Nostalgische verhalen Over de oorlog, kindertijd, jeugd, verliefdheid, legerdienst en later leven.
20-05-2007
De Officiële Kennismaking
- Herfst 1956 -
Het stond er al een tijdje aan te komen, maar toch overvalt het me wanneer ze het vraagt.
Die bewuste zondagavond in oktober heeft ze blijkbaar al haar moed bijeengeraapt en zegt: Ik heb aan mijn ma beloofd dat je vanavond eens mee binnenkomt. Is t goed?
'Nu al?' vraag ik zo gewoon mogelijk, en voel me een beetje bleek worden. Ze slaat haar ogen neer.
Ik heb haar gezegd dat we komen kennis maken.
Waarom? Probeer ik voorzichtig, ze kent mij toch al. Haar grote blauwe ogen kijken smekend naar me op.
Allé toe, ik heb het beloofd.
Zal jou pa er ook zijn? Er klinkt ongerustheid in mijn stem maar ik wil haar niet teleurstellen.
Ik peins van wel. zegt ze terwijl ze probeert mijn gedachten te lezen. Jij bent toch niet bang voor hem?
Ikke? Nee helemaal niet! Het klinkt niet echt overtuigend. Ik slik even terwijl ik voel hoe mijn maag samentrekt.
De zitbanken op het blauwe buurttreintje dat ons van Brussel naar ons dorp brengt voelen koud aan. Zij rilt even. Ik leg mijn arm om haar schouder en trek haar nog iets dichter tegen me aan.
Het gesprek is stilgevallen en in gedachten probeer ik mijn ongerustheid weg te redeneren. Ik kom regelmatig bij haar thuis
want ze hebben een kruidenierswinkeltje. Ook in de woonkamer ben ik al
meermaals geweest om haar jongste broer - mijn vriend - Willy op te
halen wanneer we samen naar de repetitie van de toneelkring gaan.
Richard, haar vader is ook soms daar en leest de krant die breeduit voor hem op tafel ligt. Hij is weinig spraakzaam, trekt meestal een stuurs gezicht en ziet me amper staan.
Het is een reus van een vent en men zegt van hem dat het gene gemakkelijke is. Een diepe zucht ontsnapt mij.
Is er iets? vraagt ze bezorgd. Nee, niks! Zeg ik even verschrikt maar herpak mij vlug en probeer onbezorgd te klinken.
Gaan we volgende zondag weer naar de cinema of wil je liever gaan dansen? Ze glimlacht.
We zullen wel zien We gaan nu al geruime tijd met elkaar uit maar haar ouders weten officieel nog van niets.
Eigenlijk zijn we nog veel te jong om nu al aan een vaste verkering te beginnen denk ik. Mijn legerdienst zit er bijna op maar Tineke is pas zeventien en ik word in december twintig.
Binnenkomen is een verbintenis aangaan tegenover haar en tegenover haar ouders. Het besef dat dit het einde betekent van mijn jeugd maakt me wat terughoudend.
Toch weet ik nu al met zekerheid dat Tineke voor mij de ware is en wil haar in geen geval verliezen.  Mijn besluit staat vast en als de tram stopt neem ik resoluut haar arm en we stappen in de richting van de dorpskom.
Net als we de kerk passeren slaat het tien uur. Ze zal juist op tijd binnen zijn. Ik los haar pas wanneer we voor het winkeltje stoppen en met kloppend hart volg ik Tineke als ze de deur openduwt.
Het schelle gerinkel van de winkelbel kondigt luidruchtig onze komst aan. Ik begin al lichtjes te zweten.
Ha ! Daar zijn ze! Hoor ik iemand roepen nog voordat we de deur achter ons kunnen sluiten. Het is Bert, de oudste broer van Tineke die mij met een brede glimlach en vol verwachting aankijkt.
Het kaartspel is gestopt en nu kijken alle aanwezigen in onze richting. Blijkbaar hebben ze op ons gewacht en willen niets missen van datgene wat nu komen gaat.
De enkele seconden stilte die volgen lijken mij een eeuwigheid. Mijn anders zo bedeesde Tineke, aarzelt niet lang, gaat naar haar vader en zegt:
Kijk pa, dat is nu Roger. Mijn kop is rood maar toch steek ik kordaat mijn hand uit en zeg:
Dag Richard...
Dag... mompelde hij en geeft mij een slappe handdruk. Hij lijkt nogal verrast en ik heb de indruk dat hij de enige is die niet op de hoogte is gebracht van mijn komst.
Aan wie is 't om uit te komen? Roept Willy luid en hij pinkt naar mij en zwaait veelbetekenend met zijn kaarten. Alle aandacht gaat onmiddellijk terug naar het spel en het ijs is gebroken.
Oef,...Bedankt Willy. Pak die taart nu maar, zegt Bert tegen zijn moeder we hebben al lang genoeg moeten wachten.
Julia staat op en Tineke volgt haar
naar de keuken. Blijkbaar is dit voor haar het gepaste moment om even
aan haar moeder te vragen of alles naar wens verloopt. Waar zijn jullie geweest? vraagt Bert.
Naar de cinema. Antwoord ik. Als ge nog eens ne goeie film wilt zien, dan bezorg ik je wel twee gratis kaarten, ik krijg die van mijn klanten.
Bedankt, 'k zal er aan denken. Ik volg schijnbaar geïnteresseerd
het kaartspel maar lonk af en toe naar de peetvader van de familie.
Hij is aan het winnen en gaat geheel op in het spel.
Als de voorgesneden taart met
krieken en slagroom op tafel wordt gezet gebruiken de kaarters hun
vrije rechterhand om een stuk taart te nemen . Ondertussen gaat het
spel gewoon verder. Allé Roger pak ook een stukje. zegt Julia.
Ik treuzel een beetje maar Willy maant mij aan. Allé jong, pak vast ge zijt toch niet beschaamd zeker? Aarzelend steek ik mijn hand uit en neem het kleinste stuk.
Doe maar alsof ge thuis zijt. Zegt Willy, en kom hier naast mij zitten. Voorzichtig breng ik de taart naar mijn mond en pardoes !
Willy geeft een forse duw tegen mijn elleboog waardoor de kersen met slagroom tegen mijn neus open spatten. Bulderend van het lachen slaan de twee broers met hun vlakke hand op tafel en Richard, die de handeling
eerst niet gezien had kijkt kwaad rond maar laat zijn serieuze houding
snel varen zodra hij mijn gezicht ziet.
Willy! krijst Julia, zijt ge niet beschaamd? Kijk nu eens die jongen zijn hemd is helemaal besmeurd ! Het spijt mij ma, maar het was sterker dan mezelf. Proest mijn vriend. Ik sta voor gek maar vind het niet zo erg en voel me eigenlijk opgelucht want, ... Richard kan lachen.
Reacties op bericht (1)
23-05-2007
Fik!
Je hebt het weer gedaan! Prachtig echt. Nu weet ik eindelijk waarom er niet zo happig gereageert werd op eerste 'binnekomen'.
In elk geval goed gedaan, proficiat, en nu moet ik het volgende nog lezen.