdpijn, de start van een ellendige nacht vol koortsdromen.
Sinds enkele maanden hebben ze twee huizen verder een jonge labrador in huis genomen. In huis ... Iedere avond moet hij in zijn kot waarbij hij de hele buurt bij elkaar jankt. Na een tijdje valt hij in slaap maar als hij wakker wordt begint het concert opnieuw. De eerste weken was dat heelder nachten achter elkaar. Het joch wist van geen ophouden. Nu slaapt hij tussen twee klaagbeurten enkele uurtjes. Maar iedere ochtend, klokslag zeven uur begint hij opnieuw. Zonder ophouden. Uitslapen is er niet meer bij. Wat heb ik dat beest al vervloekt. En nu zeker, met mijn koortsig hoofd waarin ieder geluidje honderdmaal wordt versterkt. Wankelend sta ik op en laat de honden even buiten, waarna ik mij in de zetel onder een deken nestel. Ik zet de video op en kijk naar enkele detectivereeksen die ik de avond daarvoor had opgenomen.
Manlief houdt zich stiletjes bezig en laat me zoveel mogelijk met rust. Rond de middag kruip ik terug in mijn bed en val opnieuw in een onrustige slaap. Ik zweet me te pletter. Enkele uurtjes later word ik wakker. Manlief komt net een kijkje nemen en hij komt bij me zitten en streelt me zachtjes over mijn haar. Na een tijdje sta ik op, eet een beetje en ga terug in de zetel liggen en waarempel, de slaap heeft me deugd gedaan. Ik begin rustig aan een handwerkje. Geen borduurwerk, veel te intensief telwerk. Dat kan mijn hoofd nu niet aan, maar een ontspannend haakwerkje.
Ventje zorgt voor het eten: lasagne, zo uit het pakje. Na het eten voel ik me moe en mijn lief kruipt achter de computer. Na enkele minuten komt hij naar beneden gestrompeld en met een pijnlijk gezicht vraagt hij me wat er onder aan je rug ligt. "Zijn dat mijn nieren?" Vraagt hij ongerust. Hij weet niet waar kruipen van de pijn. Hij kronkelt zich in allerlei houdingen maar niets lijkt te helpen. Ik wil een goede vriend bellen zodat hij met hem naar spoed kan rijden. Maar dat weigert hij. Hij kruipt de trap op en probeert eventjes in bed te liggen. Maar hij schreeuwt het uit van de pijn. "Bel hem op!" Kreunt hij. Zijn vriend staat hier in een mum van tijd en ze spoeden zich, door het noodweer dat net losgebarsten is, naar het ziekenhuis.
Ginder hebben ze hem direkt aan een bakster gelegd en zijn urine onderzocht. Zij dachten, net als wij trouwens, onmiddellijk aan een niercrisis. Maar dat blijkt het niet te zijn. Wat dan wel? Vanmorgen, nu dus, wordt hij verder onderzocht. Hij moest vannacht ginder blijven. Gisteravond ben ik met zijn moeders auto nog naar ginder gereden en heb ik wat spullen gebracht. De pijn begon opnieuw, hij heeft via een baxter nog wat pijnstillers gekregen.
Hij ligt op de tweede verdieping, schuin tegenover de kamer waar zijn vader lag. De laatste tijd hebben we onze weg in dat ziekenhuis heel goed leren kennen. Te goed om gezond te zijn.
at ik weer geen oog dicht doe vannacht. De kerkklok heeft elf uur geslagen en ik lig nog met wijd open ogen op de matras. Dus dan kom ik jullie maar een beetje lastig vallen. Waar zal ik het eens over hebben ...
Mmmm ... ons Phoebe doet haar best om ons in spanning te houden. Een kleine twee maanden geleden was ze loops. Onze oude viriele Vinnie, die vroeger veel heviger was, kunnen we intomen op zijn respectabele leeftijd. Dat was vroeger wel anders. Hij rook drie weken op voorhand al dat een teefje loops kwam. Als het dan éénmaal zover was, kreeg hij haar na amper een halve minuut gedekt. Niet nadenken, geen voorspel, zelfs geen kennismaking.
Nu kan het zelfs een dag of zo duren eer hij eindlijk door krijgt dat zijn "zusje" loops is. Maar dan gaan alle remmen los. Vooral bij deze loopsheid, de derde. We hielden ze redelijk goed uit elkaar. Een paar keer net op het nippertje, maar soit. Voor zover we weten geen onoverkomelijke ongelukjes gebeurd. Voor zover we weten ...
Het was rond de tijd dat schoonma in het ziekenhuis lag. Ons hoofd stond toen wel naar iets anders dan twee verliefde pit bulls in huis. Aangezien wij nog geen binnendeuren hebben, wordt het hier af en toe wat improviseren. We hielden ze gescheiden door middel van een houten plank die net in het gangetje boven aan de trap past. En die grens wordt gerespecteerd! Tot enkele maanden geleden.
