Nostalgische verhalen Over de oorlog, kindertijd, jeugd, verliefdheid, legerdienst en later leven.
19-05-2007
Zwarte Piet
September
-1955-
In de vierde compagnie is het soldatenleven heel wat gemakkelijker dan
in de tweede. De twee maanden zware dril-oefeningen zijn achter de rug
en met de driftige sergeanten van de tweede compagnie hebben we
voortaan niks meer te maken.
Nu kunnen die hun frustraties maar botvieren op nieuwe rekruten.
Ongeveer de helft van de miliciens uit de tweede kennen nu al
voldoende morse en radiotechniek om naar de vierde compagnie te
verhuizen, de rest moet naar een andere eenheid in Duitsland.
We zijn geen groentjes meer en zullen in de vierde serieus getraind
worden in het seinen met de morsesleutel en het tot stand brengen
van radioverbindingen.
De legerleiding heeft iedereen uitgenodigd op een klein afscheidsfeestje.
In de cinemazaal is het witte doek weggenomen en het podium opgeruimd.
Omdat er in onze kamer bijna elke avond muziek gemaakt wordt is men ons komen vragen om op te treden als gelegenheidsartiesten.
Julien heeft een paar muzikanten bereid gevonden om met hem een klein
orkestje te vormen, terwijl Fik - de lange -, en ik, - de korte - het
geschikte duo geacht worden om enkele sketches van de Woodpeckers na te
spelen.
Ook de sergeanten die ons twee maanden gepest hebben zijn aanwezig en schijnen bijzonder goedgeluimd te zijn.
De loeders zitten op de eerste rij en wij maken van de
gelegenheid gebruik om, tussen de teksten van de sketches en de
liedjes, spottende taal te verweven aan hun adres.
Dit valt bijzonder in goede aarde bij de soldaten die zich kostelijk
amuseren en luidruchtig beamen wat wij allemaal uit onze botten
slaan.
Na afloop van de voorstelling krijgen we onze soldij van de maand en
dat is voor sommigen véél geld. Tien frank per dag maakt al vlug
driehonderd frank.
Omdat er pas na het feest mag gedronken worden blijft de kantine vanavond uitzonderlijk lang open, tot twaalf uur.
En er wordt meer gedronken dan eigenlijk goed voor ons is ...
Goed aangeschoten komen we iets na middernacht op de kamer
binnengewaggeld. Slechts enkele droogstoppels en gierigaards zijn na
het feest al direct gaan slapen en proberen ons aan te sporen tot
stilte.
Heinz Van Doren, de korporaal kameroverste, is hun leider. Hij doet
nogal gewichtig, zoals gewoonlijk, en dreigt ermee dat hij ons zal
aanklagen bij de sergeant van wacht en dat er zware straffen zullen
volgen.
Dat afdreigen had hij, nu juist vandaag, beter niet gedaan.
Al twee maanden lang hangt dat ventje, met zijn autoritair gedoe en zijn heimelijke streken, ons de keel uit.
De eerste dagen van onze legerdienst werd hij tot kameroverste
gebombardeerd en kreeg dadelijk een héle dikke nek. Zonder de minste
aanleiding liet hij jongens op het rapport komen bij de commandant en
eiste dat ze gestraft werden. Dit maakte hem in de kortste keren tot de
meest gehate milicien.
Hij voelde zich onaantastbaar in zijn rol als kameroverste en we konden hem niets doen zolang hij in functie was.
In functie?,... wás! Ha, maar nu niet meer hé?
Morgenvroeg moet hij samen met de anderen de trein van zeven uur halen
en naar Duistland vertrekken, zijn kitbag staat al klaar gepakt.
Dikke Morée (wij hebben nooit zijn voornaam gekend) gaat uitdagend vóór
het arrogante ventje staan en vraagt dreigend: Is er iets Heinzke?
Nog heeft de ezel het niet begrepen want hij maakt zich zelfs kwaad.
Stilte! Of ik zet jullie allemaal op het rapport! Dit is een bevel!
Ik voel stilaan mijn bloed sneller stromen maar de Fik en Morée
nemen Heinz al bij zijn armen en benen en smijten hem onzacht op zijn
bed.
Nu wordt hij bang. Hij begint te roepen en tegen te spartelen maar het is te laat, ... niets kan ons nog tegenhouden.
Geef mij eens de doos schoensmeer. Zegt de Fik doodbedaard.
Morée heeft ondertussen zijn zware hand op de mond van het slachtoffer gelegd en het schreeuwen verstomt.
Trek zijn pyjamabroek uit. Beveelt de Fik.
Onmiddellijk zijn er tien gretige handen klaar om te helpen strippen.
Heinz spartelt, bijt en schreeuwt nu als een speenvarken, terwijl Fik
en ik dikke pakken zwarte schoensmeer aan zijn geslachtsdelen en
achterwerk wrijven. Daarna trekken we zijn broek weer omhoog, stoppen
hem in bed onder de lakens en trekken de dekens zo strak aan dat hij
zich niet meer kan verroeren.
Van Doren ziet vuurrood en van machteloze woede spuwt hij naar ieder van ons.
Luister nu goed, zegt Morée heel kalm, ge moogt content zijn da ge
er daarmee vanaf komt, en zwijg maar want als ik je nu nog hoor, dan
smeren wij je helemaal in, van kop tot teen! Begrepen?
Wanneer het kereltje is uitgeraasd, laten we de dekens los en vlug als de weerlicht springt hij de kamer uit.
Ge moet niet naar de waszaal gaan, die is al gesloten. Roept de Fik hem na.
De volgende ochtend voor zes uur zijn de vrachtwagens reeds daar om de soldaten naar de trein te brengen.
De waszaal ging pas om halfzeven open en het korporaaltje is naar Duitsland vertrokken,... met zijn zwart pietje.
Reacties op bericht (1)
19-05-2007
Eindelijk..
Juist terug van de markt ben ik gelukkig toch nog eens komen kijken of er nog geen nieuw verhaal was...het was het wachten waard..Het is zoals altijd weer boeiend geschreven..
Proficiat Fik