Nostalgische verhalen Over de oorlog, kindertijd, jeugd, verliefdheid, legerdienst en later leven.
17-04-2007
Het koffieservies. (deel 1)
1945
Als loodgieter/zinkbewerker maakt onze pa zinken buizen en dakvensters voor andere loodgieters en moeder helpt hem daarbij.
Onlangs is hij met zijn eenmanszaakje naar Brussel verhuisd en huurt er een oude garage die als atelier werd ingericht.
Elke ochtend zijn onze ouders al vóór half acht de deur uit en komen pas s avonds rond zeven uur weer thuis.
Mijn broer en ik zijn nog maar net negen en tien jaar oud en veel alleen thuis.
Wanneer we om vier uur van school komen vinden we de grote sleutel van
de voordeur terug op dezelfde plaats waar we hem die ochtend verstopt
hebben; achter een losse plank van de deur in het kakhuisje.
Onmiddellijk beginnen we aan de ons opgedragen huistaken.
Mijn eerste werk is het aansteken van de Leuvense stoof en het
leegmaken van de asbak. Daarna moet ik naar de kelder voor het vullen
van de kolenbus.
Mijn broer is al bezig met het schillen van de aardappels en het
kuisen van de groenten die ma de avond daarvoor heeft klaargezet.
Daarna loop ik langs achter door onze tuin langs de boomgaard van
René van Fritz naar de enige pomp met drinkwater die onze buurt rijk
is. Omdat we ons huisje huren van deze rijke boer mogen we daar ons
water gaan halen.
Meer dan een halfvolle emmer kan ik niet dragen en daarom loop ik
meerdere keren heen en weer tot de twee wit gelakte emmers, die in ons
washuis staan, gevuld zijn.
Als de kachel eenmaal goed brandt en het wordt wat warmer in huis,
maken we wat plaats op de keukentafel, draaien de vlam van de
petroleumlamp wat hoger en beginnen aan ons huiswerk.
In de lente van 1945, kort na de bevrijding, is echt wit brood nog vrij schaars en duur.
Mijn vader heeft vernomen dat er in Kraainem bij bakker Lomme
Krol al te verkrijgen is en zijn moeder, mijn meter, zal er één voor
ons kopen.
Op donderdagnamiddag is het geen school en dan heb ik tijd genoeg om het te gaan halen vindt pa.
Vergeet dat wit brood niet te gaan halen, hé. Mil is al bang dat ik het vergeet.
Ik weet het, zeg ik, maar waar heeft pa dat geld nu toch ergens gelegd om het te betalen?
Op de schouw zie ik niets liggen en op het marmeren blad van de enige kast in huis ook al niets.
Misschien wel in de kast?
Onderaan tussen de kasserollen en de borden is niets vinden. Dan maar in het bovenste deel kijken, de vitrinekast...
Ondertussen heeft Mil zich aan de keukentafel gezet en is al begonnen aan zijn huiswerk.
Ik ben net groot genoeg om één van de glazen deurtjes open te doen maar kan niet goed zien wat er op de bodem ligt.
Ha! Daar ligt precies iets.
Onder een stapel schoteltjes en kopjes van het porseleinen koffieservies ontwaar ik een paar bankbriefjes!
Om erbij te kunnen ga ik op mijn tenen staan en trek me met één hand
aan de rand van de kast omhoog maar ... plots kantelt de vitrine
lichtjes in mijn richting!
Ik schrik en probeer de kast terug rechtop te krijgen doch dat lukt
maar half en als in een vertraagde film schuiven alle kopjes een borden
in mijn richting ...
Ik probeer te roepen maar er komt geen klank over mijn lippen
omdat ik al mijn krachten nodig heb om de kast tegen te houden, anders
valt ze over mij en wordt ik verpletterd ...