Phoebe slaapt gedurende haar vruchtbare periode naast mijn bed. Vinnie slaapt aan de andere kant van de plank. Maar nu was er geen stoppen meer aan. Als een buldozer ramde hij de plank en kwam hij op onze kamer aangestormd. We hebben deze vluchtweg met alles wat maar los hangt of staat gebarricadeerd. In ons bijzijn is er niets onbetamelijks gebeurt. Maar in die periode zaten we meer bij moeder dan thuis ...
Nu zijn we bijna twee maanden verder. Ik moet zeggen, stiekem hoop ik iedere keer dat er op mirakuleuze wijze toch een puppy uit Phoebes buik floept. Ze heeft dan ook iedere keer een schijndrachtje waarbij ze dikker wordt en echte borstjes krijgt. Haar karakter verandert ook een beetje. Ze wordt nog flauwer en aanhankelijker dan anders. Maar iedere keer bleek het schijn te zijn. Maar deze keer is ze echt - niet - te - doen - super - flauw en aanhankelijk. Ze zou in mijn broekzak kruipen als ze kon. Ze is dikker, ze heeft een buikje en dikke tepels. Hele dikke tepels. Als ze gewoon rondloopt zie je eigenlijk niet echt een verandering, behalve haar hangbuikje dan. Maar als ze op haar achterste zit (ze kan in de zetel zitten zoals de doorsnee mens: op haar kont en lekker uitgezakt) dan puilt die dikke buik uit en haar tepels worden dan echte c-cups. Ik weet niet wat ik ervan moet denken.
Ik blijf het bij een schijndracht houden. Ook al ruik ik de hele week een zurige geur in haar nabijheid. Daarstraks streelde ik haar onder haar buik en ik voelde iets. Iets wat er eerder nog niet was. Aan één kant maar. Een lichte verdikking. Enkele uurtjes later was het weg ....
Spanning ... is het ... of is het niet? En eerlijk gezegd, ik zou blij zijn om een klein Vinnietje in onze schoot te verwelkomen. Vinnie is bijna elf jaar oud. We moeten ons stilletjes aan gaan voorbereiden op zijn afscheid. Dus zo'n opvolger in ons gezin zou ik wel heel fijn vinden. Wat ons tegenhoudt zijn de eventuele zeven broertjes en zusjes die je een goede thuis moet bezorgen. Zulke honden kan je niet aan iedereen verkopen. En zelfs met screening van je mogelijke klanten, komt waarschijnlijk zo'n veertig procent in een asiel terecht. En die zitten al overvol, dus moeilijk te plaatsen "gevaarlijke" honden krijgen al vlug een spuitje.
Maar toch, als er deze keer geen miraculeuze bevruchting heeft plaats gevonden, heb ik veel zin om bij haar volgende loopsheid (als Vinnie dan tenminste nog kan), onze twee tortelduifjes hun zin te laten doen. Dan heeft mijn hoop tenminste toch een kans op slagen ....
Als er nu toch een pup van komt, moet hij ongetwijfelt Jezus heten. Zoon van de onbevlekte ontvangenis ....
p Mon Mol Martre vond ik nog een opvallend stalletje. Deze mensen hadden keramiek bij zich. Niet zo ongewoon zul je zeggen. Ook al waren deze werken van een uitzondelijke kwaliteit en schoonheid, ook hun thema sprak me aan: poezen en honden. Kortom: huisdieren. Eetbakjes, poezenbeeldjes en ... urnen.
Inderdaad, urnen om de as van je geliefde Fluffy of Boomer in te bewaren. Een pronkstuk in je woonkamer.
eze verontrustende mail kreeg in net in mijn mailbox. Dit is geen grap maar de harde realiteit....
ZOVEEL MOGELIJK DOORSTUREN AUB !!
OOK AL KRIJG JE HET X AANTAL KEREN... ER KAN ALTIJD IEMAND TUSSEN ZITTEN DIE HET NOG NIET HEEFT!
Geachte,
Sorry dat ik jullie lastig val met mijn probleem. Mijn dochter Swysen Bianca is vermist sinds 4 juli 2007. Ik stuur U een foto van haar moest je haar ergens zien of mensen kennen om dit email rond te laten gaan op internet doe gerust hoe meer mensen het weten zoveel te beter. Haar beschrijving:
Swysen Bianca
Strijderslaan 17 3803 Sint-Truiden ( Wilderen)
Geboortedatum 22 oktober 1989.
