1948
-
Hij is amper één meter vijftig groot maar heeft een stem als een klok.
Altijd, of toch bijna, is hij goed
geluimd, voert het hoge woord en is steeds klaar om een grap te
vertellen of iemand een poets te bakken.
Wij vinden hem een toffe nonkel want hij doet ons dikwijls lachen met zijn apenstreken.
Toch is Janneke soms een driftig baasje als hij zijn goesting niet krijgt.
Tenne is een kop groter dan haar
man en moet hem wel heel graag zien, want wat zíj allemaal met hem
meemaakt is geen klein bier.
En van bier gesproken, Janneke lust de pintjes wel, soms meer dan echt goed voor hem is.
Omdat onze ouders de hele dag uit
werken gaan en bijna nooit thuis zijn, gaan Mil en ik in de vakantie
meestal naar Kraainem,bij Tenne, en blijven er vaak logeren.
Tenne en Nonkel wonen in hetzelfde
huis als haar jongere zus, tante Net, die samen met nonkel Albert twee
kinderen heeft, Liliane en Jean.
Ons nichtje is drie en ons neefje
ligt nog in de wieg. Ze zijn zeven en tien jaar jonger dan wij en dus
nog geen echte speelkameraadjes voor ons maar aan kameraadjes hebben we
in Kraainem geen gebrek.
Vandaag is het de eerste dag van de grote vakantie en ik zit samen met mijn broer Mil en Tenne aan de ontbijttafel.
Nonkel staat al klaar om naar zijn werk te vertrekken. Jan is Wattman /trambestuurder - in Brussel.
Vandaag is hij blijkbaar niet goed uitgeslapen en vraagt knorrig aan zijn vrouw:
Julia, wat hebt gij tussen mijn boterhammen gelegd?
Tenne, die hem kent en het met haar ellebogen aanvoelt als hij vies gezind is, zegt:
Kijk zelf maar eens, ze steken in je kabas.
Hij haalt de, in fijn
boterhampapier verpakte, sneden brood uit zijn lederen schoudertas en
kijk wantrouwig naar wat er tussen zit.
Miljaardedju , wééral spek! Ge weet dat ik die vettigheid niet moet hebben.
Ik heb vandaag niks anders in huis Jan.
Tenne is niet van plan om veel complimenten te maken.
Hij wil nu haar volle aandacht.
Ha nee hé, dat vreet ik niet op, gromt hij, ik krijg daar altijd het zuur van!
De sneden brood vallen uit het papier wanneer hij ze op de tafel werpt.
En toch zult ge ze moeten opeten, zegt Tenne doodkalm, anders kunt ge maar op uw kin kloppen.
Wablief? Roept hij kwaad. Kijk maar eens wat ik met uw boterhammen doe zie!
In een flits rist hij de sneden van de tafel en smijt ze met volle kracht tegen de keukendeur.
Mijn broer en ik krimpen in mekaar
van schrik en zien hoe de boterhammen met het vettig spek even aan de
deur blijven kleven en dan heel langzaam naar beneden glijden.
Ziedend van woede neemt Janneke zijn lege kabas, trekt de deur open en slaat ze met volle kracht achter zich toe.
De boterhammen vallen op de grond.
Langzaam raapt Tenne alles weer
mooi op. Hij kan maar zijn plan trekken , zegt ze, straks als hij
thuis komt zal hij weer sterven van de honger. Ik ken dat.
Maar 's avonds heeft hij helemaal geen honger. Zijn stap is onzeker en hij komt lachend binnen en spreekt met een dikke tong.
Julia, ik heb gewonnen met de voetbalpronostiek samen met enkele mannen van den tram!
Ha ja? Zegt Tenne. Dan is er toch iets voor mij bij zeker? Ze steekt haar hand uit.
Niks van! Dat is mijn geld. Stottert de tramman.
Ook goed, koop er dan een schoon kleedje mee voor mij! Zwanst Tenne.
Hoeveel heb je eigenlijk gewonnen? Ze knipoogt naar ons.
Tweehonderd frank! Zegt hij triomfantelijk ... Maar ze is al op.
Als ik het niet gedacht had
Tenne schudt meewarig met haar hoofd. Ze kent haar ventje door en door en laat hem maar lullen.
De ruzie van vanmorgen is hij al
lang vergeten en het is beter van hem gerust te laten als hij te veel
babbelwater gedronken heeft.
Morgen, als hij zijn roes heeft uitgeslapen, is hij weer de plezante nonkel Jan.
|