Kledij dat ze aan had bij haar verdwijning een zwarte jeansbroek bruin vestje en zwarte laarzen en een klein donderblauw handtasje ze is in het bezit van haar identiteitskaart en siskaart.
Sorry dat ik jullie dit slecht nieuws moet mededelen.
De mensen van de politie zijn ermee bezig en ook child focus en het parket hopelijk krijg ik mijn kind terug.
et kleine meisje liep stilletjes door het verduisterde huis. Ze dierf amper te ademen, bang om een geluid te maken. Radio, tv ... alles was taboe op zulke dagen. De ramen waren hermetisch afgesloten. De deuren op slot. In de kamer hing de zure geur van zweet en kots. Het meisje zat in een hoek van de keuken, op de kille tegels. Ze had honger maar niemand had voor eten gezorgd. Ze opende de kast. Het enige wat ze vond was een zak bruine suiker. Hogerop stond het brood, maar ze mocht niet op stoelen klimmen van mama en het meisje gehoorzaamde blindelings. Haar woord was wet ... Ze nam de zak in haar kleine handjes en zette zich op de grond neer. De vloer voelde koud aan onder haar blote billetjes. Langzaam opende ze de zak en vond de bij elkaar geklonterde suiker. Voorzichtig stak ze een klontertje in haar mond en zoog het langzaam op. Het stilde haar knorrende buikje een beetje. "Wat ben je aan het doen?" Riep de gebroken stem van haar moeder. "Niets, mama!" Riep het kleine meisje terug. Maar mama wist beter en ze beval haar dochter om bij haar te komen zitten. Teleurgesteld zette ze de papieren zak met de gouden brokjes terug op zijn plaats. Ze sloop stilletjes naar de woonkamer en ging naast haar moeder zitten. De vrouw lag in de zetel te kermen van de pijn. Een koude doek moest haar zware migraine aanvallen verzachten. Ze duwde het doek in de handen van het kleine meisje en beval haar om deze onder het koude water uit te spoelen. Maar het meisje kon niet aan de kraan, ze was veel te klein. "Neem het bankje!" Gilde mama het uit. Het meisje nam het voetbankje, zette het voor het aanrecht en klom erop. Als ze op haar tenen stond kon ze net aan de waterkraan. Ondertussen hoorde ze mama haar gal uitspuwen in de stinkende emmer die naast de zetel stond. Ze wachtte tot de geluiden voorbij waren en trippelde daarna met de nog natte doek naar de zetel, waar ze voorzichtig het doek op het gloeiende hoofd van de zieke vrouw legde. Daarna ging ze stilletjes op een bank zitten. Maar het meisje kon niet lang stil zitten. Ze wilde spelen, dansen, rennen, vrolijke dingen doen! Ze wilde naar buiten, de zonnenschijn op haar gezichtje voelen, de wind door haar haren voelen waaien. Maar vandaag was het weer zo'n dag. De telefoon ging. Mama schreeuwde het uit. Het kleine meisje sprong recht en gooide alle jassen die ze maar kon vinden over het apparaat, hopend dat ze het kabaal kon dempen. Uiteindelijk stilte, mama kalmeerde ook en huilde nu nog maar stilletjes. Het kleine meisje ging aan tafel zitten om een boekje te lezen. Maar de bladeren ritselden te luid. Mama verdroeg het niet. Ze bleef op de stoel zitten en staarde maar voor zich uit.
De deurbel! Volk! Het meisje hield van bezoek! Vrolijk sprong ze recht en wilde de deur openen maar mmama gilde het uit. "Nee! Blijf hier!" Beteuterd bleef het meisje staan. Een moment was ze het vergeten. "Ga uit het zicht staan!" beval de bijna hysterische vrouw haar. Tegen haar zin gehoorzaamde het kleine meisje haar. De gordijnen waren dicht, maar de vrouw was bang dat iemand door de kieren enige beweging in huis zou zien. Het meisje verstopte zich in het donkerste hoekje van het huis en bleef stilletjes zitten. Na enkele minuten sloop ze naar het raam en zag nog net hoe het bezoek in hun auto stapte en wegreden. Het meisje was boos. Stampvoetend liep ze terug naar de woonkamer en de deur viel met een harde knal dicht. Gillend schoot de vrouw recht en met ogen die vuur spuwden gilde ze naar haar dochter: "Jij wil me dood! Met je pesterijen! Jij wil me echt in het graf helpen! Waarom? Waarom? Wat heb ik verkeerd gedaan?" Het kleine meisje stond aan de grond genageld. Het was niet opzettelijk. Ze vergat het even. Even maar... Tranen stroomden over haar wangen terwijl mama zich opnieuw huilend neerlegde.
oals jullie al wel opgemerkt hebben, heb ik mijn blogje opnieuw ingericht. Een nieuw behang, andere meubeltjes en nieuwe lijstjes aan de muur. Zelfs de brievenbus heeft een nieuw kleurtje gekregen. En daar wringt het schoentje nu net. Om een berichtje achter te laten krijg ik in de tekstzone om je gegevens in te tikken, de tekstkleur niet aangepast. Nu is hij even zwart als mijn behang. Wie oh wie kan mij hierbij helpen?
You are an island. You don't need anyone else to make you happy. And though you see yourself as a loner, people are drawn to you. Deep and sensitive, you tend to impress others with your insights. You also tend to be psychic - so listen to that inner voice!
l vanaf mijn vroege kinderjaren was ik een verwoed lezer. Ik was er ook heel snel mee weg. Splintervaardigheden, noemt men dat. Meestal vind men deze vaardigheden vooral op het wiskundige gebied. Wie heeft er al niet van die autist gehoord die razendsnel een aartsmoeilijke formule kan ontcijferen. Maar er zijn uitzonderingen op de regel.
Ik herinner me nog duidelijk onze eerste leesles. Het zinnetje blijft in mijn hoofd galmen; "Een man met een aap." Heel duidelijk geïllustreerd met een mooie cartoontekening. We moesten het zinnetje oneindig blijven herhalen in koor: "Een - man - met - een - aap ..." Doodsaai was dat. Tot overmaat van ramp moesten we allemaal in een nette rij naar voor komen en één voor één het zinnetje voorlezen. We hadden immers al een halve dag geoefend! Ik haatte zulke dingen. In de kleuterklas maakte ik mij al zo klein mogelijk en verstopte me telkens achter de grootste en de dikste van de klas. Nu ook. Dus ik mocht het zinnetje tot vervelens toe nog een keer of twintig horen. Haperend, haspelend, hakkelend ...
Uiteindelijk was ik aan de beurt. De meester stond daar met zijn stok voor het bord en wees de woordjes één voor één aan. Ik las heel vlot: "Een man met een aap." De arme man stond me met open mond aan te kijken. Ik begreep echt niet waarom. Als je het nu nog niet kon lezen, kende je het verdomde zinnetje ondertussen wel rats van buiten. Ik moest het herhalen. Daarna de woordjes apart. Opgewonden riep hij naar de eerste de beste leerling die voor zijn ogen verscheen (ons klasje was ondertussen omgetoverd tot een vrolijke bende losgelaten peuters) "Ga meneer Van Gestel halen!"
Meneer Van Gestel was de meester van het andere eerste leerjaar. Ondertussen moest ik dat zinnetje maar blijven herhalen. Niet voor niets dat ik dat nooit meer vergeet. Na enkele minuten kwam meneer Van Gestel de klas binnen. Hij was een lange magere en rustige man. Dit waren toevallig de twee mannen die mij op mijn allereerste schooldag thuis hadden gebracht. Opnieuw moet ik het zinnetje herhalen. Ik zuchtte eens diep en dreunde het ding ondertussen van buiten op. Ik deed geen moeite meer om te lezen. De twee mannen keken elkaar verbaasd aan, waarna ik eindelijk terug op mijn stoel mocht gaan zitten.
Vanaf die dag las ik alles wat ik maar te pakken kon krijgen. Wat niet echt gemakkelijk was, want mijn moeder had een heilige angst dat ik dingen zou lezen die mijn onbedorven en onschuldige ogen niet mochten lezen. En daaronder verstond ze ... bijna alles. Sprookjes, die konden er nog mee door. Maar andere dingen waren taboe. Uiteindelijk leende ik bij de buurvrouw stiekem van die flutromannetjes. Gelukkig kregen we op school zonneland en zonnekind. En iedere maand kregen we een dun leesboekje.
Ik was dol op die boekjes. Eén verhaal is mij al die jaren ook bijgebleven. Het ging over een jongetje dat gedurende de depressiejaren in de jaren derig leefde. Zijn vader maakte, om een beetje bij te verdienen, mooie houten kistjes die prachtig gegraveerd waren. Die tekening van dat prachtige kistje heb ik urenlang bewonderd. Het verhaal heb ik ontelbare keren gelezen.
Vanmiddag ben ik op mijn eentje naar Mon Mol Martre geweest. Kunstenaars allerlei die aan de Nethe in Mol hun kunnen mogen vertonen. Juwelen, tekenaars, schilders, keramisten ... Noem maar op. En daar stond hij. Eén standje dat opviel in de grote meute. Een houtgraveerder. Bijna dezelfde patronen als in mijn al lang verloren boekje. Ik maakte een praatje met de man en bewonderde zijn werk. Hij deed het ook even voor. Prachtig vond ik het en helemaal niet duur! Maar daar we deze maand nogal krap bij kas zitten, kon ik een kistje niet betalen. Maar ik heb een sleutelhanger gekocht. Prachtig gegraveerd en met veel liefde gemaakt.
De laatste kleuterklas, één van de laatste dagen van dat schooljaar. Het jaar voor ik naar de grote school ging: het eerste leerjaar. Ik was een stil en teruggetrokken kind. Zei niets, reageerde nooit omdat ik niet wist hoe ik moest reageren, speelde nooit met de andere kinderen. Ik bekeek alles vanop een veilig afstandje. Ik bleef wel altijd in de buurt van mijn klasje. Hun bekende gezichten gaven me een veilig gevoel. Een vriendinnetje had ik niet. Misschien begreep ik op dat moment het begrip vriendschap nog niet. Zelfs nu vind ik het een vreemd concept. Vanaf wanneer verandert een relatie van goede kennis in vriendschap? Ik heb het er moeilijk mee ...
Eén klasje van de lagere school keek uit op de speelplaats van de kleuters, met een groot raam tot bijna op de grond. Wij mochten van de juffrouw niet in de buurt van dat raam komen om de les niet te storen. Maar die namiddag geraakten we er op de één of andere manier toch verzeild. Met onze neuzen tegen de raam geplakt keken we nieuwsgierig binnen in die vreemde wereld van de grote kinderen. Een wereld die weldra de onze zou worden. En daar zat ze ... Een mager, lang meisje. Ingevallen wangen, lange spakige benen en lang bruin sluik haar. Geen mooi meisje, maar ik herkende haar. Zelfs toen zat het al in me. Het herkennen van personen die een belangrijke rol in mijn leven zullen spelen, nog voor ik ze heb ontmoet. Daar zat ze, mijn eerste beste vriendinnetje ...
Die dag is me altijd bij gebleven. Zo'n grote indruk had die vluchtige blik op me gemaakt. Enkele maanden later was het zover. Het eerste studiejaar. Verlegen en stil zat ik braaf op mijn stoel. Ik dierf niet op of om kijken, ook al kende ik ieder kind in de klas. We hadden immers allemaal samen in de kleuterklas gezeten. Martine, het blonde meisje dat ik de eerste dag op school ontmoette. Haar vriendinnetje Sonja met haar korte zwarte krullen en sproetjes. Sandra, het mooie exotische meisje wiens vader altijd voor zijn werk in Saoudie Arabiê zat. Jan, de eeuwige slimste van de klas. Patrick, de domste van de klas. Geert, de clown en zijn beste vriend Danny die vlak naast school woonde ... Dit zijn maar enkele van hun namen die ik me onmiddellijk herinner. Onze meester was Meneer Dierckx. Een kleine, beetje verwijfde man met donkere krullen die dol was op kleine meisjes met paardestaartjes. Op mij dus ... Iedere dag zat hij aan mijn paardestaart te frullen. De trots van mijn moeder. Iedere ochtend zette ze er de krultang in zodat ik mooie pijpenkrullen had in mijn stijle haren. Tot zij, omp mijn verzoek, een grote dosis parfum op mijn haar sprenkelde. Gedaan met de ongewenste handtastelijkheden, waar ik een hekel aan heb.
Het was niet op de eerste schooldag dat ze onze klas werd binnengebracht door Marleen, de secretaresse. Pas na enkele dagen, misschien een week ... Ze zat in het tweede studiejaar maar men had beslist dat ze daar nog niet thuishoorde. Dus ze moest het eerste jaar nog een keertje overdoen. Daar stond ze, het lange mager meisje ... Micheline heete ze en ik wist het ... Zelf heb ik geen contact gezocht, ik wist immers niet hoe. Ook al had ik naar mijn gevoel geen vriendinnetjes, in de lagere school hoorde ik er gewoon bij. Als ik me teveel afzonderde kwamen mijn klasgenootjes me altijd een beetje aanporren om mee te spelen. Micheline kreeg natuurlijk alle aandacht, als nieuweling in ons groepje. Ik bekeek, naar gewoonte, al die heisa van op een afstandje. Maar op de één of andere manier, sloten we vriendschap. Ik kan eerlijk zeggen: zij was mijn beste vriendinnetje, vijf jaren lang. Het enige vriendinnetje bij wie ik thuis mocht gaan spelen, het enige vriendinnetje dat bij mij thuis mocht komen, af en toe ...
Haar vader was heel ziek, terminaal. Dat wisten iedereen. Op het einde van het vijfde studiejaar stierf hij. Ik kan me niet herinneren dat zij heel verdrietig was. Hij was ziek en nu was hij dood. Dat was een feit. Maar het leven zou door de dood van deze man nooit meer hetzelfde zijn. Haar moeder verkocht het huis en ze verhuisden naar een apartement. Ik heb haar nooit meer terug gezien. In de bus op schoolreis naar Antwerpen had ze me eens een groot appartementsblok aangewezen en me verteld dat daar een tante van haar woonde. Iedere keer als we dat gebouw passeren denk ik aan haar. Hoe het haar vergaan is in het leven, dat magere meisje met lange bruine haren ...
Nachten na elkaar ... slapeloze nachten ... Zelfs die kleine ovalen pilletjes helpen nu niet. Je voelt je loom, traag en gedrogeerd ... maar niet slaperig of moe... Die verdomde maan. Je droomt de vreemdste dingen. Die beelden verweven zich in je dagelijkse leven. Wat is droom, wat is werkelijkheid? En kunnen wij leven zonder te dromen. Of kunnen wij dromen zonder te leven?
Ik sluit mijn ogen, tegen beter weten, toch hopend op de sluimer die me dan naar hogere sferen zal brengen. Even geraak ik in een lichte sluimer. Verbannen gedachten worden beelden. Mijn geest dwaalt enkele straten verder ... waar een goede vriendin (dacht ik at the time) woont. We stonden voor haar klaar, zoveel we konden. Maar ze eiste een beetje meer. Meer dan wij aankunnen. Een mens probeert het diplomatisch op te lossen. Maar blijkbaar is dat niet mijn sterkste kant. Tot de emmer over loopt.
Een moeilijke periode zoals ieder koppel wel eens heeft. Een heel moeilijke periode waar we door moesten. Door de zure appel bijten of stoppen, dat was de keuze ....Een hartverscheurende keuze .... Net die dag komt een gode vriend aankloppen met het ontstellende nieuws: hij gaat scheiden. Dat viel in als een bom... Scheiden. Een vaste waarde in de hechte vriendenkring is niet meer. Hoe moet wij daar, als vrienden mee om gaan? Voor ons geen probleem. Wij zien beide partijen even graag. iedereen is welkom hier. Maar bij de meeste scheidingen horen de vrienden blijkbaar ook bij de inboedel. En die is verdeelt ... Een kleine aardverschuiving in vriendenland ....
In die moeilijke periode krijg ik een mailtje van mijn vermeende vriendin om, als ik even de tijd heb, kan langskomen om te stofzuigen .... Zeg nou zelf, stofzuigen. Alsof ik geen eigen leven heb. Ik doe alles wat ik kan voor mijn vrienden, maar er zijn grenzen. Als het op dat moment niet gaat, wacht dan eventjes tot er wel hulp in huis is. Of schakel je twee volwassen dochters in.
Ik pleit schuldig. Ik had anders kunnen reageren, maar hé ... ik ben ook maar een mens. Na een kort mailtje dat ik voor zo'n futiliteit op dit moment niet gestoord wil worden omdat ik ook mijn eigen problemen heb.... Het ligt aan mij. Ik heb mijn grenzen niet duidelijk genoeg gesteld. Dat doe ik nooit. En toch moet ik het leren, wil ik niet nog meer vrienden verliezen...
Ik was enkele dagen geleden tussen mijn oude schrijfsels aan 't rommelen (zie ook "brief aan mijn vader), toen ik uiteindelijk op dit stootte Het is nu een jaar geleden dat Quorton, onze oude Duiste herder stierf. Plots, totaal onverwacht ... En toch voelde ik geen verdriet. Ik voelde niets ... Hij was er niet meer, het was stil en leeg in de tuin. Ik bleef maar naar die lege plek voor de poort kijken waar hij jaren trouw de wacht had gehouden. Maar ik voelde niets ....
Tot enkele dagen geleden dus. Ik las het stuk en voor het eerst huilde ik. Hartverscheurend. De hele avond lang. Alle emoties kwamen los en eindelijk kan ik rouwen om onze jongen, die ik meer dan alle anderen, die ooit bij ons gezin gehoord hebben, mis. Ik heb gevloekt op hem, hem verwenst ... Vooral omdat hij Vinnie niet wilde accepteren, Nijntje ons tamme konijn heeft vermoord en al mijn eenden met huid en pluimen heeft verslonden. Maar dat is allemaal vergeven, want ik mis hem zo ...
Zijn zus Faith, is enkele maanden later gestorven.
Quorton
Ik herinner het me nog als was het de dag van gisteren.
Kennissen hadden een nestje Duitse herder pups
We gingen alleen maar een kijkje nemen, dat was alles.
We hadden zelfs geen geld op zak
Bij aankomst werden we direct getrakteerd op een videofilm over de vader van de pups
Deze jonge reu was maar eventjes in het land geweest en hij had hier 1 dekking gedaan.
Omdat hij zo n fel karakter had, werd hij onmiddellijk voor training naar het buitenland gestuurd.
Na de film bracht de man twee pups van zeven weken oud binnen, de twee reutjes van het nest.
De ene was klassiek rood met een zwart zadel, de ander was wolfsgrauw getekend.
Onstuimig kwamen ze binnen gerold.
Ik zag de ogen van mijn vriend opflakkeren.
Een tijdje hield hij de pups in de gaten.
Ik wist dat hij verkocht was.
Zonder een woord te zeggen zonderde hij zich, samen met de fokker van de honden, af in de keuken.
Enkele vrienden, die ons vergezeld hadden, keken hen na.
Ze vroegen me wat ze gingen doen.
Ik antwoordde laconiek dat ze de verkoop van de pup gingen regelen.
Verbaasd vroegen ze welke hij dan wel gekozen had, want hij had immers geen woord gesproken.
De grauwe, vertelde ik hun, en hij gaat Quorton heten
Zo kwam Quorton dus in ons leven.
We hadden helemaal niet gerekend op een nieuwe pup in huis, dus wij snel nog naar de dierenspeciaalzaak om ons het nodige aan te schaffen.
Manlief zat zo fier als een gieter met zijn pup op schoot in de auto.
Toen we thuis kwamen had de kleine pup zijn mouw helemaal nat gekwijld.
Op dat moment woonde er een witte herder teefje van negen maanden oud. bij ons
Faith heette ze, en zij was de baas in huis.
Dat ging ze haar kleine broer wel eens snel wijsmaken.
Met haar volle gewicht stortte ze zich op hem.
Dat was dat, ieder kende nu zijn plaats.
Quorton had de felheid van zijn vader geërfd, maar de gevoeligheid en het sociale karakter van zijn moeder.
Hij heeft ondermeer de muur van de badkamer een nieuwe structuur gegeven.
Ettelijke vuilzakken uitgeladen, de schoenenkast gesloopt ...
En hij was nog fier op zijn werk ook.
Ik was de wanhoop nabij.
Iedere dag vonden we wel iets dat in huis verbouwd was en Faith, die deed lekker mee.
We besloten dus dat ze s avonds in een kennel moesten.
Maar in het begin hadden we een deel van de tuin enkel met draad omheind.
Quorton was toen hoogstens enkele maanden oud.
Op een avond kwam ik thuis van het werk, het was winter dus het begon al aardig donker te worden.
Halfweg onze straat kwam ik hem tegen.
En blij dat hij was
Hij had gewoon een gat in de stevige geplastificeerde omheining gebeten en hij had ons daarna waarschijnlijk overal gezocht
Zijn baas wilde een hond met karakter, wel , hij werd op zijn wenken bediend.
Maar Quorton was ook heel rechtvaardig.
Wat voor hem verboden was, was voor iedereen verboden.
Zo kwam hij geregeld zijn zus verklikken.
Quorton kwam vastberaden naar me toe gelopen
Ik zweer het je, de eerste keer dacht ik dat ik in een aflevering van Lassie was beland.
Zogauw ik hem aankeek, draaide hij zijn hoofd in de richting van het misdrijf en keek me dan weer heel overtuigend aan.
Uiteindelijk volgde ik hem naar de plaats van de vermeende misdaad.
Meestal was Faith op dat moment de vuilbak aan het uitladen of ander kattekwaad aan het beramen
Quorton keek me dan met van die grote onschuldige ogen aan, alsof hij wou zeggen:
Dat mag niet
Ik zei dan
Nee jongen, dat mag niet.
Zogauw Faith berispt werd, keek hij haar heel triomfantelijk aan.
Faith was gek op jagen.
Als we tijdens een wandeling een maisveld passeerden wisten we dat we haar het eerste uur niet terug moesten verwachten.
Heel vervelend was dat.
Tot we onze trouwe en geduldige jongen op een dag voor de lol aanspoorden met de woorden;
Waar is ons zusje?
Als een pijl uit een boog schoot hij dan ook het maisveld in, om enkele minuten later terug te keren met Faith volgend in zijn kielzog .
We hebben hem die dingen nooit aangeleerd.
Met 1 vreemde gewoonte van hem zijn we ooit eens bij de dierenarts beland.
Af en toe kreeg hij, vooral s avonds als we tv zaten te kijken, van die rare toevallen.
Dan liep hij in slow motion voor ons langs.
Wij waren bang dat hij een rare ziekte had
Doodongerust togen we de volgende dag naar de dierenarts .
Zij onderzocht hem, maar kon niets vinden.
Aanstellerij.
Concludeerde ze.
Wij waren toch weer een beetje gerustgesteld, maar het bleef ons wel intrigeren.
Tot ik het toevallig begreep
Het was zijn manier om ons te vertellen dat hij dorst had.
Als we dan eventjes geen tijd hadden, bleef hij voor de tv in slow motion lopen en iedere keer trager en trager
Mijn vriend wilde dolgraag africhting met hem volgen.
Op een goede dag vertrokken we vol verwachtingnaar de Duitse herdersclub.
De pakwerker verzekerde hem de eerste keerdat het al een heel goed resultaat zou zijn als de hond naar hem zou kijken
De man begon Quorton wat op te hitsen en als een woeste leeuw stortte Quorton zich op de mouw.
Quorton werd onmiddellijk geschikt bevonden.
Maar manlief wilde meer.
Zijn hond moest op de man staan.
De meeste honden zijn gek op de mouw, maar als die er niet meer is, hebben ze geen belangstelling meer in hun belager.
Hij wilde dat Quorton het mannetje pakte.
Niet iedere hond is daarvoor geschikt.
Maar Quorton was nog te jong om daar op te trainen.
Tot dan moest hij als jonge hond alleen maar in de mouw bijten.
Maar nu moest hij die mouw ook naar zijn baas brengen.
Het was allemaal nog nieuw voor voor het baasje
Quorton was zijn eerste hond!
Hij stuurt zijn hond naar de pakwerker die hem woest staat uit te dagen.
Zonder enige aarzeling stort Quorton zich op zijn belager.
Hij pakt de mouw in een volle beet.
Manlief roept hem en Quorton brengt zijn buit trots naar zijn baas.
Maar onderweg bedenkt hij zich.
Hij zal beseft hebben dat het mannetje er niet in zat,
Hij spuwde de mouw uit, draaide zich om en stormde terug naar de pakwerker
Mijn vriend was te beduusd om te reageren
De pakwerker hield zijn stok voor zich om zijn vege lijf te beschermen en gilde met overslaande stem
Roep hem terug!!!
Mijn vriend had toch wel enkele tellen nodig om te beseffen wat er eigenlijk aan het gebeuren was.
Bij het eerste bevel keerde Quorton direct op zijn schreden terug en gehoorzaam liep hij naar zijn baas.
Mijn vriend kwam een beetje van zijn melk van het plein gestrompeld, gevolgd door een grijnzende pakwerker.
Quorton had net bewezen dat hij uit het goede hout gesneden was.
Afgelopen woensdag,
Quorton had net nog luidkeels van zijn oren staan maken tegen de hond van de buren.
Ik ging naar buiten om onze twee oude rakkers hun avondmaal te brengen.
Quorton komt naar me toe gewankeld en valt voor mijn voeten neer.
Zijn tong zag bleek en hing vol zand.
Hij ademde zwaar en de vliegen waren niet van hem af te slaan.
Ik wist het meteen: onze jongen was aan het sterven
Ik roep zijn baas erbij en bel de dierenarts.
Zij neemt hem nog mee naar haar praktijk en legt hem aan een infuus.
Mijn man en zijn beste vriend gaan mee.
Maar het mocht niet meer baten
Na enkele bange uren krijg ik het gevreesde bericht.
Quorton is niet meer .
Blijkbaar had hij een tumor in zijn buik die die avond plots gebarsten was.
Zijn hele buik zat vol bloed.
Ze hebben hem laten inslapen.
Maar tot de laatste minuut is hij blijven vechten.
Hij wilde zich niet geven en zijn hart was nog te sterk.
Mijn vriend heeft hem uiteindelijk de toestemming gegeven om te stoppen met werken.
Daarna is hij eindelijk ingeslapen.
Elf jaar en zeven maanden is hij geworden.
We troosten ons met de gedachte dat hij een gelukkig leven heeft gehad en ja, hij had zijn leeftijd.
Maar toch zullen we hem missen.
Het is hier nu zo stil
Quorton ligt begraven in onze tuin, zoals al onze dieren ooit begraven zullen worden.
Faith gaat regelmatig op zijn graf liggen
Hun hok wil ze niet meer in,
Er ontbreekt iemand
Maar ze komt er wel door.
Ze is sterk.
Ze is ook al twaalf jaar.
Misschien heeft ze nog enkele jaren.
Misschien nog enkele maanden.
Maar als het zover is, komt ze naast haar broer te liggen.
Ik ben zomaar iemand, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Fiep.
Ik ben een vrouw en woon in Balen () en mijn beroep is dromen.
Ik ben geboren op 07/10/1967 en ben nu dus 57 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: schrijven, tekenen, computeren, observeren, mijn huisdieren en mijn lief.
Ik ben herstellend CVS patient. Sinds een paar maanden durf ik opnieuw toekomstplannen maken. Via het schrijven kan ik me uiten en ik hoop om via deze blog nieuwe zielsverwanten te vinden